ADO Den Haag is de eerste Nederlandse club die niet wordt overgenomen, maar afgehaald. We hadden nog nooit gehoord van de firma United Vansen. Ze doen iets met sport en keken naar verluidt al met - excusez le mot - een schuin oog naar een nieuwe investering.

Dat is ADO zeker. De club is de laatste jaren flink uit het dal getrokken. Een verdienste van investeerder en grootaandeelhouder Mark van der Kalle en zijn mensen. Die heeft zijn aandelen verkocht en dat zal ook lekker voelen. ‘ADO komt nooit in handen van Russen of Chinezen,’ zei directeur Piet Jansen nog niet lang geleden. Zelf had Mark van der Kalle ook liever een lokale investeerder. Wie niet?

Ik zal vast niet de enige zijn die John van Zweden aan zijn kop heeft lopen zeuren om ADO te kopen. De angst voor een tweede Vitesse - waar het na de overname door een Georgiër en daarna door een Russische miljardair een janboel werd - zijn gerechtvaardigd.

Kernvraag is: zal het beleid veranderen - en is dat erg? Misschien werkt het wel heel verfrissend. Niks geen gezeik met een spuitbus met sneeuwspray, zoals we op het WK zien. ADO zet voortaan een Chinese Muur. En speelt voortaan allemaal met rugnummer 39 met rijst.

Mark van der Kallen verwacht niet dat de club wezenlijk zal veranderen. Dat verwacht ik ook niet, maar ik ben er niet helemaal gerust op. De realiteit is dat de wereld allang is verkocht. Er zijn geen grenzen meer, er zijn alleen nog banken en multinationals. ADO is Chinees. Nu komt het er op aan om die Chinezen te leren kennen. Dat zal best even wennen zijn. De enige Chinees die we bij ADO kennen is Tscheu La Ling en die doet al een tijdje niet meer mee. Ook Mark van der Kallen spreekt van ‘deze mensen’. Misschien moeten ze een keertje op de groene thee komen bij de burgemeester. De gemeente heeft een prioriteitsaandeel en kan de verkoop tegen houden.

Maar waarom zouden ze? Ik vind het eerlijk gezegd wel verfrissend dat de Chinezen ons zien zitten; maar als ze net zo omgaan met de voetbalrechten als met de mensenrechten hebben ze aan mij een kwaaie.

Bron: AD - Sjaak Bral

dick

Ach Ach

Tja