Welkom in de shoutbox, gast
Fido
grijze gek
Edwin Grünholz liep in 2022 tegen zijn grenzen aan: ‘Op het trainingsveld bij ADO ging ik zelfs neer’
INTERVIEWEdwin Grünholz (53) heeft een ultra-druk jaar achter de rug. Als je alleen al op een rijtje zet wat de Haagse voetbaltrainer in 2022 allemaal ondernam, overkwam en meemaakte, moet je daar bijna zelf van bijkomen. Van het overlijden van broer John tot het behalen van de trainerscursus en van de achtbaan met ADO Den Haag tot de amateurs van Quick Boys. ,,In die periode heb ik mijn kinderen amper gezien.”
Voor Edwin Grünholz is de tijd om even bij te komen van 2022 aangebroken. Zo tussen de feestdagen in, gaan de gedachten van de Haagse voetbaltrainer vaak terug naar vroeger. ,,Ik houd van de feestdagen. Dat heb ik van huis uit meegekregen. We waren thuis met dertien kinderen. Eerst woonden we in Spoorwijk, toen in de Schilderswijk”, vertelt Grünholz. ,,Kwamen kerst en oud en nieuw eraan, dan kwamen we met zo veel mogelijk in ons ouderlijk huis samen. Ieder jaar was het één grote gezellige bende. Ik denk dat omdat ik zo ben opgegroeid, ik zo graag mensen en reuring om me heen heb.”
De Grünholzjes gingen vroeger niet naar de kerk, maar hun ouders gaven de kinderen wel wat mee van het geloof. In hun geval het katholieke. Wat is daar bij Edwin nu nog van over? ,,Ach, ik kijk ernaar zoals zo’n beetje iedereen: tussen vertwijfeling en zekerheid. Net als veel mensen, geloof ik dat er iets is. Op vakantie in Italië ga ik wel kerkjes binnen, enzo. Die sfeer spreekt me aan.”
Nicky is in 2019 overleden, hij deed hetzelfde werk als ik. Naast een collega was hij een vriend
Edwin Grünholz
De trainer van Quick Boys (waar hij na dit seizoen stopt) omschrijft zichzelf als een sfeergevoelig persoon. ,,Bij ons thuis staat vanaf al begin december Sky Radio Christmas aan. Mijn vrouw is er gek op. Mijn dochter ook, die heeft het zelfs opstaan tijdens het studeren. Die liedjes hebben iets.”
Dit is ook de periode van de Top 2000 en vergelijkbare hitlijsten vol evergreens. Alleen is het bijna nooit een verrassing wie op nummer één staat: ‘Bohemian Rhapsody’ van Queen. Grünholz vindt er het zijne van. ,,Nee, geef mij maar ‘Feliz Navidad’ van José Feliciano. Gitaren, blazers, Spaans en swingend. Dat nummer is zo vrolijk. Dat verveelt nooit.”
Jeugdwerker
Als jeugdwerker bij Stichting WijkZ (voorheen Stichting Mooi) in het Wateringse Veld voelt hij zich als een vis in het water. Niet voor niets werkt hij er al 23 jaar. Halverwege het interview neemt hij zijn bezoek mee naar de recreatieruimte van zijn werkgever. Daar staat een tafeltennistafel en liggen bordspelen. En hangt de grote muurschildering van een stoere power-ooievaar. Gemaakt door de bekende ADO Den Haag-fan Nicky Baggerman. ,,Nicky is in 2019 overleden”, vertelt Grünholz. ,,Hij deed hetzelfde werk als ik. Naast een collega was hij een vriend. Deze muurschildering heeft hij zó prachtig gemaakt. Elke dag denk ik: Wat heeft die gozer dat goed gedaan. Het straalt zo veel kracht en liefde voor de club uit.”
Zo is tijdens het interview de link naar ADO Den Haag snel gelegd. Het is de club waar Grünholz als jochie op de tribune stond, in de jeugd en in het eerste elftal speelde en ook nog jeugdtrainer was. Vorig seizoen was hij er assistent-trainer en zelfs tijdelijk interim-hoofdtrainer. Bij de Haagse club maakte hij van dichtbij de verloren nacompetitiewedstrijd tegen Excelsior mee. Maar daarop terugblikken, vindt Grünholz nu nog te vroeg. De wond is nog te vers.
Dick Advocaat
,,Mijn zoon en dochter zetten nog wel eens de beelden op om me te plagen. Maar die zet ik meteen af. Wat waren we er dichtbij, hè? Ik ben ieder geval onwijs blij dat Dick Advocaat erin in gestapt; er is in Den Haag geen grotere naam dan Dick Advocaat. Al kan Dick de komende tijd wel flink aan de bak.”
Dat gold dit jaar voor Grünholz, die eerder bij Haaglandia en Westlandia coachte, ook. Een drukker en hectischer jaar dan dat van hem is bijna onmogelijk. Ga maar na. Hij was in 2022 hoofdtrainer van Quick Boys in de Jack’s League en assistent-trainer van ADO Den Haag. Hij voltooide de cursus coach betaald voetbal, inclusief stages bij Sparta, NAC, Club Brugge en RKC Waalwijk en haalde ook nog hij zijn HBO-certificaat jongerenwerk.
Angst
,,Ik heb in die hele periode m’n kinderen amper gezien”, licht de 53-jarige Hagenaar toe. ,,Alleen al het aantal uren dat ik onderweg was, was onvoorstelbaar. Daar betaalde ik op een gegeven moment ook de tol voor. Ik kreeg een aantal malen duizelingen. Een keer bij ADO op het trainingsveld ging ik zelfs neer. Gelukkig was er geen ernstige oorzaak en ben ik gewoon tegen mijn grenzen aangelopen. Wel had ik een tijdje angst dat het nog een keer zou gebeuren. Die angst is nu gelukkig weg.”
Als Grünholz zijn verhaal doet, lijkt hij een koele kikker. Maar uiteraard is de ‘Magiër’, zoals zijn fans de begenadigde technicus vroeger noemden, ook maar een mens van vlees en bloed. Zo bleek in september tijdens zijn afsluitende praatje bij RKC, waar hij de laatste opdracht voor zijn diploma met succes voltooide. ,,Toen kwamen er even wat emoties bij me naar boven”, blikt Grünholz terug. ,,De spelersgroep, met onder anderen Michiel Kramer, had me zo fantastisch gesteund en van hoofdtrainer Joseph Oosting kreeg ik alle ruimte. Joseph heeft een vergelijkbaar traject als ik afgelegd. Hij heeft zich ook via de amateurs ontwikkeld en heeft zich gestadig omhoog gewerkt. Net als ik, was ook hij aanvankelijk een paar keer afgewezen voor de cursus. En je ziet hoe goed hij het nu doet.”
En dan was er in januari ook nog het EK zaalvoetbal in Nederland. Het leidde qua publiciteit tot een fikse revival voor Grünholz, die door velen lang als de beste zaalvoetballer ter wereld werd beschouwd. ,,Ja, dat was leuk. Maar aan de andere kant ook weer niet veel meer dan dat. Erkenning doet je goed, maar het is inmiddels wel lang geleden. Ik ben 53 jaar nu. Ik heb tot mijn 41ste doorgevoetbald. Maar na mijn 34ste was het echte serieuze er wel vanaf.”
Overlijden broer John
Op woensdag 9 februari dit jaar overleed op 67-jarige leeftijd zijn broer John. ,,Dat heeft er ongelooflijk bij me in gehakt”, knikt Edwin. ,,Tijdens de feestdagen zal het gemis voor ons extra groot zijn. Niet toevallig zette ik als John z’n assistent mijn eerste stappen op het trainerspad. In 2004, bij RVC/Rijswijk. Als jonge jongen was ik heel iel. En ondanks dat ik niet zo overkwam, heel verlegen en veel te bescheiden. Daardoor waren er altijd twijfels of ik het zou redden. John ontfermde zich over me. Hij gaf me zelfvertrouwen en zei: ‘Gewoon doorbijten, Ed. Jij komt er wel.’ Zonder John was ik nooit zo ver gekomen.”
INTERVIEWEdwin Grünholz (53) heeft een ultra-druk jaar achter de rug. Als je alleen al op een rijtje zet wat de Haagse voetbaltrainer in 2022 allemaal ondernam, overkwam en meemaakte, moet je daar bijna zelf van bijkomen. Van het overlijden van broer John tot het behalen van de trainerscursus en van de achtbaan met ADO Den Haag tot de amateurs van Quick Boys. ,,In die periode heb ik mijn kinderen amper gezien.”
Voor Edwin Grünholz is de tijd om even bij te komen van 2022 aangebroken. Zo tussen de feestdagen in, gaan de gedachten van de Haagse voetbaltrainer vaak terug naar vroeger. ,,Ik houd van de feestdagen. Dat heb ik van huis uit meegekregen. We waren thuis met dertien kinderen. Eerst woonden we in Spoorwijk, toen in de Schilderswijk”, vertelt Grünholz. ,,Kwamen kerst en oud en nieuw eraan, dan kwamen we met zo veel mogelijk in ons ouderlijk huis samen. Ieder jaar was het één grote gezellige bende. Ik denk dat omdat ik zo ben opgegroeid, ik zo graag mensen en reuring om me heen heb.”
De Grünholzjes gingen vroeger niet naar de kerk, maar hun ouders gaven de kinderen wel wat mee van het geloof. In hun geval het katholieke. Wat is daar bij Edwin nu nog van over? ,,Ach, ik kijk ernaar zoals zo’n beetje iedereen: tussen vertwijfeling en zekerheid. Net als veel mensen, geloof ik dat er iets is. Op vakantie in Italië ga ik wel kerkjes binnen, enzo. Die sfeer spreekt me aan.”
Nicky is in 2019 overleden, hij deed hetzelfde werk als ik. Naast een collega was hij een vriend
Edwin Grünholz
De trainer van Quick Boys (waar hij na dit seizoen stopt) omschrijft zichzelf als een sfeergevoelig persoon. ,,Bij ons thuis staat vanaf al begin december Sky Radio Christmas aan. Mijn vrouw is er gek op. Mijn dochter ook, die heeft het zelfs opstaan tijdens het studeren. Die liedjes hebben iets.”
Dit is ook de periode van de Top 2000 en vergelijkbare hitlijsten vol evergreens. Alleen is het bijna nooit een verrassing wie op nummer één staat: ‘Bohemian Rhapsody’ van Queen. Grünholz vindt er het zijne van. ,,Nee, geef mij maar ‘Feliz Navidad’ van José Feliciano. Gitaren, blazers, Spaans en swingend. Dat nummer is zo vrolijk. Dat verveelt nooit.”
Jeugdwerker
Als jeugdwerker bij Stichting WijkZ (voorheen Stichting Mooi) in het Wateringse Veld voelt hij zich als een vis in het water. Niet voor niets werkt hij er al 23 jaar. Halverwege het interview neemt hij zijn bezoek mee naar de recreatieruimte van zijn werkgever. Daar staat een tafeltennistafel en liggen bordspelen. En hangt de grote muurschildering van een stoere power-ooievaar. Gemaakt door de bekende ADO Den Haag-fan Nicky Baggerman. ,,Nicky is in 2019 overleden”, vertelt Grünholz. ,,Hij deed hetzelfde werk als ik. Naast een collega was hij een vriend. Deze muurschildering heeft hij zó prachtig gemaakt. Elke dag denk ik: Wat heeft die gozer dat goed gedaan. Het straalt zo veel kracht en liefde voor de club uit.”
Zo is tijdens het interview de link naar ADO Den Haag snel gelegd. Het is de club waar Grünholz als jochie op de tribune stond, in de jeugd en in het eerste elftal speelde en ook nog jeugdtrainer was. Vorig seizoen was hij er assistent-trainer en zelfs tijdelijk interim-hoofdtrainer. Bij de Haagse club maakte hij van dichtbij de verloren nacompetitiewedstrijd tegen Excelsior mee. Maar daarop terugblikken, vindt Grünholz nu nog te vroeg. De wond is nog te vers.
Dick Advocaat
,,Mijn zoon en dochter zetten nog wel eens de beelden op om me te plagen. Maar die zet ik meteen af. Wat waren we er dichtbij, hè? Ik ben ieder geval onwijs blij dat Dick Advocaat erin in gestapt; er is in Den Haag geen grotere naam dan Dick Advocaat. Al kan Dick de komende tijd wel flink aan de bak.”
Dat gold dit jaar voor Grünholz, die eerder bij Haaglandia en Westlandia coachte, ook. Een drukker en hectischer jaar dan dat van hem is bijna onmogelijk. Ga maar na. Hij was in 2022 hoofdtrainer van Quick Boys in de Jack’s League en assistent-trainer van ADO Den Haag. Hij voltooide de cursus coach betaald voetbal, inclusief stages bij Sparta, NAC, Club Brugge en RKC Waalwijk en haalde ook nog hij zijn HBO-certificaat jongerenwerk.
Angst
,,Ik heb in die hele periode m’n kinderen amper gezien”, licht de 53-jarige Hagenaar toe. ,,Alleen al het aantal uren dat ik onderweg was, was onvoorstelbaar. Daar betaalde ik op een gegeven moment ook de tol voor. Ik kreeg een aantal malen duizelingen. Een keer bij ADO op het trainingsveld ging ik zelfs neer. Gelukkig was er geen ernstige oorzaak en ben ik gewoon tegen mijn grenzen aangelopen. Wel had ik een tijdje angst dat het nog een keer zou gebeuren. Die angst is nu gelukkig weg.”
Als Grünholz zijn verhaal doet, lijkt hij een koele kikker. Maar uiteraard is de ‘Magiër’, zoals zijn fans de begenadigde technicus vroeger noemden, ook maar een mens van vlees en bloed. Zo bleek in september tijdens zijn afsluitende praatje bij RKC, waar hij de laatste opdracht voor zijn diploma met succes voltooide. ,,Toen kwamen er even wat emoties bij me naar boven”, blikt Grünholz terug. ,,De spelersgroep, met onder anderen Michiel Kramer, had me zo fantastisch gesteund en van hoofdtrainer Joseph Oosting kreeg ik alle ruimte. Joseph heeft een vergelijkbaar traject als ik afgelegd. Hij heeft zich ook via de amateurs ontwikkeld en heeft zich gestadig omhoog gewerkt. Net als ik, was ook hij aanvankelijk een paar keer afgewezen voor de cursus. En je ziet hoe goed hij het nu doet.”
En dan was er in januari ook nog het EK zaalvoetbal in Nederland. Het leidde qua publiciteit tot een fikse revival voor Grünholz, die door velen lang als de beste zaalvoetballer ter wereld werd beschouwd. ,,Ja, dat was leuk. Maar aan de andere kant ook weer niet veel meer dan dat. Erkenning doet je goed, maar het is inmiddels wel lang geleden. Ik ben 53 jaar nu. Ik heb tot mijn 41ste doorgevoetbald. Maar na mijn 34ste was het echte serieuze er wel vanaf.”
Overlijden broer John
Op woensdag 9 februari dit jaar overleed op 67-jarige leeftijd zijn broer John. ,,Dat heeft er ongelooflijk bij me in gehakt”, knikt Edwin. ,,Tijdens de feestdagen zal het gemis voor ons extra groot zijn. Niet toevallig zette ik als John z’n assistent mijn eerste stappen op het trainerspad. In 2004, bij RVC/Rijswijk. Als jonge jongen was ik heel iel. En ondanks dat ik niet zo overkwam, heel verlegen en veel te bescheiden. Daardoor waren er altijd twijfels of ik het zou redden. John ontfermde zich over me. Hij gaf me zelfvertrouwen en zei: ‘Gewoon doorbijten, Ed. Jij komt er wel.’ Zonder John was ik nooit zo ver gekomen.”
0
|
Maandag 26 december 2022 om 11:30 uur |
ton
wijstaanboven
purnie&pino
DEN HAAG - ADO-directeur Edwin Reijntjes houdt vertrouwen in trainer Dirk Kuijt. Dat laat hij weten in een vraaggesprek met Omroep West. 'Wij houden vast aan ons ingezette beleid. Een professional als Kuijt past in onze visie. Dat er iets moet gebeuren in de staf, lijkt ons duidelijk. Alleen we gaan niet voor een paniekoplossing', aldus Reijntjes.
Daarmee doelt hij op het 'snel' vastleggen van een assistent-trainer en de wens van de spelersgroep om Jong ADO-trainer Giovanni Franken te promoveren tot assistent van Kuijt. 'De spelers en staf moeten bij zichzelf te raden gaan. Franken moet vooral doorgaan met zijn goede werk bij Jong ADO en het behalen van zijn trainersdiploma’s. Dus daar geen noodoplossingen.'
Reijntjes neemt met deze uitspraak een voorschot op de komende evaluatie met Kuijt, die in de 'WK-break' gaat plaatsvinden. Heel veel meer laat Reijntjes niet in zijn kaarten kijken. 'Dat gesprek gaat er komen, zoals ik al weken aangeef. Natuurlijk zijn wij intern al langer met dit gesprek bezig. Duidelijk mag zijn dat wij vasthouden aan de ingezette professionaliseringsslag, ambitie en visie die de club die ons uiteindelijk structureel brengt waar het hoort, de eredivisie.'
Algemeen directeur Reijntjes tijdens presentatie Kuijt
De roep om het vertrek van Kuijt is al langer hoorbaar. Ook het vertrek van Reijntjes is al langer een gespreksonderwerp. 'Volgens mij gaat het elftal niet beter spelen als er weer een nieuwe directeur komt. De bal ligt bij de staf en de spelers. Mijn stelling is altijd waar een wil is, is een weg en als spelers en staf echt met z'n allen willen dat er betere prestaties geleverd worden zet je met z’n allen de schouders eronder als team.'
Reijntjes vervolgt: 'Je vertelt elkaar de waarheid en maakt afspraken die nageleefd moeten worden. Zo niet, dan heeft dat consequenties. Als er krachten zijn die niet meewillen, dan moet je daar wat mee. Als mensen wel willen, maar (nog) niet kunnen moet je/wil ik ze helpen. Maar de basishouding is dat je te allen tijde wil dat het gaat lukken.'
Ingrijpen waar nodig
Tot dusver lukt het niet om de doelstelling van meedoen om promotie na te leven. 'Natuurlijk was het wennen aan de nieuwe structuren en professionaliseringsslag die geïmplementeerd werden aan het begin van het seizoen door de komst van Kuijt. Dat levert af en toe wat frictie op maar dat hoort erbij. De prestaties die we graag willen hebben we nog niet gezien, dus gaan we kijken naar de oorzaak en grijpen we in daar waar nodig.'
Ingrijpen betekent in ieder geval niet een vroegtijdig afscheid van Kuijt, de komst van Franken of het vertrek van Reijntjes zelf. 'ADO moet nu eens de tijd durven nemen om te bouwen aan een structureel goed presterende club op zowel sportief als financieel gebied. Met het lange termijn commitment van de aandeelhouder maakt een jaartje meer of minder niet uit. Nogmaals, ik begrijp dat niet iedereen die betrokken is bij deze mooie club hiervoor het geduld heeft.'
Daarmee doelt hij op het 'snel' vastleggen van een assistent-trainer en de wens van de spelersgroep om Jong ADO-trainer Giovanni Franken te promoveren tot assistent van Kuijt. 'De spelers en staf moeten bij zichzelf te raden gaan. Franken moet vooral doorgaan met zijn goede werk bij Jong ADO en het behalen van zijn trainersdiploma’s. Dus daar geen noodoplossingen.'
Reijntjes neemt met deze uitspraak een voorschot op de komende evaluatie met Kuijt, die in de 'WK-break' gaat plaatsvinden. Heel veel meer laat Reijntjes niet in zijn kaarten kijken. 'Dat gesprek gaat er komen, zoals ik al weken aangeef. Natuurlijk zijn wij intern al langer met dit gesprek bezig. Duidelijk mag zijn dat wij vasthouden aan de ingezette professionaliseringsslag, ambitie en visie die de club die ons uiteindelijk structureel brengt waar het hoort, de eredivisie.'
Algemeen directeur Reijntjes tijdens presentatie Kuijt
De roep om het vertrek van Kuijt is al langer hoorbaar. Ook het vertrek van Reijntjes is al langer een gespreksonderwerp. 'Volgens mij gaat het elftal niet beter spelen als er weer een nieuwe directeur komt. De bal ligt bij de staf en de spelers. Mijn stelling is altijd waar een wil is, is een weg en als spelers en staf echt met z'n allen willen dat er betere prestaties geleverd worden zet je met z’n allen de schouders eronder als team.'
Reijntjes vervolgt: 'Je vertelt elkaar de waarheid en maakt afspraken die nageleefd moeten worden. Zo niet, dan heeft dat consequenties. Als er krachten zijn die niet meewillen, dan moet je daar wat mee. Als mensen wel willen, maar (nog) niet kunnen moet je/wil ik ze helpen. Maar de basishouding is dat je te allen tijde wil dat het gaat lukken.'
Ingrijpen waar nodig
Tot dusver lukt het niet om de doelstelling van meedoen om promotie na te leven. 'Natuurlijk was het wennen aan de nieuwe structuren en professionaliseringsslag die geïmplementeerd werden aan het begin van het seizoen door de komst van Kuijt. Dat levert af en toe wat frictie op maar dat hoort erbij. De prestaties die we graag willen hebben we nog niet gezien, dus gaan we kijken naar de oorzaak en grijpen we in daar waar nodig.'
Ingrijpen betekent in ieder geval niet een vroegtijdig afscheid van Kuijt, de komst van Franken of het vertrek van Reijntjes zelf. 'ADO moet nu eens de tijd durven nemen om te bouwen aan een structureel goed presterende club op zowel sportief als financieel gebied. Met het lange termijn commitment van de aandeelhouder maakt een jaartje meer of minder niet uit. Nogmaals, ik begrijp dat niet iedereen die betrokken is bij deze mooie club hiervoor het geduld heeft.'
0
|
Maandag 14 november 2022 om 10:40 uur |
Filosoof
Het is vrijdagochtend, 8 uur. Voor het raam van zijn kantoor op de 4e verdieping van het Bingoal Stadion staat Dirk Kuijt. Hij staart uit het raam en ziet in het ochtendlicht het krioelende verkeer op het Prins Clausplein. Dan draait hij zich om en loopt naar het Nespresso apparaat dat handig staat opgesteld rechts van zijn bureau. Eerst een kop ‘Dark Roast’. Hij kan een vage glimlach niet onderdrukken als hij terugdenkt aan zijn jeugd. In zijn geboortedorp zei men altijd ‘Un kaup swart, doet het nettenboeten recht’. En Dirk houdt graag vast aan die traditie.
Hij neemt een eerste slok van zijn hete koffie als de deur openzwaait. In de deuropening verschijnt de rijzige gestalte van John Metgod. ‘Morge Dirk’, zegt de gelouterde ex-international en oud-speler van onder andere Real Madrid. Hij gaat zitten op zijn vaste plekje, strategisch vlak naast de deur. In het kielzog van deze assistent-trainer druppelen de andere leden van de staf een voor een binnen. Dirk mag graag zeggen dat hij met een ‘proces’ bezig is en dat ‘doen we met z’n allen’. Daarom zit er nu een redelijk bont gezelschap in zijn kantoor. We zien fysiektrainer John Nieuwenburg en keeperstrainer Raymond Mulder. Maar ook dokter Daan van de Pol en fysiotherapeut Edwin Coret zijn present, terwijl de videoanalisten Jop Beuger en Tom van Mierlo – bescheiden als altijd – een plekje zoeken. Zelfs materiaalman Rob Ravestein ontbreekt niet. Laatstgenoemde zit een beetje onderuit gezakt op een stoel, onderwijl friemelend aan een maatdop van een fles Lenor wasverzachter. Als laatste komt Daryl Janmaat binnen. De technisch manager knikt de anderen beleefd toe onder het mompelen van ‘sorry maar file’ en gaat snel zitten.
Dan loopt Dirk Kuijt naar het whiteboard dat een prominente plek in zijn kamer heeft. Dat gebruiken van een whiteboard heeft hij gekopieerd van Rafael Benitez, zijn toenmalige coach bij Liverpool. Niet dat Dirk er nu echt mee uit de voeten kan, want het bord is maagdelijk leeg. Behalve rechtsonder, waar hij heeft geschreven dat z’n auto maandag naar de garage moet. Maar goed, volgens Dirk oogt zo’n bord professioneel en straalt het een zekere autoriteit uit.
Het geroezemoes verstomt als Dirk het woord neemt. Hij orakelt op zijn inmiddels bekende wijze iets over de rug rechten en als een front opereren. Woorden die de aanwezigen al ettelijke keren uit zijn mond hebben gehoord. Niets nieuws dus. Maar het wordt interessant als Dirk handig een bruggetje maakt naar de prestaties van het vorig weekend en vooruitblikt naar de wedstrijd van deze vrijdagavond. Zoals de aanwezigen weten is Dirk de afgelopen week op het Prinses Irenesportpark behoorlijk uit zijn slof geschoten. De verloren wedstrijd tegen Helmond Sport was een absolute blamage. Hij heeft iedere speler te verstaan gegeven wat hij ervan dacht en de hele groep aan extra pittige trainingssessies onderworpen. Geheel volgens het aloude adagium ‘Dirk laat zich niet piepelen’.
Die extra trainingsarbeid is een opmaat naar de wedstrijd tegen VVV Venlo. Een potje dat gewonnen moet worden. Zelfs Dirk beseft dat als geen ander, want hij voelt het hijgen van journalisten en het rumoer op de tribunes haarfijn aan. Maar Dirk zou Dirk niet zijn als hij niet vol bravoure zijn strijdplan ontvouwt. De aanwezigen gaan er eens goed voor zitten. En John Metgod voelt nu al de priemende blikken van de collega’s in zijn richting. Hij is de nestor in het gezelschap en als zodanig de enige die voldoende autoriteit bezit om de trainer eventueel van repliek te dienen. Iets waar John overigens een bloedhekel aan heeft. Of, zoals hij vanmorgen nog tegen zijn vrouw zei: ‘Ik hoop dat die Dirk me gewoon me ding laat doen, dan is mijn dag weer oké’.
‘Goed mannen’ opent Dirk zijn betoog, ‘we gaan het vanavond anders doen’. Hij vervolgt met: ‘Ik heb er een paar nachtjes over geslapen, maar ben er nu wel voor mezelf uit’. ‘De opstelling en het strijdplan van de afgelopen weken, het klopt niet’. ‘We gooien er vanavond een paar andere spelers in. Jongens die het verschil maken, die de wedstrijd lezen en anticiperen’. ‘We gaan het daarom als volgt doen, we laten de rechterflank in zijn geheel bestrijken door Denzelletje. Dat deed ie in de A1 van Feyenoord ook altijd prima. Dan laten we die vreselijke draver van Catic op de bank. Verder gooien we Finn voor de leeuwen, want met Siereveld breken we ook geen ijzer momenteel. Middenveld dan, Klas even bankie doen en Esajas erin. Dat wordt echt een grote speler hoor, let maar op mijn woorden’. ‘En naast Breinburg zetten we nu Titouan Thomas. Ja, ja, dat laatste is een ‘verzoekje’ van hogerhand. Samenwerkingsverbandje met Estoril en zo. Maar goed, slechter dan met De Waal zal het niet worden. Toch?’ Hier en daar verschijnt een lichte vorm van ongeloof op de gezichten van de stafleden. Dokter Van de Pol – zelf een aardige hockeyer van KZ – bekijkt de boel van de medische kant, en denkt bij zichzelf, ‘hebben we hier te maken met een geniale creatieveling, of is het toch een min of meer maniakale gek’.
Dirk komt nu helemaal op stoom, wetende dat hij 100% de aandacht heeft. Hij heeft het beste voor het laatst bewaard en gooit dat nu in de groep: ‘Mannen, ik beken het eerlijk, ik worstel met Thomas. Die brengt het momenteel niet. Hoe die gast vorig seizoen zoveel doelpunten kon maken, ik heb geen flauw benul. Misschien tijd voor hem om ook even aan de kant te beginnen?’. Die laatste opmerking is het sein voor good old Ravestein om te memoreren dat Thomas Verheijdt de held is van de club, het uithangbord. ‘Je mot niet aan Thomas komme, anders breekt de pleuris uit in het stadion’, zo stelt hij onomwonden.
Pleuris is een woord waar Dirk een hekel aan heeft. Handig laverend tussen zijn eigen idee en de woorden van de materiaalman, bindt hij in. ‘Oké, ik snap het Rob. Thomas is onze aanvoerder. We kijken het nog even aan’. Dirk neemt nog een slokje van zijn koffie en trekt daarbij een vies gezicht, want het spul is intussen koud. Hij neemt als een generaal zijn manschappen in ogenschouw, en zoals hij al dacht, er komt nul komma nul weerwoord. ‘Mooi mannen, alle vertrouwen dus voor vanavond. Die Limburgers gaan nog een lange terugreis hebben. Dus nu weer lekker verder met waar je mee bezig was en tot later vanmiddag!’.
Enigszins verdoofd verlaat het gezelschap een voor een het kantoor. En op het moment dat Ravestein wegloopt, roept Dirk hem na: ‘Rob, wil jij vanavond een paraplu voor me regelen, want ik verwacht een zware bui’.
ADO Den Haag verliest met 2-3. Dit verhaal is puur fictief, hoewel……
Hij neemt een eerste slok van zijn hete koffie als de deur openzwaait. In de deuropening verschijnt de rijzige gestalte van John Metgod. ‘Morge Dirk’, zegt de gelouterde ex-international en oud-speler van onder andere Real Madrid. Hij gaat zitten op zijn vaste plekje, strategisch vlak naast de deur. In het kielzog van deze assistent-trainer druppelen de andere leden van de staf een voor een binnen. Dirk mag graag zeggen dat hij met een ‘proces’ bezig is en dat ‘doen we met z’n allen’. Daarom zit er nu een redelijk bont gezelschap in zijn kantoor. We zien fysiektrainer John Nieuwenburg en keeperstrainer Raymond Mulder. Maar ook dokter Daan van de Pol en fysiotherapeut Edwin Coret zijn present, terwijl de videoanalisten Jop Beuger en Tom van Mierlo – bescheiden als altijd – een plekje zoeken. Zelfs materiaalman Rob Ravestein ontbreekt niet. Laatstgenoemde zit een beetje onderuit gezakt op een stoel, onderwijl friemelend aan een maatdop van een fles Lenor wasverzachter. Als laatste komt Daryl Janmaat binnen. De technisch manager knikt de anderen beleefd toe onder het mompelen van ‘sorry maar file’ en gaat snel zitten.
Dan loopt Dirk Kuijt naar het whiteboard dat een prominente plek in zijn kamer heeft. Dat gebruiken van een whiteboard heeft hij gekopieerd van Rafael Benitez, zijn toenmalige coach bij Liverpool. Niet dat Dirk er nu echt mee uit de voeten kan, want het bord is maagdelijk leeg. Behalve rechtsonder, waar hij heeft geschreven dat z’n auto maandag naar de garage moet. Maar goed, volgens Dirk oogt zo’n bord professioneel en straalt het een zekere autoriteit uit.
Het geroezemoes verstomt als Dirk het woord neemt. Hij orakelt op zijn inmiddels bekende wijze iets over de rug rechten en als een front opereren. Woorden die de aanwezigen al ettelijke keren uit zijn mond hebben gehoord. Niets nieuws dus. Maar het wordt interessant als Dirk handig een bruggetje maakt naar de prestaties van het vorig weekend en vooruitblikt naar de wedstrijd van deze vrijdagavond. Zoals de aanwezigen weten is Dirk de afgelopen week op het Prinses Irenesportpark behoorlijk uit zijn slof geschoten. De verloren wedstrijd tegen Helmond Sport was een absolute blamage. Hij heeft iedere speler te verstaan gegeven wat hij ervan dacht en de hele groep aan extra pittige trainingssessies onderworpen. Geheel volgens het aloude adagium ‘Dirk laat zich niet piepelen’.
Die extra trainingsarbeid is een opmaat naar de wedstrijd tegen VVV Venlo. Een potje dat gewonnen moet worden. Zelfs Dirk beseft dat als geen ander, want hij voelt het hijgen van journalisten en het rumoer op de tribunes haarfijn aan. Maar Dirk zou Dirk niet zijn als hij niet vol bravoure zijn strijdplan ontvouwt. De aanwezigen gaan er eens goed voor zitten. En John Metgod voelt nu al de priemende blikken van de collega’s in zijn richting. Hij is de nestor in het gezelschap en als zodanig de enige die voldoende autoriteit bezit om de trainer eventueel van repliek te dienen. Iets waar John overigens een bloedhekel aan heeft. Of, zoals hij vanmorgen nog tegen zijn vrouw zei: ‘Ik hoop dat die Dirk me gewoon me ding laat doen, dan is mijn dag weer oké’.
‘Goed mannen’ opent Dirk zijn betoog, ‘we gaan het vanavond anders doen’. Hij vervolgt met: ‘Ik heb er een paar nachtjes over geslapen, maar ben er nu wel voor mezelf uit’. ‘De opstelling en het strijdplan van de afgelopen weken, het klopt niet’. ‘We gooien er vanavond een paar andere spelers in. Jongens die het verschil maken, die de wedstrijd lezen en anticiperen’. ‘We gaan het daarom als volgt doen, we laten de rechterflank in zijn geheel bestrijken door Denzelletje. Dat deed ie in de A1 van Feyenoord ook altijd prima. Dan laten we die vreselijke draver van Catic op de bank. Verder gooien we Finn voor de leeuwen, want met Siereveld breken we ook geen ijzer momenteel. Middenveld dan, Klas even bankie doen en Esajas erin. Dat wordt echt een grote speler hoor, let maar op mijn woorden’. ‘En naast Breinburg zetten we nu Titouan Thomas. Ja, ja, dat laatste is een ‘verzoekje’ van hogerhand. Samenwerkingsverbandje met Estoril en zo. Maar goed, slechter dan met De Waal zal het niet worden. Toch?’ Hier en daar verschijnt een lichte vorm van ongeloof op de gezichten van de stafleden. Dokter Van de Pol – zelf een aardige hockeyer van KZ – bekijkt de boel van de medische kant, en denkt bij zichzelf, ‘hebben we hier te maken met een geniale creatieveling, of is het toch een min of meer maniakale gek’.
Dirk komt nu helemaal op stoom, wetende dat hij 100% de aandacht heeft. Hij heeft het beste voor het laatst bewaard en gooit dat nu in de groep: ‘Mannen, ik beken het eerlijk, ik worstel met Thomas. Die brengt het momenteel niet. Hoe die gast vorig seizoen zoveel doelpunten kon maken, ik heb geen flauw benul. Misschien tijd voor hem om ook even aan de kant te beginnen?’. Die laatste opmerking is het sein voor good old Ravestein om te memoreren dat Thomas Verheijdt de held is van de club, het uithangbord. ‘Je mot niet aan Thomas komme, anders breekt de pleuris uit in het stadion’, zo stelt hij onomwonden.
Pleuris is een woord waar Dirk een hekel aan heeft. Handig laverend tussen zijn eigen idee en de woorden van de materiaalman, bindt hij in. ‘Oké, ik snap het Rob. Thomas is onze aanvoerder. We kijken het nog even aan’. Dirk neemt nog een slokje van zijn koffie en trekt daarbij een vies gezicht, want het spul is intussen koud. Hij neemt als een generaal zijn manschappen in ogenschouw, en zoals hij al dacht, er komt nul komma nul weerwoord. ‘Mooi mannen, alle vertrouwen dus voor vanavond. Die Limburgers gaan nog een lange terugreis hebben. Dus nu weer lekker verder met waar je mee bezig was en tot later vanmiddag!’.
Enigszins verdoofd verlaat het gezelschap een voor een het kantoor. En op het moment dat Ravestein wegloopt, roept Dirk hem na: ‘Rob, wil jij vanavond een paraplu voor me regelen, want ik verwacht een zware bui’.
ADO Den Haag verliest met 2-3. Dit verhaal is puur fictief, hoewel……
0
|
Zaterdag 5 november 2022 om 20:22 uur |
grijze gek
https://www.ad.nl/regiosport-den-haag/voetbalattributen-en-oude-beelden-laten-eenzame-ouderen-stralen-we-halen-ze-uit-hun-isolement-br~a5e9a9af/
PREMIUM
Schoenen met stalen neuzen en krantenknipsels uit het verleden. Eenzame ouderen halen voetbalherinneringen op in het stadion van ADO Den Haag. In het midden voormalig FC Den Haag-speler Jacques Smit. © Frank Jansen
Voetbalattributen en oude beelden laten eenzame ouderen stralen: ‘We halen ze uit hun isolement’
Voetbalschoenen met stalen neuzen, krantenknipsels uit het verleden en zelfs een lederen bal met veters. Eenzame ouderen leven bij de maandelijkse bijeenkomsten van ADO in de Maatschappij helemaal op als de verhalen en beelden van vroeger over tafel gaan. ,,We halen ze uit hun isolement. Vaak zie je ineens hun ogen weer stralen.”
Martin van Zaanen 22-10-22, 140
Het is halverwege de ochtend en het achterste gedeelte van De Brasserie op de begane grond van het Bingoal Stadion loopt aardig vol. Vanaf hier heb je een mooi uitzicht op de gracht om het veld en de tribunes met groene en gele stoeltjes. Op de wand van de gracht staan volop historische ADO Den Haag-afbeeldingen en foto’s. Net als op de muren in De Brasserie. Al valt dat in het niet bij wat vrijwilligers binnen op de tafels hebben uitgestald.
Onder die vrijwilligers verzamelaar Hans de Jager en levenslang ADO-lid en wandelende voetbalencyclopedie Frans Leermakers. Ze komen met het ene na het andere voorwerp van ADO, Holland Sport en FC Den Haag op de proppen. Tijdschriften, krantenknipsels en verzamelplaatjes. Maar ook stokoude voetbalschoenen met stalen neuzen en leren ballen, met veter. Als klap op de vuurpijl nemen voormalig eerste elftalspeler Jacques Smit (81) en legendarisch clubicoon Lex Schoenmaker (75) plaats aan tafel. Dit alles onder de noemer ADO-Herinneringen, één van de projecten van de stichting ADO Den Haag in de Maatschappij.
,,De deelnemers aan dit project zijn inwoners van verschillende woonzorgcentra. Zij worden uitgenodigd om hier samen herinneringen op te halen aan de hand van historische voorwerpen en beeldmateriaal. Zo bieden we ze de kans om uit hun isolement te komen en weer eens sociale contacten op te doen”, vertelt Lewis Walker, één van de organisatoren.
De Jager vult aan: ,,Het is goed als deze mensen prikkels krijgen. En voetbalhistorie kan bij uitstek voor die prikkels zorgen. Mensen die zich nog maar heel moeilijk dingen kunnen herinneren, krijgen soms ineens een helder moment als ze iets van vroeger horen of zien. Dan zie je die ogen ineens weer stralen. In gedachten zijn ze terug in hun jeugd. En voelen zich weer even jong.”
Elke bijeenkomst met de ouderen kent de opbouw van een wedstrijd: de eerste helft, de rust, de tweede helft en het ‘Haags Kwartiertje’. Al snel is in De Brasserie duidelijk dat het werkt. Deelnemers laten de herkenbare voorwerpen door hun handen glijden. Namen komen naar boven. Aad Mansveld, die ‘lange’ Van Vianen en Abe Lenstra. Sommige gezichten van de deelnemers, onder wie opvallend veel vrouwen, krijgen een weemoedige glans als ze beginnen te vertellen.
Iedere keer als we een glimlach van herkenning op het gezicht van de deelnemers kunnen laten verschijnen, word ik daar gelukkig van
Lewis Walker
Opvallend is de aandacht, die alle ouderen krijgen. En hoe iedereen in z’n eigen tempo en met z’n eigen intensiteit aan deze bijeenkomsten kan meedoen. De Jager: ,,Weet je wat ik ook mooi vind? Om te zien hoe de begeleiders van die mensen er ook in opgaan. Zo’n stadion blijft toch een aansprekende omgeving. Als dit voor hen eens per maand ook een uitje is, vind ik dat hartstikke mooi meegenomen.” Lewis Walker: ,,Iedere keer als we een glimlach van herkenning op het gezicht van de deelnemers kunnen laten verschijnen, word ik daar gelukkig van.”
Een extra dimensie aan deze bijeenkomst, vormen de twee helden van weleer, die zelf op het veld hebben bijgedragen aan de sportieve successen van de club. Smit, tussen 1959 en 1969 verdediger bij FC Den Haag, en Schoenmaker vertellen uit eerste hand hoe het er toen allemaal aan toeging. Eerstgenoemde heeft wel een idee waarom juist voetbalherinneringen van toen zich zo hardnekkig in het geheugen nestelen. ,,In die tijd zag je op televisie af en toe een flard voetbal voorbijkomen”, zegt hij. ,,Maar je zag het vooral met je eigen ogen. Zo’n bezoek aan het Zuiderpark met alle geuren, kleuren en emoties blijft denk ik langer hangen. Helemaal als dat jeugdherinneringen zijn.”
Schoenmaker weet nog wel een aantal redenen. ,,In de tijd dat wij speelden, was het ook allemaal een stuk overzichtelijker. Teams kwamen jaar in, jaar uit in dezelfde samenstelling het veld op. Clubs speelden altijd in dezelfde tenues.” Daarbij speelde hij in een tijd dat de topclubs met knikkende knieën naar een uitverkocht Zuiderpark kwamen. Schoenmaker knikt: ,,Dat scheelt ongetwijfeld ook. Neem onze Europese avonturen, onder andere tegen West Ham United. Daar worden wij als jongens van toen nog steeds op aangesproken.”
PREMIUM
Schoenen met stalen neuzen en krantenknipsels uit het verleden. Eenzame ouderen halen voetbalherinneringen op in het stadion van ADO Den Haag. In het midden voormalig FC Den Haag-speler Jacques Smit. © Frank Jansen
Voetbalattributen en oude beelden laten eenzame ouderen stralen: ‘We halen ze uit hun isolement’
Voetbalschoenen met stalen neuzen, krantenknipsels uit het verleden en zelfs een lederen bal met veters. Eenzame ouderen leven bij de maandelijkse bijeenkomsten van ADO in de Maatschappij helemaal op als de verhalen en beelden van vroeger over tafel gaan. ,,We halen ze uit hun isolement. Vaak zie je ineens hun ogen weer stralen.”
Martin van Zaanen 22-10-22, 140
Het is halverwege de ochtend en het achterste gedeelte van De Brasserie op de begane grond van het Bingoal Stadion loopt aardig vol. Vanaf hier heb je een mooi uitzicht op de gracht om het veld en de tribunes met groene en gele stoeltjes. Op de wand van de gracht staan volop historische ADO Den Haag-afbeeldingen en foto’s. Net als op de muren in De Brasserie. Al valt dat in het niet bij wat vrijwilligers binnen op de tafels hebben uitgestald.
Onder die vrijwilligers verzamelaar Hans de Jager en levenslang ADO-lid en wandelende voetbalencyclopedie Frans Leermakers. Ze komen met het ene na het andere voorwerp van ADO, Holland Sport en FC Den Haag op de proppen. Tijdschriften, krantenknipsels en verzamelplaatjes. Maar ook stokoude voetbalschoenen met stalen neuzen en leren ballen, met veter. Als klap op de vuurpijl nemen voormalig eerste elftalspeler Jacques Smit (81) en legendarisch clubicoon Lex Schoenmaker (75) plaats aan tafel. Dit alles onder de noemer ADO-Herinneringen, één van de projecten van de stichting ADO Den Haag in de Maatschappij.
,,De deelnemers aan dit project zijn inwoners van verschillende woonzorgcentra. Zij worden uitgenodigd om hier samen herinneringen op te halen aan de hand van historische voorwerpen en beeldmateriaal. Zo bieden we ze de kans om uit hun isolement te komen en weer eens sociale contacten op te doen”, vertelt Lewis Walker, één van de organisatoren.
De Jager vult aan: ,,Het is goed als deze mensen prikkels krijgen. En voetbalhistorie kan bij uitstek voor die prikkels zorgen. Mensen die zich nog maar heel moeilijk dingen kunnen herinneren, krijgen soms ineens een helder moment als ze iets van vroeger horen of zien. Dan zie je die ogen ineens weer stralen. In gedachten zijn ze terug in hun jeugd. En voelen zich weer even jong.”
Elke bijeenkomst met de ouderen kent de opbouw van een wedstrijd: de eerste helft, de rust, de tweede helft en het ‘Haags Kwartiertje’. Al snel is in De Brasserie duidelijk dat het werkt. Deelnemers laten de herkenbare voorwerpen door hun handen glijden. Namen komen naar boven. Aad Mansveld, die ‘lange’ Van Vianen en Abe Lenstra. Sommige gezichten van de deelnemers, onder wie opvallend veel vrouwen, krijgen een weemoedige glans als ze beginnen te vertellen.
Iedere keer als we een glimlach van herkenning op het gezicht van de deelnemers kunnen laten verschijnen, word ik daar gelukkig van
Lewis Walker
Opvallend is de aandacht, die alle ouderen krijgen. En hoe iedereen in z’n eigen tempo en met z’n eigen intensiteit aan deze bijeenkomsten kan meedoen. De Jager: ,,Weet je wat ik ook mooi vind? Om te zien hoe de begeleiders van die mensen er ook in opgaan. Zo’n stadion blijft toch een aansprekende omgeving. Als dit voor hen eens per maand ook een uitje is, vind ik dat hartstikke mooi meegenomen.” Lewis Walker: ,,Iedere keer als we een glimlach van herkenning op het gezicht van de deelnemers kunnen laten verschijnen, word ik daar gelukkig van.”
Een extra dimensie aan deze bijeenkomst, vormen de twee helden van weleer, die zelf op het veld hebben bijgedragen aan de sportieve successen van de club. Smit, tussen 1959 en 1969 verdediger bij FC Den Haag, en Schoenmaker vertellen uit eerste hand hoe het er toen allemaal aan toeging. Eerstgenoemde heeft wel een idee waarom juist voetbalherinneringen van toen zich zo hardnekkig in het geheugen nestelen. ,,In die tijd zag je op televisie af en toe een flard voetbal voorbijkomen”, zegt hij. ,,Maar je zag het vooral met je eigen ogen. Zo’n bezoek aan het Zuiderpark met alle geuren, kleuren en emoties blijft denk ik langer hangen. Helemaal als dat jeugdherinneringen zijn.”
Schoenmaker weet nog wel een aantal redenen. ,,In de tijd dat wij speelden, was het ook allemaal een stuk overzichtelijker. Teams kwamen jaar in, jaar uit in dezelfde samenstelling het veld op. Clubs speelden altijd in dezelfde tenues.” Daarbij speelde hij in een tijd dat de topclubs met knikkende knieën naar een uitverkocht Zuiderpark kwamen. Schoenmaker knikt: ,,Dat scheelt ongetwijfeld ook. Neem onze Europese avonturen, onder andere tegen West Ham United. Daar worden wij als jongens van toen nog steeds op aangesproken.”
0
|
Zaterdag 22 oktober 2022 om 18:55 uur |
Advertentie
Rob2002
https://www.vi.nl/pro/waarom-de-gouden-eredivisie-debutant-op-zijn-25ste-kiest-voor-een-normaal-leven.
Was toch een talentje?
Waarom de gouden Eredivisie-debutant op zijn 25ste kiest voor een normaal leven
Door Dave Aalbers
Voor veel mensen klinkt voetballen in het buitenland als de droom. Dat was het lange tijd ook voor Dennis van der Heijden. De voormalige jeugdinternational stond de afgelopen vier jaar onder contract bij clubs in Italië en Polen, maar besloot op zijn 25ste dat hij genoeg had gezien van een leven ver weg van zijn familie en vrienden. Terwijl zijn beste jaren als voetballer nog moeten komen, kiest hij bewust voor een normaal leven.
Weinig spelers die zo als een raket op het Eredivisie-toneel zijn verschenen als Van der Heijden. Zo’n zes jaar geleden mocht hij als jonkie van achttien voor het eerst op de bank zitten namens ADO Den Haag tegen Excelsior. ‘Ik zag wat familieleden op de tribune zitten’, vertelt hij in zijn woonkamer in Maassluis. ‘Ik vond het al bijzonder dat ik mocht warmlopen en dacht: Dit zal hem wel zijn voor vandaag.’ Tot zijn verbazing riep trainer Henk Fraser even later zijn naam. In de 77ste minuut stapte hij bij een 2-1 achterstand het veld op.
`Er stonden verschillende cameraploegen, dus ze adviseerden me om thuis te blijven`
Een paar seconden later schoot hij met zijn allereerste balcontact de gelijkmaker keihard tegen de touwen. Zijn debuut werd nog gekker, want vijf minuten voor tijd schoot hij ook nog de 2-3 binnen. Hij weet nog goed dat hij die avond een hapje ging eten met z’n vrienden. Mensen herkenden hem plotseling van televisie. Eigenlijk moest hij de volgende ochtend naar school, maar hij kreeg al snel een belletje dat dit niet zo’n handig idee was. ‘Er stonden verschillende cameraploegen, dus ze adviseerden me om thuis te blijven.’ Op dinsdag besloot hij wel weer naar de les te gaan en stapte hij onder applaus van zijn medeleerlingen het lokaal binnen. Er was die dag weinig aandacht voor de les: ‘Iemand had de samenvatting op het grote scherm gezet.’
Van der Heijden was in die tijd ook regelmatig te gast bij jeugdelftallen van het Nederlands elftal, waar hij in een talentvolle lichting speelde met jongens als Frenkie de Jong, Abdelhak Nouri, Donny van de Beek en Steven Bergwijn. Op dat moment had niemand – inclusief hijzelf – zien aankomen dat hij op zijn 25ste het profvoetbal vaarwel zou zeggen.
NORMAAL LEVEN
Nu zit Van der Heijden op een dinsdagavond aan tafel in zijn nieuwbouwhuis in Maassluis. Hij is net terug van een dag werken, heeft snel wat eten naar binnen geschoven en moet na het interview weer door naar de training van VV Capelle, een club uit de Vierde Divisie. Een paar maanden eerder speelde hij nog voor een kleine twintigduizend man in Polen, maar tegenwoordig ziet zijn leven er vrij normaal uit.
`Ik vond de tijd die ik met mijn familie en vrienden miste te kostbaar`
Tijdens zijn laatste buitenlandse avontuur bij Chrobry Glogow begon het gevoel steeds harder te knagen: Is dit eigenlijk wel het leven dat ik wil leiden? ‘Het is niet zo dat ik het niet goed of leuk had’, verduidelijkt hij. ‘Maar ik vind het niet waard om nog een jaar of zeven in buitenland te zijn. Dat vind ik – zeker op mijn leeftijd – zonde van mijn tijd. Het is niet zo dat ik daar slecht verdiende, maar ik speelde me er ook niet financieel onafhankelijk mee. Ik vond de tijd die ik met mijn familie en vrienden miste te kostbaar.’
Hij weet nog goed dat hij vorig seizoen na de Poolse winterstop al heel erg begon uit te kijken naar de zomer in Nederland. Heimwee vindt hij een te zwaar woord, maar hij twijfelde wel of hij daarna nog zin had om opnieuw weg te gaan uit zijn vertrouwde omgeving. Terwijl het seizoen nog in volle gang was, begon hij zich langzaam te oriënteren op een maatschappelijk leven in Nederland.
Dennis van der Heijden en Abdelhak Nouri vieren een doelpunt tijdens het EK Onder-19.
Dennis van der Heijden en Abdelhak Nouri vieren een doelpunt tijdens het EK Onder-19.
ANTIKRAAK
Sinds hij zelf een huis kocht, merkte hij steeds vaker dat hij op sites als Funda bleef hangen. Werken in het vastgoed leek hem wel wat, waardoor hij vanuit Polen een sollicitatie inplande bij een Nederlands bedrijf in die branche. Het gesprek verliep dusdanig positief dat hij werd aangenomen. Naast zijn baan kon hij aansluiten bij VV Capelle, waar hij de kans kreeg om samen te voetballen met een van zijn beste vrienden. ‘Ik weet ook dat er honderdduizend anderen zijn die een leven als prof zouden willen. Dus het was wel een beslissing waar ik goed over na moest denken. Voetballen is nog steeds het allerleukste wat er is, maar ik had het buitenland gewoon echt gezien.’
Hij werkt momenteel voor een vastgoedbedrijf dat duizenden antikraakpanden in Nederland bezit. De laatste tijd racete hij in zijn auto stad en land af om aan de hand van een checklist te controleren of de huizen allemaal netjes onderhouden zijn. Zo’n fulltime werkweek met dagen van negen tot half zes was zeker even wennen. ‘Ik merk wel dat ik nu veel minder vrije tijd heb’, vertelt hij. ‘Normaal had ik na de training de hele dag om uit te rusten. Deze job is best fysiek. Het is niet zo dat ik de hele dag zware dingen til, maar ik ben wel de hele dag onderweg.’
Hij merkt dat hij ’s avonds niet altijd meer de energie over heeft om drie keer in de week het onderste uit de kan te halen op de trainingen. Daarom heeft hij besloten binnenkort met deze baan te stoppen en werk te zoeken dat beter aansluit bij voetballen op hoog amateurniveau. ‘Voetbal is toch een fysieke job die ik er nog bij heb. Daar wil ik me ook voor honderd procent voor kunnen inzetten. Ik wil niet gaan jobhoppen, dus wil nu een weloverwogen beslissing nemen. Ik wil iets gaan doen waar ik plezier uit haal en wat ik voor een langere periode kan doen. Wie weet heeft iemand nog een leuke uitdaging voor me.’
Dennis van der Heijden in zijn woonplaats Maassluis.
© Dave Aalbers
Dennis van der Heijden in zijn woonplaats Maassluis.
BLAUWE KUITEN
Hoewel hij nog een beetje zoekende is, beseft hij regelmatig dat hij de juiste beslissing heeft genomen. ‘Bijna dagelijks wel’, zegt hij. ‘Alleen al dat ik nu mijn eigen vaste plekje heb. Als voetballer was ik continu van woonplaats aan het wisselen. Ik heb eigenlijk nooit gehad dat ik een paar jaar op een vaste plek woonde. Bijna iedere zomer was het: waar ga ik nu weer naartoe verhuizen?’ Het nomadenbestaan van een voetballer is nu eenmaal niet voor iedereen weggelegd. Na zijn ronkende debuut bij ADO Den Haag speelde Van der Heijden in Nederland voor FC Volendam en Almere City, waarna hij in 2018 een transfer verdiende naar het Italiaanse Carpi, op dat moment uitkomend in de Serie B.
`Het was soms wel veertig graden en we bleven maar rondjes om het trainingsveld rennen`
‘Profvoetballer zijn was al een droom, maar in het buitenland spelen voelde toch als iets extra speciaals’, legt hij uit. Hij kon prima wennen aan het leven in Italië, al was het zeker in de beginfase even aanpoten. ‘Ik weet nog goed dat ik op een gegeven moment tijdens de voorbereiding blauwe kuiten had’, vertelt hij. ‘Ik had helemaal geen tik gehad, maar het kwam puur door het vele lopen. Het was soms wel veertig graden en we bleven maar rondjes om het trainingsveld rennen.’
Van der Heijden tekende voor vier jaar bij Carpi en kreeg vanaf het begin te horen dat ze hem rustig wilden brengen. ‘Ze hadden een paar jaar daarvoor nog in de Serie A gespeeld’, vertelt hij. ‘Er werd ook uitgesproken dat ze weer terug naar het hoogste niveau wilden. Ik dacht: Leuke uitdaging, daar gaan we voor.’ Die plannen pakten compleet anders uit. De club draaide slecht en binnen no time waren er twee trainers ontslagen. ‘Ik verwachtte wel een kansje te krijgen. Alleen ging het zo slecht dat het niet het moment was om een jonge jongen te laten debuteren.’
`Naar Bari was een treinrit van acht uur, waarbij we langs de zee reden. En dan stonden er in dat stadion honderden supporters. Daar genoot ik wel echt van`
De spits speelde geen minuut in de Serie B, maar genoot desondanks wel van zijn eerste ervaringen in het buitenland. ‘Iedere wedstrijd kwam ik op een nieuwe plek of bij een ander groot stadion. Naar Bari was bijvoorbeeld een treinrit van acht uur, waarbij we langs de zee reden. En dan stonden er in dat stadion honderden supporters. Daar genoot ik wel echt van.’
Om meer ervaring op te doen in het Italiaanse voetbal werd hij verhuurd aan Fermana in de Serie C. ‘Daar leefde ik een half jaar lang in een hotel’, vertelt hij. ‘Ik zat in een heel klein kamertje, maar had wel uitzicht op zee. Ik kon er ook altijd lekkere pasta’s krijgen. Ik zat er prima, maar wie leeft er nou een half jaar in een hotel? Dat was weer een heel andere ervaring om mee te maken.’ In die periode bij Fermana speelde hij regelmatig, maar ondertussen degradeerde zijn werkgever Carpi naar het derde niveau van Italië. In het seizoen erna maakte hij uiteindelijk zijn enige acht minuten voor de club.
POOLSE TEAMBUILDING
Na een verhuurperiode van anderhalf jaar aan TOP Oss liet zijn zaakwaarnemer vorig jaar weten dat er een Poolse club interesse in hem had. ‘Eigenlijk dacht ik direct: Dit is niks voor mij.’ Polen voelde voor hem in eerste instantie niet aan als een droombestemming. De trainer van Chrobry Glogow, Ivan Djurdjevic, was een oud-teamgenoot van Aleksandar Rankovic, die Van der Heijden weer kende van ADO. De aanvaller belde via FaceTime met Djurdjevic en werd zo tóch enthousiast over deze kans. ‘Dat gesprek verliep zo positief dat ik een goed gevoel kreeg. Hij heeft me omgepraat, maar daar heb ik geen spijt van gekregen.’
`Na een uitwedstrijd stopten we binnen een kwartier bij een benzinepomp en werd het bier ingeslagen`
Van der Heijden was zo alweer toe aan zijn zevende club in zes jaar tijd. Het werd een mooi avontuur, waarin hij zich regelmatig verbaasde. ‘Na een uitwedstrijd stopten we binnen een kwartier bij een benzinepomp en werd het bier ingeslagen’, lacht hij. ‘Zo is dat in ieder land anders. In Italië rookte een aantal spelers bijvoorbeeld altijd in de kleedkamer. Dat is toch grappig om te hebben meegemaakt.’
Hij kan zich ook nog goed herinneren dat de trainer op een gegeven moment een bijzondere manier van teambuilding had bedacht. ‘Op een uurtje rijden lag een van de hoogste bergen van Polen’, zegt hij. Om dichter tot elkaar te komen had de trainer het idee om met z’n allen omhoog te lopen. ‘Richting de top is het natuurlijk koud, dus we liepen echt met van die spikes onder onze schoenen. Het was geen kleine berg; dus het was echt een uitdaging. De hele groep viel uiteen. Iedereen was echt voor zichzelf aan het bikkelen om aan de top te komen.’
Niemand van de selectie was van plan om op te geven. Zeker niet omdat de trainer een verrassing had voor de voetballers die de top zouden bereiken. ‘Iedereen wilde het daardoor écht halen. Uiteindelijk stonden we met z’n allen op de top. Daar moesten we ons echt vasthouden, anders waaide je de reling over.’ De selectie bleef ook op locatie slapen en was langzaam toch wel benieuwd naar de verrassing van de trainer. ‘Kwamen er een aantal vrouwen langs, ingehuurd door de trainer’, lacht Van der Heijden. De aanvaller heeft zelf een relatie, maar zijn vrijgezelle ploeggenoten vonden het een aangename verrassing. Het zijn een voor een herinneringen aan zijn buitenlandse avonturen die hij nooit zal vergeten.
SHIRTJES OPHANGEN
Uiteindelijk steeg het kleine clubje tot grote hoogte en werd de finale van de play-offs om promotie bereikt. Daar speelde Van der Heijden voor een kleine twintigduizend toeschouwers – in ieder geval voorlopig – zijn laatste wedstrijd als prof.
`Het is hectisch, maar mooi geweest. Het is eigenlijk niet normaal op hoeveel plekken ik in de afgelopen zes jaar heb gewoond`
Het jochie dat ooit als een raket de Eredivisie in werd gelanceerd, is een stuk eerder klaar met zijn profcarrière dan hij zelf had gedacht. ‘Het is hectisch, maar mooi geweest. Het is eigenlijk niet normaal op hoeveel plekken ik in de afgelopen zes jaar heb gewoond. Het zijn allemaal kleine ervaringen die me uiteindelijk een wijzer persoon hebben gemaakt.’
Binnenkort is hij van plan om al zijn voetbalshirts een mooi plekje in zijn huis te geven. ‘Dan denk ik toch dat ik met trots mag terugkijken’, zegt hij. ‘Ik heb een shirt van het Nederlands elftal met mijn eigen naam erop, heb in het buitenland gespeeld en nog een Gouden Veter gewonnen als Speler van de Week. Dat zijn allemaal mooie dingen die niemand me meer afneemt.’
Wat vind je van dit artikel?
Was toch een talentje?
Waarom de gouden Eredivisie-debutant op zijn 25ste kiest voor een normaal leven
Door Dave Aalbers
Voor veel mensen klinkt voetballen in het buitenland als de droom. Dat was het lange tijd ook voor Dennis van der Heijden. De voormalige jeugdinternational stond de afgelopen vier jaar onder contract bij clubs in Italië en Polen, maar besloot op zijn 25ste dat hij genoeg had gezien van een leven ver weg van zijn familie en vrienden. Terwijl zijn beste jaren als voetballer nog moeten komen, kiest hij bewust voor een normaal leven.
Weinig spelers die zo als een raket op het Eredivisie-toneel zijn verschenen als Van der Heijden. Zo’n zes jaar geleden mocht hij als jonkie van achttien voor het eerst op de bank zitten namens ADO Den Haag tegen Excelsior. ‘Ik zag wat familieleden op de tribune zitten’, vertelt hij in zijn woonkamer in Maassluis. ‘Ik vond het al bijzonder dat ik mocht warmlopen en dacht: Dit zal hem wel zijn voor vandaag.’ Tot zijn verbazing riep trainer Henk Fraser even later zijn naam. In de 77ste minuut stapte hij bij een 2-1 achterstand het veld op.
`Er stonden verschillende cameraploegen, dus ze adviseerden me om thuis te blijven`
Een paar seconden later schoot hij met zijn allereerste balcontact de gelijkmaker keihard tegen de touwen. Zijn debuut werd nog gekker, want vijf minuten voor tijd schoot hij ook nog de 2-3 binnen. Hij weet nog goed dat hij die avond een hapje ging eten met z’n vrienden. Mensen herkenden hem plotseling van televisie. Eigenlijk moest hij de volgende ochtend naar school, maar hij kreeg al snel een belletje dat dit niet zo’n handig idee was. ‘Er stonden verschillende cameraploegen, dus ze adviseerden me om thuis te blijven.’ Op dinsdag besloot hij wel weer naar de les te gaan en stapte hij onder applaus van zijn medeleerlingen het lokaal binnen. Er was die dag weinig aandacht voor de les: ‘Iemand had de samenvatting op het grote scherm gezet.’
Van der Heijden was in die tijd ook regelmatig te gast bij jeugdelftallen van het Nederlands elftal, waar hij in een talentvolle lichting speelde met jongens als Frenkie de Jong, Abdelhak Nouri, Donny van de Beek en Steven Bergwijn. Op dat moment had niemand – inclusief hijzelf – zien aankomen dat hij op zijn 25ste het profvoetbal vaarwel zou zeggen.
NORMAAL LEVEN
Nu zit Van der Heijden op een dinsdagavond aan tafel in zijn nieuwbouwhuis in Maassluis. Hij is net terug van een dag werken, heeft snel wat eten naar binnen geschoven en moet na het interview weer door naar de training van VV Capelle, een club uit de Vierde Divisie. Een paar maanden eerder speelde hij nog voor een kleine twintigduizend man in Polen, maar tegenwoordig ziet zijn leven er vrij normaal uit.
`Ik vond de tijd die ik met mijn familie en vrienden miste te kostbaar`
Tijdens zijn laatste buitenlandse avontuur bij Chrobry Glogow begon het gevoel steeds harder te knagen: Is dit eigenlijk wel het leven dat ik wil leiden? ‘Het is niet zo dat ik het niet goed of leuk had’, verduidelijkt hij. ‘Maar ik vind het niet waard om nog een jaar of zeven in buitenland te zijn. Dat vind ik – zeker op mijn leeftijd – zonde van mijn tijd. Het is niet zo dat ik daar slecht verdiende, maar ik speelde me er ook niet financieel onafhankelijk mee. Ik vond de tijd die ik met mijn familie en vrienden miste te kostbaar.’
Hij weet nog goed dat hij vorig seizoen na de Poolse winterstop al heel erg begon uit te kijken naar de zomer in Nederland. Heimwee vindt hij een te zwaar woord, maar hij twijfelde wel of hij daarna nog zin had om opnieuw weg te gaan uit zijn vertrouwde omgeving. Terwijl het seizoen nog in volle gang was, begon hij zich langzaam te oriënteren op een maatschappelijk leven in Nederland.
Dennis van der Heijden en Abdelhak Nouri vieren een doelpunt tijdens het EK Onder-19.
Dennis van der Heijden en Abdelhak Nouri vieren een doelpunt tijdens het EK Onder-19.
ANTIKRAAK
Sinds hij zelf een huis kocht, merkte hij steeds vaker dat hij op sites als Funda bleef hangen. Werken in het vastgoed leek hem wel wat, waardoor hij vanuit Polen een sollicitatie inplande bij een Nederlands bedrijf in die branche. Het gesprek verliep dusdanig positief dat hij werd aangenomen. Naast zijn baan kon hij aansluiten bij VV Capelle, waar hij de kans kreeg om samen te voetballen met een van zijn beste vrienden. ‘Ik weet ook dat er honderdduizend anderen zijn die een leven als prof zouden willen. Dus het was wel een beslissing waar ik goed over na moest denken. Voetballen is nog steeds het allerleukste wat er is, maar ik had het buitenland gewoon echt gezien.’
Hij werkt momenteel voor een vastgoedbedrijf dat duizenden antikraakpanden in Nederland bezit. De laatste tijd racete hij in zijn auto stad en land af om aan de hand van een checklist te controleren of de huizen allemaal netjes onderhouden zijn. Zo’n fulltime werkweek met dagen van negen tot half zes was zeker even wennen. ‘Ik merk wel dat ik nu veel minder vrije tijd heb’, vertelt hij. ‘Normaal had ik na de training de hele dag om uit te rusten. Deze job is best fysiek. Het is niet zo dat ik de hele dag zware dingen til, maar ik ben wel de hele dag onderweg.’
Hij merkt dat hij ’s avonds niet altijd meer de energie over heeft om drie keer in de week het onderste uit de kan te halen op de trainingen. Daarom heeft hij besloten binnenkort met deze baan te stoppen en werk te zoeken dat beter aansluit bij voetballen op hoog amateurniveau. ‘Voetbal is toch een fysieke job die ik er nog bij heb. Daar wil ik me ook voor honderd procent voor kunnen inzetten. Ik wil niet gaan jobhoppen, dus wil nu een weloverwogen beslissing nemen. Ik wil iets gaan doen waar ik plezier uit haal en wat ik voor een langere periode kan doen. Wie weet heeft iemand nog een leuke uitdaging voor me.’
Dennis van der Heijden in zijn woonplaats Maassluis.
© Dave Aalbers
Dennis van der Heijden in zijn woonplaats Maassluis.
BLAUWE KUITEN
Hoewel hij nog een beetje zoekende is, beseft hij regelmatig dat hij de juiste beslissing heeft genomen. ‘Bijna dagelijks wel’, zegt hij. ‘Alleen al dat ik nu mijn eigen vaste plekje heb. Als voetballer was ik continu van woonplaats aan het wisselen. Ik heb eigenlijk nooit gehad dat ik een paar jaar op een vaste plek woonde. Bijna iedere zomer was het: waar ga ik nu weer naartoe verhuizen?’ Het nomadenbestaan van een voetballer is nu eenmaal niet voor iedereen weggelegd. Na zijn ronkende debuut bij ADO Den Haag speelde Van der Heijden in Nederland voor FC Volendam en Almere City, waarna hij in 2018 een transfer verdiende naar het Italiaanse Carpi, op dat moment uitkomend in de Serie B.
`Het was soms wel veertig graden en we bleven maar rondjes om het trainingsveld rennen`
‘Profvoetballer zijn was al een droom, maar in het buitenland spelen voelde toch als iets extra speciaals’, legt hij uit. Hij kon prima wennen aan het leven in Italië, al was het zeker in de beginfase even aanpoten. ‘Ik weet nog goed dat ik op een gegeven moment tijdens de voorbereiding blauwe kuiten had’, vertelt hij. ‘Ik had helemaal geen tik gehad, maar het kwam puur door het vele lopen. Het was soms wel veertig graden en we bleven maar rondjes om het trainingsveld rennen.’
Van der Heijden tekende voor vier jaar bij Carpi en kreeg vanaf het begin te horen dat ze hem rustig wilden brengen. ‘Ze hadden een paar jaar daarvoor nog in de Serie A gespeeld’, vertelt hij. ‘Er werd ook uitgesproken dat ze weer terug naar het hoogste niveau wilden. Ik dacht: Leuke uitdaging, daar gaan we voor.’ Die plannen pakten compleet anders uit. De club draaide slecht en binnen no time waren er twee trainers ontslagen. ‘Ik verwachtte wel een kansje te krijgen. Alleen ging het zo slecht dat het niet het moment was om een jonge jongen te laten debuteren.’
`Naar Bari was een treinrit van acht uur, waarbij we langs de zee reden. En dan stonden er in dat stadion honderden supporters. Daar genoot ik wel echt van`
De spits speelde geen minuut in de Serie B, maar genoot desondanks wel van zijn eerste ervaringen in het buitenland. ‘Iedere wedstrijd kwam ik op een nieuwe plek of bij een ander groot stadion. Naar Bari was bijvoorbeeld een treinrit van acht uur, waarbij we langs de zee reden. En dan stonden er in dat stadion honderden supporters. Daar genoot ik wel echt van.’
Om meer ervaring op te doen in het Italiaanse voetbal werd hij verhuurd aan Fermana in de Serie C. ‘Daar leefde ik een half jaar lang in een hotel’, vertelt hij. ‘Ik zat in een heel klein kamertje, maar had wel uitzicht op zee. Ik kon er ook altijd lekkere pasta’s krijgen. Ik zat er prima, maar wie leeft er nou een half jaar in een hotel? Dat was weer een heel andere ervaring om mee te maken.’ In die periode bij Fermana speelde hij regelmatig, maar ondertussen degradeerde zijn werkgever Carpi naar het derde niveau van Italië. In het seizoen erna maakte hij uiteindelijk zijn enige acht minuten voor de club.
POOLSE TEAMBUILDING
Na een verhuurperiode van anderhalf jaar aan TOP Oss liet zijn zaakwaarnemer vorig jaar weten dat er een Poolse club interesse in hem had. ‘Eigenlijk dacht ik direct: Dit is niks voor mij.’ Polen voelde voor hem in eerste instantie niet aan als een droombestemming. De trainer van Chrobry Glogow, Ivan Djurdjevic, was een oud-teamgenoot van Aleksandar Rankovic, die Van der Heijden weer kende van ADO. De aanvaller belde via FaceTime met Djurdjevic en werd zo tóch enthousiast over deze kans. ‘Dat gesprek verliep zo positief dat ik een goed gevoel kreeg. Hij heeft me omgepraat, maar daar heb ik geen spijt van gekregen.’
`Na een uitwedstrijd stopten we binnen een kwartier bij een benzinepomp en werd het bier ingeslagen`
Van der Heijden was zo alweer toe aan zijn zevende club in zes jaar tijd. Het werd een mooi avontuur, waarin hij zich regelmatig verbaasde. ‘Na een uitwedstrijd stopten we binnen een kwartier bij een benzinepomp en werd het bier ingeslagen’, lacht hij. ‘Zo is dat in ieder land anders. In Italië rookte een aantal spelers bijvoorbeeld altijd in de kleedkamer. Dat is toch grappig om te hebben meegemaakt.’
Hij kan zich ook nog goed herinneren dat de trainer op een gegeven moment een bijzondere manier van teambuilding had bedacht. ‘Op een uurtje rijden lag een van de hoogste bergen van Polen’, zegt hij. Om dichter tot elkaar te komen had de trainer het idee om met z’n allen omhoog te lopen. ‘Richting de top is het natuurlijk koud, dus we liepen echt met van die spikes onder onze schoenen. Het was geen kleine berg; dus het was echt een uitdaging. De hele groep viel uiteen. Iedereen was echt voor zichzelf aan het bikkelen om aan de top te komen.’
Niemand van de selectie was van plan om op te geven. Zeker niet omdat de trainer een verrassing had voor de voetballers die de top zouden bereiken. ‘Iedereen wilde het daardoor écht halen. Uiteindelijk stonden we met z’n allen op de top. Daar moesten we ons echt vasthouden, anders waaide je de reling over.’ De selectie bleef ook op locatie slapen en was langzaam toch wel benieuwd naar de verrassing van de trainer. ‘Kwamen er een aantal vrouwen langs, ingehuurd door de trainer’, lacht Van der Heijden. De aanvaller heeft zelf een relatie, maar zijn vrijgezelle ploeggenoten vonden het een aangename verrassing. Het zijn een voor een herinneringen aan zijn buitenlandse avonturen die hij nooit zal vergeten.
SHIRTJES OPHANGEN
Uiteindelijk steeg het kleine clubje tot grote hoogte en werd de finale van de play-offs om promotie bereikt. Daar speelde Van der Heijden voor een kleine twintigduizend toeschouwers – in ieder geval voorlopig – zijn laatste wedstrijd als prof.
`Het is hectisch, maar mooi geweest. Het is eigenlijk niet normaal op hoeveel plekken ik in de afgelopen zes jaar heb gewoond`
Het jochie dat ooit als een raket de Eredivisie in werd gelanceerd, is een stuk eerder klaar met zijn profcarrière dan hij zelf had gedacht. ‘Het is hectisch, maar mooi geweest. Het is eigenlijk niet normaal op hoeveel plekken ik in de afgelopen zes jaar heb gewoond. Het zijn allemaal kleine ervaringen die me uiteindelijk een wijzer persoon hebben gemaakt.’
Binnenkort is hij van plan om al zijn voetbalshirts een mooi plekje in zijn huis te geven. ‘Dan denk ik toch dat ik met trots mag terugkijken’, zegt hij. ‘Ik heb een shirt van het Nederlands elftal met mijn eigen naam erop, heb in het buitenland gespeeld en nog een Gouden Veter gewonnen als Speler van de Week. Dat zijn allemaal mooie dingen die niemand me meer afneemt.’
Wat vind je van dit artikel?
0
|
Zaterdag 15 oktober 2022 om 15:01 uur |
FJDH
Rob2002 schreef:
Hoe was die Hall? Ik vond het de eerste 10(9) wedstrijden echt de zwakste schakel.
Hoe was die Hall? Ik vond het de eerste 10(9) wedstrijden echt de zwakste schakel.
Was bij de wedstrijd.
Hugo soms wat onzeker. Prima spelhervattingen.
Hall verdedigend prima. De Rooij zelden gezien.
Asante heeel veel weggehaald. Strijder.
Siereveld matig. Traag en ondanks z’n lengte geen zekerheid in lucht duels.
Absalem prima. Veel opkomen, maar ook op tijd terug.
Breinburg altijd genieten. Heerlijk geschoffeld.
Wehrmann aan de bal wel ok. Slap in duels en veroverd geen bal, geen zekerheid voor de verdediging.
De Waal heel matig. Paar keer slechte aannames, kon bij goede aanname iemand wegsteken, maar was druk met bal controleren. Speelde vaak verstoppertje.
Severina en Catic heel dreigend. Catic met z’n snelheid, Severina in de 1 op 1.
Had zomaar 1-5 kunnen worden.
Was 44e min 1000% pingel èn rood, die verdediger had al geel.
Hugo soms wat onzeker. Prima spelhervattingen.
Hall verdedigend prima. De Rooij zelden gezien.
Asante heeel veel weggehaald. Strijder.
Siereveld matig. Traag en ondanks z’n lengte geen zekerheid in lucht duels.
Absalem prima. Veel opkomen, maar ook op tijd terug.
Breinburg altijd genieten. Heerlijk geschoffeld.
Wehrmann aan de bal wel ok. Slap in duels en veroverd geen bal, geen zekerheid voor de verdediging.
De Waal heel matig. Paar keer slechte aannames, kon bij goede aanname iemand wegsteken, maar was druk met bal controleren. Speelde vaak verstoppertje.
Severina en Catic heel dreigend. Catic met z’n snelheid, Severina in de 1 op 1.
Had zomaar 1-5 kunnen worden.
Was 44e min 1000% pingel èn rood, die verdediger had al geel.
0
|
Zaterdag 15 oktober 2022 om 12:19 uur |
Ano-Niem
Nu online
Superjantje, Langebach2, Rob2002, Fido, Francisco, J001, Marcie, carbayon, DenhaagLeo, Heino, Jk23, Bleek, Franky, Mike, DHFC070, Brian, ADO079 en 165 gasten.
Zoek in shoutbox
Spelersklassement
Laatste wedstrijd
Volgende wedstrijd
Advertentie
Keuken Kampioen Divisie
1 | Helmond Sp. | 12 | - | 27 |
2 | Den Bosch + | 12 | - | 24 |
3 | Excelsior | 12 | - | 23 |
4 | Graafschap | 12 | - | 22 |
5 | FC Volendam | 12 | - | 22 |
6 | FC Dordrecht | 12 | - | 22 |
7 | FC Emmen | 12 | - | 18 |
8 | Telstar | 12 | - | 18 |
9 | SC Cambuur | 12 | - | 16 |
10 | Roda JC | 12 | - | 16 |
11 | ADO Den Haag | 12 | - | 15 |
12 | FC Eindhoven | 12 | - | 15 |
13 | Jong PSV | 12 | - | 14 |
14 | Jong AZ | 12 | - | 14 |
15 | Jong Ajax | 12 | - | 12 |
16 | TOP Oss | 12 | - | 12 |
17 | MVV Maastr. | 12 | - | 11 |
18 | VVV-Venlo | 12 | - | 8 |
19 | Vitesse -6 | 12 | - | 5 |
20 | Jong Utrecht | 12 | - | 5 |