Welkom in de shoutbox, gast
poemba
slash070 schreef:
Inderdaad, het Zuiderpark is een prima locatie, zou eigenlijk vanzelfsprekend moeten zijn. Ook kwa uitstraling naar de jeugd toe daar, zoals Petrovic al eens zei in een interview.
Inderdaad, het Zuiderpark is een prima locatie, zou eigenlijk vanzelfsprekend moeten zijn. Ook kwa uitstraling naar de jeugd toe daar, zoals Petrovic al eens zei in een interview.
Inderdaad alle eerste elftallen bij elkaar laten trainen.
Dat is ook goed voor de jeugd. Al je idolen lopen daar zijn daar. Dit was vroeger ook zo. Je kon gewoon met ze praten aanraken.
We zijn een. En of dat nu in groen geel of in rood groen gebeurd
Maakt geen reed uit. Maar het moet dan wel zo blijven zoals het is.
Dat is wat jol bedoeld andere bvos veranderen ook niet van kleuren of in namen. Zoals wij in het verleden hebben gedaan.
Maar iedereen mag wel een voorkeur hebben voor de clubkleuren
Misschien moeten we de stad Den Haag maar laten kiezen waar we in de toekomst in spelen en welke naam.
En ik wens iedereen onwijs veel succes en veel plezier aanstaande zondag bij
ADO tegen AJAKKES
Dat is ook goed voor de jeugd. Al je idolen lopen daar zijn daar. Dit was vroeger ook zo. Je kon gewoon met ze praten aanraken.
We zijn een. En of dat nu in groen geel of in rood groen gebeurd
Maakt geen reed uit. Maar het moet dan wel zo blijven zoals het is.
Dat is wat jol bedoeld andere bvos veranderen ook niet van kleuren of in namen. Zoals wij in het verleden hebben gedaan.
Maar iedereen mag wel een voorkeur hebben voor de clubkleuren
Misschien moeten we de stad Den Haag maar laten kiezen waar we in de toekomst in spelen en welke naam.
En ik wens iedereen onwijs veel succes en veel plezier aanstaande zondag bij
ADO tegen AJAKKES
0
|
Donderdag 13 oktober 2016 om 12:18 uur |
slash070
GreenYellowTheHague schreef:
Ik had de eer om bij de FC te gaan spelen in de jeugd. Het eerste jaar dat de landelijke jeugdelftallen kwamen. Wij moesten in de ado kleuren spelen en de wedstrijden ook op het ado veld afwerken. Was toch geweldig dat je later het groen geel mocht dragen en in het stadion spelen
Ik had de eer om bij de FC te gaan spelen in de jeugd. Het eerste jaar dat de landelijke jeugdelftallen kwamen. Wij moesten in de ado kleuren spelen en de wedstrijden ook op het ado veld afwerken. Was toch geweldig dat je later het groen geel mocht dragen en in het stadion spelen
Ja precies, dat is inderdaad geweldig. Ik mocht ooit meedoen met een voorwedstrijd in het stadion met de toenmalige pupillen dacht ik, kon ik de hele nacht van te voren niet van slapen.In mijn jeugdperiode speelde de FC ook al in het groen geel, zelfs nog even in het rood/groen/geel in het begin. Maar het gaat om de binding, uitstraling van de club naar de jeugd toe. Dat is toch de toekomst.
0
|
Woensdag 12 oktober 2016 om 21:07 uur |
Club Achter de Duinen
Nieuwsbericht op Club Achter de Duinen:
Schaken beslist einde seizoen over toekomst
Ruben Schaken is misschien wel bezig aan zijn laatste jaar als profvoetballer.
Lees het nieuwsbericht
Schaken beslist einde seizoen over toekomst
Ruben Schaken is misschien wel bezig aan zijn laatste jaar als profvoetballer.
Lees het nieuwsbericht
0
|
Zondag 9 oktober 2016 om 19:28 uur |
Bert
Haagse Dick schreef:
Ik hoop dat de club actie gaat ondernemen en in de winterstop overgaat naar echt gras
Ik hoop dat de club actie gaat ondernemen en in de winterstop overgaat naar echt gras
De toekomst wordt naar mijn idee Hybryde gras bestaat uit 10 tot 15% uit kunstgras voor de rest gewoon echt gras. Hendrix graszoden is daar voorloper in en levert ook de grasmat bij FC Barecelona.
0
|
Zaterdag 8 oktober 2016 om 23:51 uur |
grijze gek
Wat wil je morgen van deze wedstrijd verwachten ? triest voor RKC
faillissement
De toekomst van RKC Waalwijk staat de komende weken op het spel. De eerstedivisionist staat namelijk op de rand van een faillissement. RKC kijkt met angst en beven naar de gemeenteraad van Waalwijk, die morgen een moeilijke beslissing moet nemen. Supporters van de club vrezen een zwart gat, meldt Omroep Brabant.
De club moet vanwege een miljoenenschuld proberen om het stadion te verkopen aan projectontwikkelaar PPO, anders komt de proflicentie in gevaar en dreigt een faillissement. Als eigenaar van het stadion moet de gemeente toestemming geven tot de verkoop. Daarna heeft een groep investeerders al beloofd de miljoenenschuld van RKC kwijt te schelden. De gemeente Waalwijk moet dan wel een financieel verlies pakken.
,,De spanning begint op te lopen", zegt Bas Brok van de supportersvereniging Wij Vormen Tezamen van RKC Waalwijk. ,,Het is nu gewoon erop of eronder. Ik heb de laatste tijd veel mensen gesproken en het is nog geen gewonnen race. Er zijn nog best veel mensen in de gemeenteraad die overtuigd moeten worden. Het wordt echt nog spannend."
RKC balanceert dus op de rand van de afgrond. ,,RKC betekent voor ons soms meer dan familie. We zeggen er verjaardagen voor af, bruiloften worden gewijzigd om wedstrijden te gaan kijken. Het zou echt een zwart gat in mijn leven worden als de club omvalt", aldus Brok.
De formele beslissing van de gemeenteraad over de verkoop van het stadion valt 20 oktober.
faillissement
De toekomst van RKC Waalwijk staat de komende weken op het spel. De eerstedivisionist staat namelijk op de rand van een faillissement. RKC kijkt met angst en beven naar de gemeenteraad van Waalwijk, die morgen een moeilijke beslissing moet nemen. Supporters van de club vrezen een zwart gat, meldt Omroep Brabant.
De club moet vanwege een miljoenenschuld proberen om het stadion te verkopen aan projectontwikkelaar PPO, anders komt de proflicentie in gevaar en dreigt een faillissement. Als eigenaar van het stadion moet de gemeente toestemming geven tot de verkoop. Daarna heeft een groep investeerders al beloofd de miljoenenschuld van RKC kwijt te schelden. De gemeente Waalwijk moet dan wel een financieel verlies pakken.
,,De spanning begint op te lopen", zegt Bas Brok van de supportersvereniging Wij Vormen Tezamen van RKC Waalwijk. ,,Het is nu gewoon erop of eronder. Ik heb de laatste tijd veel mensen gesproken en het is nog geen gewonnen race. Er zijn nog best veel mensen in de gemeenteraad die overtuigd moeten worden. Het wordt echt nog spannend."
RKC balanceert dus op de rand van de afgrond. ,,RKC betekent voor ons soms meer dan familie. We zeggen er verjaardagen voor af, bruiloften worden gewijzigd om wedstrijden te gaan kijken. Het zou echt een zwart gat in mijn leven worden als de club omvalt", aldus Brok.
De formele beslissing van de gemeenteraad over de verkoop van het stadion valt 20 oktober.
0
|
Woensdag 5 oktober 2016 om 18:49 uur |
Haagse Dick
Sportmarketeer Chris Woerts presenteerde maandag zijn actieplan `Je toekomst bepaal je zelf`, met daarin tal van ideeën voor een nieuwe competitie-opzet van de Eredivisie. De voormalig Feyenoord-directeur denkt onder meer aan zestien in plaats van achttien clubs, spelen met Kerst en natuurgras voor alle clubs. Maar daar houden zijn proefballonnetjes niet op.
Een ander voorstel van Woerts is het structureel inplannen van Eredivisie-duels op zaterdagmiddag, zondagavond en maandagavond. `Om het speelaanbod aantrekkelijker te maken voor de televisiekijker wordt het speelschema uitgebreid met een wedstrijd op de maandag en wordt ook de zaterdagmiddag 14.30 uur als tijdstip ingevoerd`, licht hij toe via SPORTnext.
Ook is er een plannetje voor een zogenaamde `5 million euro challenge`. Woerts legt uit: `Als de Eredivisie minder wedstrijden telt, dan ontstaat er speelruimte in de kalender. Dan wordt het mogelijk om een nieuw format te introduceren; een knock-out competitie tussen de zestien Eredivisieclubs met als hoofdprijs vijf miljoen (!) In twee weken spelen.`
`Eventueel kan er een Europees ticket aan verbonden worden. Een nieuw event is aantrekkelijk voor tv-partners en supporters: spanning én er is echt iets te winnen`, besluit hij.
Een ander voorstel van Woerts is het structureel inplannen van Eredivisie-duels op zaterdagmiddag, zondagavond en maandagavond. `Om het speelaanbod aantrekkelijker te maken voor de televisiekijker wordt het speelschema uitgebreid met een wedstrijd op de maandag en wordt ook de zaterdagmiddag 14.30 uur als tijdstip ingevoerd`, licht hij toe via SPORTnext.
Ook is er een plannetje voor een zogenaamde `5 million euro challenge`. Woerts legt uit: `Als de Eredivisie minder wedstrijden telt, dan ontstaat er speelruimte in de kalender. Dan wordt het mogelijk om een nieuw format te introduceren; een knock-out competitie tussen de zestien Eredivisieclubs met als hoofdprijs vijf miljoen (!) In twee weken spelen.`
`Eventueel kan er een Europees ticket aan verbonden worden. Een nieuw event is aantrekkelijk voor tv-partners en supporters: spanning én er is echt iets te winnen`, besluit hij.
0
|
Dinsdag 4 oktober 2016 om 22:47 uur |
Advertentie
Bert
Club Achter de Duinen schreef:
Nieuwsbericht op Club Achter de Duinen:
KNVB: hulp bij terugkeer naar echt gras
De KNVB werkt aan een plan om alle profclubs weer te voorzien van echt gras.
Lees het nieuwsbericht
Nieuwsbericht op Club Achter de Duinen:
KNVB: hulp bij terugkeer naar echt gras
De KNVB werkt aan een plan om alle profclubs weer te voorzien van echt gras.
Lees het nieuwsbericht
De toekomst is hybride gras denk ik. Mix van kunst en echt gras.
0
|
Dinsdag 4 oktober 2016 om 13:44 uur |
Bert
KR96 schreef:
Haha maar dat is duidelijk natuurlijk. Ik denk niet dat er ook maar een iemand is die denkt dat we met deze wedstrijdinstelling ook maar een punt pakken. Ik reageerde vooral op Bert zijn preek dat Fraser zogenaamd wel punten pakt een blijkbaar geen slechte wedstrijden heeft gehad. Daar ben ik het gewoon niet mee eens. Fraser en Petro zullen qua bekwaamheid heus niet voor elkaar onder doen, maar kom dan wel met de juiste feiten.
Haha maar dat is duidelijk natuurlijk. Ik denk niet dat er ook maar een iemand is die denkt dat we met deze wedstrijdinstelling ook maar een punt pakken. Ik reageerde vooral op Bert zijn preek dat Fraser zogenaamd wel punten pakt een blijkbaar geen slechte wedstrijden heeft gehad. Daar ben ik het gewoon niet mee eens. Fraser en Petro zullen qua bekwaamheid heus niet voor elkaar onder doen, maar kom dan wel met de juiste feiten.
Fraser heeft genoeg slechte wedstrijden gehad. Toch was het een puntenpakker.
Of Fraser en Petrovic gelijkwaardig zijn zal de toekomst uitwijzen.
Ik vind Petrovic teveel naar de media leunen. Verder geloof ik ook dat het in de organisatie niet goed zit.
1. We horen niks over het aantal verkochte SCC;
2. Over de rechtszaak tegen Star Balm niks geen reactie. Begrijp ik wel maar beide partijen ontkrachten het niet;
3. Zorgwekkende terugloop van het aantal kaarten op Zuid;
4. Niet in staat om een T.D te benoemen en daar contunuiteit aan te geven;
5. Ook geen acties voor de supporters met een SCC;
6. Van Wang horen we ook al een tijd niks meer. Mathijs Manders trouwens ook niet!
Of Fraser en Petrovic gelijkwaardig zijn zal de toekomst uitwijzen.
Ik vind Petrovic teveel naar de media leunen. Verder geloof ik ook dat het in de organisatie niet goed zit.
1. We horen niks over het aantal verkochte SCC;
2. Over de rechtszaak tegen Star Balm niks geen reactie. Begrijp ik wel maar beide partijen ontkrachten het niet;
3. Zorgwekkende terugloop van het aantal kaarten op Zuid;
4. Niet in staat om een T.D te benoemen en daar contunuiteit aan te geven;
5. Ook geen acties voor de supporters met een SCC;
6. Van Wang horen we ook al een tijd niks meer. Mathijs Manders trouwens ook niet!
0
|
Zaterdag 17 september 2016 om 23:12 uur |
Stef1
marcellino schreef:
Leg eens uit.
Psv is goed steekt met kop en schouders boven iedereen uit.
Nu spelen ze tegen Barcelona worden compleet omver gevoetbald en worden er fouten gemaakt die normaal niet zo gauw gebeuren komt dat nou door Barcelona dat spelers hun niveau niet halen of zijn de psv spelers ineens boek voetballers.
Feijenoord in deze vorm is gewoon twee maten te groot voor ado en dat is geen schande.of we nu 4-3-3 haden gespeeld of 5-3-2-1 of 4-4-2.
Van de 10 wedstrijden verlies je er dan 9 en een win je en dat was jaer genoeg niet vandaag.
Leg eens uit.
Psv is goed steekt met kop en schouders boven iedereen uit.
Nu spelen ze tegen Barcelona worden compleet omver gevoetbald en worden er fouten gemaakt die normaal niet zo gauw gebeuren komt dat nou door Barcelona dat spelers hun niveau niet halen of zijn de psv spelers ineens boek voetballers.
Feijenoord in deze vorm is gewoon twee maten te groot voor ado en dat is geen schande.of we nu 4-3-3 haden gespeeld of 5-3-2-1 of 4-4-2.
Van de 10 wedstrijden verlies je er dan 9 en een win je en dat was jaer genoeg niet vandaag.
O ja? Maar Vraag aan een kind hoe het denkt dat een tovenaar eruit ziet en er zullen er dan zijn die zeggen: hij lijkt op Harry Potter en hij heeft een toverstaf. Een ander zal zeggen dat het een magere oude man is, met lang slordig grijs haar en een vieze dunne baard en hij draagt natuurlijk een puntmuts en een lange jas met zilveren sterren er op. Deze tovenaar woont in een armoedig huisje in een bos en kinderen zijn bang van hem; dus voor hen is een tovenaar oud en mager, en niet zo verzorgd.
Meneer Smit ziet er helemaal niet zo uit. Hij woont in een gewoon huis in een gewone straat. Er is ook een mevrouw Smit en een dochter die Judith heet. Meneer Smit is handelsreiziger en iedere dag zien zijn buren hem zijn waren in zijn auto leggen. Hij zegt gedag tegen mevrouw Smit bij de voordeur en vertrekt.
Meneer Smit is een lange man en, hoewel hij niet een dikke man is, heeft hij wel een dikke buik die schudt wanneer hij lacht. Hij heeft kort bruin haar met wat grijs boven zijn oren en draagt een bril. Hij is echt een vrolijke man en alle buren mogen hem graag want hij wil ze altijd wel helpen.
Hij is een goede verkoper en ook zijn klanten vinden hem aardig, sommigen meer dan anderen, want soms zal een winkelier denken: ik heb veel meer gekocht dan de bedoeling was, een ander denkt: verdikkeme, waarom heb ik alleen die rode spullen gekocht ...
In de dagen voor 5 december trekt meneer Smit een Sinterklaaspak aan. Hij ziet er dan uit als de echte Sint. Hij zit in een grote stoel in een hoek van een winkelcentrum in de stad, waar de winkeliers een plaats voor hem hebben versierd met grote en kleine pakjes en zwartepietenpoppen. Alle kinderen vinden het geweldig leuk om naar de Sint te komen en in zijn oor te fluisteren wat ze dit jaar van Sinterklaas zouden willen krijgen. Alleen wanneer ze vragen om een jong hondje of een katje, of een ander levend dier, dan zegt de Sint "nee". Ze mogen dan hun één na liefste wens fluisteren en Sinterklaas lacht dan zijn warme bulderende lach en, geloof het of niet, dat cadeau is was het kind op 5 december zal krijgen.
Meneer Smit was natuurlijk niet altijd een heel goede tovenaar. Ook hij heeft moeten leren om het juiste tevoorschijn te halen of te laten gebeuren. Hij wist dat hij kon toveren toen hij bijna 8 jaar oud was. Meneer Smit, die toen nog Jonnie genoemd werd, hield helemaal niet van honden. Hij zat op het trapje voor het huis toen de hond van de buren in hun tuin kwam en er een grote hoop op het gras poepte. Jonnie dacht: ik wou dat die buren een kat hadden zeg; hij voelde zijn rechter ooglid trillen en knipperde twee keer.. en nee, het werd geen kat, het werd een geit. Hij rende naar binnen. Moederrr! Zij wist nu ook meteen dat Jonnie de Smit-gave had. Wat was eerst, vroeg ze. Een hond mam, die van de buren. Moeder knipperde twee keer en de hond van de buren racete naar huis.
Zo begon de opleiding van Jonnie. Wanneer ze niet op kermissen stonden dan werd er thuis geoefend. Of dat toen meteen goed ging? Helaas niet. Er ging heel wat stuk in huize Smit. Dingen van de ene plek naar de andere toveren bij voorbeeld: het kopje thee van het aanrecht op tafel Jonnie. Het was jammer dat de thee nogal warm was, en dat Jonnie een schone broek moest aantrekken. Het kapotte kopje werd gevolgd door borden, vazen, bloempotten. Je moet je concentreren jongen! Denk alleen aan wat je moet doen. Tovenaarsleerlingen beginnen bij het begin, net als alle leerlingen.
Ieder jaar leerde hij meer. Hij kon nu niet alleen dingen verplaatsen, maar begon ook te leren mensen te helpen. Dat deed hij erg graag. Toch kwam daar ook wel eens narigheid van. Met zijn vader naar een voetbalwedstrijd en hun thuisclub speelde zo ontzettend slecht. Tja, toen kwam die bal opeens op de schoen van de spits en Jonnie wenste zo graag dat er een goaltje zou komen ... hij knipperde twee keer en goal!!! Iedereen juichte, behalve zijn vader. Wat jij deed was niet sportief jonge man! Je mag de gave niet gebruiken om iemand voordeel boven een ander te geven.
Nog meer lessen moeten worden geleerd. Niet met de natuur rommelen Jon. Hij was bijna 14 en het was een lange hete zomer. Iedereen en alles lag zo`n beetje op apegapen. Jon zag het gele gras, de mensen die puften en zweetten, hoe de koeien vochten om een plekje schaduw in de weiden. Al zoveel weken heet en geen drupje regen, ik wou dat het eens lekker ging plenzen. Hij knipperde twee keer en de lucht werd donker grijs, een stortbui, bliksem en donder. Hij schrok er zelf geweldig van. Gelukkig waren zowel zijn vader als zijn moeder thuis, en die samen hadden er nog een hele klus aan om de natuur weer hersteld te krijgen.
Om mensen goed te kunnen helpen moest Jon eerst 18 jaar oud worden. Hij was op de kermis in de tent van zijn vader. De flap was open en buiten stond een man. Hij aarzelde om binnen te komen. Jon keek aandachtig naar hem en zei tegen zijn vader: die daar heeft veel zorgen. Hij heeft een kind in het ziekenhuis. Zo was het, en zo was Jon geen leerling meer.
Meneer Smit houdt niet van klusjes opknappen. Wanneer mevrouw Smit hem vraagt het gras te maaien, dan trekt hij een zuur gezicht. Dan trekt mevrouw Smit een boos gezicht en .. tja .. dan wil hij het wel doen en sloft naar de schuur. Hij zit dan op het bankje tussen de struiken, knippert twee keer met zijn rechter oog en het gras is gemaaid. Terug in het huis vraagt hij mevrouw Smit om een kopje thee. Ze moppert op hem: Jon, het is de bedoeling dat je de grasmaaier neemt. Je moet meer bewegen, je moet niet knipperen! De lach van meneer Smit buldert: wees niet boos lieverd, zal ik vanavond voor het avondeten zorgen? Mevrouw Smit snuift: nee dank je, niet nog meer hocus pocus vandaag. We eten stamppot vanavond.
De eerste keer dat meneer Smit mevrouw Smit ontmoette, was op een kermis. Hij zat daar in een tent die versierd was met sterren en manen, en met een bord, waarop stond: "Hier vindt u wat u verloren hebt". In de tent een jonge meneer Smit. Zijn haar was wel een beetje lang, maar een puntmust droeg hij niet en had ook geen baard. Op een kleine tafel voor hem stond een grote glazen bol. Niet dat meneer Smit die bol nodig had, maar zijn klanten verwachtten het nu eenmaal, dus ....
De hele dag kwamen mensen hem bezoeken, vrouwen oud en jong, mannen van alle leeftijden en moeders met kinderen. Ze hadden veel vragen voor hem, maar lang niet alleen over dingen die ze kwijt waren. Meneer Smit had dan ook niet verwacht dat hij alleen maar dingen zou moeten terugvinden die de mensen hadden verloren, of gewoon kwijt waren -- een armband, een stuk speelgoed, een hondje. Veel dingen kan je verliezen zoals, bij voorbeeld, je werk.
De man die bij meneer Smit kwam was niet oud, maar ook niet meer zo jong meer. Hij was zenuwachtig toen hij op een van de stoelen voor het tafeltje ging zitten. Ik ben iets kwijt, en ik weet niet wat ik moet doen, zei de man. Meneer Smit knipperde: u bent uw werk kwijt, zei hij. De man knikte. Ik was altijd een goede werker en ik heb jarenlang erg hard gewerkt. Mijn firma heeft een machine gekocht die nu mijn werk doet, sneller dan ik ooit zal kunnen. Wat moet ik nu doen?
Meneer Smits rechter oog knipperde twee keer, en hij zei: ga morgen ochtend naar uw firma, ga niet al te vroeg. Die manvervangende machine zal vannacht stuk gaan en zal niet meer gemaakt kunnen worden. U zult uw werk terugkrijgen.
De volgende avond kwam de man terug naar de kermis om meneer Smit te bedanken. U bent een echte tovenaar, zei hij, en meneer Smit glimlachte.
Een moeder en een kleine jongen kwamen de tent binnen. De jongen zag er erg verdrietig uit en meneer Smit kon zien dat het kind die dag veel gehuild had.
Je hebt iets verloren wat erg belangrijk voor je was. Niet vandaag, niet gisteren, maar vorige week al. Je bent al dagenlang verdrietig, zei meneer Smit.
Er kwamen alweer tranen.
Je hebt je beste vriend verloren, zei meneer Smit. Maar weet je niet dat overal op de wereld mensen zijn die een beste vriend willen hebben? Jouw vriend is met zijn ouders naar het buitenland verhuisd. Hij zal zich altijd herinneren dat jullie beste vrienden waren, zoals jij hem ook zo zal blijven herinneren.
Meneer Smit glimlachte en zijn rechter oog knipperde twee keer. Voor het einde van deze week zal je een jongen van jouw leeftijd leren kennen. Hij zal jouw nieuwe beste vriend worden.
Gedurende die dag vond meneer Smit verdwaalde hondjes, een weggelopen kat, maakte een konijn weer gezond, en hij verveelde zich heel erg. Halverwege de middag ging de flap van de tent open en de ogen van meneer Smit werden rond als stuiters. Er was een beeldschone jonge vrouw binnengekomen. Zo`n prachtige vrouw had hij nog nooit gezien. Hij had even geen idee waarvoor ze kwam, hij was in de war van al dat moois en kon zich even niet concentreren.
Hij knipperde en knipperde met beide ogen tegelijk. Ze droeg een korenbloemblauwe jurk, precies de kleur van haar ogen. Ze hield een grote handtas stevig tegen zich aan.
Meneer Smit kuchte: uhh .. gaat u zitten alstublieft. Hij kon niet ophouden met knipperen. K-k-kan ik u h-h-helpen? Oh arme man.,.
De blauwe ogen vulden zich met tranen.
Ik heb iets verloren dat heel veel voor mij betekende. Hij was van mijn oma, ik heb die ring altijd gedragen. Ik moet hem gisteren verloren hebben, zei ze zachtjes. Ze hield nog altijd die enorme handtas tegen haar borst gedrukt.
Jemig, wat een enorm grote tas om altijd mee te sjouwen, dacht menneer Smit, maar hij zei niets. Toen knipperde zijn oog twee keer, en hij zei: maar u bent hem niet verloren, die ring zit in uw tas.
Het meisje schudde haar hoofd: nee, ik heb er alles al twee keer uitgehaald en hij zit er echt niet in ...
Meneer Smit nam de grote glazen bol van het tafeltje. Oké zei hij, laten we er samen dan nog eens in kijken. Er kwamen zo veel spullen uit de tas dat spoedig het tafeltje helemaal vol lag. Meneer Smit had geen idee dat jonge dames al die dingen altijd met zich mee willen dragen. Eindelijk was de tas leeg en ze hield hem ondersteboven. Ziet u wel, hij zit er niet in, zei ze. Een traan rolde over een roze wang.
Meneer Smit zag het en knipperde twee keer. Hij zei: juffrouw, er zit een kleine scheur in de voering van uw tas, bij de bodem, kijk daar eens.
En ja, daar was de ring met een blauwe steen, bijna net zo blauw als de kleur van haar glanzende ogen.
Nadat alles weer in de tas was teruggestopt en ze nog even hadden gepraat, werd besloten dat een kop thee precies was waar ze behoefte aan hadden op dit uur van de dag. Op de tent werd het bordje "open" omgedraaid.
Wat een mooie dag, vindt u niet juffrouw .... juffrouw...?
Ik heet Smit, zei ze, Mary Smit.
Meneer Smit verslikte zich bijna in een mondvol thee. Smit? Oh jeetje, ik heet ook Smit. Jonathan Smit, men noemt me Jon.
Tijdens een tweede en derde kopje thee praatten ze. Mary werkte in een boekwinkel en woonde alleen; ze hield van het platteland en van honden. Ze was 23 jaar oud.
Jon vertelde haar over zijn ouders die hetzelfde werk als hij hadden gedaan. Ze waren er erg goed in, zei hij. Ze werkten veel jaren op de kermis en trokken van de ene stad naar de andere.
De kermis gaat over 2 dagen weg, ga jij dan ook weg?
Ik weet het niet zeker, zei Jon. Ik ben nu 27 jaar oud en al hou ik van mijn werk, ik krijg een enorme hekel aan het altijd naar op reis zijn. Ik wil een plek waar ik kan blijven, en ik wil een baan. Wat ik het liefste wil is een normaal leven.
Er werd besloten dat ze die avond samen zouden gaan eten.
Tijdens het etentje leek Mary een beetje afwezig. Jon, zei ze, er is iets dat ik je wil vragen, maar ik ben bang om je te beledigen. Jon begreep heel goed wat het was dat Mary wilde weten. Zo veel mensen dachten dat alle kermiswaarzeggers gewoon nep waren, zoals die zogenaamde zigeunerin die zegt dat ze jouw toekomst uit de palm van je hand kan lezen.
Ik weet wat je wilt vragen Mary, zei Jon, ik zeg het nooit tegen de mensen, maar ik wil het jou wel vertellen. Ik kom van een lange lijn van tovenaars, eigenlijk al eeuwen lang. Iedere Smit generatie had een tovenaar, soms een zoon, soms een dochter. Zowel mijn vader als mijn moeder waren tovenaars, ze waren neef en nicht. Zij en ook ik kunnen dingen laten gebeuren.
Zoals het vinden van mijn oma`s ring, zei Mary.
Nee liefje, zei Jon, die ring had je echt verloren. Weet je nog dat je een zak afval in de container stopte en dat die al zo vol was dat je die zak er met moeite in kon krijgen? Mary knikte. Wel, toen is die ring van je vinger gegleden. Mijn toverkracht heeft hem vanmiddag in je handtas terug gestopt.
Laten we de klok eens een stukje vooruit zetten.
De kermis vertrok en Jon bleef achter. Hij vond werk als verkoper, kocht een huis en hij trouwde met Mary.
Twee jaar later kregen ze een dochter die ze Judith noemden.
Toen meneer en mevrouw Smit zich verloofden, zei mevrouw Smit: wel Jon, je hebt nu werk en een normaal leven, zoals je dat wilde, dus van nu af geen hocus pocus meer. Meneer Smit was het ermee eens, maar ... hoe kan een tovenaar niet toveren? Nadat Judith was geboren en mevrouw Smit het elke dag zo druk had, kon het gebeuren dat er geen warm eten was wanneer meneer Smit moe en hongerig thuis kwam. Hij zei dan: lieverd laat me je helpen, en mevrouw Smit was daar dan maar al te blij mee. Twee keer knipperen en er stond een heerlijk gerecht op tafel; twee keer knipperen en de afwas was gedaan. Dus, ja, zo nu en dan was er dan toch een beetje hocus pocus.
Mevrouw Smit vroeg eens: Jon, zal je altijd toverkracht houden?
Wel .. nee, antwoordde meneer Smit, dat is nu iets wat ook de generaties voor mij nooit hebben kunnen begrijpen. Tegen de tijd dat mijn voorouders tussen de 45 en 50 jaar waren was het verdwenen. Ze konden niet meer toveren al deden ze nog zo hun best.
Bij zichzelf dacht mevrouw Smit: Jon is nu 46 jaar oud. Het zou wel prettig zijn om een man te hebben die niet kan toveren, want hij gaat klusjes te graag uit de weg. Ik hoop dat hij spoedig de kracht zal verliezen en eens ophoudt een luie man te zijn.
Judith was een slim jong meisje. Al lang, en haar ogen waren groen. Zowel meneer als mevrouw Smit vroegen zich af of zij de toverkracht had geërfd. Maar, jaren gingen voorbij zonder dat men er ook maar iets van merkte. Ze ging naar school, naar de middelbare school en eens zou ze naar de universiteit gaan, Nooit leek het er op dat ze haar huiswerk en opdrachten `als bij toverslag` had gemaakt. Mevrouw Smit was er erg
blij om, maar meneer Smit vond het diep in zijn hart wel jammer; zo veel generaties en hij zou de laatste zijn ...
Wist Judith dat haar vader dingen kon laten gebeuren? Oh zeker wel, maar ze dacht er verder niet bij na; zo was haar vader nu eenmaal en dat vond ze prima.
Seizoenen gingen voorbij, een jaar volgde een jaar. Meneer Smit was nu 51 jaar oud en ook rond Sinterklaas had hij zijn pak weer gedragen. Het was Oudejaarsavond. De Smitjes zaten gezellig bij de open haard op het nieuwe jaar te wachten. Ze spraken over het jaar dat nu bijna voorbij was, en over wat het nieuwe jaar zou kunnen brengen. Mevrouw Smit zei hoopvol: Jon, ik hoop dat je in het nieuwe jaar je kracht zult verliezen, je bent al ouder dan alle anderen waren.
Ja lieverd, antwoordde meneer Smit, het wordt steeds moeilijker voor mij om te toveren, mijn knipperoog is moe. Ik had echt gehoopt dat ik dit jaar mijn toverkracht zou hebben verloren.
Judith had geluisterd. Pap, jij vond altijd wat men kwijt was. Herinner je jouw bord op de kermis? Nu wil je iets verliezen en het nooit meer vinden? Ja schat, zei meneer Smit, dat is wat ik graag zou willen.
Vlak voordat de klok middernacht zou slaan zei Judith: lieve Papa, kijk me aan. Hij keek, en Judith knipperde, twee keer.
Oh zeker, het nieuwe jaar kwam met een harde knal. Buiten maakten de voetzoekers een enorme herrie en de vuurpijlen ontploften in de nacht in kleurige sterrenregens en harde knallen. In Huize Smit leek het ook alsof er een bom was ontploft. Meneer Smit stond half uit zijn stoel op, terwijl mevrouw Smit haar handen voor haar gezicht had geslagen en zachtjes kreunde. Judith bekeek hen met een glimlach.
Maar .. maar kind, we hadden werkelijk geen idee dat jij de toverkracht had geërfd, zei haar vader. Mevrouw Smit fluisterde: oh nee, niet ook mijn dochter ...
Judith lachte naar haar ouders. Ik begrijp dat jullie verbaasd zijn lieverds. Ja, ik heb de kracht van de Smit familie geërfd, maar toen ik nog heel jong was besloot ik het niet te gebruiken, nergens voor eigenlijk. Papa, ik heb het nu voor de eerste keer gebruikt. Ik heb jouw toverkracht weggenomen omdat dat je liefste wens was. En mama, ik zal het ook niet meer gebruiken dan alleen voor het beroep dat ik gekozen heb.
Haar ouders gingen weer rustig zitten, al zag mevrouw Smit nog een beetje bleek. Meneer Smit glunderde.
Je gekozen beroep?? Het klonk als uit één mond.
Ja, knikte Judith, ik heb besloten dat ik de Smit-kracht zal gebruiken om zieke mensen te helpen; om mensen die zichzelf verloren hebben te helpen zichzelf weer terug te vinden.
De volgende knal was van de kurk van de champagnefles die het plafond raakte..
In een gewoon huis in een gewone straat leeft een gewone familie, de familie Smit. Meneer Smit werkt als handelsreiziger en is goed in wat hij doet. Vroeger verkocht hij wel meer dan tegenwoordig, maar zijn klanten vinden hem aardig, Vroeger speelde hij voor Sinterklaas in het winkelcentrum. Hij had toen nog een dikke buik die schudde wanneer hij lachte. Die buik is nu niet meer zo dik, maar zijn lach buldert nog steeds. Meneer Smit doet allerlei klusjes in en rond het huis. Hij duwt de grasmaaier, wiedt, en schildert de schuur en, terwijl hij zo bezig is, bekijkt mevrouw Smit hem door het keukenraam, met een blije glimlach op haar gezicht. Ze gaat dan naar hem toe met een kopje thee en samen zitten ze op de houten bank tussen de stuiken. Ze spreken vaak over hun dochter Judith die op de universiteit studeert en dokter zal worden.
Dan glimlachen ze naar elkaar en is het duidelijk in hun ogen te zien dat dit twee heel gewone en heel gelukkige mensen zijn.
Meneer Smit ziet er helemaal niet zo uit. Hij woont in een gewoon huis in een gewone straat. Er is ook een mevrouw Smit en een dochter die Judith heet. Meneer Smit is handelsreiziger en iedere dag zien zijn buren hem zijn waren in zijn auto leggen. Hij zegt gedag tegen mevrouw Smit bij de voordeur en vertrekt.
Meneer Smit is een lange man en, hoewel hij niet een dikke man is, heeft hij wel een dikke buik die schudt wanneer hij lacht. Hij heeft kort bruin haar met wat grijs boven zijn oren en draagt een bril. Hij is echt een vrolijke man en alle buren mogen hem graag want hij wil ze altijd wel helpen.
Hij is een goede verkoper en ook zijn klanten vinden hem aardig, sommigen meer dan anderen, want soms zal een winkelier denken: ik heb veel meer gekocht dan de bedoeling was, een ander denkt: verdikkeme, waarom heb ik alleen die rode spullen gekocht ...
In de dagen voor 5 december trekt meneer Smit een Sinterklaaspak aan. Hij ziet er dan uit als de echte Sint. Hij zit in een grote stoel in een hoek van een winkelcentrum in de stad, waar de winkeliers een plaats voor hem hebben versierd met grote en kleine pakjes en zwartepietenpoppen. Alle kinderen vinden het geweldig leuk om naar de Sint te komen en in zijn oor te fluisteren wat ze dit jaar van Sinterklaas zouden willen krijgen. Alleen wanneer ze vragen om een jong hondje of een katje, of een ander levend dier, dan zegt de Sint "nee". Ze mogen dan hun één na liefste wens fluisteren en Sinterklaas lacht dan zijn warme bulderende lach en, geloof het of niet, dat cadeau is was het kind op 5 december zal krijgen.
Meneer Smit was natuurlijk niet altijd een heel goede tovenaar. Ook hij heeft moeten leren om het juiste tevoorschijn te halen of te laten gebeuren. Hij wist dat hij kon toveren toen hij bijna 8 jaar oud was. Meneer Smit, die toen nog Jonnie genoemd werd, hield helemaal niet van honden. Hij zat op het trapje voor het huis toen de hond van de buren in hun tuin kwam en er een grote hoop op het gras poepte. Jonnie dacht: ik wou dat die buren een kat hadden zeg; hij voelde zijn rechter ooglid trillen en knipperde twee keer.. en nee, het werd geen kat, het werd een geit. Hij rende naar binnen. Moederrr! Zij wist nu ook meteen dat Jonnie de Smit-gave had. Wat was eerst, vroeg ze. Een hond mam, die van de buren. Moeder knipperde twee keer en de hond van de buren racete naar huis.
Zo begon de opleiding van Jonnie. Wanneer ze niet op kermissen stonden dan werd er thuis geoefend. Of dat toen meteen goed ging? Helaas niet. Er ging heel wat stuk in huize Smit. Dingen van de ene plek naar de andere toveren bij voorbeeld: het kopje thee van het aanrecht op tafel Jonnie. Het was jammer dat de thee nogal warm was, en dat Jonnie een schone broek moest aantrekken. Het kapotte kopje werd gevolgd door borden, vazen, bloempotten. Je moet je concentreren jongen! Denk alleen aan wat je moet doen. Tovenaarsleerlingen beginnen bij het begin, net als alle leerlingen.
Ieder jaar leerde hij meer. Hij kon nu niet alleen dingen verplaatsen, maar begon ook te leren mensen te helpen. Dat deed hij erg graag. Toch kwam daar ook wel eens narigheid van. Met zijn vader naar een voetbalwedstrijd en hun thuisclub speelde zo ontzettend slecht. Tja, toen kwam die bal opeens op de schoen van de spits en Jonnie wenste zo graag dat er een goaltje zou komen ... hij knipperde twee keer en goal!!! Iedereen juichte, behalve zijn vader. Wat jij deed was niet sportief jonge man! Je mag de gave niet gebruiken om iemand voordeel boven een ander te geven.
Nog meer lessen moeten worden geleerd. Niet met de natuur rommelen Jon. Hij was bijna 14 en het was een lange hete zomer. Iedereen en alles lag zo`n beetje op apegapen. Jon zag het gele gras, de mensen die puften en zweetten, hoe de koeien vochten om een plekje schaduw in de weiden. Al zoveel weken heet en geen drupje regen, ik wou dat het eens lekker ging plenzen. Hij knipperde twee keer en de lucht werd donker grijs, een stortbui, bliksem en donder. Hij schrok er zelf geweldig van. Gelukkig waren zowel zijn vader als zijn moeder thuis, en die samen hadden er nog een hele klus aan om de natuur weer hersteld te krijgen.
Om mensen goed te kunnen helpen moest Jon eerst 18 jaar oud worden. Hij was op de kermis in de tent van zijn vader. De flap was open en buiten stond een man. Hij aarzelde om binnen te komen. Jon keek aandachtig naar hem en zei tegen zijn vader: die daar heeft veel zorgen. Hij heeft een kind in het ziekenhuis. Zo was het, en zo was Jon geen leerling meer.
Meneer Smit houdt niet van klusjes opknappen. Wanneer mevrouw Smit hem vraagt het gras te maaien, dan trekt hij een zuur gezicht. Dan trekt mevrouw Smit een boos gezicht en .. tja .. dan wil hij het wel doen en sloft naar de schuur. Hij zit dan op het bankje tussen de struiken, knippert twee keer met zijn rechter oog en het gras is gemaaid. Terug in het huis vraagt hij mevrouw Smit om een kopje thee. Ze moppert op hem: Jon, het is de bedoeling dat je de grasmaaier neemt. Je moet meer bewegen, je moet niet knipperen! De lach van meneer Smit buldert: wees niet boos lieverd, zal ik vanavond voor het avondeten zorgen? Mevrouw Smit snuift: nee dank je, niet nog meer hocus pocus vandaag. We eten stamppot vanavond.
De eerste keer dat meneer Smit mevrouw Smit ontmoette, was op een kermis. Hij zat daar in een tent die versierd was met sterren en manen, en met een bord, waarop stond: "Hier vindt u wat u verloren hebt". In de tent een jonge meneer Smit. Zijn haar was wel een beetje lang, maar een puntmust droeg hij niet en had ook geen baard. Op een kleine tafel voor hem stond een grote glazen bol. Niet dat meneer Smit die bol nodig had, maar zijn klanten verwachtten het nu eenmaal, dus ....
De hele dag kwamen mensen hem bezoeken, vrouwen oud en jong, mannen van alle leeftijden en moeders met kinderen. Ze hadden veel vragen voor hem, maar lang niet alleen over dingen die ze kwijt waren. Meneer Smit had dan ook niet verwacht dat hij alleen maar dingen zou moeten terugvinden die de mensen hadden verloren, of gewoon kwijt waren -- een armband, een stuk speelgoed, een hondje. Veel dingen kan je verliezen zoals, bij voorbeeld, je werk.
De man die bij meneer Smit kwam was niet oud, maar ook niet meer zo jong meer. Hij was zenuwachtig toen hij op een van de stoelen voor het tafeltje ging zitten. Ik ben iets kwijt, en ik weet niet wat ik moet doen, zei de man. Meneer Smit knipperde: u bent uw werk kwijt, zei hij. De man knikte. Ik was altijd een goede werker en ik heb jarenlang erg hard gewerkt. Mijn firma heeft een machine gekocht die nu mijn werk doet, sneller dan ik ooit zal kunnen. Wat moet ik nu doen?
Meneer Smits rechter oog knipperde twee keer, en hij zei: ga morgen ochtend naar uw firma, ga niet al te vroeg. Die manvervangende machine zal vannacht stuk gaan en zal niet meer gemaakt kunnen worden. U zult uw werk terugkrijgen.
De volgende avond kwam de man terug naar de kermis om meneer Smit te bedanken. U bent een echte tovenaar, zei hij, en meneer Smit glimlachte.
Een moeder en een kleine jongen kwamen de tent binnen. De jongen zag er erg verdrietig uit en meneer Smit kon zien dat het kind die dag veel gehuild had.
Je hebt iets verloren wat erg belangrijk voor je was. Niet vandaag, niet gisteren, maar vorige week al. Je bent al dagenlang verdrietig, zei meneer Smit.
Er kwamen alweer tranen.
Je hebt je beste vriend verloren, zei meneer Smit. Maar weet je niet dat overal op de wereld mensen zijn die een beste vriend willen hebben? Jouw vriend is met zijn ouders naar het buitenland verhuisd. Hij zal zich altijd herinneren dat jullie beste vrienden waren, zoals jij hem ook zo zal blijven herinneren.
Meneer Smit glimlachte en zijn rechter oog knipperde twee keer. Voor het einde van deze week zal je een jongen van jouw leeftijd leren kennen. Hij zal jouw nieuwe beste vriend worden.
Gedurende die dag vond meneer Smit verdwaalde hondjes, een weggelopen kat, maakte een konijn weer gezond, en hij verveelde zich heel erg. Halverwege de middag ging de flap van de tent open en de ogen van meneer Smit werden rond als stuiters. Er was een beeldschone jonge vrouw binnengekomen. Zo`n prachtige vrouw had hij nog nooit gezien. Hij had even geen idee waarvoor ze kwam, hij was in de war van al dat moois en kon zich even niet concentreren.
Hij knipperde en knipperde met beide ogen tegelijk. Ze droeg een korenbloemblauwe jurk, precies de kleur van haar ogen. Ze hield een grote handtas stevig tegen zich aan.
Meneer Smit kuchte: uhh .. gaat u zitten alstublieft. Hij kon niet ophouden met knipperen. K-k-kan ik u h-h-helpen? Oh arme man.,.
De blauwe ogen vulden zich met tranen.
Ik heb iets verloren dat heel veel voor mij betekende. Hij was van mijn oma, ik heb die ring altijd gedragen. Ik moet hem gisteren verloren hebben, zei ze zachtjes. Ze hield nog altijd die enorme handtas tegen haar borst gedrukt.
Jemig, wat een enorm grote tas om altijd mee te sjouwen, dacht menneer Smit, maar hij zei niets. Toen knipperde zijn oog twee keer, en hij zei: maar u bent hem niet verloren, die ring zit in uw tas.
Het meisje schudde haar hoofd: nee, ik heb er alles al twee keer uitgehaald en hij zit er echt niet in ...
Meneer Smit nam de grote glazen bol van het tafeltje. Oké zei hij, laten we er samen dan nog eens in kijken. Er kwamen zo veel spullen uit de tas dat spoedig het tafeltje helemaal vol lag. Meneer Smit had geen idee dat jonge dames al die dingen altijd met zich mee willen dragen. Eindelijk was de tas leeg en ze hield hem ondersteboven. Ziet u wel, hij zit er niet in, zei ze. Een traan rolde over een roze wang.
Meneer Smit zag het en knipperde twee keer. Hij zei: juffrouw, er zit een kleine scheur in de voering van uw tas, bij de bodem, kijk daar eens.
En ja, daar was de ring met een blauwe steen, bijna net zo blauw als de kleur van haar glanzende ogen.
Nadat alles weer in de tas was teruggestopt en ze nog even hadden gepraat, werd besloten dat een kop thee precies was waar ze behoefte aan hadden op dit uur van de dag. Op de tent werd het bordje "open" omgedraaid.
Wat een mooie dag, vindt u niet juffrouw .... juffrouw...?
Ik heet Smit, zei ze, Mary Smit.
Meneer Smit verslikte zich bijna in een mondvol thee. Smit? Oh jeetje, ik heet ook Smit. Jonathan Smit, men noemt me Jon.
Tijdens een tweede en derde kopje thee praatten ze. Mary werkte in een boekwinkel en woonde alleen; ze hield van het platteland en van honden. Ze was 23 jaar oud.
Jon vertelde haar over zijn ouders die hetzelfde werk als hij hadden gedaan. Ze waren er erg goed in, zei hij. Ze werkten veel jaren op de kermis en trokken van de ene stad naar de andere.
De kermis gaat over 2 dagen weg, ga jij dan ook weg?
Ik weet het niet zeker, zei Jon. Ik ben nu 27 jaar oud en al hou ik van mijn werk, ik krijg een enorme hekel aan het altijd naar op reis zijn. Ik wil een plek waar ik kan blijven, en ik wil een baan. Wat ik het liefste wil is een normaal leven.
Er werd besloten dat ze die avond samen zouden gaan eten.
Tijdens het etentje leek Mary een beetje afwezig. Jon, zei ze, er is iets dat ik je wil vragen, maar ik ben bang om je te beledigen. Jon begreep heel goed wat het was dat Mary wilde weten. Zo veel mensen dachten dat alle kermiswaarzeggers gewoon nep waren, zoals die zogenaamde zigeunerin die zegt dat ze jouw toekomst uit de palm van je hand kan lezen.
Ik weet wat je wilt vragen Mary, zei Jon, ik zeg het nooit tegen de mensen, maar ik wil het jou wel vertellen. Ik kom van een lange lijn van tovenaars, eigenlijk al eeuwen lang. Iedere Smit generatie had een tovenaar, soms een zoon, soms een dochter. Zowel mijn vader als mijn moeder waren tovenaars, ze waren neef en nicht. Zij en ook ik kunnen dingen laten gebeuren.
Zoals het vinden van mijn oma`s ring, zei Mary.
Nee liefje, zei Jon, die ring had je echt verloren. Weet je nog dat je een zak afval in de container stopte en dat die al zo vol was dat je die zak er met moeite in kon krijgen? Mary knikte. Wel, toen is die ring van je vinger gegleden. Mijn toverkracht heeft hem vanmiddag in je handtas terug gestopt.
Laten we de klok eens een stukje vooruit zetten.
De kermis vertrok en Jon bleef achter. Hij vond werk als verkoper, kocht een huis en hij trouwde met Mary.
Twee jaar later kregen ze een dochter die ze Judith noemden.
Toen meneer en mevrouw Smit zich verloofden, zei mevrouw Smit: wel Jon, je hebt nu werk en een normaal leven, zoals je dat wilde, dus van nu af geen hocus pocus meer. Meneer Smit was het ermee eens, maar ... hoe kan een tovenaar niet toveren? Nadat Judith was geboren en mevrouw Smit het elke dag zo druk had, kon het gebeuren dat er geen warm eten was wanneer meneer Smit moe en hongerig thuis kwam. Hij zei dan: lieverd laat me je helpen, en mevrouw Smit was daar dan maar al te blij mee. Twee keer knipperen en er stond een heerlijk gerecht op tafel; twee keer knipperen en de afwas was gedaan. Dus, ja, zo nu en dan was er dan toch een beetje hocus pocus.
Mevrouw Smit vroeg eens: Jon, zal je altijd toverkracht houden?
Wel .. nee, antwoordde meneer Smit, dat is nu iets wat ook de generaties voor mij nooit hebben kunnen begrijpen. Tegen de tijd dat mijn voorouders tussen de 45 en 50 jaar waren was het verdwenen. Ze konden niet meer toveren al deden ze nog zo hun best.
Bij zichzelf dacht mevrouw Smit: Jon is nu 46 jaar oud. Het zou wel prettig zijn om een man te hebben die niet kan toveren, want hij gaat klusjes te graag uit de weg. Ik hoop dat hij spoedig de kracht zal verliezen en eens ophoudt een luie man te zijn.
Judith was een slim jong meisje. Al lang, en haar ogen waren groen. Zowel meneer als mevrouw Smit vroegen zich af of zij de toverkracht had geërfd. Maar, jaren gingen voorbij zonder dat men er ook maar iets van merkte. Ze ging naar school, naar de middelbare school en eens zou ze naar de universiteit gaan, Nooit leek het er op dat ze haar huiswerk en opdrachten `als bij toverslag` had gemaakt. Mevrouw Smit was er erg
blij om, maar meneer Smit vond het diep in zijn hart wel jammer; zo veel generaties en hij zou de laatste zijn ...
Wist Judith dat haar vader dingen kon laten gebeuren? Oh zeker wel, maar ze dacht er verder niet bij na; zo was haar vader nu eenmaal en dat vond ze prima.
Seizoenen gingen voorbij, een jaar volgde een jaar. Meneer Smit was nu 51 jaar oud en ook rond Sinterklaas had hij zijn pak weer gedragen. Het was Oudejaarsavond. De Smitjes zaten gezellig bij de open haard op het nieuwe jaar te wachten. Ze spraken over het jaar dat nu bijna voorbij was, en over wat het nieuwe jaar zou kunnen brengen. Mevrouw Smit zei hoopvol: Jon, ik hoop dat je in het nieuwe jaar je kracht zult verliezen, je bent al ouder dan alle anderen waren.
Ja lieverd, antwoordde meneer Smit, het wordt steeds moeilijker voor mij om te toveren, mijn knipperoog is moe. Ik had echt gehoopt dat ik dit jaar mijn toverkracht zou hebben verloren.
Judith had geluisterd. Pap, jij vond altijd wat men kwijt was. Herinner je jouw bord op de kermis? Nu wil je iets verliezen en het nooit meer vinden? Ja schat, zei meneer Smit, dat is wat ik graag zou willen.
Vlak voordat de klok middernacht zou slaan zei Judith: lieve Papa, kijk me aan. Hij keek, en Judith knipperde, twee keer.
Oh zeker, het nieuwe jaar kwam met een harde knal. Buiten maakten de voetzoekers een enorme herrie en de vuurpijlen ontploften in de nacht in kleurige sterrenregens en harde knallen. In Huize Smit leek het ook alsof er een bom was ontploft. Meneer Smit stond half uit zijn stoel op, terwijl mevrouw Smit haar handen voor haar gezicht had geslagen en zachtjes kreunde. Judith bekeek hen met een glimlach.
Maar .. maar kind, we hadden werkelijk geen idee dat jij de toverkracht had geërfd, zei haar vader. Mevrouw Smit fluisterde: oh nee, niet ook mijn dochter ...
Judith lachte naar haar ouders. Ik begrijp dat jullie verbaasd zijn lieverds. Ja, ik heb de kracht van de Smit familie geërfd, maar toen ik nog heel jong was besloot ik het niet te gebruiken, nergens voor eigenlijk. Papa, ik heb het nu voor de eerste keer gebruikt. Ik heb jouw toverkracht weggenomen omdat dat je liefste wens was. En mama, ik zal het ook niet meer gebruiken dan alleen voor het beroep dat ik gekozen heb.
Haar ouders gingen weer rustig zitten, al zag mevrouw Smit nog een beetje bleek. Meneer Smit glunderde.
Je gekozen beroep?? Het klonk als uit één mond.
Ja, knikte Judith, ik heb besloten dat ik de Smit-kracht zal gebruiken om zieke mensen te helpen; om mensen die zichzelf verloren hebben te helpen zichzelf weer terug te vinden.
De volgende knal was van de kurk van de champagnefles die het plafond raakte..
In een gewoon huis in een gewone straat leeft een gewone familie, de familie Smit. Meneer Smit werkt als handelsreiziger en is goed in wat hij doet. Vroeger verkocht hij wel meer dan tegenwoordig, maar zijn klanten vinden hem aardig, Vroeger speelde hij voor Sinterklaas in het winkelcentrum. Hij had toen nog een dikke buik die schudde wanneer hij lachte. Die buik is nu niet meer zo dik, maar zijn lach buldert nog steeds. Meneer Smit doet allerlei klusjes in en rond het huis. Hij duwt de grasmaaier, wiedt, en schildert de schuur en, terwijl hij zo bezig is, bekijkt mevrouw Smit hem door het keukenraam, met een blije glimlach op haar gezicht. Ze gaat dan naar hem toe met een kopje thee en samen zitten ze op de houten bank tussen de stuiken. Ze spreken vaak over hun dochter Judith die op de universiteit studeert en dokter zal worden.
Dan glimlachen ze naar elkaar en is het duidelijk in hun ogen te zien dat dit twee heel gewone en heel gelukkige mensen zijn.
0
|
Zondag 11 september 2016 om 21:25 uur |
marcellino
Nu online
Jk23, Eeuwig Den Haag, wiegah070 en 90 gasten.
Zoek in shoutbox
Spelersklassement
Laatste wedstrijd
Volgende wedstrijd
Advertentie
Keuken Kampioen Divisie
1 | Excelsior | 15 | - | 32 |
2 | Graafschap | 15 | - | 29 |
3 | FC Volendam | 15 | - | 29 |
4 | FC Emmen | 15 | - | 27 |
5 | Helmond Sp. | 15 | - | 27 |
6 | Den Bosch + | 15 | - | 25 |
7 | SC Cambuur | 15 | - | 25 |
8 | FC Dordrecht | 15 | - | 25 |
9 | Roda JC | 15 | - | 23 |
10 | ADO Den Haag | 15 | - | 22 |
11 | Telstar | 16 | - | 22 |
12 | FC Eindhoven | 16 | - | 19 |
13 | Jong AZ | 15 | - | 18 |
14 | TOP Oss | 15 | - | 16 |
15 | MVV Maastr. | 16 | - | 16 |
16 | Jong Ajax | 15 | - | 15 |
17 | Jong PSV | 15 | - | 14 |
18 | VVV-Venlo | 16 | - | 11 |
19 | Jong Utrecht | 15 | - | 8 |
20 | Vitesse -6 | 15 | - | 6 |