Club Achter de Duinen

Advertentie

Volg Cadd op X

Volg Cadd op X

Voorspellingen-ranking

Voorspellingen-ranking

ADO-statistieken

ADO-statistieken

Inloggen

Naam / e-mail:
Wachtwoord:

Welkom in de shoutbox, gast

Tag: manchester

Kies een pagina

Vorige pagina
Pagina 16
Volgende pagina

Dannyy


Tom Beugelsdijk: `Het beest in mij moet weer tekeergaan`

5 juli 2017, 14:30 uur

Tom Beugelsdijk: `Het beest in mij moet weer tekeergaan`

Dit artikel krijg je gratis van ons omdat je een VI-account hebt. Veel plezier!

Freek Jansen
Door: Freek Jansen
• @FreekJansenVI

Na een seizoen waarin hij een hype werd en het voetbal vol teleurstelling zat, ging bij Tom Beugelsdijk (26) deze zomer de knop om. Het begrip rustâââg moet tot het verleden behoren, zowel op het veld als daarbuiten. ‘Dit wordt míjn jaar.’

Vanuit een skybox, hoog in het stadion, kijken ze naar de training van ADO Den Haag. Technisch manager Jeffrey van As, technisch adviseur Lex Schoenmaker senior en de scouts Lex Schoenmaker junior en Ger van Weelden. In Amsterdam zouden ze dit viertal het Technisch Hart noemen, in de Hofstad is het gewoon het voetbalgezicht van de club. Tijdens de ochtend-sessie volgt het kwartet alles nauwlettend, maar geregeld stoten de heren elkaar even aan om te polsen wie ook alweer wie is. Zó veel nieuwe gezichten lopen er op het veld rond. Niet van buitenaf, maar vanuit de eigen jeugd. Trainer Fons Groenendijk is niet te benijden. Hij zal het nooit hardop uitspreken, wetende dat hij het moet doen met wat hij voorhanden heeft, maar het is duidelijk dat deze selectie niet Eredivisiewaardig is. Spelers uit het beloftenteam zijn overgeheveld, zodat er een groot partij-spel elf-tegen-elf kan worden gespeeld. Het is de realiteit. Niet alleen bij ADO, maar bij meer Eredivisie-clubs. Wachten op buitenkansjes, totdat transfersommen zakken of transfervrije spelers een keuze maken. Tot die tijd is het puzzelen, waarbij in Den Haag ook nog eens de Chinese kwestie speelt.

Toch springt vanuit de groep ook vanochtend één speler in het oog. Met zijn kort geschoren kapsel, zijn olijke gelaat, voorzien van een bruin vakantiekleurtje. Spelers kunnen komen en gaan, Tom Beugelsdijk laat zijn humeur er niet door beïnvloeden. Niet meer. ‘Ik kan er toch niets aan veranderen’, zegt de centrale verdediger even later als hij in het restaurant uithijgt van de intensieve training. ‘Voorheen maakte ik mezelf nog weleens gek. ADO is mijn cluppie, waarom altijd maar weer die onrust? Maar weet je, ik ben een speler, geen manager, ik moet me op het voetbal richten. Bovendien moet ik het maar gewoon accepteren. Ik ben al mijn hele leven fan van deze club en in die 26 jaar is het nog nooit rustig geweest. En dat zal het ook wel nooit worden, prima.’

Tom Beugelsdijk heeft in augustus 2016 de uitwedstrijd tegen Excelsior beslist (1-2) en wordt omhelsd door Mike Havenaar en Ruben Schaken.

Tom Beugelsdijk heeft in augustus 2016 de uitwedstrijd tegen Excelsior beslist (1-2) en wordt omhelsd door Mike Havenaar en Ruben Schaken.

Tomaat

Beugelsdijk hijgt niet alleen uit, zijn hoofd is ook nog rood van alle inspanningen. Het doet onherroepelijk terugdenken aan het begin van vorig seizoen. De verdediger stond een journalist van TV West te woord voor de camera, in zijn karakteristieke stijl met een mix van plat Haags en bevlogen enthousiasme, waarna de verslaggever de opmerking maakte dat het hoofd van Beugelsdijk op een tomaat leek. De Hagenees maakte een dolletje en riep: ‘Rustâââg!’ Zonder dat hij er ook maar één tel rekening mee hield, was een nieuwe hype geboren. Het fragment kwam maandenlang veelvuldig op televisie voorbij, maar dat niet alleen. Van Groningen tot Maastricht, overal werd de kreet een begrip. Beugelsdijk wist niet wat hij meemaakte. Hij zag bedrukte T-shirts met zijn hoofd en de kreet voorbijkomen en werd overal aangeklampt. Dat hij voetballer was van ADO, werd voor veel mensen bijzaak, het ging om zijn voorkomen en het begrip rustâââg.

‘Ik was geen voetballer meer, maar een clowntje’

‘In het begin was het leuk, ludiek, mijn reactie op die opmerking kwam recht uit mijn hart. Ik vond het allemaal wel prima. Maar op een gegeven moment werd het een rage, niet normaal. Laat ik vooropstellen dat er veel ergere dingen zijn, want iedereen bedoelde het positief, maar ik kon niet meer normaal over straat. Als ik in een winkelcentrum liep, schreeuwden kleine jochies me na met “Rustâââg”, volwassen mannen in pak vroegen me ontelbaar vaak of ik het nog een keertje wilde uitspreken, noem maar op. Ik was geen voetballer meer, maar een clowntje. Een aapje dat een kunstje moest doen.’

Het dieptepunt, hoe onschuldig ook, beleefde Beugelsdijk op een middag in de Mediamarkt. ‘Een vrouw van zestig jaar kwam naar me toe. “Bent u die meneer van Den Haag die het woordje rustâââg altijd roept?”, vroeg ze. Ze kwam vervolgens met het verzoek of ik in de camera van haar telefoon nog maar eens rustâââg kon zeggen, en dat was dan bedoeld voor haar man Willem die even rustig moest doen. Even serieus, dit ging niet goed, hoor. Ik heb haar vriendelijk bedankt. Sorry, ik ben toch geen achterlijke broochem waar je een muntje in gooit en die dan een trucje doet?’

‘Echt, ik zweer je: zelfs in het donker weten mensen me te vinden’

Beugelsdijk ging zich niet anders gedragen, zocht ook gewoon de drukte op. ‘Daar voel ik me prettig bij, gezelligheid, mensen om me heen. Toen het echt een hype was en iedereen er maar over begon tegen me, heb ik nog geprobeerd de straat op te gaan met een petje op. Of met een zonnebril. Ik dacht: Mooi, even niet herkend worden. Wat denk je? Iedereen herkende me gewoon. Echt, ik zweer je: zelfs in het donker weten mensen me te vinden. Het zal wel aan die karakteristieke kop van me liggen, haha. Blijkbaar heb ik een hoofd dat je niet snel vergeet. Die zonnebril en dat petje heb ik dan ook maar weer in de kast gegooid.’

Rampjaar

De verdediger vertelt het allemaal bevlogen. Nog één keer, daarna hoopt hij dat er een dikke streep onder kan. ‘De grap is er nu wel vanaf, toch? Het hoorde bij vorig seizoen. Ik heb er nooit moeilijk over gedaan, maar voor mij is het nu afgesloten, klaar. Hopelijk benaderen mensen me weer als de voetballer Tommie.’

Dat ook díé reputatie een grillig karakter heeft, merkte de Hagenees eveneens. Bij Beugelsdijk ging het met de rustâââg-hype vaak over bijzaken, voor ADO gold dat afgelopen seizoen net zozeer. De Chinese beslommeringen, gecombineerd met de degradatieperikelen; ze hadden Den Haag en Beugelsdijk maandenlang in hun greep. ‘Oh, oh, wat een seizoen, man! Hou op’, vervolgt hij. ‘Maandenlang verloren we zó veel wedstrijden. Dan stond ik daar achterin, soms had ik het gevoel alsof ik op een snelweg stond, maar dan met eenrichtingsverkeer. En allemaal de verkeerde kant op, zeg maar. Ik werd er ook overal mee geconfronteerd. Als ik in de supermarkt kwam, of bij de kapper, overal ging het maar over ADO. “Wat zijn jullie aan het doen? Wanneer gaan jullie een keertje punten pakken?” Die vragen heb ik wel duizend keer gekregen. Tja, en wat zeg je dan?’

Populair bij de jeugd na ADO’s eerste oefenwedstrijd van het seizoen, tegen Lugdunum.

Populair bij de jeugd na ADO’s eerste oefenwedstrijd van het seizoen, tegen Lugdunum.

Het leed van ADO werd met de week groter, maar ternauwernood kwam de ommekeer. De nieuwe trainer Fons Groenendijk zette het team naar zijn hand. Met succes, maar zonderBeugelsdijk in de basis. ‘Twee duels gingen lekker, toen liep ik een schorsing op. Tijdens mijn afwezigheid won de ploeg twee keer. Dan gaat een trainer natuurlijk niet wisselen.’

Waar wisselspelers zichzelf al snel benadeeld voelen, daar liet Beugelsdijk een ander geluid horen. Hij bleef positief, zette zijn eigenbelang opzij en steunde iedereen om hem heen in de jacht op lijfsbehoud. Vanaf de kant en als invaller leefde hij intens mee. ‘Als voetballer van ADO met een degradatie de geschiedenisboeken in gaan, dat nooit! Het ging niet om mij, ik kon dat prima uitschakelen. ADO moest erin blijven en dat gebeurde met een mooie reeks. Ik nam de trainer dan ook helemaal niets kwalijk. Fons is gewoon een goeie vent, een prima trainer, met een duidelijke manier van werken. Geen gekkigheid. Ons contact werd ook niet minder toen ik even niet speelde. Ik trainde eindelijk weer lekker en ADO leefde op. Het is godzijdank goed afgelopen, maar dit seizoen wil ik het niet nóg een keer meemaken, dat gevecht tegen de laatste plaats. Dat vreet echt aan je.’

Toeren

De telefoon gaat. Het is Thomas Meissner. Ploeggenoot en inmiddels een goede vriend van Beugelsdijk. De harde Haagse schaterlach is hoorbaar, gevolgd door een mix van Nederlands en Duits. ‘Ik spreek nu beter Duits dan in mijn tijd bij FSV Frankfurt, gek toch?’, vervolgt Beugelsdijk, nadat hij heeft opgehangen. ‘Thomas is een mooie vent, we communiceren een beetje kriskras met beide talen door elkaar heen. Maar we begrijpen elkaar helemaal.’ De vriendschap resulteerde recent in een gezamenlijke vakantie op Curaçao. Samen met linksback Aaron Meijers genoten ze van elf dagen zomerreces op het Caraïbische eiland. ‘ADO is mijn cluppie, maar mochten ze op Curaçao een goed voetbalelftal hebben, dan houd ik me aanbevolen. Man, wat een eiland! Ik kom er nu al een paar jaar, maar dat leven daar... Zon, zee, strand, relaxte mensen. Genieten, echt genieten.’

Op het eiland was Beugelsdijk getuige van de Europa League-finale Ajax-Manchester United. ‘Op het strand van Mambo Beach hebben we die wedstrijd gezien. Tweehonderd man, grote schermen, bijna iedereen met een Ajax-shirt aan. Toen United scoorde, draaiden opvallend veel mensen mijn kant op. Niet dat er iets te zien viel, maar ze waren blijkbaar benieuwd of ik voor die Engelsen zou juichen. Nee joh, aan die gekkigheid doe ik niet mee. Ik was daar om lekker vakantie te vieren en dat hebben we gedaan.’

Terug in Nederland had Beugelsdijk nog een paar weken vrij. Zijn vakantiedrang was nog niet gestild en een volgend avontuur diende zich spontaan aan. ‘Kenneth is mijn beste maatje, al mijn hele leven een goede vriend. We zaten op een donderdag in de namiddag samen en wilden iets geks doen. Even gezelligheid opzoeken. Hij opperde de auto te pakken en gewoon te gaan toeren. Geen idee waarheen, gewoon rijden en kijken waar we uit zouden komen. Een paar uur later hadden we onze koffers gepakt en stapten we in de auto. Rijden, rijden, rijden. De hele nacht door. De teller stond op veertienhonderd kilometer, we kwamen uit in Spanje, Lloret de Mar. Wat een tocht!’

‘We wilden iets geks doen, even gezelligheid opzoeken. Rijden, rijden, rijden. De hele nacht door, we kwamen uit in Lloret de Mar’

In de Spaanse badplaats genoot Beugelsdijk met zijn goede vriend van een week plezier. ‘Lekker niets doen. Op het strand liggen, even de zee in, aan de bar hangen, maar vooral veel slap ouwehoeren. Daar is vakantie toch voor? Kan ik van genieten. Helemaal na zo’n slopend seizoen was ik daar echt aan toe. De batterij moest even helemaal worden opgeladen. Eenmaal terug in Nederland had ik nog twee weken vrij en toen is het vizier weer op het voetbal gegaan. Dat moest ook, want er staat heel wat te gebeuren.’

Geen genade

Opeens verandert de toon. Beugelsdijk kijkt er serieus bij. ‘Dit wordt míjn jaar. Daar moet alles voor wijken, alles. Ik ben topfit, maar nog lang niet tevreden. Ik let op mijn voeding, wil elke dag extra trainen. Met onze looptrainer John Nieuwenburg ben ik daar nu ook al gericht mee bezig. Hij gaat dit seizoen extra aan de slag met mij, dat moet ook. Geen negentig minuten, nee, ik moet honderd minuten kunnen knallen. Elke wedstrijd opnieuw. Het beest in mij moet weer tekeergaan.’

Het vuur staat in zijn ogen als hij zijn ambities uitspreekt. Beugelsdijk aast op sportieve wraak. ‘De Tommie van vorig seizoen is niet meer. Wat was mijn kracht altijd? De spits opvreten, hem het leven zuur maken, geen genade. Eenmaal in balbezit zo snel mogelijk die bal inleveren bij iemand van dezelfde kleur. En als het moet, dat ding gewoon de tribune in. Afgelopen seizoen was matig, ik was mezelf niet. Ik merkte het aan alles. Ik was te gezapig, was ook op het veld leuk en vriendelijk tegen iedereen. Dat kan niet, dan ben ik er niet goed mee bezig en word ik nonchalant.’

‘Spitsen vonden het vaak zo irritant om tegen mij te spelen, maar afgelopen seizoen leek iedereen wel mijn vriendje’

De verdediger zet zijn betoog kracht bij met een paar rake voorbeelden. ‘Voorheen hadden scheidsrechters zoiets van: Die Beugelsdijk, die schopper, moeten we in de gaten houden. Ze zaten heel kort op me. Maar afgelopen seizoen waren ze op het veld vooral met me aan het dollen, en ik dolde terug. Wat was het gezellig... Kan niet, slaat nergens op. Dat gold ook voor tegenstanders. Spitsen vonden het vaak zo irritant om tegen mij te spelen. Ze vonden me een dwaas, die negentig minuten hun schaduw was. Houden ze niet van. En ik was vaak heel agressief. Als ze op mijn tenen stonden, schold ik ze verrot. Maar het afgelopen seizoen leek iedereen wel mijn vriendje. Die Wout Weghorst van AZ. Ik kon zijn bloed wel drinken. Man, wat vond ik hem irritant op het veld. En hij mij ook. Dat leverde heerlijke duels op. Hard tegen hard, mannelijke gevechten. Afgelopen seizoen deed hij vriendelijk: “Tommie, hoe is het?”, zei hij aan het begin van de wedstrijd. Ik dacht nog: Leuke vent, prima. Maar dat is niet goed, dat werkt door in mijn spel. Op een negatieve manier, ik werd te gemakzuchtig.’

In duel met Wout Weghorst van AZ. ‘Man, wat vond ik hem irritant op het veld. En hij mij ook.’

In duel met Wout Weghorst van AZ. ‘Man, wat vond ik hem irritant op het veld. En hij mij ook.’

Hij heeft zijn doel duidelijk voor ogen. Van rustâââg mag geen sprake meer zijn. Niet meer op het veld, niet meer daarbuiten. ‘In het spelers-home na een wedstrijd ben ik gewoon weer de normale Tommie, dan hoef ik geen vijanden te hebben. Maar zodra ik mijn voetbalschoenen aan doe, gaat vanaf nu de knop weer om. De tegenstander moet het weer vervelend vinden om tegen mij te staan. Als ze op mijn tenen gaan staan, pak ik ze aan. Niet meer denken: Ach joh, die pik deed het niet expres. Andere spelers kunnen zich dat misschien veroorloven, ik niet. Als ik kwaad ben, ben ik op mijn best.’

De zomer heeft voor een grondig stukje zelfreflectie gezorgd. Jarenlang was er een groot contrast tussen de voetballer en de mens Beugelsdijk. Als mens was hij alom gewaardeerd, een sfeermaker die voor iedereen klaarstond. Dat wil hij nog steeds zijn, alleen wel met een betere balans. ‘ADO doet veel aan sociaal-maatschappelijke projecten. Begrijp me niet verkeerd, dat is geweldig, en daar doe ik graag aan mee. Alleen hoop ik soms dat de club mij kan beschermen. Ik zeg nou eenmaal overal ja tegen, pak alles aan, omdat ik mensen wil helpen. Op allerlei vlakken, maar dat gaat soms ten koste van mezelf. Volgens mij heb ik in mijn leven al vijfhonderd shirts van ADO weggegeven. Iedereen die ernaar vroeg, kreeg er eentje. Kan natuurlijk niet, want telkens moet ik er wel zelf zestig euro voor aftikken. Daar moet ik gewoon wat slimmer mee omgaan, zonder mezelf te veranderen. Ik hoop dat mensen hier begrip voor kunnen opbrengen.’

‘Spitsen slopen, uitschakelen die handel, daar gaat het om. De machine moet weer aan, op de hoogste stand’

Zijn knuffelgehalte buiten het veld verdween jarenlang zodra hij het gras onder zijn voeten had. Als voetballer was hij bovenal een ongeleid projectiel dat genoot van een bloktackle of keiharde persoonlijke duels. Die veelzijdigheid in zijn voorkomen moet komend seizoen terugkeren. ‘Ik kon nooit van mijn talent leven, in mijn hele leven was passie, overgave en hard werken de formule. En als ik iets wilde bereiken in het voetbal, dan bereikte ik het. Maar wel door hard te werken, elke dag opnieuw. Als ik in de spiegel kijk, heb ik dat afgelopen seizoen niet altijd even goed gedaan. Vaak onbewust, maar het gebeurde wel. Daar kan ik andere mensen de schuld van geven, maar dat slaat nergens op. Er is maar één persoon verantwoordelijk voor mijn carrière en dat ben ikzelf. Dus dat telt vanaf nu. De focus op voetbal, de rest is bijzaak. Geen poppenkast meer. Mijn eerste doel is weer die stabiele basisspeler te worden, op de manier die bij me past. Spitsen slopen, uitschakelen die handel, daar gaat het om. De machine moet weer aan, op de hoogste stand.’
0
Woensdag 16 augustus 2017 om 20:36 uur

Jacco

Even wat anders, ik word er schijtziek van dat we komend seizoen een halve competitie spelen tegen Manchester City.....

-einde bericht-
0
Donderdag 3 augustus 2017 om 19:21 uur

Jurriën

Voor 3,8 miljoen is dat wel minste wat je voor UVS Vansen kan doen. Investeren!

Manchester United gaat ook niet voor hun lol naar China. Maar voor geld.
0
Vrijdag 7 juli 2017 om 15:34 uur

Aad

Wizard schreef:

Ik bedoelde een tegenstander van niveau in ons stadion! Nu toe is het een aanfluiting die oefenpartijtjes!
Man wat kan het jouw schelen tegen wie ze oefenpotjes spelen. Nou dan komt bij voorbeeld Manchester United. Maar wel met een half 2e elftal voor rust en een heel 2e elftal erna.
Waarom? Omdat ze ADO Den Haag als tegenstander absoluut niet serieus nemen. Net zoals jij MVV en De Graafschap niet serieus neemt.

Oefenpotjes zeggen helemaal niets. Utrecht thuis is de graadmeter.
0
Vrijdag 7 juli 2017 om 13:34 uur

FC Den Haag!

VI:

Tom Beugelsdijk: `Het beest in mij moet weer tekeergaan`

5 juli 2017, 14:30 uur

Tom Beugelsdijk: `Het beest in mij moet weer tekeergaan`

Dit artikel krijg je gratis van ons omdat je een VI-account hebt. Veel plezier!

Freek Jansen
Door: Freek Jansen
• @FreekJansenVI

Na een seizoen waarin hij een hype werd en het voetbal vol teleurstelling zat, ging bij Tom Beugelsdijk (26) deze zomer de knop om. Het begrip rustâââg moet tot het verleden behoren, zowel op het veld als daarbuiten. ‘Dit wordt míjn jaar.’

Vanuit een skybox, hoog in het stadion, kijken ze naar de training van ADO Den Haag. Technisch manager Jeffrey van As, technisch adviseur Lex Schoenmaker senior en de scouts Lex Schoenmaker junior en Ger van Weelden. In Amsterdam zouden ze dit viertal het Technisch Hart noemen, in de Hofstad is het gewoon het voetbalgezicht van de club. Tijdens de ochtend-sessie volgt het kwartet alles nauwlettend, maar geregeld stoten de heren elkaar even aan om te polsen wie ook alweer wie is. Zó veel nieuwe gezichten lopen er op het veld rond. Niet van buitenaf, maar vanuit de eigen jeugd. Trainer Fons Groenendijk is niet te benijden. Hij zal het nooit hardop uitspreken, wetende dat hij het moet doen met wat hij voorhanden heeft, maar het is duidelijk dat deze selectie niet Eredivisiewaardig is. Spelers uit het beloftenteam zijn overgeheveld, zodat er een groot partij-spel elf-tegen-elf kan worden gespeeld. Het is de realiteit. Niet alleen bij ADO, maar bij meer Eredivisie-clubs. Wachten op buitenkansjes, totdat transfersommen zakken of transfervrije spelers een keuze maken. Tot die tijd is het puzzelen, waarbij in Den Haag ook nog eens de Chinese kwestie speelt.

Toch springt vanuit de groep ook vanochtend één speler in het oog. Met zijn kort geschoren kapsel, zijn olijke gelaat, voorzien van een bruin vakantiekleurtje. Spelers kunnen komen en gaan, Tom Beugelsdijk laat zijn humeur er niet door beïnvloeden. Niet meer. ‘Ik kan er toch niets aan veranderen’, zegt de centrale verdediger even later als hij in het restaurant uithijgt van de intensieve training. ‘Voorheen maakte ik mezelf nog weleens gek. ADO is mijn cluppie, waarom altijd maar weer die onrust? Maar weet je, ik ben een speler, geen manager, ik moet me op het voetbal richten. Bovendien moet ik het maar gewoon accepteren. Ik ben al mijn hele leven fan van deze club en in die 26 jaar is het nog nooit rustig geweest. En dat zal het ook wel nooit worden, prima.’

Tom Beugelsdijk heeft in augustus 2016 de uitwedstrijd tegen Excelsior beslist (1-2) en wordt omhelsd door Mike Havenaar en Ruben Schaken.

Tom Beugelsdijk heeft in augustus 2016 de uitwedstrijd tegen Excelsior beslist (1-2) en wordt omhelsd door Mike Havenaar en Ruben Schaken.

Tomaat

Beugelsdijk hijgt niet alleen uit, zijn hoofd is ook nog rood van alle inspanningen. Het doet onherroepelijk terugdenken aan het begin van vorig seizoen. De verdediger stond een journalist van TV West te woord voor de camera, in zijn karakteristieke stijl met een mix van plat Haags en bevlogen enthousiasme, waarna de verslaggever de opmerking maakte dat het hoofd van Beugelsdijk op een tomaat leek. De Hagenees maakte een dolletje en riep: ‘Rustâââg!’ Zonder dat hij er ook maar één tel rekening mee hield, was een nieuwe hype geboren. Het fragment kwam maandenlang veelvuldig op televisie voorbij, maar dat niet alleen. Van Groningen tot Maastricht, overal werd de kreet een begrip. Beugelsdijk wist niet wat hij meemaakte. Hij zag bedrukte T-shirts met zijn hoofd en de kreet voorbijkomen en werd overal aangeklampt. Dat hij voetballer was van ADO, werd voor veel mensen bijzaak, het ging om zijn voorkomen en het begrip rustâââg.

‘Ik was geen voetballer meer, maar een clowntje’

‘In het begin was het leuk, ludiek, mijn reactie op die opmerking kwam recht uit mijn hart. Ik vond het allemaal wel prima. Maar op een gegeven moment werd het een rage, niet normaal. Laat ik vooropstellen dat er veel ergere dingen zijn, want iedereen bedoelde het positief, maar ik kon niet meer normaal over straat. Als ik in een winkelcentrum liep, schreeuwden kleine jochies me na met “Rustâââg”, volwassen mannen in pak vroegen me ontelbaar vaak of ik het nog een keertje wilde uitspreken, noem maar op. Ik was geen voetballer meer, maar een clowntje. Een aapje dat een kunstje moest doen.’

Het dieptepunt, hoe onschuldig ook, beleefde Beugelsdijk op een middag in de Mediamarkt. ‘Een vrouw van zestig jaar kwam naar me toe. “Bent u die meneer van Den Haag die het woordje rustâââg altijd roept?”, vroeg ze. Ze kwam vervolgens met het verzoek of ik in de camera van haar telefoon nog maar eens rustâââg kon zeggen, en dat was dan bedoeld voor haar man Willem die even rustig moest doen. Even serieus, dit ging niet goed, hoor. Ik heb haar vriendelijk bedankt. Sorry, ik ben toch geen achterlijke broochem waar je een muntje in gooit en die dan een trucje doet?’

‘Echt, ik zweer je: zelfs in het donker weten mensen me te vinden’

Beugelsdijk ging zich niet anders gedragen, zocht ook gewoon de drukte op. ‘Daar voel ik me prettig bij, gezelligheid, mensen om me heen. Toen het echt een hype was en iedereen er maar over begon tegen me, heb ik nog geprobeerd de straat op te gaan met een petje op. Of met een zonnebril. Ik dacht: Mooi, even niet herkend worden. Wat denk je? Iedereen herkende me gewoon. Echt, ik zweer je: zelfs in het donker weten mensen me te vinden. Het zal wel aan die karakteristieke kop van me liggen, haha. Blijkbaar heb ik een hoofd dat je niet snel vergeet. Die zonnebril en dat petje heb ik dan ook maar weer in de kast gegooid.’

Rampjaar

De verdediger vertelt het allemaal bevlogen. Nog één keer, daarna hoopt hij dat er een dikke streep onder kan. ‘De grap is er nu wel vanaf, toch? Het hoorde bij vorig seizoen. Ik heb er nooit moeilijk over gedaan, maar voor mij is het nu afgesloten, klaar. Hopelijk benaderen mensen me weer als de voetballer Tommie.’

Dat ook díé reputatie een grillig karakter heeft, merkte de Hagenees eveneens. Bij Beugelsdijk ging het met de rustâââg-hype vaak over bijzaken, voor ADO gold dat afgelopen seizoen net zozeer. De Chinese beslommeringen, gecombineerd met de degradatieperikelen; ze hadden Den Haag en Beugelsdijk maandenlang in hun greep. ‘Oh, oh, wat een seizoen, man! Hou op’, vervolgt hij. ‘Maandenlang verloren we zó veel wedstrijden. Dan stond ik daar achterin, soms had ik het gevoel alsof ik op een snelweg stond, maar dan met eenrichtingsverkeer. En allemaal de verkeerde kant op, zeg maar. Ik werd er ook overal mee geconfronteerd. Als ik in de supermarkt kwam, of bij de kapper, overal ging het maar over ADO. “Wat zijn jullie aan het doen? Wanneer gaan jullie een keertje punten pakken?” Die vragen heb ik wel duizend keer gekregen. Tja, en wat zeg je dan?’

Populair bij de jeugd na ADO’s eerste oefenwedstrijd van het seizoen, tegen Lugdunum.

Populair bij de jeugd na ADO’s eerste oefenwedstrijd van het seizoen, tegen Lugdunum.

Het leed van ADO werd met de week groter, maar ternauwernood kwam de ommekeer. De nieuwe trainer Fons Groenendijk zette het team naar zijn hand. Met succes, maar zonderBeugelsdijk in de basis. ‘Twee duels gingen lekker, toen liep ik een schorsing op. Tijdens mijn afwezigheid won de ploeg twee keer. Dan gaat een trainer natuurlijk niet wisselen.’

Waar wisselspelers zichzelf al snel benadeeld voelen, daar liet Beugelsdijk een ander geluid horen. Hij bleef positief, zette zijn eigenbelang opzij en steunde iedereen om hem heen in de jacht op lijfsbehoud. Vanaf de kant en als invaller leefde hij intens mee. ‘Als voetballer van ADO met een degradatie de geschiedenisboeken in gaan, dat nooit! Het ging niet om mij, ik kon dat prima uitschakelen. ADO moest erin blijven en dat gebeurde met een mooie reeks. Ik nam de trainer dan ook helemaal niets kwalijk. Fons is gewoon een goeie vent, een prima trainer, met een duidelijke manier van werken. Geen gekkigheid. Ons contact werd ook niet minder toen ik even niet speelde. Ik trainde eindelijk weer lekker en ADO leefde op. Het is godzijdank goed afgelopen, maar dit seizoen wil ik het niet nóg een keer meemaken, dat gevecht tegen de laatste plaats. Dat vreet echt aan je.’

Toeren

De telefoon gaat. Het is Thomas Meissner. Ploeggenoot en inmiddels een goede vriend van Beugelsdijk. De harde Haagse schaterlach is hoorbaar, gevolgd door een mix van Nederlands en Duits. ‘Ik spreek nu beter Duits dan in mijn tijd bij FSV Frankfurt, gek toch?’, vervolgt Beugelsdijk, nadat hij heeft opgehangen. ‘Thomas is een mooie vent, we communiceren een beetje kriskras met beide talen door elkaar heen. Maar we begrijpen elkaar helemaal.’ De vriendschap resulteerde recent in een gezamenlijke vakantie op Curaçao. Samen met linksback Aaron Meijers genoten ze van elf dagen zomerreces op het Caraïbische eiland. ‘ADO is mijn cluppie, maar mochten ze op Curaçao een goed voetbalelftal hebben, dan houd ik me aanbevolen. Man, wat een eiland! Ik kom er nu al een paar jaar, maar dat leven daar... Zon, zee, strand, relaxte mensen. Genieten, echt genieten.’

Op het eiland was Beugelsdijk getuige van de Europa League-finale Ajax-Manchester United. ‘Op het strand van Mambo Beach hebben we die wedstrijd gezien. Tweehonderd man, grote schermen, bijna iedereen met een Ajax-shirt aan. Toen United scoorde, draaiden opvallend veel mensen mijn kant op. Niet dat er iets te zien viel, maar ze waren blijkbaar benieuwd of ik voor die Engelsen zou juichen. Nee joh, aan die gekkigheid doe ik niet mee. Ik was daar om lekker vakantie te vieren en dat hebben we gedaan.’

Terug in Nederland had Beugelsdijk nog een paar weken vrij. Zijn vakantiedrang was nog niet gestild en een volgend avontuur diende zich spontaan aan. ‘Kenneth is mijn beste maatje, al mijn hele leven een goede vriend. We zaten op een donderdag in de namiddag samen en wilden iets geks doen. Even gezelligheid opzoeken. Hij opperde de auto te pakken en gewoon te gaan toeren. Geen idee waarheen, gewoon rijden en kijken waar we uit zouden komen. Een paar uur later hadden we onze koffers gepakt en stapten we in de auto. Rijden, rijden, rijden. De hele nacht door. De teller stond op veertienhonderd kilometer, we kwamen uit in Spanje, Lloret de Mar. Wat een tocht!’

‘We wilden iets geks doen, even gezelligheid opzoeken. Rijden, rijden, rijden. De hele nacht door, we kwamen uit in Lloret de Mar’

In de Spaanse badplaats genoot Beugelsdijk met zijn goede vriend van een week plezier. ‘Lekker niets doen. Op het strand liggen, even de zee in, aan de bar hangen, maar vooral veel slap ouwehoeren. Daar is vakantie toch voor? Kan ik van genieten. Helemaal na zo’n slopend seizoen was ik daar echt aan toe. De batterij moest even helemaal worden opgeladen. Eenmaal terug in Nederland had ik nog twee weken vrij en toen is het vizier weer op het voetbal gegaan. Dat moest ook, want er staat heel wat te gebeuren.’

Geen genade

Opeens verandert de toon. Beugelsdijk kijkt er serieus bij. ‘Dit wordt míjn jaar. Daar moet alles voor wijken, alles. Ik ben topfit, maar nog lang niet tevreden. Ik let op mijn voeding, wil elke dag extra trainen. Met onze looptrainer John Nieuwenburg ben ik daar nu ook al gericht mee bezig. Hij gaat dit seizoen extra aan de slag met mij, dat moet ook. Geen negentig minuten, nee, ik moet honderd minuten kunnen knallen. Elke wedstrijd opnieuw. Het beest in mij moet weer tekeergaan.’

Het vuur staat in zijn ogen als hij zijn ambities uitspreekt. Beugelsdijk aast op sportieve wraak. ‘De Tommie van vorig seizoen is niet meer. Wat was mijn kracht altijd? De spits opvreten, hem het leven zuur maken, geen genade. Eenmaal in balbezit zo snel mogelijk die bal inleveren bij iemand van dezelfde kleur. En als het moet, dat ding gewoon de tribune in. Afgelopen seizoen was matig, ik was mezelf niet. Ik merkte het aan alles. Ik was te gezapig, was ook op het veld leuk en vriendelijk tegen iedereen. Dat kan niet, dan ben ik er niet goed mee bezig en word ik nonchalant.’

‘Spitsen vonden het vaak zo irritant om tegen mij te spelen, maar afgelopen seizoen leek iedereen wel mijn vriendje’

De verdediger zet zijn betoog kracht bij met een paar rake voorbeelden. ‘Voorheen hadden scheidsrechters zoiets van: Die Beugelsdijk, die schopper, moeten we in de gaten houden. Ze zaten heel kort op me. Maar afgelopen seizoen waren ze op het veld vooral met me aan het dollen, en ik dolde terug. Wat was het gezellig... Kan niet, slaat nergens op. Dat gold ook voor tegenstanders. Spitsen vonden het vaak zo irritant om tegen mij te spelen. Ze vonden me een dwaas, die negentig minuten hun schaduw was. Houden ze niet van. En ik was vaak heel agressief. Als ze op mijn tenen stonden, schold ik ze verrot. Maar het afgelopen seizoen leek iedereen wel mijn vriendje. Die Wout Weghorst van AZ. Ik kon zijn bloed wel drinken. Man, wat vond ik hem irritant op het veld. En hij mij ook. Dat leverde heerlijke duels op. Hard tegen hard, mannelijke gevechten. Afgelopen seizoen deed hij vriendelijk: “Tommie, hoe is het?”, zei hij aan het begin van de wedstrijd. Ik dacht nog: Leuke vent, prima. Maar dat is niet goed, dat werkt door in mijn spel. Op een negatieve manier, ik werd te gemakzuchtig.’

In duel met Wout Weghorst van AZ. ‘Man, wat vond ik hem irritant op het veld. En hij mij ook.’

In duel met Wout Weghorst van AZ. ‘Man, wat vond ik hem irritant op het veld. En hij mij ook.’

Hij heeft zijn doel duidelijk voor ogen. Van rustâââg mag geen sprake meer zijn. Niet meer op het veld, niet meer daarbuiten. ‘In het spelers-home na een wedstrijd ben ik gewoon weer de normale Tommie, dan hoef ik geen vijanden te hebben. Maar zodra ik mijn voetbalschoenen aan doe, gaat vanaf nu de knop weer om. De tegenstander moet het weer vervelend vinden om tegen mij te staan. Als ze op mijn tenen gaan staan, pak ik ze aan. Niet meer denken: Ach joh, die pik deed het niet expres. Andere spelers kunnen zich dat misschien veroorloven, ik niet. Als ik kwaad ben, ben ik op mijn best.’

De zomer heeft voor een grondig stukje zelfreflectie gezorgd. Jarenlang was er een groot contrast tussen de voetballer en de mens Beugelsdijk. Als mens was hij alom gewaardeerd, een sfeermaker die voor iedereen klaarstond. Dat wil hij nog steeds zijn, alleen wel met een betere balans. ‘ADO doet veel aan sociaal-maatschappelijke projecten. Begrijp me niet verkeerd, dat is geweldig, en daar doe ik graag aan mee. Alleen hoop ik soms dat de club mij kan beschermen. Ik zeg nou eenmaal overal ja tegen, pak alles aan, omdat ik mensen wil helpen. Op allerlei vlakken, maar dat gaat soms ten koste van mezelf. Volgens mij heb ik in mijn leven al vijfhonderd shirts van ADO weggegeven. Iedereen die ernaar vroeg, kreeg er eentje. Kan natuurlijk niet, want telkens moet ik er wel zelf zestig euro voor aftikken. Daar moet ik gewoon wat slimmer mee omgaan, zonder mezelf te veranderen. Ik hoop dat mensen hier begrip voor kunnen opbrengen.’

‘Spitsen slopen, uitschakelen die handel, daar gaat het om. De machine moet weer aan, op de hoogste stand’

Zijn knuffelgehalte buiten het veld verdween jarenlang zodra hij het gras onder zijn voeten had. Als voetballer was hij bovenal een ongeleid projectiel dat genoot van een bloktackle of keiharde persoonlijke duels. Die veelzijdigheid in zijn voorkomen moet komend seizoen terugkeren. ‘Ik kon nooit van mijn talent leven, in mijn hele leven was passie, overgave en hard werken de formule. En als ik iets wilde bereiken in het voetbal, dan bereikte ik het. Maar wel door hard te werken, elke dag opnieuw. Als ik in de spiegel kijk, heb ik dat afgelopen seizoen niet altijd even goed gedaan. Vaak onbewust, maar het gebeurde wel. Daar kan ik andere mensen de schuld van geven, maar dat slaat nergens op. Er is maar één persoon verantwoordelijk voor mijn carrière en dat ben ikzelf. Dus dat telt vanaf nu. De focus op voetbal, de rest is bijzaak. Geen poppenkast meer. Mijn eerste doel is weer die stabiele basisspeler te worden, op de manier die bij me past. Spitsen slopen, uitschakelen die handel, daar gaat het om. De machine moet weer aan, op de hoogste stand.’
0
Woensdag 5 juli 2017 om 14:52 uur

Advertentie

jamesjones

grijze gek schreef:

Dat gaat een heet avondje NAC worden deze competitie, ze hebben al de 5e huurling binnen van MAN CITY
Manchester City heeft zoveel spelers dat het maar de vraag is wat de kwaliteit van die spelers is. Als City-naam erbij staat is het toch niet vanzelfspreken zo dat je een topper binnenhaalt. Kan goed aflopen bij Twente zoals die Unal.
Maar er is vast ook veel brandhout.
0
Dinsdag 4 juli 2017 om 15:03 uur

Kees

Volgens mij is het de persvoorlichter van Telstar maar die man is iedere keer weer briljant.


http://nos.nl/artikel/2177395-manchester-united-laat-geblesseerde-ibrahimovic-gaan.html
0
Vrijdag 9 juni 2017 om 18:32 uur

ADODENHAAG

Manchester United, gefeliciteerd!
0
Woensdag 24 mei 2017 om 22:34 uur

ADODENHAAG

Moeten wij Manchester United nu ook feliciteren of is dat niet volgens het ethische geldende Nederlandse moraal?
0
Woensdag 24 mei 2017 om 22:29 uur

Dennis72

DHFC070 schreef:

Waarom MOET men in China met plannen komen om Den Haag verder te brengen? Ik heb werkelijk geen flauw idee waar deze stelling bij veel supporters vandaan komt? Het plan vanuit China is toch duidelijk namelijk zelf de broek ophouden!

100% eens met de shout van Pajam waarin hij de basis schetst voor het opstellen van een gezonde, niet opportunistische en bovenal realistische begroting.
Het hoeft geen hogere wiskunde te zijn maar rust en continuiteit is daarvoor wel een vereiste.
Waarom koop je een club ?

Om niks te doen ?

Daarom snappen supporters het niet
Ik vergelijk ons niet met chelsea PSG of manchester C, maar iedereen had zeker stappen vooruit verwacht ipv achteruit
0
Donderdag 27 april 2017 om 12:34 uur

Nu online

LeoH, wiegah070, James, kojak1 en 220 gasten.

Zoek in shoutbox

Naam:
Tekst:
Vanaf datum: Verwijder datum Kies een datum
Tot en met datum: Verwijder datum Kies een datum

Kies een pagina

Vorige pagina
Pagina 16
Volgende pagina

Spelersklassement

De top3:
Kilian Nikiema Juho Kilo Matteo Waem

Laatste wedstrijd

Logo Helmond Sport Logo ADO Den Haag
2-1
25 november 2024

Volgende wedstrijd

Logo ADO Den Haag Logo FC Emmen
29 november 2024 om 20:00 uur
Bingoal Stadion

Advertentie

Keuken Kampioen Divisie

1 Excelsior 16 - 33
2 FC Volendam 16 - 32
3 FC Emmen 16 - 30
4 Helmond Sp. 16 - 30
5 Graafschap 16 - 29
6 Den Bosch + 16 - 28
7 FC Dordrecht 16 - 26
8 Roda JC 16 - 26
9 SC Cambuur 16 - 25
10 ADO Den Haag 16 - 22
11 Telstar 16 - 22
12 FC Eindhoven 16 - 19
13 Jong AZ 16 - 18
14 Jong PSV 16 - 17
15 TOP Oss 16 - 17
16 MVV Maastr. 16 - 16
17 Jong Ajax 16 - 15
18 VVV-Venlo 16 - 11
19 Jong Utrecht 16 - 9
20 Vitesse -6 16 - 6