Club Achter de Duinen

Advertentie

Volg Cadd op X

Volg Cadd op X

Voorspellingen-ranking

Voorspellingen-ranking

ADO-statistieken

ADO-statistieken

Inloggen

Naam / e-mail:
Wachtwoord:

Welkom in de shoutbox, gast

Tag: moest

Kies een pagina

Vorige pagina
Pagina 178
Volgende pagina

marcellino

Stef1 schreef:

O ja? Maar Vraag aan een kind hoe het denkt dat een tovenaar eruit ziet en er zullen er dan zijn die zeggen: hij lijkt op Harry Potter en hij heeft een toverstaf. Een ander zal zeggen dat het een magere oude man is, met lang slordig grijs haar en een vieze dunne baard en hij draagt natuurlijk een puntmuts en een lange jas met zilveren sterren er op. Deze tovenaar woont in een armoedig huisje in een bos en kinderen zijn bang van hem; dus voor hen is een tovenaar oud en mager, en niet zo verzorgd.

Meneer Smit ziet er helemaal niet zo uit. Hij woont in een gewoon huis in een gewone straat. Er is ook een mevrouw Smit en een dochter die Judith heet. Meneer Smit is handelsreiziger en iedere dag zien zijn buren hem zijn waren in zijn auto leggen. Hij zegt gedag tegen mevrouw Smit bij de voordeur en vertrekt.

Meneer Smit is een lange man en, hoewel hij niet een dikke man is, heeft hij wel een dikke buik die schudt wanneer hij lacht. Hij heeft kort bruin haar met wat grijs boven zijn oren en draagt een bril. Hij is echt een vrolijke man en alle buren mogen hem graag want hij wil ze altijd wel helpen.

Hij is een goede verkoper en ook zijn klanten vinden hem aardig, sommigen meer dan anderen, want soms zal een winkelier denken: ik heb veel meer gekocht dan de bedoeling was, een ander denkt: verdikkeme, waarom heb ik alleen die rode spullen gekocht ...

In de dagen voor 5 december trekt meneer Smit een Sinterklaaspak aan. Hij ziet er dan uit als de echte Sint. Hij zit in een grote stoel in een hoek van een winkelcentrum in de stad, waar de winkeliers een plaats voor hem hebben versierd met grote en kleine pakjes en zwartepietenpoppen. Alle kinderen vinden het geweldig leuk om naar de Sint te komen en in zijn oor te fluisteren wat ze dit jaar van Sinterklaas zouden willen krijgen. Alleen wanneer ze vragen om een jong hondje of een katje, of een ander levend dier, dan zegt de Sint "nee". Ze mogen dan hun één na liefste wens fluisteren en Sinterklaas lacht dan zijn warme bulderende lach en, geloof het of niet, dat cadeau is was het kind op 5 december zal krijgen.


Meneer Smit was natuurlijk niet altijd een heel goede tovenaar. Ook hij heeft moeten leren om het juiste tevoorschijn te halen of te laten gebeuren. Hij wist dat hij kon toveren toen hij bijna 8 jaar oud was. Meneer Smit, die toen nog Jonnie genoemd werd, hield helemaal niet van honden. Hij zat op het trapje voor het huis toen de hond van de buren in hun tuin kwam en er een grote hoop op het gras poepte. Jonnie dacht: ik wou dat die buren een kat hadden zeg; hij voelde zijn rechter ooglid trillen en knipperde twee keer.. en nee, het werd geen kat, het werd een geit. Hij rende naar binnen. Moederrr! Zij wist nu ook meteen dat Jonnie de Smit-gave had. Wat was eerst, vroeg ze. Een hond mam, die van de buren. Moeder knipperde twee keer en de hond van de buren racete naar huis.

Zo begon de opleiding van Jonnie. Wanneer ze niet op kermissen stonden dan werd er thuis geoefend. Of dat toen meteen goed ging? Helaas niet. Er ging heel wat stuk in huize Smit. Dingen van de ene plek naar de andere toveren bij voorbeeld: het kopje thee van het aanrecht op tafel Jonnie. Het was jammer dat de thee nogal warm was, en dat Jonnie een schone broek moest aantrekken. Het kapotte kopje werd gevolgd door borden, vazen, bloempotten. Je moet je concentreren jongen! Denk alleen aan wat je moet doen. Tovenaarsleerlingen beginnen bij het begin, net als alle leerlingen.

Ieder jaar leerde hij meer. Hij kon nu niet alleen dingen verplaatsen, maar begon ook te leren mensen te helpen. Dat deed hij erg graag. Toch kwam daar ook wel eens narigheid van. Met zijn vader naar een voetbalwedstrijd en hun thuisclub speelde zo ontzettend slecht. Tja, toen kwam die bal opeens op de schoen van de spits en Jonnie wenste zo graag dat er een goaltje zou komen ... hij knipperde twee keer en goal!!! Iedereen juichte, behalve zijn vader. Wat jij deed was niet sportief jonge man! Je mag de gave niet gebruiken om iemand voordeel boven een ander te geven.

Nog meer lessen moeten worden geleerd. Niet met de natuur rommelen Jon. Hij was bijna 14 en het was een lange hete zomer. Iedereen en alles lag zo`n beetje op apegapen. Jon zag het gele gras, de mensen die puften en zweetten, hoe de koeien vochten om een plekje schaduw in de weiden. Al zoveel weken heet en geen drupje regen, ik wou dat het eens lekker ging plenzen. Hij knipperde twee keer en de lucht werd donker grijs, een stortbui, bliksem en donder. Hij schrok er zelf geweldig van. Gelukkig waren zowel zijn vader als zijn moeder thuis, en die samen hadden er nog een hele klus aan om de natuur weer hersteld te krijgen.

Om mensen goed te kunnen helpen moest Jon eerst 18 jaar oud worden. Hij was op de kermis in de tent van zijn vader. De flap was open en buiten stond een man. Hij aarzelde om binnen te komen. Jon keek aandachtig naar hem en zei tegen zijn vader: die daar heeft veel zorgen. Hij heeft een kind in het ziekenhuis. Zo was het, en zo was Jon geen leerling meer.


Meneer Smit houdt niet van klusjes opknappen. Wanneer mevrouw Smit hem vraagt het gras te maaien, dan trekt hij een zuur gezicht. Dan trekt mevrouw Smit een boos gezicht en .. tja .. dan wil hij het wel doen en sloft naar de schuur. Hij zit dan op het bankje tussen de struiken, knippert twee keer met zijn rechter oog en het gras is gemaaid. Terug in het huis vraagt hij mevrouw Smit om een kopje thee. Ze moppert op hem: Jon, het is de bedoeling dat je de grasmaaier neemt. Je moet meer bewegen, je moet niet knipperen! De lach van meneer Smit buldert: wees niet boos lieverd, zal ik vanavond voor het avondeten zorgen? Mevrouw Smit snuift: nee dank je, niet nog meer hocus pocus vandaag. We eten stamppot vanavond.

De eerste keer dat meneer Smit mevrouw Smit ontmoette, was op een kermis. Hij zat daar in een tent die versierd was met sterren en manen, en met een bord, waarop stond: "Hier vindt u wat u verloren hebt". In de tent een jonge meneer Smit. Zijn haar was wel een beetje lang, maar een puntmust droeg hij niet en had ook geen baard. Op een kleine tafel voor hem stond een grote glazen bol. Niet dat meneer Smit die bol nodig had, maar zijn klanten verwachtten het nu eenmaal, dus ....

De hele dag kwamen mensen hem bezoeken, vrouwen oud en jong, mannen van alle leeftijden en moeders met kinderen. Ze hadden veel vragen voor hem, maar lang niet alleen over dingen die ze kwijt waren. Meneer Smit had dan ook niet verwacht dat hij alleen maar dingen zou moeten terugvinden die de mensen hadden verloren, of gewoon kwijt waren -- een armband, een stuk speelgoed, een hondje. Veel dingen kan je verliezen zoals, bij voorbeeld, je werk.

De man die bij meneer Smit kwam was niet oud, maar ook niet meer zo jong meer. Hij was zenuwachtig toen hij op een van de stoelen voor het tafeltje ging zitten. Ik ben iets kwijt, en ik weet niet wat ik moet doen, zei de man. Meneer Smit knipperde: u bent uw werk kwijt, zei hij. De man knikte. Ik was altijd een goede werker en ik heb jarenlang erg hard gewerkt. Mijn firma heeft een machine gekocht die nu mijn werk doet, sneller dan ik ooit zal kunnen. Wat moet ik nu doen?
Meneer Smits rechter oog knipperde twee keer, en hij zei: ga morgen ochtend naar uw firma, ga niet al te vroeg. Die manvervangende machine zal vannacht stuk gaan en zal niet meer gemaakt kunnen worden. U zult uw werk terugkrijgen.
De volgende avond kwam de man terug naar de kermis om meneer Smit te bedanken. U bent een echte tovenaar, zei hij, en meneer Smit glimlachte.

Een moeder en een kleine jongen kwamen de tent binnen. De jongen zag er erg verdrietig uit en meneer Smit kon zien dat het kind die dag veel gehuild had.
Je hebt iets verloren wat erg belangrijk voor je was. Niet vandaag, niet gisteren, maar vorige week al. Je bent al dagenlang verdrietig, zei meneer Smit.
Er kwamen alweer tranen.
Je hebt je beste vriend verloren, zei meneer Smit. Maar weet je niet dat overal op de wereld mensen zijn die een beste vriend willen hebben? Jouw vriend is met zijn ouders naar het buitenland verhuisd. Hij zal zich altijd herinneren dat jullie beste vrienden waren, zoals jij hem ook zo zal blijven herinneren.
Meneer Smit glimlachte en zijn rechter oog knipperde twee keer. Voor het einde van deze week zal je een jongen van jouw leeftijd leren kennen. Hij zal jouw nieuwe beste vriend worden.

Gedurende die dag vond meneer Smit verdwaalde hondjes, een weggelopen kat, maakte een konijn weer gezond, en hij verveelde zich heel erg. Halverwege de middag ging de flap van de tent open en de ogen van meneer Smit werden rond als stuiters. Er was een beeldschone jonge vrouw binnengekomen. Zo`n prachtige vrouw had hij nog nooit gezien. Hij had even geen idee waarvoor ze kwam, hij was in de war van al dat moois en kon zich even niet concentreren.

Hij knipperde en knipperde met beide ogen tegelijk. Ze droeg een korenbloemblauwe jurk, precies de kleur van haar ogen. Ze hield een grote handtas stevig tegen zich aan.
Meneer Smit kuchte: uhh .. gaat u zitten alstublieft. Hij kon niet ophouden met knipperen. K-k-kan ik u h-h-helpen? Oh arme man.,.

De blauwe ogen vulden zich met tranen.
Ik heb iets verloren dat heel veel voor mij betekende. Hij was van mijn oma, ik heb die ring altijd gedragen. Ik moet hem gisteren verloren hebben, zei ze zachtjes. Ze hield nog altijd die enorme handtas tegen haar borst gedrukt.
Jemig, wat een enorm grote tas om altijd mee te sjouwen, dacht menneer Smit, maar hij zei niets. Toen knipperde zijn oog twee keer, en hij zei: maar u bent hem niet verloren, die ring zit in uw tas.
Het meisje schudde haar hoofd: nee, ik heb er alles al twee keer uitgehaald en hij zit er echt niet in ...

Meneer Smit nam de grote glazen bol van het tafeltje. Oké zei hij, laten we er samen dan nog eens in kijken. Er kwamen zo veel spullen uit de tas dat spoedig het tafeltje helemaal vol lag. Meneer Smit had geen idee dat jonge dames al die dingen altijd met zich mee willen dragen. Eindelijk was de tas leeg en ze hield hem ondersteboven. Ziet u wel, hij zit er niet in, zei ze. Een traan rolde over een roze wang.
Meneer Smit zag het en knipperde twee keer. Hij zei: juffrouw, er zit een kleine scheur in de voering van uw tas, bij de bodem, kijk daar eens.
En ja, daar was de ring met een blauwe steen, bijna net zo blauw als de kleur van haar glanzende ogen.

Nadat alles weer in de tas was teruggestopt en ze nog even hadden gepraat, werd besloten dat een kop thee precies was waar ze behoefte aan hadden op dit uur van de dag. Op de tent werd het bordje "open" omgedraaid.

Wat een mooie dag, vindt u niet juffrouw .... juffrouw...?
Ik heet Smit, zei ze, Mary Smit.
Meneer Smit verslikte zich bijna in een mondvol thee. Smit? Oh jeetje, ik heet ook Smit. Jonathan Smit, men noemt me Jon.
Tijdens een tweede en derde kopje thee praatten ze. Mary werkte in een boekwinkel en woonde alleen; ze hield van het platteland en van honden. Ze was 23 jaar oud.
Jon vertelde haar over zijn ouders die hetzelfde werk als hij hadden gedaan. Ze waren er erg goed in, zei hij. Ze werkten veel jaren op de kermis en trokken van de ene stad naar de andere.
De kermis gaat over 2 dagen weg, ga jij dan ook weg?
Ik weet het niet zeker, zei Jon. Ik ben nu 27 jaar oud en al hou ik van mijn werk, ik krijg een enorme hekel aan het altijd naar op reis zijn. Ik wil een plek waar ik kan blijven, en ik wil een baan. Wat ik het liefste wil is een normaal leven.
Er werd besloten dat ze die avond samen zouden gaan eten.

Tijdens het etentje leek Mary een beetje afwezig. Jon, zei ze, er is iets dat ik je wil vragen, maar ik ben bang om je te beledigen. Jon begreep heel goed wat het was dat Mary wilde weten. Zo veel mensen dachten dat alle kermiswaarzeggers gewoon nep waren, zoals die zogenaamde zigeunerin die zegt dat ze jouw toekomst uit de palm van je hand kan lezen.
Ik weet wat je wilt vragen Mary, zei Jon, ik zeg het nooit tegen de mensen, maar ik wil het jou wel vertellen. Ik kom van een lange lijn van tovenaars, eigenlijk al eeuwen lang. Iedere Smit generatie had een tovenaar, soms een zoon, soms een dochter. Zowel mijn vader als mijn moeder waren tovenaars, ze waren neef en nicht. Zij en ook ik kunnen dingen laten gebeuren.
Zoals het vinden van mijn oma`s ring, zei Mary.
Nee liefje, zei Jon, die ring had je echt verloren. Weet je nog dat je een zak afval in de container stopte en dat die al zo vol was dat je die zak er met moeite in kon krijgen? Mary knikte. Wel, toen is die ring van je vinger gegleden. Mijn toverkracht heeft hem vanmiddag in je handtas terug gestopt.


Laten we de klok eens een stukje vooruit zetten.
De kermis vertrok en Jon bleef achter. Hij vond werk als verkoper, kocht een huis en hij trouwde met Mary.
Twee jaar later kregen ze een dochter die ze Judith noemden.

Toen meneer en mevrouw Smit zich verloofden, zei mevrouw Smit: wel Jon, je hebt nu werk en een normaal leven, zoals je dat wilde, dus van nu af geen hocus pocus meer. Meneer Smit was het ermee eens, maar ... hoe kan een tovenaar niet toveren? Nadat Judith was geboren en mevrouw Smit het elke dag zo druk had, kon het gebeuren dat er geen warm eten was wanneer meneer Smit moe en hongerig thuis kwam. Hij zei dan: lieverd laat me je helpen, en mevrouw Smit was daar dan maar al te blij mee. Twee keer knipperen en er stond een heerlijk gerecht op tafel; twee keer knipperen en de afwas was gedaan. Dus, ja, zo nu en dan was er dan toch een beetje hocus pocus.

Mevrouw Smit vroeg eens: Jon, zal je altijd toverkracht houden?
Wel .. nee, antwoordde meneer Smit, dat is nu iets wat ook de generaties voor mij nooit hebben kunnen begrijpen. Tegen de tijd dat mijn voorouders tussen de 45 en 50 jaar waren was het verdwenen. Ze konden niet meer toveren al deden ze nog zo hun best.
Bij zichzelf dacht mevrouw Smit: Jon is nu 46 jaar oud. Het zou wel prettig zijn om een man te hebben die niet kan toveren, want hij gaat klusjes te graag uit de weg. Ik hoop dat hij spoedig de kracht zal verliezen en eens ophoudt een luie man te zijn.

Judith was een slim jong meisje. Al lang, en haar ogen waren groen. Zowel meneer als mevrouw Smit vroegen zich af of zij de toverkracht had geërfd. Maar, jaren gingen voorbij zonder dat men er ook maar iets van merkte. Ze ging naar school, naar de middelbare school en eens zou ze naar de universiteit gaan, Nooit leek het er op dat ze haar huiswerk en opdrachten `als bij toverslag` had gemaakt. Mevrouw Smit was er erg
blij om, maar meneer Smit vond het diep in zijn hart wel jammer; zo veel generaties en hij zou de laatste zijn ...

Wist Judith dat haar vader dingen kon laten gebeuren? Oh zeker wel, maar ze dacht er verder niet bij na; zo was haar vader nu eenmaal en dat vond ze prima.

Seizoenen gingen voorbij, een jaar volgde een jaar. Meneer Smit was nu 51 jaar oud en ook rond Sinterklaas had hij zijn pak weer gedragen. Het was Oudejaarsavond. De Smitjes zaten gezellig bij de open haard op het nieuwe jaar te wachten. Ze spraken over het jaar dat nu bijna voorbij was, en over wat het nieuwe jaar zou kunnen brengen. Mevrouw Smit zei hoopvol: Jon, ik hoop dat je in het nieuwe jaar je kracht zult verliezen, je bent al ouder dan alle anderen waren.
Ja lieverd, antwoordde meneer Smit, het wordt steeds moeilijker voor mij om te toveren, mijn knipperoog is moe. Ik had echt gehoopt dat ik dit jaar mijn toverkracht zou hebben verloren.

Judith had geluisterd. Pap, jij vond altijd wat men kwijt was. Herinner je jouw bord op de kermis? Nu wil je iets verliezen en het nooit meer vinden? Ja schat, zei meneer Smit, dat is wat ik graag zou willen.
Vlak voordat de klok middernacht zou slaan zei Judith: lieve Papa, kijk me aan. Hij keek, en Judith knipperde, twee keer.

Oh zeker, het nieuwe jaar kwam met een harde knal. Buiten maakten de voetzoekers een enorme herrie en de vuurpijlen ontploften in de nacht in kleurige sterrenregens en harde knallen. In Huize Smit leek het ook alsof er een bom was ontploft. Meneer Smit stond half uit zijn stoel op, terwijl mevrouw Smit haar handen voor haar gezicht had geslagen en zachtjes kreunde. Judith bekeek hen met een glimlach.
Maar .. maar kind, we hadden werkelijk geen idee dat jij de toverkracht had geërfd, zei haar vader. Mevrouw Smit fluisterde: oh nee, niet ook mijn dochter ...

Judith lachte naar haar ouders. Ik begrijp dat jullie verbaasd zijn lieverds. Ja, ik heb de kracht van de Smit familie geërfd, maar toen ik nog heel jong was besloot ik het niet te gebruiken, nergens voor eigenlijk. Papa, ik heb het nu voor de eerste keer gebruikt. Ik heb jouw toverkracht weggenomen omdat dat je liefste wens was. En mama, ik zal het ook niet meer gebruiken dan alleen voor het beroep dat ik gekozen heb.

Haar ouders gingen weer rustig zitten, al zag mevrouw Smit nog een beetje bleek. Meneer Smit glunderde.
Je gekozen beroep?? Het klonk als uit één mond.
Ja, knikte Judith, ik heb besloten dat ik de Smit-kracht zal gebruiken om zieke mensen te helpen; om mensen die zichzelf verloren hebben te helpen zichzelf weer terug te vinden.

De volgende knal was van de kurk van de champagnefles die het plafond raakte..


In een gewoon huis in een gewone straat leeft een gewone familie, de familie Smit. Meneer Smit werkt als handelsreiziger en is goed in wat hij doet. Vroeger verkocht hij wel meer dan tegenwoordig, maar zijn klanten vinden hem aardig, Vroeger speelde hij voor Sinterklaas in het winkelcentrum. Hij had toen nog een dikke buik die schudde wanneer hij lachte. Die buik is nu niet meer zo dik, maar zijn lach buldert nog steeds. Meneer Smit doet allerlei klusjes in en rond het huis. Hij duwt de grasmaaier, wiedt, en schildert de schuur en, terwijl hij zo bezig is, bekijkt mevrouw Smit hem door het keukenraam, met een blije glimlach op haar gezicht. Ze gaat dan naar hem toe met een kopje thee en samen zitten ze op de houten bank tussen de stuiken. Ze spreken vaak over hun dochter Judith die op de universiteit studeert en dokter zal worden.
Dan glimlachen ze naar elkaar en is het duidelijk in hun ogen te zien dat dit twee heel gewone en heel gelukkige mensen zijn.
En volgens mij was jij toch ook een van de personen die vond dat de shout over voetbal moest gaan

Dan is dit een goede shout
0
Zondag 11 september 2016 om 21:28 uur

Stef1

marcellino schreef:

Leg eens uit.
Psv is goed steekt met kop en schouders boven iedereen uit.
Nu spelen ze tegen Barcelona worden compleet omver gevoetbald en worden er fouten gemaakt die normaal niet zo gauw gebeuren komt dat nou door Barcelona dat spelers hun niveau niet halen of zijn de psv spelers ineens boek voetballers.
Feijenoord in deze vorm is gewoon twee maten te groot voor ado en dat is geen schande.of we nu 4-3-3 haden gespeeld of 5-3-2-1 of 4-4-2.
Van de 10 wedstrijden verlies je er dan 9 en een win je en dat was jaer genoeg niet vandaag.
O ja? Maar Vraag aan een kind hoe het denkt dat een tovenaar eruit ziet en er zullen er dan zijn die zeggen: hij lijkt op Harry Potter en hij heeft een toverstaf. Een ander zal zeggen dat het een magere oude man is, met lang slordig grijs haar en een vieze dunne baard en hij draagt natuurlijk een puntmuts en een lange jas met zilveren sterren er op. Deze tovenaar woont in een armoedig huisje in een bos en kinderen zijn bang van hem; dus voor hen is een tovenaar oud en mager, en niet zo verzorgd.

Meneer Smit ziet er helemaal niet zo uit. Hij woont in een gewoon huis in een gewone straat. Er is ook een mevrouw Smit en een dochter die Judith heet. Meneer Smit is handelsreiziger en iedere dag zien zijn buren hem zijn waren in zijn auto leggen. Hij zegt gedag tegen mevrouw Smit bij de voordeur en vertrekt.

Meneer Smit is een lange man en, hoewel hij niet een dikke man is, heeft hij wel een dikke buik die schudt wanneer hij lacht. Hij heeft kort bruin haar met wat grijs boven zijn oren en draagt een bril. Hij is echt een vrolijke man en alle buren mogen hem graag want hij wil ze altijd wel helpen.

Hij is een goede verkoper en ook zijn klanten vinden hem aardig, sommigen meer dan anderen, want soms zal een winkelier denken: ik heb veel meer gekocht dan de bedoeling was, een ander denkt: verdikkeme, waarom heb ik alleen die rode spullen gekocht ...

In de dagen voor 5 december trekt meneer Smit een Sinterklaaspak aan. Hij ziet er dan uit als de echte Sint. Hij zit in een grote stoel in een hoek van een winkelcentrum in de stad, waar de winkeliers een plaats voor hem hebben versierd met grote en kleine pakjes en zwartepietenpoppen. Alle kinderen vinden het geweldig leuk om naar de Sint te komen en in zijn oor te fluisteren wat ze dit jaar van Sinterklaas zouden willen krijgen. Alleen wanneer ze vragen om een jong hondje of een katje, of een ander levend dier, dan zegt de Sint "nee". Ze mogen dan hun één na liefste wens fluisteren en Sinterklaas lacht dan zijn warme bulderende lach en, geloof het of niet, dat cadeau is was het kind op 5 december zal krijgen.


Meneer Smit was natuurlijk niet altijd een heel goede tovenaar. Ook hij heeft moeten leren om het juiste tevoorschijn te halen of te laten gebeuren. Hij wist dat hij kon toveren toen hij bijna 8 jaar oud was. Meneer Smit, die toen nog Jonnie genoemd werd, hield helemaal niet van honden. Hij zat op het trapje voor het huis toen de hond van de buren in hun tuin kwam en er een grote hoop op het gras poepte. Jonnie dacht: ik wou dat die buren een kat hadden zeg; hij voelde zijn rechter ooglid trillen en knipperde twee keer.. en nee, het werd geen kat, het werd een geit. Hij rende naar binnen. Moederrr! Zij wist nu ook meteen dat Jonnie de Smit-gave had. Wat was eerst, vroeg ze. Een hond mam, die van de buren. Moeder knipperde twee keer en de hond van de buren racete naar huis.

Zo begon de opleiding van Jonnie. Wanneer ze niet op kermissen stonden dan werd er thuis geoefend. Of dat toen meteen goed ging? Helaas niet. Er ging heel wat stuk in huize Smit. Dingen van de ene plek naar de andere toveren bij voorbeeld: het kopje thee van het aanrecht op tafel Jonnie. Het was jammer dat de thee nogal warm was, en dat Jonnie een schone broek moest aantrekken. Het kapotte kopje werd gevolgd door borden, vazen, bloempotten. Je moet je concentreren jongen! Denk alleen aan wat je moet doen. Tovenaarsleerlingen beginnen bij het begin, net als alle leerlingen.

Ieder jaar leerde hij meer. Hij kon nu niet alleen dingen verplaatsen, maar begon ook te leren mensen te helpen. Dat deed hij erg graag. Toch kwam daar ook wel eens narigheid van. Met zijn vader naar een voetbalwedstrijd en hun thuisclub speelde zo ontzettend slecht. Tja, toen kwam die bal opeens op de schoen van de spits en Jonnie wenste zo graag dat er een goaltje zou komen ... hij knipperde twee keer en goal!!! Iedereen juichte, behalve zijn vader. Wat jij deed was niet sportief jonge man! Je mag de gave niet gebruiken om iemand voordeel boven een ander te geven.

Nog meer lessen moeten worden geleerd. Niet met de natuur rommelen Jon. Hij was bijna 14 en het was een lange hete zomer. Iedereen en alles lag zo`n beetje op apegapen. Jon zag het gele gras, de mensen die puften en zweetten, hoe de koeien vochten om een plekje schaduw in de weiden. Al zoveel weken heet en geen drupje regen, ik wou dat het eens lekker ging plenzen. Hij knipperde twee keer en de lucht werd donker grijs, een stortbui, bliksem en donder. Hij schrok er zelf geweldig van. Gelukkig waren zowel zijn vader als zijn moeder thuis, en die samen hadden er nog een hele klus aan om de natuur weer hersteld te krijgen.

Om mensen goed te kunnen helpen moest Jon eerst 18 jaar oud worden. Hij was op de kermis in de tent van zijn vader. De flap was open en buiten stond een man. Hij aarzelde om binnen te komen. Jon keek aandachtig naar hem en zei tegen zijn vader: die daar heeft veel zorgen. Hij heeft een kind in het ziekenhuis. Zo was het, en zo was Jon geen leerling meer.


Meneer Smit houdt niet van klusjes opknappen. Wanneer mevrouw Smit hem vraagt het gras te maaien, dan trekt hij een zuur gezicht. Dan trekt mevrouw Smit een boos gezicht en .. tja .. dan wil hij het wel doen en sloft naar de schuur. Hij zit dan op het bankje tussen de struiken, knippert twee keer met zijn rechter oog en het gras is gemaaid. Terug in het huis vraagt hij mevrouw Smit om een kopje thee. Ze moppert op hem: Jon, het is de bedoeling dat je de grasmaaier neemt. Je moet meer bewegen, je moet niet knipperen! De lach van meneer Smit buldert: wees niet boos lieverd, zal ik vanavond voor het avondeten zorgen? Mevrouw Smit snuift: nee dank je, niet nog meer hocus pocus vandaag. We eten stamppot vanavond.

De eerste keer dat meneer Smit mevrouw Smit ontmoette, was op een kermis. Hij zat daar in een tent die versierd was met sterren en manen, en met een bord, waarop stond: "Hier vindt u wat u verloren hebt". In de tent een jonge meneer Smit. Zijn haar was wel een beetje lang, maar een puntmust droeg hij niet en had ook geen baard. Op een kleine tafel voor hem stond een grote glazen bol. Niet dat meneer Smit die bol nodig had, maar zijn klanten verwachtten het nu eenmaal, dus ....

De hele dag kwamen mensen hem bezoeken, vrouwen oud en jong, mannen van alle leeftijden en moeders met kinderen. Ze hadden veel vragen voor hem, maar lang niet alleen over dingen die ze kwijt waren. Meneer Smit had dan ook niet verwacht dat hij alleen maar dingen zou moeten terugvinden die de mensen hadden verloren, of gewoon kwijt waren -- een armband, een stuk speelgoed, een hondje. Veel dingen kan je verliezen zoals, bij voorbeeld, je werk.

De man die bij meneer Smit kwam was niet oud, maar ook niet meer zo jong meer. Hij was zenuwachtig toen hij op een van de stoelen voor het tafeltje ging zitten. Ik ben iets kwijt, en ik weet niet wat ik moet doen, zei de man. Meneer Smit knipperde: u bent uw werk kwijt, zei hij. De man knikte. Ik was altijd een goede werker en ik heb jarenlang erg hard gewerkt. Mijn firma heeft een machine gekocht die nu mijn werk doet, sneller dan ik ooit zal kunnen. Wat moet ik nu doen?
Meneer Smits rechter oog knipperde twee keer, en hij zei: ga morgen ochtend naar uw firma, ga niet al te vroeg. Die manvervangende machine zal vannacht stuk gaan en zal niet meer gemaakt kunnen worden. U zult uw werk terugkrijgen.
De volgende avond kwam de man terug naar de kermis om meneer Smit te bedanken. U bent een echte tovenaar, zei hij, en meneer Smit glimlachte.

Een moeder en een kleine jongen kwamen de tent binnen. De jongen zag er erg verdrietig uit en meneer Smit kon zien dat het kind die dag veel gehuild had.
Je hebt iets verloren wat erg belangrijk voor je was. Niet vandaag, niet gisteren, maar vorige week al. Je bent al dagenlang verdrietig, zei meneer Smit.
Er kwamen alweer tranen.
Je hebt je beste vriend verloren, zei meneer Smit. Maar weet je niet dat overal op de wereld mensen zijn die een beste vriend willen hebben? Jouw vriend is met zijn ouders naar het buitenland verhuisd. Hij zal zich altijd herinneren dat jullie beste vrienden waren, zoals jij hem ook zo zal blijven herinneren.
Meneer Smit glimlachte en zijn rechter oog knipperde twee keer. Voor het einde van deze week zal je een jongen van jouw leeftijd leren kennen. Hij zal jouw nieuwe beste vriend worden.

Gedurende die dag vond meneer Smit verdwaalde hondjes, een weggelopen kat, maakte een konijn weer gezond, en hij verveelde zich heel erg. Halverwege de middag ging de flap van de tent open en de ogen van meneer Smit werden rond als stuiters. Er was een beeldschone jonge vrouw binnengekomen. Zo`n prachtige vrouw had hij nog nooit gezien. Hij had even geen idee waarvoor ze kwam, hij was in de war van al dat moois en kon zich even niet concentreren.

Hij knipperde en knipperde met beide ogen tegelijk. Ze droeg een korenbloemblauwe jurk, precies de kleur van haar ogen. Ze hield een grote handtas stevig tegen zich aan.
Meneer Smit kuchte: uhh .. gaat u zitten alstublieft. Hij kon niet ophouden met knipperen. K-k-kan ik u h-h-helpen? Oh arme man.,.

De blauwe ogen vulden zich met tranen.
Ik heb iets verloren dat heel veel voor mij betekende. Hij was van mijn oma, ik heb die ring altijd gedragen. Ik moet hem gisteren verloren hebben, zei ze zachtjes. Ze hield nog altijd die enorme handtas tegen haar borst gedrukt.
Jemig, wat een enorm grote tas om altijd mee te sjouwen, dacht menneer Smit, maar hij zei niets. Toen knipperde zijn oog twee keer, en hij zei: maar u bent hem niet verloren, die ring zit in uw tas.
Het meisje schudde haar hoofd: nee, ik heb er alles al twee keer uitgehaald en hij zit er echt niet in ...

Meneer Smit nam de grote glazen bol van het tafeltje. Oké zei hij, laten we er samen dan nog eens in kijken. Er kwamen zo veel spullen uit de tas dat spoedig het tafeltje helemaal vol lag. Meneer Smit had geen idee dat jonge dames al die dingen altijd met zich mee willen dragen. Eindelijk was de tas leeg en ze hield hem ondersteboven. Ziet u wel, hij zit er niet in, zei ze. Een traan rolde over een roze wang.
Meneer Smit zag het en knipperde twee keer. Hij zei: juffrouw, er zit een kleine scheur in de voering van uw tas, bij de bodem, kijk daar eens.
En ja, daar was de ring met een blauwe steen, bijna net zo blauw als de kleur van haar glanzende ogen.

Nadat alles weer in de tas was teruggestopt en ze nog even hadden gepraat, werd besloten dat een kop thee precies was waar ze behoefte aan hadden op dit uur van de dag. Op de tent werd het bordje "open" omgedraaid.

Wat een mooie dag, vindt u niet juffrouw .... juffrouw...?
Ik heet Smit, zei ze, Mary Smit.
Meneer Smit verslikte zich bijna in een mondvol thee. Smit? Oh jeetje, ik heet ook Smit. Jonathan Smit, men noemt me Jon.
Tijdens een tweede en derde kopje thee praatten ze. Mary werkte in een boekwinkel en woonde alleen; ze hield van het platteland en van honden. Ze was 23 jaar oud.
Jon vertelde haar over zijn ouders die hetzelfde werk als hij hadden gedaan. Ze waren er erg goed in, zei hij. Ze werkten veel jaren op de kermis en trokken van de ene stad naar de andere.
De kermis gaat over 2 dagen weg, ga jij dan ook weg?
Ik weet het niet zeker, zei Jon. Ik ben nu 27 jaar oud en al hou ik van mijn werk, ik krijg een enorme hekel aan het altijd naar op reis zijn. Ik wil een plek waar ik kan blijven, en ik wil een baan. Wat ik het liefste wil is een normaal leven.
Er werd besloten dat ze die avond samen zouden gaan eten.

Tijdens het etentje leek Mary een beetje afwezig. Jon, zei ze, er is iets dat ik je wil vragen, maar ik ben bang om je te beledigen. Jon begreep heel goed wat het was dat Mary wilde weten. Zo veel mensen dachten dat alle kermiswaarzeggers gewoon nep waren, zoals die zogenaamde zigeunerin die zegt dat ze jouw toekomst uit de palm van je hand kan lezen.
Ik weet wat je wilt vragen Mary, zei Jon, ik zeg het nooit tegen de mensen, maar ik wil het jou wel vertellen. Ik kom van een lange lijn van tovenaars, eigenlijk al eeuwen lang. Iedere Smit generatie had een tovenaar, soms een zoon, soms een dochter. Zowel mijn vader als mijn moeder waren tovenaars, ze waren neef en nicht. Zij en ook ik kunnen dingen laten gebeuren.
Zoals het vinden van mijn oma`s ring, zei Mary.
Nee liefje, zei Jon, die ring had je echt verloren. Weet je nog dat je een zak afval in de container stopte en dat die al zo vol was dat je die zak er met moeite in kon krijgen? Mary knikte. Wel, toen is die ring van je vinger gegleden. Mijn toverkracht heeft hem vanmiddag in je handtas terug gestopt.


Laten we de klok eens een stukje vooruit zetten.
De kermis vertrok en Jon bleef achter. Hij vond werk als verkoper, kocht een huis en hij trouwde met Mary.
Twee jaar later kregen ze een dochter die ze Judith noemden.

Toen meneer en mevrouw Smit zich verloofden, zei mevrouw Smit: wel Jon, je hebt nu werk en een normaal leven, zoals je dat wilde, dus van nu af geen hocus pocus meer. Meneer Smit was het ermee eens, maar ... hoe kan een tovenaar niet toveren? Nadat Judith was geboren en mevrouw Smit het elke dag zo druk had, kon het gebeuren dat er geen warm eten was wanneer meneer Smit moe en hongerig thuis kwam. Hij zei dan: lieverd laat me je helpen, en mevrouw Smit was daar dan maar al te blij mee. Twee keer knipperen en er stond een heerlijk gerecht op tafel; twee keer knipperen en de afwas was gedaan. Dus, ja, zo nu en dan was er dan toch een beetje hocus pocus.

Mevrouw Smit vroeg eens: Jon, zal je altijd toverkracht houden?
Wel .. nee, antwoordde meneer Smit, dat is nu iets wat ook de generaties voor mij nooit hebben kunnen begrijpen. Tegen de tijd dat mijn voorouders tussen de 45 en 50 jaar waren was het verdwenen. Ze konden niet meer toveren al deden ze nog zo hun best.
Bij zichzelf dacht mevrouw Smit: Jon is nu 46 jaar oud. Het zou wel prettig zijn om een man te hebben die niet kan toveren, want hij gaat klusjes te graag uit de weg. Ik hoop dat hij spoedig de kracht zal verliezen en eens ophoudt een luie man te zijn.

Judith was een slim jong meisje. Al lang, en haar ogen waren groen. Zowel meneer als mevrouw Smit vroegen zich af of zij de toverkracht had geërfd. Maar, jaren gingen voorbij zonder dat men er ook maar iets van merkte. Ze ging naar school, naar de middelbare school en eens zou ze naar de universiteit gaan, Nooit leek het er op dat ze haar huiswerk en opdrachten `als bij toverslag` had gemaakt. Mevrouw Smit was er erg
blij om, maar meneer Smit vond het diep in zijn hart wel jammer; zo veel generaties en hij zou de laatste zijn ...

Wist Judith dat haar vader dingen kon laten gebeuren? Oh zeker wel, maar ze dacht er verder niet bij na; zo was haar vader nu eenmaal en dat vond ze prima.

Seizoenen gingen voorbij, een jaar volgde een jaar. Meneer Smit was nu 51 jaar oud en ook rond Sinterklaas had hij zijn pak weer gedragen. Het was Oudejaarsavond. De Smitjes zaten gezellig bij de open haard op het nieuwe jaar te wachten. Ze spraken over het jaar dat nu bijna voorbij was, en over wat het nieuwe jaar zou kunnen brengen. Mevrouw Smit zei hoopvol: Jon, ik hoop dat je in het nieuwe jaar je kracht zult verliezen, je bent al ouder dan alle anderen waren.
Ja lieverd, antwoordde meneer Smit, het wordt steeds moeilijker voor mij om te toveren, mijn knipperoog is moe. Ik had echt gehoopt dat ik dit jaar mijn toverkracht zou hebben verloren.

Judith had geluisterd. Pap, jij vond altijd wat men kwijt was. Herinner je jouw bord op de kermis? Nu wil je iets verliezen en het nooit meer vinden? Ja schat, zei meneer Smit, dat is wat ik graag zou willen.
Vlak voordat de klok middernacht zou slaan zei Judith: lieve Papa, kijk me aan. Hij keek, en Judith knipperde, twee keer.

Oh zeker, het nieuwe jaar kwam met een harde knal. Buiten maakten de voetzoekers een enorme herrie en de vuurpijlen ontploften in de nacht in kleurige sterrenregens en harde knallen. In Huize Smit leek het ook alsof er een bom was ontploft. Meneer Smit stond half uit zijn stoel op, terwijl mevrouw Smit haar handen voor haar gezicht had geslagen en zachtjes kreunde. Judith bekeek hen met een glimlach.
Maar .. maar kind, we hadden werkelijk geen idee dat jij de toverkracht had geërfd, zei haar vader. Mevrouw Smit fluisterde: oh nee, niet ook mijn dochter ...

Judith lachte naar haar ouders. Ik begrijp dat jullie verbaasd zijn lieverds. Ja, ik heb de kracht van de Smit familie geërfd, maar toen ik nog heel jong was besloot ik het niet te gebruiken, nergens voor eigenlijk. Papa, ik heb het nu voor de eerste keer gebruikt. Ik heb jouw toverkracht weggenomen omdat dat je liefste wens was. En mama, ik zal het ook niet meer gebruiken dan alleen voor het beroep dat ik gekozen heb.

Haar ouders gingen weer rustig zitten, al zag mevrouw Smit nog een beetje bleek. Meneer Smit glunderde.
Je gekozen beroep?? Het klonk als uit één mond.
Ja, knikte Judith, ik heb besloten dat ik de Smit-kracht zal gebruiken om zieke mensen te helpen; om mensen die zichzelf verloren hebben te helpen zichzelf weer terug te vinden.

De volgende knal was van de kurk van de champagnefles die het plafond raakte..


In een gewoon huis in een gewone straat leeft een gewone familie, de familie Smit. Meneer Smit werkt als handelsreiziger en is goed in wat hij doet. Vroeger verkocht hij wel meer dan tegenwoordig, maar zijn klanten vinden hem aardig, Vroeger speelde hij voor Sinterklaas in het winkelcentrum. Hij had toen nog een dikke buik die schudde wanneer hij lachte. Die buik is nu niet meer zo dik, maar zijn lach buldert nog steeds. Meneer Smit doet allerlei klusjes in en rond het huis. Hij duwt de grasmaaier, wiedt, en schildert de schuur en, terwijl hij zo bezig is, bekijkt mevrouw Smit hem door het keukenraam, met een blije glimlach op haar gezicht. Ze gaat dan naar hem toe met een kopje thee en samen zitten ze op de houten bank tussen de stuiken. Ze spreken vaak over hun dochter Judith die op de universiteit studeert en dokter zal worden.
Dan glimlachen ze naar elkaar en is het duidelijk in hun ogen te zien dat dit twee heel gewone en heel gelukkige mensen zijn.
0
Zondag 11 september 2016 om 21:25 uur

Bert

troje schreef:

Lijkt me de verdienste van de eindverantwoordelijke over het aankoopbeleid.
Ik ben nog niet overtuigd over die Sheraldo Becker die er op stel en sprong moest komen. Kost een hoop geld en eigenlijk hebben we hem niet nodig.

Henk Fraser eiste nooit aankopen deed het gewoon met het materiaal wat die voor handen had.
0
Zondag 11 september 2016 om 21:11 uur

marcellino

troje schreef:

Setkus hield ons 30 minuten lang in de wedstrijd, een hoop andere eredivisie keepers hadden al lang drie of vier keer de bal uit het net mogen pakken. Verloren van kwaliteit vandaag, Den Haag was teveel onder de indruk van de kuip en heeft zich helaas teveel aangepast aan de tegenstander. Feyenoord grote kans dat ze dit jaar kampioen worden.
Gewoon onzin je opstelling is gewoon. Goed.wil even herinneren dat 80% op deze box deze opstelling het liefst zagen hoe hypocriet kun je zijn havenaar moest toch verkocht worden volgens vele van jullie en kasteneer toch in de spits man man
0
Zondag 11 september 2016 om 15:06 uur

Gast

Club Achter de Duinen schreef:

Nieuwsbericht op Club Achter de Duinen:

Feyenoord-aanhang springt in op Haagse knuffel-actie
Fans van ADO Den Haag houden zondag in de Kuip een knuffelactie voor met zieke kinderen.
Lees het nieuwsbericht
een hele mooie actie van onze fans top! maar waar bemoeien die rotterdammers zich mee willen ze soms meeliften op onze goeie daad voor die kids? waar waren ze een jaar later toen we thuis tegen ze speelde nadat ze onze kidstribune verziektenniks van gehoord of gezien? gelukkig grepen onze eigen fans in want de club en politie deden toen geen klote. feyenoord moest meer boetes aan de uefa betalen door hun supporters dan ze er mee hadden verdiend en nou spelen ze tegen manchester en sluiten ze voor de ellende hun eigen stadion. dat feyenoord fans hebben helemaal geen recht van spreken
0
Vrijdag 9 september 2016 om 19:02 uur

ADODENHAAG

DHFC070 schreef:

Derby van Zuid-Holland. Feyenoord grootste club van Nederland, mooiste stadion en veel mensen denken dat ligt om de hoek dus ben je niet je hele dag kwijt. In theorie is dit meestal 1 van de uitwedstrijden waar je het langst van huis weg bent.

Iemand enig idee hoe dat overigens zit met de autocombi. Beide maten van mij die mee zouden rijden hebben CC en zouden morgenochtend vroeg hun kaart kopen.
Nu is de autocombi uitverkocht dus moet / kan ik dan lekker alleen afreizen?
Dacht dat je zgn 3 per auto moest hebben?
0
Dinsdag 6 september 2016 om 18:19 uur

Tommy

kojak1 schreef:

ik wil en zal me er niet mee bemoeien,maar als hier op debox al een week een paar shouters al onenigheid hebben over hoet beter moet,hoe komt h et bestuur er dan wel uit.en ja,ik ben op vak O begonnen omdat dat vak aangewezen werd voor de oudere supporter,ben daar met klem gevraagd om op te lazeren.ben op R gaan zitten met veel plezier overigens.nu wegens gezondheidsredenen fox supporter,maar nog steeds supporter.zelfs een keer in de hoek gezeten tegen rkc,was al blij dat ik toen een plaatsje hadzonder te zeuren.
Waarom moest je moven dan?? Vind dat niemand het recht heb een ander weg te sturen.
0
Zondag 4 september 2016 om 12:59 uur

jajoh

Haagse Roel schreef:

Leuke discussie over de toeschouwersaantallen en hoe te verbeteren.
Doelgroep ( regio Haaglanden , Westland , Leiden etc ) val ik niet onder.....Sterker nog , woon al meer dan 35 jaar niet meer in DH maar in Flevoland.Dus ik val niet onder de doelgroep , laat dat duidelijk zijn
In de 1e divisie periode zag je mij niet , ben ik eerlijk in. Ga niet een pleuris eind rijden voor ADO- Veendam . Vanaf 2003 t/m 2012 een SCC gehad.

Ben afgehaakt in , ik dacht in 2012 onder Steijn ,........weer een kansloze thuiswedstrijd tegen PSV , op dat moment 0-4 en een draak van een seizoen , ben het stadion uitgelopen met de gedachte mij zie je voorlopig niet meer terug.

Onder Fraser nou niet bepaald het idee gehad van : he wat leuk om weer eens te gaan kijken. In de tussentijd ook mijn baan verloren. kon altijd met de auto v/d zaak naar wedstrijden maar dat was dus ook niet meer het geval en pas sinds 6 mnd weer werk......echter dit lijkt nu ook weer van korte duur te zijn. Waarschijnlijk eind van het jaar weer niks.

Daarnaast moet ik toegeven dat e.e.a. mij steeds minder boeit hoor..........Europees voetbal kijk ik amper meer , gedicteerd door het grote geld. ADO zit in m`n hart hoor en zal dat altijd blijven. Pik af en toe nog een thuiswedstrijdje en op uitnodiging een paar uitwedstrijden mee maar volg het meeste fanatiek via FOX.

Vandaar dat ik een tijd geleden hier al heb aangegeven dat ik geen supporter meer ben maar een ADO volger.
Grappig, ik ben ook die wedstrijd tegen PSV weggelopen met dezelfde gedachte, maar ik was er in de rust al klaar mee. Daarna af en toe nog eens gekeken op tv maar moest echt ff afkicken van de eigenlijk grote teleurstellingen die ik de voorgaande jaren heb moeten slikken. Ben nu 44 en was vanaf mijn 14e fanatiek supporter. Volg sinds een jaar of twee wel weer elke wedstrijd op FOX en bezoek af en toe een wedstrijd met 1 van mijn dochtertjes vanaf de familietribune. Tegen Heracles voor het eerst weer op de lange zij, vak P, en het begon toen toch weer te Kriebelen. Het was voor mij simpelweg genekt geweest na al die jaren kutvoetbal, geen sfeer ( kyocera) en slechte parkeergelegenheid (minimaal 30 minuten voordat je kon wegrijden na de wedstrijd). Was het echt ff helemaal zat. Maar nu er weer iets groeit ben ik blij dat ik wat meer positief naar mijn cluppie kan kijken. Supporters die de sfeer op een goede manier laten terugkomen, een trainer die een goede kijk heeft op wat er verwacht wordt in Den Haag en spelers die ervoor willen gaan. Nu alleen die vreselijke ondergrondse bunker nog aanpakken waar verwacht wordt dat je gezellig je broodje en drankie haalt en we zijn weer op de goede weg.
0
Zaterdag 3 september 2016 om 07:54 uur

Advertentie

Kees

Aad schreef:

Vroeger wel ja. Maar tegenwoordig houd ik er wel rekening mee.

Verjaardagen, bezoek van mijn (klein-)kinderen gaan voor maar opa kijkt dan wel via Fox.
In mijn beleving is het meer dan duidelijk dat de marketeers binnen ADO niet optimaal (kunnen) functioneren. Echter daarnaast direct de opmerking dat het hen grotendeels niet verwijtbaar is.
De laatste jaren is er zo vaak van Algemeen Directeur gewisseld en even zo vaak is onder meer het marketingbeleid veranderd. Dan weer acties op de persoon gericht en na een wisseling aan de macht moest weer de massa benaderd worden.

Het kan en mag niet zo zijn dat de publieke belangstelling zover achterblijft en het verschil tussen het aantal bezoekers tijdens de wedstrijden Go Ahead en Heracles marginaal was. Ondanks 9 uit 3, vakanties voorbij en veel media-aandacht. De kidstribune was tegen Heracles beter bezet doch of dat aan extra vrijkaarten lag weet ik niet.

De club neemt al jaren voor lief dat de prima vakken zoals D en de ander naast het uitpubliek matig tot zeer matig bezet zijn. Onvoorstelbaar.

Al 10 directeuren lang wordt er vanuit de diverse supportersgroeperingen verzocht om het grote plein aantrekkelijker te maken. Sporadisch voor de kinderen zijn er springkussens maar daar houdt het verder mee op.

Zo ook de trapleuningen in het stadion. Vanaf het begin wordt er om gevraagd en nu 8 jaar later zijn ze er nog niet. Manders heeft het nu wel gelukkig beloofd. Echter sommige van zijn voorgangers deden die belofte ook of zouden het "meenemen".

De pendelbussen zijn weggevallen. Is dat misschien ook een oorzaak? Weet ik echter niet.

Er waren i.v.m. het kunstgras voorwedstrijden beloofd. Er zou een fancy fair op toen nog Koninginnedag plaatsvinden. Je kon je scc overdragen d.m.v. een mail als je met vakantie was. Er was een posteractie opgestart. Allemaal losse flodders waar je in één keer niets meer van verneemt.

Maak onderaan de trappen veel duidelijker dat de omgeving van vak O een sfeervak is en niet enkel een publicatie ergens weggestopt op de site.

De losse kaarten zijn in vergelijking met het buitenland niet (te) duur maar voor de gemiddelde ADO-bezoeker dus wel. Lijkt me een moeilijk dilemma voor Manders om dat optelossen.

Gaat alles dan slecht? Nee, absoluut niet en het aanschaffen van de kaarten is bijvoorbeeld al enorm verbeterd. Ook de club staat veel beter aangeschreven.

Je belandt nu echter op een kruispunt. Of verder gaan in de marge, terwijl andere clubs inmiddels ook nieuwe stadions hebben of krijgen, of echt doorpakken. Maar dat laatste is dus voor ons verdraaide moeilijk en valt of staat toch ook bij de continuïteit binnen de club.
0
Vrijdag 2 september 2016 om 18:19 uur

Eagle187

Dat het eeuwig zonde is dat Havenaar die penalty mist is duidelijk, maar voor diegenen die hem daarvoor afschrijven; realiseer je dat je zonder hem die penalty niet gekregen had, was gewoon een prima actie van hem in de 16. Tja, dat hij het vervolgens zo doet is oerdom want hij vergeet daardoor zijn actie te belonen en het publiek een extraatje te geven. Door de penalty geen man of the match, had hij hem gescoord had hij gewoon die titel verdient. Schaken vond ik ook gewoon goed spelen gisteren. San Roman redelijk, maar nog wel teveel balverlies wat mij betreft. Marengo heb ik altijd al een topper gevonden en is wat mij betreft beter dan Kastaneer, maar uiteraard krijgt Kastaneer nu de voorkeur gezien zijn vorm van de eerste paar wedstrijden. Benieuwd of hij dit kan vasthouden. Becker zal Schaken zijn plaats waarschijnlijk wel over nemen na een paar wedstrijden, maar het lijkt Schaken wel te stimuleren een stap harder zijn best te doen nu hij Becker`s hete adem in zn nek voelt. Alleen maar goed die concurrentie. Trybull en Kanon vond ik iets minder gisteren maar nog altijd beiden ruim voldoende. Setkus wat mij betreft de enige onvoldoende, maar goed laten we ervanuitgaan dat het een eenmalig slippertje was
Voor mij was Petrovic man of the match door Kanon te wisselen voor Marengo bij een 1-1 stand. Geniaal, alhoewel enig risico, Heracles had niets meer in te brengen en moest wel vol gaan verdedigen tegen zoveel aanvallers.
0
Maandag 29 augustus 2016 om 10:33 uur

Nu online

Bollie74, pajam, Lellow, Erik070, ADOZoetermeer, Marcie, Dang3r, Matt2, Renearmand56, GroenGeelHart070, ton en 207 gasten.

Zoek in shoutbox

Naam:
Tekst:
Vanaf datum: Verwijder datum Kies een datum
Tot en met datum: Verwijder datum Kies een datum

Kies een pagina

Vorige pagina
Pagina 178
Volgende pagina

Spelersklassement

De top3:
Juho Kilo Kilian Nikiema Matteo Waem

Laatste wedstrijd

Logo De Graafschap Logo ADO Den Haag
1-2
3 februari 2025

Volgende wedstrijd

Logo FC Volendam Logo ADO Den Haag
Vandaag om 20:00 uur
Kras Stadion, Volendam

Advertentie

Keuken Kampioen Divisie

1 Volendam + 24 - 49
2 Excelsior 24 - 45
3 Den Bosch + 24 - 42
4 FC Dordrecht 24 - 41
5 SC Cambuur 24 - 41
6 ADO Den Haag 24 - 40
7 Graafschap 24 - 37
8 Roda JC 24 - 36
9 FC Emmen 23 - 35
10 Helmond Sp. 23 - 35
11 Telstar 24 - 32
12 FC Eindhoven 24 - 32
13 MVV Maastr. 24 - 29
14 Jong AZ 24 - 29
15 TOP Oss 24 - 26
16 VVV-Venlo 24 - 25
17 Jong Ajax 23 - 24
18 Jong PSV 24 - 21
19 Jong Utrecht 23 - 14
20 Vitesse -27 24 - -5