Tot voor drie maanden geleden stond de Rijswijkse zakenman aan de zijlijn. Sinds hij de club uit sociaal maatschappelijk oogpunt de helpende hand toestak, zit hij er middenin. Hij schoot acht ton voor toen de kas plotseling leeg was en is nu bereid acht miljoen te investeren om ADO Den Haag er bovenop te helpen. Op voorwaarde dat er een crediteurenakkoord komt. Zo ver is het nog niet. Het akkoord heeft nog veel voeten in de aarde. Vooral voor de sponsors onder de crediteuren is het een hard gelag om eerst zeventig procent van hun vordering in te leveren en vervolgens weer te worden gevraagd een sponsorbedrag neer te tellen.

De aimabele Van der Kallen staat bekend als een keiharde zakenman die dito beslissingen niet schuwt. In dat licht bezien komt de Rijswijker op tijd, nét op tijd. ADO Den Haag heeft behoefte aan een sterke man.

Met zijn opmerkingen dat met het verleden rigoureus wordt gebroken, laat hij zien niet alleen goed op de hoogte te zijn. Hij legt hij de vinger meteen op de zere plek. „Iedereen heeft te veel in zijn eigen kringetje vertoefd,” zei hij in een interview in deze krant.

Hij voegde er en passant aan toe dat de macht ligt bij de mensen in functie: directie en raad van commissarissen. Hij durfde ook man en paard te noemen: met de invloed van Rob Jansen en John van Ringelenstein moet het afgelopen zijn. „Ik ken de verhalen,” zei hij.

De verhalen over Jansen en Van Ringelenstein, dat zij op de achtergrond aan de touwtjes trokken, zijn eigenlijk altijd verhalen gebleven. Verhalen aan de bar, praatjes langs het voetbalveld, geruchten.

Geen mens zei het de laatste jaren zo hardop als Van der Kallen die meteen met een voorbeeld kwam: de eenmansactie van Jansen die aankondigde dat Dick Advocaat technisch adviseur zou worden. Een actie die als laatste stuiptrekking richting de macht werd gezien. Van der Kallen gelooft wel oprecht, en terecht, dat zowel Jansen als Van Ringelenstein het beste voor heeft met de club. Het bewijs ligt er bovendien: beiden hebben nog geld te goed van de club (lees: Stichting Stadion Ontwikkeling) die zij in de jaren negentig redden. Sindsdien ging ADO Den Haag omhoog, maar ook weer omlaag. De vele petten die Van Ringelenstein sindsdien droeg, als voorzitter van de NV, lid van de SSO en raad van commissarissen- wekte bevreemding. De zogenaamde dubbelrol van Jansen als spelersmakelaar én adviseur van de raad van commissarissen idem dito. Van der Kallen is duidelijk: zij hebben hun kans gehad. De Rijswijker wil schoon schip maken.

De nieuwe raad van commissarissen, in oktober 2007 aangesteld, is niets te verwijten, vindt hij. Toch is één man ‘gewoon blijven zitten in de raad: Rob Reijenga. Dat mag op z’n minst vreemd worden genoemd. Ook deze clubvertegenwoordiger, verzot op het pluche, is namelijk verantwoordelijk voor de chaos bij ADO Den Haag. Het handige gegeven dat Reijenga zo’n beetje alle regeltjes van de KNVB uit zijn hoofd weet, mag geen reden zijn om aan te blijven. Schoon schip is schoon schip.

Van der Kallen zit vol met idealen. ADO Den Haag-thuis moet een avondje uit worden. Het stadion toegankelijker en gastvrijer. En de club moet een Haagser én menselijker gezicht krijgen.

Wat dat laatste betreft is er veel terreinwinst te boeken. Alleen al de manier waarop het reddingsplan bekend werd gemaakt, was van de knulligheid van een amateurclub. De persconferentie stond al in de steigers toen even was vergeten de gemeenteraad in te lichten. Een dag later werd het reddingsplan bekend gemaakt op een bijeenkomst met de nodige toeters en bellen.

Klein slordigheidje: de crediteuren waren niet ingelicht. Menselijker was geweest eerst de schuldeisers even op de hoogte te stellen. Even een belletje te plegen of langs gaan. Die persconferentie kon nog wel een paar dagen wachten. 

De mensen die nog geld te goed hebben, verdienen dat respect. Nu lazen ze het uit de krant of uit hun brief van TRIP Advocaten. ADO Den Haag is gered, maar o ja, er moet nog een crediteurenakkoord komen. ADO Den Haag is terug bij af. Daar past een hoge mate van bescheidenheid. Het wordt tijd dat de verantwoordelijke mensen dat gaan inzien.