Club Achter de Duinen

Advertentie

Volg Cadd op X

Volg Cadd op X

Voorspellingen-ranking

Voorspellingen-ranking

ADO-statistieken

ADO-statistieken

Inloggen

Naam / e-mail:
Wachtwoord:

Welkom in de shoutbox, gast

Tag: tien

Kies een pagina

Vorige pagina
Pagina 27
Volgende pagina

Club Achter de Duinen

Nieuwsbericht op Club Achter de Duinen:

Alan Pardew getergd: tien voor de inzet
Na een week vol commentaar, vond Alan Pardew dat zijn elftal tegen Heerenveen wat te bewijzen had.
Lees het nieuwsbericht
0
Zaterdag 22 februari 2020 om 22:54 uur

Vakkie-G

Ik citeer Jol voor alle van as en groenendijk lovers:

Hoe kan het zijn dat El Khayati, die zoveel doelpunten heeft gemaakt en assists heeft gegeven, voor een habbekrats weggaat en niet voor tien miljoen? Dan vraag ik me af hoe dat mogelijk is. Dat ligt niet aan Mo. Ik heb niemand zo hard zien werken als Mo. En die mensen daarvoor hebben ook hard gewerkt. Maar ze hebben ons wel in deze situatie gebracht. Daar willen we nu uitkomen.`
0
Dinsdag 18 februari 2020 om 13:53 uur

pajam

https://www.vi.nl/pro/-ik-wens-geen-enkele-coach-acht-nieuwe-spelers-toe

`Ik wens geen enkele coach acht nieuwe spelers toe`

Bijna een compleet elftal versterkingen bij ADO. Een garantie voor lijfsbehoud is het niet, het is en blijft een gok. Darije Kalezic begroette in januari 2016 eveneens acht nieuwelingen als trainer van Roda JC. ‘In de praktijk is het halen van veel spelers in de winter meer een nadeel dan een voordeel.’

De winterse transferperiode ligt weer achter ons. Vooral ploegen in nood, die in de eerste seizoenshelft met de neus op de feiten zijn gedrukt, hebben zich versterkt. Of beter gezegd: dénken zich te hebben versterkt. Omdat het noodzakelijk is, omdat het de automatische reflex is in een wereld waar resultaat heilig is.

Een reddingsoperatie halverwege het seizoen is zeker niet gedoemd te mislukken: soms lukt het wel, soms ook niet. Er is geen handboek om te volgen en er is überhaupt geen garantie dat het gaat lukken. Alle goede bedoelingen ten spijt, een kwaliteitsinjectie in de winterstop is altijd omgeven met vraagtekens. Eén ding is het in elk geval: een schuldbekentenis.

Clubs die halsoverkop spelers her en der vandaan plukken, hebben hun huiswerk aan het begin van het seizoen niet goed genoeg gedaan. Het is ook niet voor niets dat bij de meeste van die clubs de verantwoordelijken (technisch directeuren en trainers) al zijn geslachtofferd en er sprake is van een nieuwe start.

In Nederland springt de situatie bij ADO Den Haag natuurlijk in het oog. Acht nieuwe spelers, een nagenoeg volledig nieuwe technische staf, jonge talenten verhuurd of terug naar de beloften. Of de nieuwe start ook daadwerkelijk heeft geholpen qua resultaat, is pas achteraf te beoordelen. Niemand zal beweren dat ADO niets had moeten doen. Na twee seizoenen in het linkerrijtje viel het nu gewoon vies tegen. Excuses en oorzaken tellen niet, herbronnen en door was het devies. Of het zo rigoureus moest als nu is gedaan, kun je je afvragen.

‘Drie of vier nieuwe spelers had ik verwacht’, bekende aanvoerder Aaron Meijers. ‘Acht of drie of vier, het maakt mij niet uit’, voegde John Goossens eraan toe. ‘Het gaat maar om één ding: lijfsbehoud.’ Dat laatste is duidelijk. Hoe en met wie doen er niet toe, het Eredivisie-schap is heilig. Wat de toekomst daarna brengt, is letterlijk en figuurlijk van later zorg.

RECORD

Acht nieuwe spelers halen halverwege het seizoen. ADO is natuurlijk niet de eerste club die het doet. In heel Europa slaan de clubs door in het verversen van hun selectie. Wat te denken van Elazigspor, de nummer 17 in de Turkse tweede divisie.

Met 22 (!) nieuwe spelers in de laatste twee uur van de transfermarkt vestigde de Turkse club een record. Twaalf aankopen en tien huurlingen moeten Elazigspor aan lijfsbehoud helpen. In Nederland kennen we de laatste jaren ook de voorbeelden. Het bekendste is misschien wel Roda JC. De seizoenen 2015/16 en 2016/17 zorgden bij die club voor in totaal zeventien winterse transferdeals. Wie herinnert zich niet de aanwinst (slechts 144 minuten in zes duels) Beni Badibanga, die bij zijn eerste interview in Kerkrade liet blijken niet te weten waar hij beland was.

Het tussentijds halen van veel spelers roept veel vragen op. Is het paniek of een weldoordracht reddingsplan? Is het noodzakelijk of wenselijk? Gaat het alleen om de korte termijn of moet je verder kijken? Hoe gaat een trainer om met die nieuwelingen? Hoe reageren de al aanwezige selectiespelers op de nieuwe gezichten in de kleedkamer? Moet je het als trainer willen? Wat doet het met de sfeer en de chemie in een groep? Vragen zonder eenduidig antwoord, maar die we wel kunnen toetsen bij iemand die van diverse kanten deze materie heeft ondervonden.

Darije Kalezic geldt als ervaringsdeskundige. De in Zwitserland geboren Bosniër maakte als speler van De Graafschap mee dat er een bataljon nieuwe voetballers arriveerde in januari en kreeg als trainer van Roda JC een achttal verse krachten tot zijn beschikking om degradatie te voorkomen. ‘Het is een hels karwei om het met acht nieuwe spelers voor elkaar te krijgen’, luidt zijn conclusie. ‘Dat wens ik geen enkele coach toe.’

Kalezic, wiens laatste trainersjob bij PSM Makassar in Indonesië ten einde kwam in december vorig jaar, neemt uitgebreid de tijd om zijn ervaringen te delen. Nadat we hem hebben gesproken, appt hij nog even. ‘Waar wij het net over gehad hebben, is een waanzinnig interessant onderwerp. Heel veel voetbalkenners hebben geen flauw idee wat het betekent’, luidt zijn boodschap. Als we nog twijfelden of we de juiste persoon te pakken hadden om de problematiek te duiden, dan zijn die vraagtekens nu volledig weggenomen.

EIGENBELANG

De aanleiding om dieper in te gaan op het tussentijds halen van veel nieuwe spelers lag dus in Den Haag. Acht stuks haalde de Residentieclub in januari binnen. Met vier punten uit de eerste drie duels onder de Engelse manager Alan Pardew is een oordeel moeilijk te geven. Dat het voetbal er niet uitziet, is duidelijk, dat dat ook geen doel op zich is net zo. Pardew komt om te overleven, hóé maakt niet uit. De start noemen we weifelend, dat de concurrentie boven ADO Den Haag punten sprokkelt, maakt een vlotte verbetering op vele fronten noodzakelijk.

Kalezic duidt de situatie van een club in degradatienood als volgt. ‘Als je speelt om niet te degraderen, dan moet je als coach zorgen dat de spelers met elkaar bereid zijn diep te gaan, met elkaar voor elk duel willen vechten en het elkaar gunnen uit te blinken. Eigenbelang is ondergeschikt. De staf moet dat kunnen ondersteunen en bewaken en de technisch directeur en het bestuur moeten dat begrijpen. Tussen winterse aankopen – voor de korte termijn – zit een redelijk hoog percentage paniekaankopen en dat werkt vanzelfsprekend tegen het beleid dat zulke clubs op dat moment nodig hebben. Als er winterse aankopen komen, begin je als coach opnieuw, maar heb je nog maar de helft van de tijd.’

De uitleg van Kalezic is glashelder. Door schade en schande wijs geworden in het vak. Van de acht nieuwe Haagse krachten (Sam Stubbs, Laurens De Bock, George Thomas, Mick van Buren, Jordan Spence, Tudor Baluta, Omar Bogle en Mike Duffy) laat centrale verdediger Stubbs zich het meest gelden. Over de anderen is het nog lastig oordelen. Thomas lijkt een speler met een idee, Baluta is talentvol maar jong, Van Buren een harde werker, De Bock overtuigt nog niet, Spence is een breedteversterking en Duffy en Bogle hebben we nog niet in actie gezien, maar moeten voor de broodnodige impulsen voorin zorgen.

Pardew deelde vorige week al zijn visie op de versterkingen. ‘We hebben nu een volwassen selectie, we hebben diepte in de groep. Denk niet dat deze acht allemaal tegelijk gaan spelen, maar ze geven ons meer mogelijkheden. Ze begrijpen wat ik wil, ze zijn hier om de club te helpen. Natuurlijk had ik liever twee of drie echt goede spelers gehaald, maar dat bleek niet haalbaar.’ De handelwijze van ADO kun je het best bestempelen als niet gericht schieten, maar in het luchtledige met hagel. Dan valt er weleens een prooi uit de lucht.

Kalezic slaagde in zijn missie bij Roda JC. In het seizoen 2015/16 loodste hij de Limburgers naar de veertiende plaats. Yannis Anastasiou eindigde een seizoen later met negen winterse versterkingen als zeventiende en moest vlak voor de finale van de play-offs tegen aartsrivaal MVV Maastricht plaatsmaken. Roda handhaafde zich ternauwernood. Dick Advocaat, die zes nieuwe spelers naar Sparta haalde, lukte het niet.

‘Dat zegt eigenlijk al voldoende’, vindt Kalezic. ‘Als zelfs Advocaat het niet voor elkaar krijgt… Bij hem vergeleken ben ik een kleine jongen, ik heb alleen maar respect voor die man. Hij kreeg met Fred Friday, Michiel Kramer en Dabney dos Santos drie aanvallers erbij en nóg lukte het niet. Dan kun je nog zo veel kennis en ervaring hebben, op bepaalde zaken heb je geen grip. Het is heel moeilijk alles in elkaar te laten vallen.’

Bij zowel Roda als Sparta betrof het overigens veelal huurlingen die met hun ziel onder de arm rondliepen en hun eigenbelang boven dat van de club plaatsten. Een kansloze combinatie voor een ploeg in degradatienood, een hopeloze taak voor een trainer om daar het optimale rendement uit te halen. Kalezic kan maar één conclusie trekken. ‘Acht nieuwe spelers halen is gewoon risicovol, zelfs als je ze kent. Er is geen garantie, het kost tijd en energie.’

ACHTERSTAND

De Bosniër grijpt terug naar zijn verleden als voetballer om zijn eerste ervaring op dit gebied te delen. ‘Ik heb als speler roerige tijden meegemaakt bij De Graafschap. Ik dacht altijd al als coach en wat me daar opviel, was dat er aan het begin van een seizoen nooit iets kon en in januari plotseling veel nieuwe spelers gehaald konden worden. Herstellen van niet geleverd werk, noem ik dat altijd. In mijn beleving was dat een van de redenen waarom het altijd zo rumoerig was. Uit pure paniek handelen was het. Als het vuur onder de voeten te heet werd, was er ineens van alles mogelijk.’

Kalezic nam zich in die tijd iets voor wat hij later in de praktijk wilde brengen. ‘Toen ik hoofdcoach werd van De Graafschap, heb ik de clubleiding verzocht vóór het seizoen een selectie samen te stellen waarmee ik aan de slag kon. Ik wilde geen versterkingen in januari. Als trainer wil je met een groep ergens naartoe werken. Je hebt een visie, een vertrekpunt en ook een eindpunt in gedachten. De inzichten verkrijg je op basis van het kennen van je spelers, maar ook door het kennen van de cultuur en je tegenstanders. Spelers die halverwege binnenkomen, hebben op vele fronten een achterstand, ook op dát gebied. Dat kun je er niet bij hebben, want je moet spelers hebben die je elftal direct sterker maken.’

‘Het aantrekken van buitenlandse spelers die de competitie niet kennen, is een groot risico’, vervolgt Kalezic. Hij voegt er direct aan toe dat de situatie bij ADO moeilijk te vergelijken is. ‘Die verschilt eigenlijk in tachtig procent van wat ik net vertelde. Daar is een geheel nieuwe situatie met een buitenlandse coach die zelf de competitie en de cultuur in Nederland niet kent. En die van de club alle vrijheid heeft gekregen het naar eigen inzicht in te vullen. Dat zegt iets over de visie van de club, maar dat is een keuze. Het gaat alleen om handhaven, verder wordt er nog niet gekeken.’

‘Hij komt voor een half jaar en heeft een opdracht. Dat hij dan spelers haalt die zijn visie begrijpen, snap ik wel. Al moet dat ook wel blijken. Het zou het makkelijker moeten maken voor hem, een buitenlandse coach heeft meer baat bij spelers die hem snappen. De tijd die hij moet investeren om Nederlandse spelers mee te krijgen in zijn manier van denken, heeft-ie niet.’

`ADO is een geval op zich. Die nuance moet ik zeker aanbrengen. Daar zijn ze echt opnieuw begonnen. Zonder garantie dat het goedkomt. Ik hoop het voor ze, als ze de coach maar wel dit halve seizoen laten zitten, ook als de start onverhoopt tegenvalt. Je kunt je bij het kiezen voor zo’n nieuwe start geen nieuwe paniekactie veroorloven.’

Waarin het Haagse huurlingenleger wél overeenkomsten vertoont met eerdere massale spelersintochten, is de achtergrond van de voetballers. Kalezic: ‘Spelers die in januari van club wisselen, hebben vaak een krasje. Ze hebben niet veel gespeeld, zijn vaak niet fit genoeg of ontevreden bij hun huidige club. Over hun status is geen discussie, het zijn altijd twijfelgevallen, je haalt nooit spelers die er direct staan. Tijd is de grootste vijand.’

Kalezic begroette in januari 2016 acht nieuwe spelers bij Roda JC. Het was paniek in Kerkrade, hij moest wel. ‘Het had ook met de situatie bij Roda te maken. Het was een dode club die per ongeluk gepromoveerd was. Ze moesten koste wat het kost erin blijven, om daarna verder te kunnen bouwen. Er was geen enkel zicht op sportief betere tijden. Ze hebben me gesmeekt er alles aan te doen erin te blijven.’

‘Het maakte niet uit hoe, het hoefde er niet fraai uit te zien en het mocht ook in de allerlaatste minuut van de play-offs. Ik had wel wat invloed op de spelers die kwamen. Jordy Buijs, Mike van Duinen en Rydell Poepon – niet toevallig Nederlandse spelers – wilde ik graag hebben. Daar kun je direct mee aan de slag. Mijn zaakwaarnemer Rodger Linse zei: “Jij kan deze klus klaren”. En ik zag ook wel dat mijn manier van werken geschikt was om het voor elkaar te krijgen. Het hoefde niet mooi, maar realistisch. Richting de winterstop voelde ik het wegglippen, toen hebben we veel spelers erbij gehaald.’

HARDE MAATREGELEN

Het waren er te veel. ‘Het moeilijke van acht, negen nieuwelingen is dat je spelers krijgt op wie je geen controle hebt. Daarmee bedoel ik spelers die je onvoldoende kent, je weet niet goed wat je wel en niet met ze kunt. Of hoe ze in de groep passen, hoe ze reageren op bepaalde zaken. Dat geldt zeker voor jongens die na het trainingskamp binnenkomen. Ook voor de spelers die er al zijn, is dat lastig. Ze zien jongens komen die geen idee hebben waar ze zijn beland, ze vrezen voor hun plek.’

‘In Nederland moet een speler zich fijn voelen, dat is zijn basis om te kunnen doen wat er van hem wordt verwacht. Voetbal is hier meer dan alleen maar werk. Het moet ook leuk zijn. Met een flink aantal nieuwe spelers halverwege is dat lastig.’

‘Vergeet dat mentaliteitsverschil niet. In het buitenland is voetbal werk, daar wordt het veel makkelijker geaccepteerd. De komst van nieuwe spelers zorgt voor beweging, voor turbulentie in de groep. Dat moet je ook managen, terwijl alles gericht moet zijn op wedstrijden winnen. Het is voor een trainer een verwarrende en moeilijke periode.’

‘Dat ik als speler bij De Graafschap het een en ander meemaakte, heeft me wel geholpen om situaties te herkennen zoals bij Roda. Later is pas duidelijk geworden hoe moeilijk het destijds bij Roda was en hoe bijzonder het eigenlijk geweest is dat we het gered hebben. Ik heb harde maatregelen moeten nemen, maar ik was ervan overtuigd dat het nodig was. Ik heb spelers beschermd en heb vastgehouden aan mijn visie. Ik vind het nog altijd van weinig respect getuigen dat mensen niet op waarde kunnen schatten wat we destijds hebben gepresteerd.’


‘Januari-transferwindow is zonde van de tijd’

De Engelse voetbalwebsite www.theathletic.com publiceerde begin januari een verhaal dat is gebaseerd op onderzoeksresultaten van de 21st Club, een voetbaldata- en analysebedrijf. De inleiding van het artikel draait niet om de conclusie heen: ‘In bestuurskamers in heel het land wordt in januari dezelfde vraag gesteld: “Kan hij ons erin houden?” Iedere club in nood die geld beschikbaar krijgt om lijfsbehoud te realiseren, zoekt wanhopig naar bewezen winnaars, spelers die prijzen hebben gewonnen of spelers die nog nooit gedegradeerd zijn. Wanhopig zoekt iedereen een redder, clubs geloven graag dat ze investeren in de oplossing voor hun problemen. Ze overtuigen zichzelf dat ze de juiste beslissing nemen. Haal ze uit die droom. Het werkt bijna nooit.’
Het onderzoek leverde het bewijs, omdat de uitkomst was dat in Engeland de kosten in januari altijd hoger zijn dan de uiteindelijke winst. Ongeacht lijfsbehoud of niet. Het databureau liet er een ingewikkelde rekenmethode op los, waarin het de uitgaven koppelde aan het aantal behaalde punten per wedstrijd.
Het verschil tussen de duels voor en na de winterstop bleek 0,1 punt per duel. Dat betekent over negentien wedstrijden één of twee punten.
21st Club komt ook met een klassiek voorbeeld: Queens Park Rangers in 2013. Laatste in de Premier League op Nieuwjaarsdag met tien punten uit twintig wedstrijden. Manager Harry Redknapp mocht investeren en haalde vijf duurbetaalde krachten. QPR won in de tweede seizoenshelft drie keer en eindigde kansloos als laatste. De club raakte in financiële problemen en is tegenwoordig slechts een figurant in de Championship, zonder enig uitzicht op een Premier League-rentree. Een ander voorbeeld is Stoke City in januari 2018 en vorig jaar gebeurde bij Fulham hetzelfde. De aangetrokken spelers maakten geen verschil.
Een andere conclusie van het onderzoek is dat clubs in paniek altijd goals proberen te kopen, nooit clean sheets. En dat de helft van de in januari aangetrokken aanvallers in januari niet eens scoorde voor hun nieuwe werkgever. Als je de vijf grote Europese competities in ogenschouw neemt, zie je dat 55 procent van de aangetrokken spitsen geen doelpunt maakt en dat veertien procent tot vijf of meer treffers komt. Natuurlijk zijn er uitzonderingen en zijn niet alle wetmatigheden waterdicht.
De slotconclusie moet echter in de bestuurskamers wel worden besproken: ‘De beste spelers verkassen niet halverwege het seizoen en de januari-transferwindow is zonde van de tijd.’
0
Zaterdag 15 februari 2020 om 14:59 uur

GroenGeelHart070

LEESVOER:

De ster van Jerdy Schouten (23) is rijzende. Zijn eerste maanden in Bologna waren moeilijk, maar nu baart de middenvelder opzien in de Serie A. Het Italiaanse avontuur van een oer-Hollandse jongen is definitief begonnen

‘Mijn vader is er iedere thuiswedstrijd.’ Schouten zegt het zomaar ineens met een stalen gezicht, ziet de verbaasde reactie en herhaalt zijn uitspraak. ‘Echt, dan blijft-ie bij ons slapen. Hij wil niks missen. Mooi toch?’ Ook Schouten senior heeft moeten wachten op de doorbraak van zoonlief, maar nu is hij ongetwijfeld nog trotser dan hij al was op zijn zoon. Vier duels op rij is Jerdy Schouten inmiddels basisspeler bij Bologna. Via Telstar en Excelsior naar de hoogste Italiaanse divisie. Zeg het hardop en het onwaarschijnlijke verhaal wordt alleen maar onwaarschijnlijker. Maar wie Jerdy Schouten in het rossoblu moeiteloos in een Serie A-wedstrijd ziet meespelen, moet erkennen dat de lovende kritieken in de Italiaanse media niet eens overdreven zijn.

Hij werd niet goed genoeg bevonden bij ADO Den Haag, leefde op sensationele wijze op bij Telstar, veroverde de Eredivisie bij Excelsior, om daarna een megagrote stap voorwaarts te maken. In Bologna transformeert de voormalige lichtgewicht tot een sterke voetballer, van anoniem selectielid met het oog op de toekomst is hij inmiddels basisspeler bij de huidige middenmoter geworden. En de superlatieven dalen op hem neer. De middenvelder verbaast iedereen, behalve zichzelf. ‘Ik wist wel dat ik het kon, anders had ik de stap niet genomen’, luidt een wijsheid van Schouten.

Het klinkt eigenwijs en zelfverzekerd, zo is hij ook wel. Net zoals hij toegeeft dat zijn omgeving hem soms moet corrigeren. ‘Ik dacht dat ik de overstap wel even zou maken, maar zo werkt het niet. Ik ben van nature nogal ongeduldig en eigenwijs, misschien wel té eigenwijs. Gelukkig weet mijn omgeving dat en weten ze dat ik het nodig heb dat ze me realistisch laten denken en duidelijk moeten maken hoe het zit.’

`Nu mocht ik een aantal wedstrijden starten, maar ik weet ook dat er zo weer andere keuzes gemaakt kunnen worden`

Zijn zelfkennis en kritische blik zijn verfrissend in deze verwarrende tijden waarin spelers veelal geen spiegel lijken te hebben. In de thuiswedstrijd tegen het Verona van Soufyan Amrabat zien we Schouten in actie in het shirt van Bologna. Na 69 minuten sloft de Nederlander met rugnummer 30 naar de zijkant. Bologna is met tien man komen te staan na een rode kaart, een defensieve ingreep is verklaarbaar. Zonder Schouten geeft de thuisclub de 1-0 voorsprong uit handen en wordt het 1-1. Een week eerder maakte hij zijn tweede negentig minuten sinds 30 oktober vol tegen Torino, de beloning is een tweede basisplaats op rij. In de eerste negentien wedstrijden in 2019 kwam hij in totaal 192 minuten in actie. En nog 44 minuten in een Coppa Italia-duel. Januari was de maand van de doorbraak in de Serie A voor Schouten. Afgelopen zaterdag tegen Brescia (2-1) kreeg hij zijn vierde basisplaats op rij toebedeeld. Die kon na een overtuigend optreden tegen SPAL ook niet uitblijven. De Italiaanse kranten hadden lovende woorden over voor zijn spel en dat leverde kreten op als Il Gigante, Man of the Match, Il Migliore en Bologna heeft zijn eigen Marten de Roon.

Het is bekend dat Italiaanse sportkranten niet schromen nieuwe helden op het paard te hijsen. Schouten blijft er nuchter onder. ‘Je moet het constant bewijzen en afdwingen, je hebt geen garanties. Nu een aantal wedstrijden mogen starten zie ik als een beloning, maar ik weet ook dat er zo weer andere keuzes gemaakt kunnen worden. Het is aan mij dat te voorkomen. We hebben een grote selectie, de concurrentie is hevig, ik heb nu het vertrouwen gekregen en dat wil ik ook waarmaken. Iedere training en iedere wedstrijd weer. Verslappen kan niet, ik bewijs nu dat mijn keuze de juiste was.’

BRAVOURE
Tegen Verona, waar Bologna aantreedt zonder de geblesseerden Stefano Denswill en Mitchell Dijks, beweegt Schouten centraal op het middenveld als een lightversie van Andrea Pirlo over het gras. De bravoure en lef die hij in Velsen-Zuid en in Kralingen liet zien, zien we deze wedstrijd bij vlagen. In Italië wordt nu eenmaal risicomijdend gedacht, Schouten heeft dat goed begrepen, hoewel hij van nature wat avontuurlijker is ingesteld. Hij lijkt zich soms in te houden, in gedachten wil hij méér, het verstand zegt echter voorzichtig te zijn. Opvallend is dat zijn medespelers hem veelvuldig zoeken. Op een andere manier dan in Nederland, maar ze weten allemaal dat als ze de bal bij dat rossige ventje uit Olanda bezorgen, er daarna geheid een andere ploeggenoot in balbezit komt.

‘Opbouwen zoals in Nederland kennen ze hier niet’, weet Schouten. ‘Dat heen en weer getik in de achterste linie, daar doen ze niet aan. Dat vinden ze zelfs verschrikkelijk. Hier gaat de bal sneller naar voren en kan ik er wat mee doen als de middenvelders ’m hebben. En ik moet meer tackelen, duels aangaan, de fysieke strijd opzoeken. Dat past me prima.’ Stadio Renato Dall’Ara is een prachtig toneel waar hij zijn kunsten mag vertonen. ‘Ik vind het een fantastisch stadion, met een heerlijke grasmat. Ik heb nooit een hekel gehad aan het kunstgras, hoor, ik ben van de kunstgrasgeneratie. Maar deze mat is geweldig.’

De thuishaven ligt drie kilometer buiten het historische stadscentrum. De bus vanaf het treinstation brengt ons naar een idyllische plek, een plaats waar het hart van een voetballiefhebber sneller gaat kloppen. De kolossale kenmerkende toren doemt in de verte op en trekt als een magneet de aandacht. Van dichtbij is het gevoel nog melancholischer. In een wereld waarin moderne stadions tot de verbeelding spreken is deze oude, romantische bak een bijzonder pareltje. Groundhoppers moeten dit stadion hebben gevinkt, anders verdien je de titel groundhopper niet. Schouten wandelt voor het duel met Verona geconcentreerd het veld op. In gedachten, ongetwijfeld vol adrenaline, maar uiterlijk rustig.

‘Eigenlijk besef je de aanwezigheid van al die mensen (de capaciteit bedraagt bijna veertigduizend plaatsen, red.) dan pas. Ik was Telstar en Excelsior gewend als thuisbasis, en met Excelsior natuurlijk ook uitduels in grote stadions. Eenmaal op het veld doet het me niets, dan merk ik het niet. Ik ben met het spel bezig, niet met de entourage. Tijdens de warming-up en bij het veld oplopen kijk ik weleens in de rondte en schiet het soms door me heen dat dit eigenlijk pas mijn derde seizoen in een eerste elftal is. En dan sta je ineens in de Serie A. Zo is het wel.’

ZURE NASMAAK
Dat besef is soms confronterend, maar ook alleszeggend over de voetballerij. Schouten is een voorbeeld van een speler die via een omweg de top aan het halen is. Wie weet wat er nog volgt? Oranje, een stap in Italië, een topclub in Nederland? ‘Daar denk ik nu helemaal niet aan. Ik wil hier slagen, daar werk ik hard voor.’

Het zijn woorden die passen bij Schouten. Logisch gezien zijn vastberadenheid om zijn droom te verwezenlijken. ‘Ik moest weg bij ADO Den Haag en heb mijn pad zorgvuldig gekozen. Eén jaar Telstar maar en slechts één seizoen Excelsior, zo bedenk je het niet, maar zo loopt het. Ik heb wel een zure nasmaak overgehouden aan de degradatie met Excelsior. Ik zie het nog altijd als onnodig, het had niet mogen gebeuren.’

`Het schiet soms door me heen dat dit eigenlijk pas mijn derde seizoen in een eerste elftal is`

Nu speelt hij een paar niveautjes hoger. ‘Ik heb echt heel goed nagedacht of ik dit wilde en ik ben onder de indruk geraakt van het verhaal van Bologna. Als ik eenmaal iets in mijn hoofd heb, ben ik er ook niet meer vanaf te krijgen. Ik heb me verdiept in de stad en de club, heb de taal geleerd en ben daar nog steeds mee bezig. Ik heb er alles aan gedaan om me snel thuis te voelen. Dat is gelukt. Het vertrouwen dat de club in mij uitsprak door me direct een contract voor vijf seizoenen te laten tekenen, voelde heel goed. De mensen die ik hier ontmoette, de stad, de club, het sprak me enorm aan. Als je zo’n keuze maakt, hebben mensen daar een mening over. Vind ik prima, voor mij is belangrijk waarom ik deze stap wil maken, dat ik ervan overtuigd ben dat ik hier een betere speler wordt en dat mijn directe omgeving me steunt. Ik zie mezelf hier een sterkere speler worden, ik merk nu ook dat ik grote stappen maak.’

In Nederland is het Italiaanse avontuur van Schouten nauwelijks nog belicht. ‘Ik heb nog niet zo veel pers gedaan. Eigenlijk alles afgehouden. Bewust ja, eerst maar eens presteren.’ Schouten lacht erbij, hij weet dat hij momenteel hot is in Bologna. We spreken na het duel met Verona af elkaar op dinsdag in het historische centrum van de stad te treffen. Bologna bruist, de stad aan de voet van de Apennijnen is qua inwonertal de zevende van het land en ontwikkelt zich in rap tempo tot een toeristische trekpleister.

De universiteitsstad is het culinaire epicentrum van Noord-Italië. Op de vele pleinen in Bologna is het uitermate goed toeven. De Piazza Maggiore, waar de Sint Petroniusbasiliek inwoners en toeristen begroet, is Italiaanser dan Italiaans en kent vele aangrenzende steegjes. Het zijn schilderachtige straatjes, met piepkleine winkeltjes vol typisch Italiaanse producten, waar Italianen elkaar overenthousiast begroeten. Schouten heeft per app de locatie doorgegeven waar we hem treffen. Het zijstraatje van het grote plein heet de Via Pescherie Vecchie.

STADSLEVEN
Schouten valt direct op met zijn rossige hoofd tussen de over het algemeen donkerharige Italianen als hij het steegje inloopt. Zerocinquantello heet het tentje. Aan een tafeltje bij het raam laten we het Italiaanse stadsleven op een middag in januari aan ons voorbijtrekken. ‘Ik ben een stadsmens, we gaan binnenkort meer in het centrum wonen’, verklapt Schouten. Zijn vriendin is hem gevolgd naar de Italiaanse stad. ‘We waren nog niet eens zo lang samen, ik vind het prachtig dat ze het heeft gedaan. Voor haar was de stap misschien nog wel groter en gedurfder dan voor mij. Ze voelt zich thuis, we trekken veel op met twee Scandinavische spelers die ook hun vriendinnen mee hebben. Ze heeft nu ook een baan gevonden hier.’

Zijn vriendin is momenteel een huis aan het bezichtigen. ‘We hebben een prachtig huis hoor, misschien wel te mooi. Maar het is een stuk buiten het centrum, ik vind het er te rustig. En bovendien kun je niet de stad in met je auto als je er niet woont. Dan moet je aan de rand parkeren en de stad inlopen. Als je in de stad woont krijg je ontheffing.’

Schouten zoekt op de menukaart naar zijn favoriete bestelling. Op het moment dat hij met enige tegenzin besluit voor de bruschetta met mozzarella te gaan, vindt hij waar hij op uit was. ‘Die moeten we hebben, let maar op’, klinkt het. Even later staat er een uitgebreide plank met diverse soorten ham, smeerseltjes, verschillende stukjes kaas en warme broodjes op tafel. Eten en drinken in Italië is altijd een feest.

SPINAZIE
In de stad waar de welbekende bolognesesaus zijn oorsprong kent, is dat niet verwonderlijk. Wandelend door de stad wordt de inwendige mens uitgenodigd zich tegoed te doen aan de vele lekkernijen. ‘Maar ik hou me in’, klinkt het haast verontschuldigend. ‘We koken ook zelf, hoor. Vanavond staat er gewoon spinazie op het menu.’ Het doet denken aan de onthulling die Schouten ooit deed dat hij op de wedstrijddag altijd pannenkoeken eet. Hij bekende dat hij verslaafd is aan die lekkernij. ‘We hebben op de club een kok die alles klaarmaakt wat je wil. Nee, ik heb nog niet om pannenkoeken gevraagd. Ik eet ze wel, ik kan niet zonder. Ze zijn gewoon te koop in de supermarkt en de stroop is meegekomen uit Nederland. Alleen niet op de ochtend voor een wedstrijd, zoals ik altijd deed. We zijn hier met de spelersgroep bij elkaar vanaf een dag voor de wedstrijd. Ik ben nog niet in de positie pannenkoeken te eisen, eerst nog wat meer basisplaatsen.’

Schouten kan rustig in een steegje in Bologna zitten zonder te worden aangeklampt. ‘Dat doen ze heel goed hier. Ze laten je met rust. Ik heb al een aantal keer gemerkt dat ze eigenlijk pas bij het afrekenen iets vragen of tegen je willen zeggen. Ik kende ook de verhalen van voetballers in Italië die door supporters worden aangesproken, maar het is hier gewoon heerlijk relaxed. Heeft ook met de stad en de club te maken. De Amerikaanse eigenaar Joey Saputo is een ontzettend aardige man, ik heb hem wel een aantal keer gesproken. Hij is geen type eigenaar die roekeloos investeert en spelers op naam haalt. Je ziet dat Bologna veel jongere voetballers scout, echt jongens voor de toekomst haalt. En die zullen ze natuurlijk ook ooit weer willen verkopen. Het bevalt me gewoon goed. Hoewel de beginperiode best wennen was.’

`De Italiaanse competitie wordt echt onderschat`

Schouten verwijst naar de eerste maanden. ‘Het was aanpoten. Ik heb trainingssessies meegemaakt waarin we alleen maar een het lopen waren. Bergop, bergaf, sprinten, duurlopen, inhoud kweken. Loeizwaar. Zo leggen ze hier de basis. Dat was een verschil, ja. Wat wij in Nederland doen, is daar helemaal niks bij. Ik had nog nooit zo hard getraind en was blij dat we eindelijk wedstrijden gingen spelen, maar ik was vijf minuten bezig in het eerste oefenduel en ik liep een knieblessure op. Dan word je wel even gek, ja. En nu?, dacht ik direct. Natuurlijk ga je aan je herstel werken en natuurlijk heeft de club me daar geweldig bij geholpen, maar je ziet wel even alles wat je voor ogen had aan je voorbijtrekken. Ik wilde direct indruk maken, me bewijzen. Want ik was maar een speler van een Nederlands clubje, niet iedereen kende me. Ik was nieuwsgierig, maar de mensen hier ook naar mij.’

UITZONDERLIJKE TALENTEN
Schouten moest geduld hebben, dat hij van nature niet heeft. ‘Maar ik snap heus wel hoe het werkt. Ik dacht wel even direct te gaan spelen, omdat ik wil voetballen. Dat is wat ik het liefst doe. Maar zo werkt het niet. Ik moest sterker worden. Ik merkte het ook op trainingen. Ik was toch dat iele mannetje uit Nederland. Vergis je niet, hè, hier ben ik ook gewoon weer een jonge speler. In Nederland is 23 al oud, maar hier begint het dan pas. Kijk hoeveel echt jonge spelers in Italië aan hun wedstrijden komen, dat zijn alleen de uitzonderlijke talenten. Dit is pas mijn derde seizoen als volwaardig profspeler in een eerste team. Eigenlijk heel vreemd. Ik sta er niet eens meer bij stil, maar als je er zo over nadenkt is het best bijzonder.’

Drie jaar echt prof en een vaste waarde in de Serie A. ‘Het voelt alsof het nu allemaal echt begint’, geeft hij toe. ‘Ik ben ook echt sterker geworden, kan het nu langer volhouden. Natuurlijk heb ik moeten wennen. Niet alleen aan de trainingen, ook aan de manier van spelen, aan het leven.’ De stap van Excelsior naar Bologna is in alle opzichten levensgroot, de Serie A is een compleet nieuw podium. ‘Ik denk dat ik in Italië kan groeien, het ligt me wel hoe ze hier denken en doen. De Italiaanse competitie wordt onderschat, dat vind ik echt. Er zitten geen makkelijke wedstrijden bij. Als je in Nederland een kleine nederlaag lijdt tegen Ajax of PSV, kan een trainer zeggen dat hij tevreden is. Dat is hier uitgesloten; met 1-0 verliezen is een nederlaag, het maakt niet of dat tegen Juventus of Inter is of tegen een laag geklasseerde ploeg. Verliezen is verliezen. Die benadering staat me wel aan.’

`Als je het hebt over een mensenleven en de strijd van iemand tegen een ziekte dan is voetbal plotseling slechts een spelletje`

Bologna kent een wisselvallig seizoen. Er zijn redenen aan te voeren, zoals de ziekte van trainer Sinisa Mihajlovic. De vroegere vrijetrappenkoning van de Serie A vecht tegen . Natuurlijk heeft zijn situatie invloed op de selectie. ‘Het is moeilijk aan te geven hoe precies, maar we hebben het erover in de kleedkamer. Iedereen is ermee bezig. Dit raakt je enorm.’

Praten over zijn trainer doet Schouten zichtbaar wat. ‘Het is vreselijk, zo oneerlijk ook. Ik kende hem nog maar pas, maar dit komt aan. Nooit ziek geweest en dan ineens getroffen door die vreselijke ziekte. Een boom van een kerel, oersterk, en dat straalt hij ook echt uit. Hij zou die vrije trappen nog zo graag het doel in jagen. Mihajlovic is fysiek en mentaal beresterk. We zijn bij hem geweest in het ziekenhuis. Direct na een wedstrijd, dat zijn emotionele momenten. Hij wil dolgraag bij ons zijn, helaas kan dat niet altijd, maar dan heeft hij de hulp van goede assistenten. Het is aangrijpend en mooi tegelijk. Als je het hebt over een mensenleven en de strijd van iemand tegen een ziekte, dan is voetbal plotseling slechts een spelletje.’
0
Donderdag 6 februari 2020 om 18:59 uur

pajam

Volgens VI zijn er maar 5 clubs die minder salaris betalen als ADO Den Haag & heeft Den Haag een salarisplafond van 250.000 ;

In de degradatiezone betaalt PEC Zwolle de beste salarissen. De Japanner Yuta Nakayama moet meer dan vier ton verdienen. Daarachter komen aankopen als Mike van Duinen en Vito van Crooij met lonen van rond de 275 duizend euro en dat zien de Zwollenaren nog maar als het begin. Vorig jaar werd een investeringsplan gelanceerd en onderdeel ervan is het salarishuis stap voor stap op te krikken naar een half miljoen euro in het seizoen 2023/24. Zo zou de club dan moeten gaan meedoen om Europees voetbal. Vooralsnog concurreert PEC Zwolle met ADO Den Haag, dat maximaal een kwart miljoen overheeft voor jongens als Tom Beugelsdijk, Lex Immers en Aaron Meijers.


© Pro Shots
Dat is een tree hoger dan bij Sparta Rotterdam, waar een goed salaris tussen de tien en vijftienduizend euro per maand ligt. ADO betaalt ook meer dan VVV-Venlo (hooguit een eurootje of 120, 130 duizend) en RKC Waalwijk (een ton). In Venlo valt overigens wel op dat er een Amerikaan in de spits staat. De Limburgers zullen de vier ton voor Schalke 04-huurling Haji Wright niet (helemaal) zelf ophoesten, maar feit is wel dat hij het moet verdienen en daarmee veruit de best betaalde kracht van VVV is. Hoe dan ook, gezien het salarislevel onder in de Eredivisie zouden PEC en ADO ruimschoots boven de streep moeten staan en opvallender is nog dat ze sportief volledig worden overvleugeld door het zuinige Heracles Almelo en Willem II. Met maximaal twee ton is het loongebouw van beide clubs soberder dan dat in Zwolle en Den Haag. De Tilburgers willen voor een uitzondering tot 220 duizend euro gaan, maar dan houdt het wel op. Aangezien Heracles vorige maand miljoenen aan transfergeld heeft binnengehaald en Willem II het afgelopen jaar al een behoorlijk gevulde oorlogskas heeft opgebouwd, ligt het in de lijn der verwachting dat de salarisniveaus bij deze clubs gaan stijgen.
0
Woensdag 5 februari 2020 om 16:05 uur

grijze gek

Beetje makkelijker te lezen


Van Sjeik Mansour tot ADO: het pad van de directeur die voor nieuw leven moet zorgen
© ADO Den Haag/Laurens Lindhout
Van Sjeik Mansour tot ADO: het pad van de directeur die voor nieuw leven moet zorgen
17.00 uur
Opslaan
Door Martijn Krabbendam Martijn KrabbendamINTERVIEW
Hij coachte net zo makkelijk het Rotterdamse daklozenelftal als dat hij over voetbal praat met His Highness sjeik Mansour van de Football Group. ‘Ik ben een verbinder’, zegt Mohammed Hamdi (36). Hij zal dat karakter nodig hebben om als algemeen directeur van het moeilijke ADO Den Haag één club te maken, met één missie en één gedachte.

De uitbater van het restaurant kon zijn ogen niet geloven. Aan de dis: Premier League-ervaring met Martin Jol en Alan Pardew. Verder: vertegenwoordigers van ADO Den Haag en de grootaandeelhouders uit China, United Vansen. Met z’n allen aan één tafel, een dag voor

de wedstrijd tegen RKC Waalwijk. ADO Den Haag leek wel een eenheid. ‘Mooie anekdote’, glimlacht algemeen directeur Mohammed Hamdi. ‘Of-ie klopt? Zou zomaar kunnen. In ieder geval is dat wel waar we naar streven: één club, één missie, één gedachte.’

`Ik ben het levende voorbeeld dat dromen kunnen uitkomen`

Er zijn mensen die zullen zeggen: ‘Welkom in Utopia.’
‘Ongetwijfeld, maar ik zeg dan dat ik het levende voorbeeld ben dat dromen kunnen uitkomen.’

Wat is het levensverhaal van Mohammed Hamdi?

‘Ik was drie toen mijn ouders besloten vanuit Marokko naar Nederland te verhuizen. Zo kwam ik in Leiden terecht, dus dat wordt dan je thuis. Ik ben er begonnen met voetballen bij Lugdunum, daarna ging ik naar UVS, de hoogst spelende club uit de stad. In de jeugd ben ik nog twee keer verhuisd naar FC Lisse en Tonegido/Haagse Bluf waar ik in de Reserve Hoofdklasse ging spelen, tot ik erachter kwam dat ik niet goed genoeg was voor dat niveau.`

`Op mijn 21se raakte ik ook zwaar geblesseerd. De droom als prof de top te halen, had ik al laten varen, maar niettemin is het een hard gelag als je op die leeftijd niet meer mag voetballen. Maar het triggerde wel iets in me, precies wat ik net al zei. Ik stelde mezelf de vraag welke bagage je nodig hebt om in het voetbal te kunnen werken. Het meest voor de hand lag: je trainersdiploma’s. Die ben ik gaan halen, UEFA C en B. Daarmee kon ik aan de slag bij de jeugd van de amateurtak van Sparta Rotterdam. Trainde ik de B2. Later werd ik assistent van Mike Obiku bij de A1. Toen er een positie vrijkwam als manager jeugdzaken, ben ik dat gaan doen. Hield niks anders in dan dat je zorgde dat de communicatie met trainers, spelers, maar ook de bvo een beetje smooth verliep. Heb ik twee jaar gedaan. Toen ging ik naar SVV in Schiedam, de Onder-13 trainen.`

`Omdat ik ook wilde weten hoe het was een seniorenploeg te trainen, heb ik twee jaar De Ster uit Den Haag onder mijn hoede gehad. Zondagderdeklasser, maar hartstikke dankbaar werk. Alleen wist ik dat ik als trainer nooit de top zou halen, hoewel ik nog een WK heb meegemaakt. Met het daklozenteam van Rotterdamwerden we Nederlands kampioen. Was een initiatief van het Leger des Heils. Stonden we ineens op de grote Plaza van Mexico-City het WK voor daklozenteams te spelen. Daar trof het me voor het eerst. Dat je voetbal kon laten samensmelten met discipline, afspraken nakomen. Ik was trainer, manager en maatschappelijk werker tegelijk. Oké, als je komt trainen, kunnen we je aan een stage helpen. Veel van die gasten hebben zich op die manier uiteindelijk losgewerkt uit de ellende. Huisje-boompje-beestje. Ik ben er nog steeds trots op. In die verbindende rol voelde ik me thuis. Praten, afspraken maken, deals sluiten… Dat moest het worden.’

In 2013 begon u bij ADO Den Haag op de commerciële afdeling.

‘Die vacature verbond alles met elkaar wat ik het liefst deed. Ik had al wat commerciële klussen gedaan en dat ging goed. Opgeteld bij mijn motivatie, de plannen die ik had en mijn liefde voor voetbal, vonden ze het bij ADO Den Haag wel een goede match. Dan blijkt dat de commerciële kant van voetbal een klein wereldje is. Iedere deal die je doet, wordt opgemerkt. Op een dag kreeg ik telefoon van Lagardère, een Frans bedrijf dat in die tijd de marketingrechten had van FC Utrecht, Roda JC en NEC. Plus de rechten voor Euro 2016. Die moest ik in Nederland aan de man zien te brengen.`

`Maar wat gebeurt er? Oranje plaatst zich niet. Dat is voor supporters een schok, maar ik heb gevoeld wat het aan de commerciële kant doet: geen bedrijf geïnteresseerd. Ik ben toen plompverloren naar België doorgeschakeld. Da’s het voordeel van corporate bedrijven, die hebben in meer landen holdings zitten. Op die manier heb ik toch nog mijn targets kunnen halen.`

`Nou, ja, dat valt op in een kleine wereld. Lagardère wilde dat ik mijn visie losliet op de commerciële afdelingen van Utrecht, Roda en NEC. Zo kon ik ineens meekijken in de keuken van drie clubs. Maar dat niet alleen. Lagardère is groot, in Duitsland deden ze dat voor Borussia Dortmund, Hamburger SV. Kon ik ook daar in de keuken kijken. Toen kreeg ik het idee dat dit mijn werk was. Ik ben de cursus management betaald voetbal gaan volgen bij de KNVB. Dat is wel een aardig houvast, maar het blijft slechts een tool.`

`Eén keer in de maand naar Zeist en tussendoor werken in projectgroepjes. Ik combineerde het met mijn werk voor Lagardère, maar keek verder. Ik zag steeds meer Aziatische bedrijven zich bemoeien met het voetbal. Dus toen Infront Sport zich meldde bij me, wist ik dat ze waren overgenomen door de Wanda Group, dat aandeelhouder was geworden van Atlético Madrid. Voor mij betekende dat weer een andere dynamiek qua werk. Ineens zat ik ook bij andere sporten dan alleen voetbal. Ik leerde bijvoorbeeld de commerciële kant van schaatsen en basketbal kennen.’

`Ik heb niet veel trainers meegemaakt, maar Henk ten Cate is wel een van de besten`

Wat moet je ermee?

‘Ik ontwikkel me graag allround, wil de dynamiek leren kennen van andere sporten, de tv-rechten, mediadeals. Tegelijk volgde ik een studie Business of Sports Management in Slot Zeist. Ontwikkelen, ontwikkelen, leren… Alles op het gebied van bedrijfskunde. Dat is wat ik wilde. Voordeel is dat ik nu kan meepraten over de sportpakketten. Wij krijgen steeds een benchmark-report over de andere Eredivisie-clubs en Europese teams. Maar ik wil ze ook van andere sporten hebben. Dat zijn globaal gezien net zo goed je concurrenten. Wat ik eraan heb? Ik praat momenteel met sportmarketingbureaus die niet uit het voetbal komen, maar die ADO Den Haag interessant vinden vanwege de Chinese connectie. Met hen kan ik praten op niveau. Dát heb ik eraan. Alles in het leven draait om relaties, netwerken, kennis.’

Zo kwam u in Azië terecht?

‘Tijdens een seminar raakte ik in gesprek met iemand die heel goed was met de beleidsbepalers van Al Jazira uit Abu Dhabi. Die man zei dat mijn profiel prima paste bij de club, want ze zochten net een commercieel directeur uit Europa die Arabisch sprak. Nou, een paar afspraken later was ik aangenomen. Met de ceo, Ayed Mabkhout, had ik meteen een klik. Helemaal gek van het Nederlands voetbal, heel pienter ook.`

`Wat ook meespeelde dat ik er graag naartoe wilde, was de aanwezigheid van Henk ten Cate. Ik heb niet veel trainers meegemaakt, maar Henk is wel een van de besten. Niet alleen vanwege zijn veldtrainingen, ook door de manier waarop hij leidinggaf: hij was echt de baas, wist precies hoe hij dat moest doen in die cultuur. Ik heb van dichtbij kunnen zien hoe we met Al Jazira lang met 1-0 voorstonden tegen Real Madrid in de halve finale van het WK voor clubteams. Uiteindelijk verloren we, maar de manier waarop Henk dat toen heeft neergezet, maakte indruk. Veel van geleerd op voetbalgebied wat me later van pas kon komen.’

Wat was uw rol?

‘De club vermarkten. Al Jazira is een eigen entiteit, met dezelfde eigenaar als de City Football Group: sjeik Mansour, die ook eigenaar is van Manchester City, New York FC en Melbourne City. Maar dat betekende volgens mij niet dat ik geen synergie kon zoeken met de businessclubs van die clubs. Daardoor ontstond er een ander businessmodel. Was een prima plan, al zeg ik het zelf. Zij gingen zelf geloven in het concept van business to business. Zo had Al Jazira ook wat aan het internationale netwerk van His Highness.’

Waarom noemt u hem zo? Hij is er niet en zal dit verhaal ongetwijfeld niet lezen.

‘Omdat hij lid is van de Royal Family. Ik heb sjeik Mansour laatst nog ontmoet tijdens een Ramadan Iftar in Abu Dhabi. Heel normale man, zeer benaderbaar en gek op voetbal. En hij heeft een visie waaraan veel investeerders een voorbeeld kunnen nemen. Of beter: hadden kunnen nemen, want nu zijn ze te laat.’

Wat dan? Met veel geld van Manchester City een winnende club maken?

‘Dat is één ding, ja. Succes leidt tot meer succes, dus moet je ergens beginnen. Maar na City heeft hij in elk werelddeel een club overgenomen, helemaal naar zijn hand gezet volgens de visie van de Football Group. Die clubs worden gerund op dezelfde wijze, door mensen die eerst in de keuken bij Man City hebben gekeken en die visie nu verspreiden. Dát is synergie. His Highness verbindt Etihad Airways als shirtsponsor, dus dat merk krijgt ook wereldwijde aandacht. Zo versterkt alles elkaar. Een visie, een doel. Vind ik indrukwekkend.’

Sheik Mansour is een heel normale man, zeer benaderbaar en gek op voetbal.
Wat heeft uw tijd in het internationale voetbal u geleerd?

‘Dat we in Nederland naar binnen gekeerd zijn als het gaat om het vermarkten van ons voetbal. De Eredivisie is een merk, maar we doen er volgens mij te weinig mee. Ja, nu praten we even over de BeNeLiga, dat is tenminste iets en los van de vraag of het echt iets wordt, is het natuurlijk veel te laat dat we deze gesprekken überhaupt voeren. Ik heb eerder gezegd dat iemand zoals Chris Woerts, de beste op zijn vakgebied, allang de boer op had gemoeten met de Eredivisie. We blijven klein, doordat we klein willen blijven. Niet omdat het moet.’

Wat had Nederland kunnen doen?

‘Wat niet? Je hebt een competitie waar grote talenten hun eerste stappen hebben gezet. Dat alleen is al een businessplan. Maar het gaat er vooral om wat je er zelf aan doet. Met kerst gaan Nederlanders naar Engeland om voetbal te kijken, terwijl hier alles stilligt, omdat trainers en spelers bij hun families willen zijn. Ook goed, maar zo mis je kansen.’

Als directeur van ADO Den Haag is dat niet uw pakkie aan.

‘Nee, maar ik zie de kansen wel…’

`Sjeik Mansour heeft een visie waaraan veel investeerders een voorbeeld kunnen nemen`

Laat de club zich eerst maar eens handhaven.

‘We doen er met z’n allen alles aan dat te realiseren.’

FC Utrecht-ADO Den Haag 4-0. Had u dat geld voor die nieuwe technische staf en spelers maar in uw zak gehouden.

‘Nee, want op dezelfde voet verdergaan als we deden, was geen optie. Natuurlijk is het een tegenvaller als je kansloos verliest bij FC Utrecht, maar het is nog kanslozer als je nu ineens van koers verandert. Deze ploeg en staf zijn pas net begonnen. Je mag geen wonderen verwachten. Ik kijk er anders naar: twee wedstrijden, drie punten, want van RKC hebben we gewonnen. Zo gaan we door, tot aan het einde. Kortetermijndenken, om uiteindelijk een goede lange termijn te kunnen plannen. En alle transfers die we hebben gedaan, zijn financieel verantwoord.’

Zes jaar nadat u bij ADO Den Haag was vertrokken als commercieel medewerker, keerde u terug als algemeen directeur. Hoe is dat gegaan?

‘Op een maandagmiddag werd ik gebeld door iemand van De Vroedt & Thierry, een headhuntersbureau. Hij vroeg of ik interesse had algemeen directeur van ADO Den Haag te worden. De club was een sollicitatieprocedure gestart en zij wilden mij inbrengen als kandidaat. Ik heb met ze gesproken, dat liep goed en zo ben ik de procedure in gerold.’

Als dark horse – u was nummer elf – terwijl er al tien kandidaten waren.

‘Dat die namen zijn uitgelekt, kan ik ook niet helpen. Onbegrijpelijk dat dit is gebeurd. Maar al die kandidaten stonden willekeurig op een lijst. Dus eerste, vijfde, elfde – je kon er geen conclusies aan verbinden.’

`Ik had het gevoel dat het proces naar mijn benoeming bij ADO Den Haag niet zuiver verliep`

Toen?

‘Ik kreeg een gesprek met de heer Wang, de grootaandeelhouder, en Ad Melkert, toen voorzitter van de raad van commissarissen. Het was in het Savarin Hotel in Rijswijk. Ik had De Vroedt & Thierry gevraagd of ik een presentatie mocht geven. “Blijf dicht bij jezelf”, zeiden ze. Dus ik heb dat gedaan, een aantal punten op papier gezet over hoe ik naar ADO Den Haag keek. Daarna belde De Vroedt & Thierry weer en had ik bij hen op kantoor een onderhoud van tweeënhalf uur. Vervolgens kwam er nog een gesprek, in het HNK-verzamelgebouw. Moest ik de leden van de rvc en de aandeelhouders leren kennen. Daarop nóg een gesprek met Melkert…’

U dacht niet…

‘Wacht effe, ja, natuurlijk! Het zou gaan om drie gesprekken, maar inmiddels had ik er al een stuk of zeven achter de rug. Vond ik wel frappant. Ik heb mezelf dan ook twee keer willen terugtrekken uit de procedure, sterker: heb ik ook daadwerkelijk aangeboden. Het werd me alleen sterk afgeraden, omdat ze mij de sterkste kandidaat vonden.’

U had ook kunnen bedenken: Ze willen me niet.

‘Ja, natuurlijk. Maar tegelijkertijd is dat gevoel gebaseerd op niks. Ad Melkert heeft dat nooit zo tegen me gezegd. Alleen, de handelingen, het proces, het manipuleren van informatie, zaken laten lekken naar de media… Het gaf me vooral het gevoel dat het proces niet zuiver verliep, Vandaar dat ik tot twee keer toe eruit wilde stappen. Ik vond het op z’n zachtst gezegd merkwaardig.’

Maar u was zo ijdel het wel te willen gaan doen?

‘Misschien. Je kunt het ook doorzettingsvermogen noemen, of karakter, of het idee hebben dat je van waarde kan zijn voor zo’n club. Misschien is het wel van alles een beetje, dat ik dacht: Misschien wilden de mensen wel dat ik het niet zou doen. Nou, dan doe ik het wél. Ik heb zelf niet gebeld, die headhunter belde míj.’

Wat zou de reden kunnen zijn dat ze u niet wilden?

‘Angst voor jong en vers bloed wellicht?’

Een aantal mensen ziet u als loopjongen van de Chinezen. Doet u dat wat?

‘Zulke kritiek laat ik als water over de rug van een eend van me af glijden. Ik snap ook niet waarom ze dat denken.’

U was nog niet binnen of de ene na de andere medewerker sneuvelde.

‘Ad Melkert was de eerste, want het boterde niet tussen hem en United Vansen. Fons Groenendijk stapte zelf op en het contract van Jeffrey van As werd niet verlengd. Natuurlijk is dat in overleg gegaan met de rvc. Het zijn normale procedures geweest.’

Het komt er dus op neer dat u luistert naar United Vansen.

‘Ik praat met en luister naar iedereen, van de grootaandeelhouder tot de stakeholders, de commissarissen enzovoort. Maar luisteren is iets anders dan alles zomaar blind uitvoeren. Je komt gezamenlijk tot een conclusie. Voor de good governance is de directie eindverantwoordelijk, met de rvc als controlerend orgaan erboven. Zo sta ik er wel in. Maar uiteindelijk zijn zij, United Vansen, wel de baas. Deze mensen hebben nu vijfenhalf jaar de aandelen van de club, los van de periode dat ze even ergens anders waren. Maar nooit hebben ze het gevoel gehad dat ze konden meedenken, laat staan meebepalen, over het beleid bij ADO Den Haag.`

`Je moet het zo zien: stel, jij hebt een huis gekocht. Je loopt naar binnen met je vrouw en dan gaat de bel. De buurman en buurvrouw. Die zeggen: “Gefeliciteerd met jullie huis, hartstikke leuk, maar wij gaan het inrichten”. Dan zeg jij toch: Hoe bedoel je? Is toch mijn huis? Zo was mijn gevoel bij de relatie tussen ADO Den Haag en United Vansen. Ik had ook gewoon kunnen vragen of ze op dit moment alleen even de tekorten wilden aanvullen, maar dat is niet de manier de club verder vooruit te helpen. Ik verbind liever dan dat ik irriteer.’

Poserend met de nieuwe trainer Alan Pardew (rechts) en zijn assistent Chris Powell.
Schrok u bij wat u aantrof?

‘Ik schrik niet snel, maar besefte wel direct dat dit op z’n minst een gigantische uitdaging ging worden.’

Waarom zegt u niet gewoon: Er wordt hier zo veel geld betaald aan salarissen voor middelmatige spelers zonder restwaarde, dat ADO zo goed als technisch failliet is?

‘Luister, ik ga niet oordelen over beslissingen die in het verleden zijn genomen. Wil ik niet, kan ik niet. Maar het is wel belangrijk voor ADO Den Haag dat we duidelijkheid scheppen naar de spelers, de rvc, aandeelhouders, de stakeholders en de markt, hoe we de komende jaren financieel te werk willen gaan.’

Nog een keer: schrok u bij wat u aantrof?

‘Nogmaals: nee. Maar ik zag wel een aantal dingen die ik anders had verwacht. Dan moet je denken aan de organisatiestructuur, de beslissingstrajecten, de communicatie richting rvc en United Vansen.’

Waar begint een nieuwe algemeen directeur dan?

`Als ADO Den Haag echt verder wil, zal iedereen zijn eigen agenda opzij moeten leggen en meegaan in die van de club`

‘Bij het begin. Terug naar de basis. Je moet eerst zeker weten dat het team waarmee jij als directeur gaat werken, dedicated is. Als je team niet voldoet, ga jij het zelf ook niet redden. Daarna ga je kijken naar de structuur van de club en daarbij verzin je profielen. Welke karakters heeft ADO Den Haag nodig om de komende jaren te kunnen groeien? Dat heb ik gedaan.’

U moest binnen honderd dagen een beleidsplan presenteren en zorgen dat intern iedereen weer op één lijn zit. Is dat gelukt?

‘We zijn in november naar China geweest en daar hebben we het meerjarenplan gepresenteerd. Dat werd goed onthaald. Vervolgens heb ik dat plan besproken met diverse stakeholders, collega’s, supporters en noem maar op. Iedereen stond erachter. Oké, dan is er ook geen argument meer terug te kijken naar wat is geweest bij deze club. Dan moeten we aan de slag. Ik hoop dat ik iedereen op één lijn heb, maar wat me wel is opgevallen, is dat er een verschil zit tussen ja zéggen en ja dóén. Als ADO Den Haag echt verder wil, zal iedereen zijn eigen agenda opzij moeten leggen en meegaan in die van de club.’

`Martin is misschien wel de grootste transfer geweest voor ADO Den Haag`

Hoe hebt u Martin Jol aan boord gekregen? Die zat eerst als lid van de rvc in een kampje dat tegen de aandeelhouders uit China ageerde.

‘Ik heb Martin ons meerjarenplan gepresenteerd en hij raakte erdoor geënthousiasmeerd. Martin moest zich als lid van de rvc committeren aan de visie van de raad. Maar toen hij eruit was, viel hij over te halen. En nu zit er iemand die er echt mee bezig is. Hij heeft ADO Den Haag de laatste jaren van afstand gevolgd en vraagt zich af hoe het met de doorstroming zit van jeugd. Waar zijn de talenten? Waarom verkoopt deze club niet of nauwelijks spelers die zij zelf heeft opgeleid? Martin heeft daarover zo zijn ideeën. Zijn komst zorgt ervoor dat we op dat vlak stappen kunnen maken. Martin is misschien wel de grootste transfer geweest voor ADO Den Haag. Maar dat blijkt pas als we erin blijven dit seizoen. Hij is in ieder geval weer thuis.’

De grootaandeelhouder wil uw contract nu al verlengen. Maar stel dat het niet lukt en de club degradeert, heeft u dan gefaald?

‘We leven onder druk. Niet alleen ik, ook de staf, de nieuwe spelers, eigenlijk iedereen. We moeten erin blijven om echt te kunnen groeien. Ik gelóóf dat het lukt, alleen ben ik gevoelsmatig te laat erin gestapt. Liever was ik eerder begonnen bij de club. Nu zijn we bezig aan een herstelperiode, daarna treedt het meerjarenplan in werking dat door iedereen is goedgekeurd en omarmd. Als we degraderen, zullen we dat opnieuw moeten aanpassen. Maar ik ben van nature iemand die denkt in succes, niet in falen. Negatief gedachten zijn zo zonde van je tijd, dat heb ik dit jaar weer geleerd.’

Hoe?

‘Ik heb Pim Verbeek leren kennen toen ik bij de amateurs van Sparta werkte. Daarna hebben we altijd contact gehouden. Vorig jaar zag ik hem in Abu Dhabi, Pim was daar als bondscoach van Oman. Toen ik naar ADO Den Haag kon, belde ik Pim weer voor advies. “Je kunt het”, zei hij, “maar blijf wel dicht bij jezelf”. Onlangs speelden we vriendschappelijk tegen Sparta. Pim belde dat-ie kwam kijken. Samen met Henk van Stee heeft hij toen nog mee geluncht. Maar wat gebeurde er? Na de wedstrijd liep ik met hem mee. We gaven elkaar altijd een knuffel, maar dit keer hield hij me langer vast. “Mo, ik ben trots op je”, zei hij. Ik was blij, want ik hechtte veel waarde aan wat hij zei. Maar het bleek een afscheidsknuffel. Een tijdje later was hij overleden. Pims dood grijpt me nog steeds aan. Hij hielp mensen, zonder dat-ie ermee te koop liep, was altijd positief. Daar denk ik aan als we het met ADO Den Haag moeilijk hebben. Altijd geloven
0
Donderdag 30 januari 2020 om 19:49 uur

Advertentie

GroenGeelHart070

Voor de geïnteresseerden, interview VI met Hamdi:


Net binnen
Video
PRO
Van Sjeik Mansour tot ADO: het pad van de directeur die voor nieuw leven moet zorgen
© ADO Den Haag/Laurens Lindhout
Van Sjeik Mansour tot ADO: het pad van de directeur die voor nieuw leven moet zorgen
17.00 uur
Opslaan
Door Martijn Krabbendam Martijn KrabbendamINTERVIEW
Hij coachte net zo makkelijk het Rotterdamse daklozenelftal als dat hij over voetbal praat met His Highness sjeik Mansour van de Football Group. ‘Ik ben een verbinder’, zegt Mohammed Hamdi (36). Hij zal dat karakter nodig hebben om als algemeen directeur van het moeilijke ADO Den Haag één club te maken, met één missie en één gedachte.

De uitbater van het restaurant kon zijn ogen niet geloven. Aan de dis: Premier League-ervaring met Martin Jol en Alan Pardew. Verder: vertegenwoordigers van ADO Den Haag en de grootaandeelhouders uit China, United Vansen. Met z’n allen aan één tafel, een dag voor

de wedstrijd tegen RKC Waalwijk. ADO Den Haag leek wel een eenheid. ‘Mooie anekdote’, glimlacht algemeen directeur Mohammed Hamdi. ‘Of-ie klopt? Zou zomaar kunnen. In ieder geval is dat wel waar we naar streven: één club, één missie, één gedachte.’

`Ik ben het levende voorbeeld dat dromen kunnen uitkomen`

Er zijn mensen die zullen zeggen: ‘Welkom in Utopia.’
‘Ongetwijfeld, maar ik zeg dan dat ik het levende voorbeeld ben dat dromen kunnen uitkomen.’

Wat is het levensverhaal van Mohammed Hamdi?

‘Ik was drie toen mijn ouders besloten vanuit Marokko naar Nederland te verhuizen. Zo kwam ik in Leiden terecht, dus dat wordt dan je thuis. Ik ben er begonnen met voetballen bij Lugdunum, daarna ging ik naar UVS, de hoogst spelende club uit de stad. In de jeugd ben ik nog twee keer verhuisd naar FC Lisse en Tonegido/Haagse Bluf waar ik in de Reserve Hoofdklasse ging spelen, tot ik erachter kwam dat ik niet goed genoeg was voor dat niveau.`

`Op mijn 21se raakte ik ook zwaar geblesseerd. De droom als prof de top te halen, had ik al laten varen, maar niettemin is het een hard gelag als je op die leeftijd niet meer mag voetballen. Maar het triggerde wel iets in me, precies wat ik net al zei. Ik stelde mezelf de vraag welke bagage je nodig hebt om in het voetbal te kunnen werken. Het meest voor de hand lag: je trainersdiploma’s. Die ben ik gaan halen, UEFA C en B. Daarmee kon ik aan de slag bij de jeugd van de amateurtak van Sparta Rotterdam. Trainde ik de B2. Later werd ik assistent van Mike Obiku bij de A1. Toen er een positie vrijkwam als manager jeugdzaken, ben ik dat gaan doen. Hield niks anders in dan dat je zorgde dat de communicatie met trainers, spelers, maar ook de bvo een beetje smooth verliep. Heb ik twee jaar gedaan. Toen ging ik naar SVV in Schiedam, de Onder-13 trainen.`

`Omdat ik ook wilde weten hoe het was een seniorenploeg te trainen, heb ik twee jaar De Ster uit Den Haag onder mijn hoede gehad. Zondagderdeklasser, maar hartstikke dankbaar werk. Alleen wist ik dat ik als trainer nooit de top zou halen, hoewel ik nog een WK heb meegemaakt. Met het daklozenteam van Rotterdamwerden we Nederlands kampioen. Was een initiatief van het Leger des Heils. Stonden we ineens op de grote Plaza van Mexico-City het WK voor daklozenteams te spelen. Daar trof het me voor het eerst. Dat je voetbal kon laten samensmelten met discipline, afspraken nakomen. Ik was trainer, manager en maatschappelijk werker tegelijk. Oké, als je komt trainen, kunnen we je aan een stage helpen. Veel van die gasten hebben zich op die manier uiteindelijk losgewerkt uit de ellende. Huisje-boompje-beestje. Ik ben er nog steeds trots op. In die verbindende rol voelde ik me thuis. Praten, afspraken maken, deals sluiten… Dat moest het worden.’

In 2013 begon u bij ADO Den Haag op de commerciële afdeling.

‘Die vacature verbond alles met elkaar wat ik het liefst deed. Ik had al wat commerciële klussen gedaan en dat ging goed. Opgeteld bij mijn motivatie, de plannen die ik had en mijn liefde voor voetbal, vonden ze het bij ADO Den Haag wel een goede match. Dan blijkt dat de commerciële kant van voetbal een klein wereldje is. Iedere deal die je doet, wordt opgemerkt. Op een dag kreeg ik telefoon van Lagardère, een Frans bedrijf dat in die tijd de marketingrechten had van FC Utrecht, Roda JC en NEC. Plus de rechten voor Euro 2016. Die moest ik in Nederland aan de man zien te brengen.`

`Maar wat gebeurt er? Oranje plaatst zich niet. Dat is voor supporters een schok, maar ik heb gevoeld wat het aan de commerciële kant doet: geen bedrijf geïnteresseerd. Ik ben toen plompverloren naar België doorgeschakeld. Da’s het voordeel van corporate bedrijven, die hebben in meer landen holdings zitten. Op die manier heb ik toch nog mijn targets kunnen halen.`

`Nou, ja, dat valt op in een kleine wereld. Lagardère wilde dat ik mijn visie losliet op de commerciële afdelingen van Utrecht, Roda en NEC. Zo kon ik ineens meekijken in de keuken van drie clubs. Maar dat niet alleen. Lagardère is groot, in Duitsland deden ze dat voor Borussia Dortmund, Hamburger SV. Kon ik ook daar in de keuken kijken. Toen kreeg ik het idee dat dit mijn werk was. Ik ben de cursus management betaald voetbal gaan volgen bij de KNVB. Dat is wel een aardig houvast, maar het blijft slechts een tool.`

`Eén keer in de maand naar Zeist en tussendoor werken in projectgroepjes. Ik combineerde het met mijn werk voor Lagardère, maar keek verder. Ik zag steeds meer Aziatische bedrijven zich bemoeien met het voetbal. Dus toen Infront Sport zich meldde bij me, wist ik dat ze waren overgenomen door de Wanda Group, dat aandeelhouder was geworden van Atlético Madrid. Voor mij betekende dat weer een andere dynamiek qua werk. Ineens zat ik ook bij andere sporten dan alleen voetbal. Ik leerde bijvoorbeeld de commerciële kant van schaatsen en basketbal kennen.’

`Ik heb niet veel trainers meegemaakt, maar Henk ten Cate is wel een van de besten`

Wat moet je ermee?

‘Ik ontwikkel me graag allround, wil de dynamiek leren kennen van andere sporten, de tv-rechten, mediadeals. Tegelijk volgde ik een studie Business of Sports Management in Slot Zeist. Ontwikkelen, ontwikkelen, leren… Alles op het gebied van bedrijfskunde. Dat is wat ik wilde. Voordeel is dat ik nu kan meepraten over de sportpakketten. Wij krijgen steeds een benchmark-report over de andere Eredivisie-clubs en Europese teams. Maar ik wil ze ook van andere sporten hebben. Dat zijn globaal gezien net zo goed je concurrenten. Wat ik eraan heb? Ik praat momenteel met sportmarketingbureaus die niet uit het voetbal komen, maar die ADO Den Haag interessant vinden vanwege de Chinese connectie. Met hen kan ik praten op niveau. Dát heb ik eraan. Alles in het leven draait om relaties, netwerken, kennis.’

Zo kwam u in Azië terecht?

‘Tijdens een seminar raakte ik in gesprek met iemand die heel goed was met de beleidsbepalers van Al Jazira uit Abu Dhabi. Die man zei dat mijn profiel prima paste bij de club, want ze zochten net een commercieel directeur uit Europa die Arabisch sprak. Nou, een paar afspraken later was ik aangenomen. Met de ceo, Ayed Mabkhout, had ik meteen een klik. Helemaal gek van het Nederlands voetbal, heel pienter ook.`

`Wat ook meespeelde dat ik er graag naartoe wilde, was de aanwezigheid van Henk ten Cate. Ik heb niet veel trainers meegemaakt, maar Henk is wel een van de besten. Niet alleen vanwege zijn veldtrainingen, ook door de manier waarop hij leidinggaf: hij was echt de baas, wist precies hoe hij dat moest doen in die cultuur. Ik heb van dichtbij kunnen zien hoe we met Al Jazira lang met 1-0 voorstonden tegen Real Madrid in de halve finale van het WK voor clubteams. Uiteindelijk verloren we, maar de manier waarop Henk dat toen heeft neergezet, maakte indruk. Veel van geleerd op voetbalgebied wat me later van pas kon komen.’

Wat was uw rol?

‘De club vermarkten. Al Jazira is een eigen entiteit, met dezelfde eigenaar als de City Football Group: sjeik Mansour, die ook eigenaar is van Manchester City, New York FC en Melbourne City. Maar dat betekende volgens mij niet dat ik geen synergie kon zoeken met de businessclubs van die clubs. Daardoor ontstond er een ander businessmodel. Was een prima plan, al zeg ik het zelf. Zij gingen zelf geloven in het concept van business to business. Zo had Al Jazira ook wat aan het internationale netwerk van His Highness.’

Waarom noemt u hem zo? Hij is er niet en zal dit verhaal ongetwijfeld niet lezen.

‘Omdat hij lid is van de Royal Family. Ik heb sjeik Mansour laatst nog ontmoet tijdens een Ramadan Iftar in Abu Dhabi. Heel normale man, zeer benaderbaar en gek op voetbal. En hij heeft een visie waaraan veel investeerders een voorbeeld kunnen nemen. Of beter: hadden kunnen nemen, want nu zijn ze te laat.’

Wat dan? Met veel geld van Manchester City een winnende club maken?

‘Dat is één ding, ja. Succes leidt tot meer succes, dus moet je ergens beginnen. Maar na City heeft hij in elk werelddeel een club overgenomen, helemaal naar zijn hand gezet volgens de visie van de Football Group. Die clubs worden gerund op dezelfde wijze, door mensen die eerst in de keuken bij Man City hebben gekeken en die visie nu verspreiden. Dát is synergie. His Highness verbindt Etihad Airways als shirtsponsor, dus dat merk krijgt ook wereldwijde aandacht. Zo versterkt alles elkaar. Een visie, een doel. Vind ik indrukwekkend.’

Sheik Mansour is een heel normale man, zeer benaderbaar en gek op voetbal.
Wat heeft uw tijd in het internationale voetbal u geleerd?

‘Dat we in Nederland naar binnen gekeerd zijn als het gaat om het vermarkten van ons voetbal. De Eredivisie is een merk, maar we doen er volgens mij te weinig mee. Ja, nu praten we even over de BeNeLiga, dat is tenminste iets en los van de vraag of het echt iets wordt, is het natuurlijk veel te laat dat we deze gesprekken überhaupt voeren. Ik heb eerder gezegd dat iemand zoals Chris Woerts, de beste op zijn vakgebied, allang de boer op had gemoeten met de Eredivisie. We blijven klein, doordat we klein willen blijven. Niet omdat het moet.’

Wat had Nederland kunnen doen?

‘Wat niet? Je hebt een competitie waar grote talenten hun eerste stappen hebben gezet. Dat alleen is al een businessplan. Maar het gaat er vooral om wat je er zelf aan doet. Met kerst gaan Nederlanders naar Engeland om voetbal te kijken, terwijl hier alles stilligt, omdat trainers en spelers bij hun families willen zijn. Ook goed, maar zo mis je kansen.’

Als directeur van ADO Den Haag is dat niet uw pakkie aan.

‘Nee, maar ik zie de kansen wel…’

`Sjeik Mansour heeft een visie waaraan veel investeerders een voorbeeld kunnen nemen`

Laat de club zich eerst maar eens handhaven.

‘We doen er met z’n allen alles aan dat te realiseren.’

FC Utrecht-ADO Den Haag 4-0. Had u dat geld voor die nieuwe technische staf en spelers maar in uw zak gehouden.

‘Nee, want op dezelfde voet verdergaan als we deden, was geen optie. Natuurlijk is het een tegenvaller als je kansloos verliest bij FC Utrecht, maar het is nog kanslozer als je nu ineens van koers verandert. Deze ploeg en staf zijn pas net begonnen. Je mag geen wonderen verwachten. Ik kijk er anders naar: twee wedstrijden, drie punten, want van RKC hebben we gewonnen. Zo gaan we door, tot aan het einde. Kortetermijndenken, om uiteindelijk een goede lange termijn te kunnen plannen. En alle transfers die we hebben gedaan, zijn financieel verantwoord.’

Zes jaar nadat u bij ADO Den Haag was vertrokken als commercieel medewerker, keerde u terug als algemeen directeur. Hoe is dat gegaan?

‘Op een maandagmiddag werd ik gebeld door iemand van De Vroedt & Thierry, een headhuntersbureau. Hij vroeg of ik interesse had algemeen directeur van ADO Den Haag te worden. De club was een sollicitatieprocedure gestart en zij wilden mij inbrengen als kandidaat. Ik heb met ze gesproken, dat liep goed en zo ben ik de procedure in gerold.’

Als dark horse – u was nummer elf – terwijl er al tien kandidaten waren.

‘Dat die namen zijn uitgelekt, kan ik ook niet helpen. Onbegrijpelijk dat dit is gebeurd. Maar al die kandidaten stonden willekeurig op een lijst. Dus eerste, vijfde, elfde – je kon er geen conclusies aan verbinden.’

`Ik had het gevoel dat het proces naar mijn benoeming bij ADO Den Haag niet zuiver verliep`

Toen?

‘Ik kreeg een gesprek met de heer Wang, de grootaandeelhouder, en Ad Melkert, toen voorzitter van de raad van commissarissen. Het was in het Savarin Hotel in Rijswijk. Ik had De Vroedt & Thierry gevraagd of ik een presentatie mocht geven. “Blijf dicht bij jezelf”, zeiden ze. Dus ik heb dat gedaan, een aantal punten op papier gezet over hoe ik naar ADO Den Haag keek. Daarna belde De Vroedt & Thierry weer en had ik bij hen op kantoor een onderhoud van tweeënhalf uur. Vervolgens kwam er nog een gesprek, in het HNK-verzamelgebouw. Moest ik de leden van de rvc en de aandeelhouders leren kennen. Daarop nóg een gesprek met Melkert…’

U dacht niet…

‘Wacht effe, ja, natuurlijk! Het zou gaan om drie gesprekken, maar inmiddels had ik er al een stuk of zeven achter de rug. Vond ik wel frappant. Ik heb mezelf dan ook twee keer willen terugtrekken uit de procedure, sterker: heb ik ook daadwerkelijk aangeboden. Het werd me alleen sterk afgeraden, omdat ze mij de sterkste kandidaat vonden.’

U had ook kunnen bedenken: Ze willen me niet.

‘Ja, natuurlijk. Maar tegelijkertijd is dat gevoel gebaseerd op niks. Ad Melkert heeft dat nooit zo tegen me gezegd. Alleen, de handelingen, het proces, het manipuleren van informatie, zaken laten lekken naar de media… Het gaf me vooral het gevoel dat het proces niet zuiver verliep, Vandaar dat ik tot twee keer toe eruit wilde stappen. Ik vond het op z’n zachtst gezegd merkwaardig.’

Maar u was zo ijdel het wel te willen gaan doen?

‘Misschien. Je kunt het ook doorzettingsvermogen noemen, of karakter, of het idee hebben dat je van waarde kan zijn voor zo’n club. Misschien is het wel van alles een beetje, dat ik dacht: Misschien wilden de mensen wel dat ik het niet zou doen. Nou, dan doe ik het wél. Ik heb zelf niet gebeld, die headhunter belde míj.’

Wat zou de reden kunnen zijn dat ze u niet wilden?

‘Angst voor jong en vers bloed wellicht?’

Een aantal mensen ziet u als loopjongen van de Chinezen. Doet u dat wat?

‘Zulke kritiek laat ik als water over de rug van een eend van me af glijden. Ik snap ook niet waarom ze dat denken.’

U was nog niet binnen of de ene na de andere medewerker sneuvelde.

‘Ad Melkert was de eerste, want het boterde niet tussen hem en United Vansen. Fons Groenendijk stapte zelf op en het contract van Jeffrey van As werd niet verlengd. Natuurlijk is dat in overleg gegaan met de rvc. Het zijn normale procedures geweest.’

Het komt er dus op neer dat u luistert naar United Vansen.

‘Ik praat met en luister naar iedereen, van de grootaandeelhouder tot de stakeholders, de commissarissen enzovoort. Maar luisteren is iets anders dan alles zomaar blind uitvoeren. Je komt gezamenlijk tot een conclusie. Voor de good governance is de directie eindverantwoordelijk, met de rvc als controlerend orgaan erboven. Zo sta ik er wel in. Maar uiteindelijk zijn zij, United Vansen, wel de baas. Deze mensen hebben nu vijfenhalf jaar de aandelen van de club, los van de periode dat ze even ergens anders waren. Maar nooit hebben ze het gevoel gehad dat ze konden meedenken, laat staan meebepalen, over het beleid bij ADO Den Haag.`

`Je moet het zo zien: stel, jij hebt een huis gekocht. Je loopt naar binnen met je vrouw en dan gaat de bel. De buurman en buurvrouw. Die zeggen: “Gefeliciteerd met jullie huis, hartstikke leuk, maar wij gaan het inrichten”. Dan zeg jij toch: Hoe bedoel je? Is toch mijn huis? Zo was mijn gevoel bij de relatie tussen ADO Den Haag en United Vansen. Ik had ook gewoon kunnen vragen of ze op dit moment alleen even de tekorten wilden aanvullen, maar dat is niet de manier de club verder vooruit te helpen. Ik verbind liever dan dat ik irriteer.’

Poserend met de nieuwe trainer Alan Pardew (rechts) en zijn assistent Chris Powell.
Schrok u bij wat u aantrof?

‘Ik schrik niet snel, maar besefte wel direct dat dit op z’n minst een gigantische uitdaging ging worden.’

Waarom zegt u niet gewoon: Er wordt hier zo veel geld betaald aan salarissen voor middelmatige spelers zonder restwaarde, dat ADO zo goed als technisch failliet is?

‘Luister, ik ga niet oordelen over beslissingen die in het verleden zijn genomen. Wil ik niet, kan ik niet. Maar het is wel belangrijk voor ADO Den Haag dat we duidelijkheid scheppen naar de spelers, de rvc, aandeelhouders, de stakeholders en de markt, hoe we de komende jaren financieel te werk willen gaan.’

Nog een keer: schrok u bij wat u aantrof?

‘Nogmaals: nee. Maar ik zag wel een aantal dingen die ik anders had verwacht. Dan moet je denken aan de organisatiestructuur, de beslissingstrajecten, de communicatie richting rvc en United Vansen.’

Waar begint een nieuwe algemeen directeur dan?

`Als ADO Den Haag echt verder wil, zal iedereen zijn eigen agenda opzij moeten leggen en meegaan in die van de club`

‘Bij het begin. Terug naar de basis. Je moet eerst zeker weten dat het team waarmee jij als directeur gaat werken, dedicated is. Als je team niet voldoet, ga jij het zelf ook niet redden. Daarna ga je kijken naar de structuur van de club en daarbij verzin je profielen. Welke karakters heeft ADO Den Haag nodig om de komende jaren te kunnen groeien? Dat heb ik gedaan.’

U moest binnen honderd dagen een beleidsplan presenteren en zorgen dat intern iedereen weer op één lijn zit. Is dat gelukt?

‘We zijn in november naar China geweest en daar hebben we het meerjarenplan gepresenteerd. Dat werd goed onthaald. Vervolgens heb ik dat plan besproken met diverse stakeholders, collega’s, supporters en noem maar op. Iedereen stond erachter. Oké, dan is er ook geen argument meer terug te kijken naar wat is geweest bij deze club. Dan moeten we aan de slag. Ik hoop dat ik iedereen op één lijn heb, maar wat me wel is opgevallen, is dat er een verschil zit tussen ja zéggen en ja dóén. Als ADO Den Haag echt verder wil, zal iedereen zijn eigen agenda opzij moeten leggen en meegaan in die van de club.’

`Martin is misschien wel de grootste transfer geweest voor ADO Den Haag`

Hoe hebt u Martin Jol aan boord gekregen? Die zat eerst als lid van de rvc in een kampje dat tegen de aandeelhouders uit China ageerde.

‘Ik heb Martin ons meerjarenplan gepresenteerd en hij raakte erdoor geënthousiasmeerd. Martin moest zich als lid van de rvc committeren aan de visie van de raad. Maar toen hij eruit was, viel hij over te halen. En nu zit er iemand die er echt mee bezig is. Hij heeft ADO Den Haag de laatste jaren van afstand gevolgd en vraagt zich af hoe het met de doorstroming zit van jeugd. Waar zijn de talenten? Waarom verkoopt deze club niet of nauwelijks spelers die zij zelf heeft opgeleid? Martin heeft daarover zo zijn ideeën. Zijn komst zorgt ervoor dat we op dat vlak stappen kunnen maken. Martin is misschien wel de grootste transfer geweest voor ADO Den Haag. Maar dat blijkt pas als we erin blijven dit seizoen. Hij is in ieder geval weer thuis.’

De grootaandeelhouder wil uw contract nu al verlengen. Maar stel dat het niet lukt en de club degradeert, heeft u dan gefaald?

‘We leven onder druk. Niet alleen ik, ook de staf, de nieuwe spelers, eigenlijk iedereen. We moeten erin blijven om echt te kunnen groeien. Ik gelóóf dat het lukt, alleen ben ik gevoelsmatig te laat erin gestapt. Liever was ik eerder begonnen bij de club. Nu zijn we bezig aan een herstelperiode, daarna treedt het meerjarenplan in werking dat door iedereen is goedgekeurd en omarmd. Als we degraderen, zullen we dat opnieuw moeten aanpassen. Maar ik ben van nature iemand die denkt in succes, niet in falen. Negatief gedachten zijn zo zonde van je tijd, dat heb ik dit jaar weer geleerd.’

Hoe?

‘Ik heb Pim Verbeek leren kennen toen ik bij de amateurs van Sparta werkte. Daarna hebben we altijd contact gehouden. Vorig jaar zag ik hem in Abu Dhabi, Pim was daar als bondscoach van Oman. Toen ik naar ADO Den Haag kon, belde ik Pim weer voor advies. “Je kunt het”, zei hij, “maar blijf wel dicht bij jezelf”. Onlangs speelden we vriendschappelijk tegen Sparta. Pim belde dat-ie kwam kijken. Samen met Henk van Stee heeft hij toen nog mee geluncht. Maar wat gebeurde er? Na de wedstrijd liep ik met hem mee. We gaven elkaar altijd een knuffel, maar dit keer hield hij me langer vast. “Mo, ik ben trots op je”, zei hij. Ik was blij, want ik hechtte veel waarde aan wat hij zei. Maar het bleek een afscheidsknuffel. Een tijdje later was hij overleden. Pims dood grijpt me nog steeds aan. Hij hielp mensen, zonder dat-ie ermee te koop liep, was altijd positief. Daar denk ik aan als we het met ADO Den Haag moeilijk hebben. Altijd geloven dat het kán.’
0
Donderdag 30 januari 2020 om 17:42 uur

Erik070

jajoh schreef:

JB.... mijn oprechte excuses. Wat hebben wij een boutkeeper zeg.
Nee die tien spelers doen t lekker
0
Vrijdag 24 januari 2020 om 21:45 uur

Langebach2

Michiel Kramer mag vertrekken bij ADO Den Haag, zegt algemeen directeur Mohammed Hamdi. Het gerucht dat ook Danny Bakker zijn heil ergens anders kan zoeken, ontkent Hamdi. De middenvelder blijft gewoon bij ADO.
Het is de tweede periode dat Kramer uitkomt voor de Haagse club. Tussen 2013 en 2015 speelde hij 58 wedstrijden waarin hij 24 keer scoorde. Hij dwong daarmee een transfer naar Feyenoord af. Afgelopen zomer kwam Kramer over van FC Utrecht. Dit seizoen speelde hij elf wedstrijden waarin hij twee keer scoorde.

Geboren Hagenaar Bakker speelt al heel zijn carrière in het groen-geel. De 26-jarige middenvelder speelde tot op heden 163 wedstrijden waarin hij tien keer scoorde. Tegen RKC zat hij niet bij de wedstrijdselectie vanwege een rode kaart die hij kreeg tijdens de wedstrijd tegen Ajax.

Twee doelmannen
Dehninio Muringen, Maarten Rieder, Sem Steijn en Lorenzo van Kleef zijn teruggestuurd naar Jong ADO Den Haag. Het viertal was mee op trainingskamp, maar mag zich nu ontwikkelen bij de talenten van de Haagse club. Opvallend is daarnaast dat ADO slechts twee doelmannen in de selectie heeft.
0
Zondag 19 januari 2020 om 22:49 uur

Madmax

Michiel Kramer mag vertrekken bij ADO Den Haag, zegt algemeen directeur Mohammed Hamdi. Het gerucht dat ook Danny Bakker zijn heil ergens anders kan zoeken, ontkent Hamdi. De middenvelder blijft gewoon bij ADO.

Het is de tweede periode dat Kramer uitkomt voor de Haagse club. Tussen 2013 en 2015 speelde hij 58 wedstrijden waarin hij 24 keer scoorde. Hij dwong daarmee een transfer naar Feyenoord af. Afgelopen zomer kwam Kramer over van FC Utrecht. Dit seizoen speelde hij elf wedstrijden waarin hij twee keer scoorde.

Geboren Hagenaar Bakker speelt al heel zijn carrière in het groen-geel. De 26-jarige middenvelder speelde tot op heden 163 wedstrijden waarin hij tien keer scoorde. Tegen RKC zat hij niet bij de wedstrijdselectie vanwege een rode kaart die hij kreeg tijdens de wedstrijd tegen Ajax.

Twee doelmannen

Dehninio Muringen, Maarten Rieder, Sem Steijn en Lorenzo van Kleef zijn teruggestuurd naar Jong ADO Den Haag. Het viertal was mee op trainingskamp, maar mag zich nu ontwikkelen bij de talenten van de Haagse club. Opvallend is daarnaast dat ADO slechts twee doelmannen in de selectie heeft.

0
Zondag 19 januari 2020 om 22:07 uur

Nu online

Aad, Dang3r, KickOff, Raoul88, Lellow en 112 gasten.

Zoek in shoutbox

Naam:
Tekst:
Vanaf datum: Verwijder datum Kies een datum
Tot en met datum: Verwijder datum Kies een datum

Kies een pagina

Vorige pagina
Pagina 27
Volgende pagina

Spelersklassement

De top3:
Juho Kilo Kilian Nikiema Alex Schalk

Laatste wedstrijd

Logo Telstar Logo ADO Den Haag
2-1
4 januari 2025

Volgende wedstrijd

Logo De Graafschap Logo ADO Den Haag
10 januari 2025 om 20:00 uur
De Vijverberg, Doetinchem

Advertentie

Keuken Kampioen Divisie

1 Volendam + 20 - 40
2 Excelsior 20 - 39
3 FC Dordrecht 20 - 36
4 Den Bosch + 20 - 33
5 Graafschap 20 - 32
6 SC Cambuur 20 - 32
7 FC Emmen 20 - 32
8 ADO Den Haag 20 - 31
9 Helmond Sp. 20 - 31
10 Roda JC 20 - 30
11 Telstar 20 - 26
12 FC Eindhoven 20 - 26
13 MVV Maastr. 20 - 23
14 Jong AZ 20 - 22
15 TOP Oss 20 - 22
16 Jong Ajax 20 - 21
17 Jong PSV 20 - 21
18 VVV-Venlo 20 - 16
19 Jong Utrecht 20 - 13
20 Vitesse -27 20 - -8