Welkom in de shoutbox, gast
DHFC070
Langspeelplaatjuh!!
Ben tegen het terughalen van welke oud speler dan ook. In 9 van de 10 gevallen pakt dit altijd uit in een teleurstelling aangezien het verwachtingspatroon niet realistisch is.
Mag hopen dat ze Kramer niet terug gaan halen. Is een jongen die voor veel onrust zorgt, verkeerde mentaliteit en voor en na zijn periode bij ons nou ook niet echt veel indruk heeft gemaakt. Geen garantie voor goals en het zou gewoon een wilde gok zijn. Geef Johnsen lekker het vertrouwen die gaat steeds beter draaien en voetbal lekker in dienst van het elftal.
Gezien het financiële plaatje lees een enorm tekort op de begroting hoeven ze van mij helemaal niemand te halen in de winterstop. Buiten dat transfers doorgaans in de winterstop een stuk duurder zijn zie ik de sportieve noodzaak ook niet. Lekker alvast bouwen aan volgend jaar en om te beginnen nog wat contracten verlengen.
Ben tegen het terughalen van welke oud speler dan ook. In 9 van de 10 gevallen pakt dit altijd uit in een teleurstelling aangezien het verwachtingspatroon niet realistisch is.
Mag hopen dat ze Kramer niet terug gaan halen. Is een jongen die voor veel onrust zorgt, verkeerde mentaliteit en voor en na zijn periode bij ons nou ook niet echt veel indruk heeft gemaakt. Geen garantie voor goals en het zou gewoon een wilde gok zijn. Geef Johnsen lekker het vertrouwen die gaat steeds beter draaien en voetbal lekker in dienst van het elftal.
Gezien het financiële plaatje lees een enorm tekort op de begroting hoeven ze van mij helemaal niemand te halen in de winterstop. Buiten dat transfers doorgaans in de winterstop een stuk duurder zijn zie ik de sportieve noodzaak ook niet. Lekker alvast bouwen aan volgend jaar en om te beginnen nog wat contracten verlengen.
0
|
Vrijdag 22 december 2017 om 06:55 uur |
DHFC070
Groenendijk haalde het zelf al aan maar iemand die de cijfers heeft over het aantal behaalde punten, doelpunten voor en doelpunten tegen sinds zijn (en overige staf) komst bij ons?
Het is niet altijd met goed voetbal maar de punten tellen onderaan de streep.
Complimenten en het China debacle is compleet naar de achtergrond het gaat al maanden alleen over het sportieve. Wanneer gaat dat spook nog een keer komen vraag je je dan af?
Het is niet altijd met goed voetbal maar de punten tellen onderaan de streep.
Complimenten en het China debacle is compleet naar de achtergrond het gaat al maanden alleen over het sportieve. Wanneer gaat dat spook nog een keer komen vraag je je dan af?
0
|
Donderdag 14 december 2017 om 00:30 uur |
pajam
Robert Zwinkels: rust, regelmaat, ADO
Reon Boeringa
INTERVIEW
Na jaren van blessureleed en zitvlees kweken keept Robert Zwinkels (34) alweer een tijdje de pannen van het dak bij ADO Den Haag. Het verhaal van een eigenzinnige doelman, wiens loopbaan wordt getekend door veerkracht en geduld.
Het regelen van een interview met Robert Zwinkels heeft wel wat voeten in aarde. De doelman van ADO Den Haag vindt het leuk dat VI hem in woord en beeld wil portretteren, maar houdt de touwtjes graag zelf in handen. Dus het liefst tijdens een interlandperiode, zodat het gesprek zijn vaste weekritme niet verstoort. En waar menig profvoetballer zijn moment zou pakken wanneer het na jaren van tegenslag eindelijk een keer meezit, legt Zwinkels het voorstel voor een fotoshoot op een bijzondere Haagse locatie naast zich neer. ‘Ach joh, al die poespas. Dat hoeft van mij niet, hoor.’ Dus worden de kiekjes geschoten in het stadion van ADO. De fotograaf vraagt of Zwinkels boos de lens in wil kijken. Dat is dan weer geen enkel probleem voor de keeper. ‘Want dat doe ik al van mezelf.’
Het biedt een mooi inkijkje in het karakter van Zwinkels, een man van rust en regelmaat. Een man die volgens mensen die met hem werken soms erg op zichzelf kan zijn, lastig te peilen ook. Maar op een volgend moment uit het niets ineens de grap van de dag kan maken. Hoewel hij stam-oudste is, wordt ook hij gerust nog in de maling genomen, zoals laatst door Lex Immers. Toen de middenvelder op het clubkanaal de vraag kreeg voorgelegd welke ADO-speler nou het populairst is bij de vrouwen, antwoordde hij bloedserieus dat dit toch echt Robert Zwinkels is. Voor de goede orde: als kersvers vader leidt de familieman uit Wateringen waarschijnlijk het minst spannende privéleven van de hele selectie.
Aanleiding voor het interview is Zwinkels’ opvallende revival in het doel van ADO en daaraan gekoppeld zijn bijzondere staat van dienst. Het seizoen 2017/18 is zijn dertiende op rij in de Hofstad. Het maakt hem met afstand de langstdienende speler van de Eredivisie, bovendien is Zwinkels een van de weinige one-club-men (zie kader).
Ik weet nog dat ik de tunnel uitliep, zo naar Midden-Noord toe. Een vuurdoopje was dat, zeg
Robert Zwinkels
Hij speelde zelfs nog voor ADO Den Haag in Het Zuiderpark. ‘Dat was een tijd, hoor’, blikt hij terug. ‘Ik heb mijn debuut gemaakt in 2005, uit tegen Heerenveen. Een seizoen daarna speelde ik mijn eerste thuiswedstrijd. Ik weet nog dat ik vooraf de tunnel uitliep, zo naar Midden-Noord toe. Dat was een flinke tribune toen, hè. Dat gaf echt een kick. Een vuurdoopje was dat, zeg.’
Zwinkels is de enige ADO-speler die dat tijdperk meemaakte. Het maakt hem een van de gezichten van de club, al vindt hij dat zelf wel meevallen. ‘Voor mij zijn Lex Immers en Tom Beugelsdijk de gezichten van ADO. Mensen kunnen zich met hen identificeren. Zij stralen ADO uit, hebben die bluf en dat onverzettelijke. Ik heb dat niet zo. Hoeft ook niet, hoor. Ik ben geen stadsmens, ik ben een Westlander. Dat is heel anders.’
One-club-men in de Eredivisie
Speler Leeftijd Club Bij club sinds debuut
Robert Zwinkels 34 ADO Den Haag 12 jaar, 4 maanden
Bram van Polen 32 PEC Zwolle 10 jaar, 4 maanden
Mark van der Maarel 28 FC Utrecht 8 jaar, 10 maanden
KASSEN
Als je uit het Westland komt, kom je uit de kassen. Zwinkels groeit op in Wateringen, als middelste in een gezin met drie kinderen en gaat al vroeg aan de slag in de tuinbouw. ‘Ik zat in de ficussen. Stekkies maken, of die plantjes helemaal omhoogringen zodat ze volgens een bepaalde vorm blijven groeien. In de vakanties werkte ik er in de ochtenden, van zeven tot twaalf waren die diensten. Dan had je als twaalfjarig ventje aan het einde van de week altijd een mooi zakcentje. Dan was je de koning.’
Wanneer de jonge Robert Zwinkels ochtend na ochtend met zijn handen in de modder zit, staat in de familie al veel in het teken van de Haagse profclub, dan nog FC Den Haag geheten. Zijn negen jaar oudere broer Xander belandt rond die tijd namelijk in de eerste selectie en keept er uiteindelijk een handvol wedstrijden. Daarmee treedt Xander in de voetsporen van zijn vader Gerard, die in het tweede elftal van de club het doel verdedigde. Dat ook de jongste zoon gaat keepen, geldt in huize Zwinkels dan als vanzelfsprekend. ‘En ik kon het gelukkig direct goed.’
Begin dit jaar wordt Robert Zwinkels zelf voor het eerst vader, Denver heet zijn zoontje. ‘Het zou mooi zijn als hij later ook gaat keepen.’
Ondanks de familieband is het geen liefde op het eerste gezicht tussen Robert Zwinkels en ADO Den Haag. Als B-junior maakt hij de overstap van het Wateringse VELO naar de Haagse club. Als plattelandskind kan de doelman maar moeilijk wennen aan de mores bij de stadsclub, bovendien staat het reizen hem tegen. ‘Ik zat op de havo in Naaldwijk, vanaf daar was het nog een flink eind fietsen naar ADO.’ Dus na een jaartje gaat Zwinkels op eigen initiatief terug naar VELO.
Het is een beslissing die hem tekent. Waar leeftijdgenootjes alles opgeven voor hun profambitie, vindt Zwinkels een goed en vertrouwd gevoel dan al minstens zo belangrijk. ‘Ik was gewoon niet zo bezig met het profvoetballer worden als anderen.’ Zwinkels heeft namelijk een heel andere droom: hij wil piloot worden, het liefst in een F16. ‘Dat vond ik zo gaaf toen. Mijn ouders waren er iets minder enthousiast over, die wilden liever dat ik gewoon burgerpiloot werd. Leek me ook leuk.’
AJAX
Van een inschrijving voor de pilotenschool komt het niet, want net als hij zijn havo-diploma op zak heeft, staat Ajax op de stoep. Zwinkels gaat in op de aanbieding om in de A-jeugd te keepen. Dat de Amsterdamse club aanbiedt hem voor elke training op te halen en weg te brengen is wel zo prettig, want het is een flinke omslag. ‘Qua cultuur en ook fysiek. Alles ging 25 keer sneller dan ik gewend was. Het was aanpoten.’
Hij speelt er samen met onder anderen Wesley Sneijder, Nigel de Jong en John Heitinga. Door de wol geverfde toptalenten die dan al een half leven hebben doorgebracht volgens de wetten van een topclub. Nee, dan Zwinkels. Beschermd opgevoed en laat in de groei gekomen, loopt hij bij Ajax fysiek en mentaal op zijn tenen. ‘Ik kon aardig keepen, maar het heeft lang geduurd voordat ik een bal bij een doeltrap goed weg kon krijgen. Ik was wel een beetje jaloers op jongens die dat wél konden. Ik miste kracht.’
In Amsterdam is het knallen, knallen en nog eens knallen. ‘Wat voor de normale Ajax-speler een gemiddelde training was, was voor mij hartstikke zwaar. Ze hebben het vaak over belastbaarheid en belasting van een speler. Dat was toen een beetje uit balans bij mij. Daardoor heb ik wat vervelende blessures opgelopen. Ik kon bij Ajax moeilijk een keer zeggen: Nee, vandaag ga ik niet trainen. Tegenwoordig wordt er wat meer gekeken naar individuele ontwikkeling en belastbaarheid, maar dat was toen gewoon niet zo.’
Toch kijkt Zwinkels met plezier terug op zijn tijd bij Ajax. Hij traint uiteindelijk regelmatig mee met het eerste elftal en speelt twee bekerduels in het tweede, maar een doorbraak zit er niet in. In 2005 verlaat hij de club en een maand daarna begint zijn tweede Haagse tijdperk, een periode die inmiddels bijna dertien jaar duurt en daarmee een bijzondere status heeft verkregen.
Robert Zwinkels verricht een van zijn vele reddingen in het thuisduel met Ajax (1-1). Rechts Frenkie de Jong en Justin Kluivert.
Robert Zwinkels verricht een van zijn vele reddingen in het thuisduel met Ajax (1-1). Rechts Frenkie de Jong en Justin Kluivert.
BLESSURES
Maar wie in de VI-archieven duikt, vindt over Robert Zwinkels bar weinig terug. In zijn hele carrière gaf hij slechts één interview. Nieuwsberichten over hem zijn er wel te vinden. Wat wedstrijdreacties en contractverlengingen, maar vooral heel veel slecht nieuws. In sommige seizoenen leek het wel alsof hij een basisplaats had in de wekelijkse VI-rubriek Blessures & Schorsingen.
Zijn rechterknie zat Zwinkels tijdens zijn loopbaan keer op keer in de weg. Inmiddels is hij aan alle denkbare onderdelen wel een keer geblesseerd geweest. Voorste kruisband, achterste kruisband, meniscus en tal van kleine klachten die uiteindelijk te herleiden vielen tot een groter probleem. Het is mede daardoor dat hij ondanks zijn lange dienstverband pas dit seizoen de barrière van honderd competitiewedstrijden slechtte.
De oorzaak voor al die klachten ligt volgens Zwinkels in De Snelkookpan, zoals zijn tijd tussen 2000 en 2005 bij Ajax omschrijft. Als late instromer mist hij de inhoud en weerbaarheid die zijn ploeggenoten door de jaren heen hebben opgebouwd, maar er worden van de keeper wel dezelfde prestaties verwacht. Met alle gevolgen van dien. ‘Het is de prijs die ik heb moeten betalen’, is een uitspraak die bij dit onderwerp meerdere keren aan bod komt. ‘Pas veel later in mijn carrière heb ik een goede fysieke balans gevonden.’
Maar vóór die tijd loopt Zwinkels keer op keer tegen de limieten van zijn lichaam aan, zoals medio 2009. Na een sterke tweede seizoenshelft bij ADO is hij in beeld bij AZ en Feyenoord. Kort daarna raakt hij zwaar geblesseerd tijdens een trainingskamp in Suriname. Drie jaar later gaat het wéér verkeerd. Ajax wil hem graag terug als reservedoelman, maar Zwinkels kiest voor een nieuw contract in Den Haag, waar hij net een basisplaats heeft veroverd. Na een paar wedstrijden gaat het op een training opnieuw helemaal mis.
‘Dat was de zwaarste tijd die ik heb gehad. Ik speelde weer, het ging goed. Toen een draaimomentje op een training, een knak en je weet direct dat het seizoen voorbij is. Dan flitst alles even door je hoofd. Ik was eind twintig en dacht dat ik nog jaren lekker kon keepen. Ineens schoot door mijn hoofd dat dit weleens het einde kon zijn. Met die gedachten heb ik toen wel een paar dagen of weken rondgelopen, dat het in je hoofd zit om te stoppen. Maar uiteindelijk kom je weer in je ritme en ga je toch gewoon door.’
De vervelendste blessures komen in die tijd telkens op de vervelendste momenten, wanneer hij een stap omhoog kan maken of zich echt kan vestigen als vaste keeper in Den Haag. Toch doet Zwinkels niet aan wat-als-denken. Mijmeren over wat had kunnen zijn is volgens hem onzinnig: ‘Net als een koe in zijn kont kijken.’
GEDULD
Het sleutelwoord van Robert Zwinkels’ carrière is geduld. Het geduld om keer op keer een lang revalidatietraject aan te gaan. Het geduld om vervolgens weer achteraan aan te sluiten in de rij met ADO-keepers. ‘Toen ik jonger was, keek ik nog ver vooruit, maar als je een paar keer flink geblesseerd bent geraakt, word je realistisch. Dan accepteer je dat je op een bepaald moment niet meer kunt dan fietsen bijvoorbeeld. Zo heb ik me er altijd doorheen geslagen. Als je weet dat je negen maanden moet revalideren en je kijkt alleen over die negen maanden heen, maak je jezelf gek. Je moet van de kleine overwinningen genieten. Anders lukt het niet.’
Als je revalideert, moet je van de kleine overwinningen genieten
Sinds 2013 is Zwinkels onafgebroken fit. Geconfronteerd met dat gegeven klopt hij het haast geschrokken af op de tafel. Maar het heeft heel lang geduurd voordat hij een nieuwe kans kreeg in het doel van ADO, tot begin dit jaar om precies te zijn. ‘Ik heb er wel een tijdje rekening mee gehouden dat mijn kans verkeken was. Ik ben ook een realistisch persoon. Na mijn herstel deed Martin Hansen het gewoon goed. Dan ben ik iemand die dat erkent, zich in zijn rol schikt en het team van daaruit probeert te helpen.’
Weer geduld dus. Een eigenschap die in de huidige voetballerij schaars is, maar bij Zwinkels ruimschoots aanwezig. Misschien zelfs overvloedig. ‘Ik ben niet zo van het met mijn vuist op tafel slaan. Achteraf zijn er misschien wel momenten geweest waarop ik dat had moeten doen, maar ik heb het op mijn manier gedaan en daar kan ik mee leven. Als iemand beter is, dan ik ga ik geen stennis lopen schoppen. Ik zal nooit een moeilijke jongen worden.’
Ik heb er een tijdje rekening mee gehouden dat mijn kans verkeken was
Begin dit jaar wordt zijn lange wachten dus beloond. Zwinkels krijgt zijn kans na een rode kaart voor Ernestas Setkus en staat zijn plek daarna niet meer af. Opvallend genoeg valt Zwinkels’ entree in de basis vrijwel precies samen met de geboorte van zijn zoontje Denver. ‘Hij werd op 10 februari geboren. Een dag daarna kreeg Setkus rood tegen Go Ahead Eagles. Een week later stond ik in de basis.’ Zwinkels geniet van het vaderschap. ‘Maar om nou te zeggen dat het een roze wolk is… Hij wil nog weleens wakker worden ’s nachts, het is best pittig al met al. Maar als vader onderga je het gewoon. En gelukkig is mijn vriendin Laura een geweldige moeder.’
Maar toch: tussen de gebroken nachten en poepluiers door keept Zwinkels misschien wel beter dan ooit. In het VI-klassement heeft geen enkele keeper na twaalf speelronden zo’n hoog gemiddelde als hij. Zich daarover verbazen doet de Westlander niet. ‘Dit is gewoon mijn niveau, misschien kan het zelfs nog wel iets beter.’ Hoe het dan kan dat hij hiervoor ruim twee jaar op de bank heeft gezeten, weet Zwinkels eigenlijk ook niet. Hij geniet gewoon van het nu. Eindelijk langdurig fit én basisspeler. Het heeft ruim twaalf jaar geduurd, maar dan heb je ook wat.
CLUBLIEFDE
Met zijn 34 jaar ligt zijn carrière grotendeels in de verleden tijd. Het sportieve hoogte- en dieptepunt van die loopbaan zijn met elkaar verweven. In 2006 degradeert ADO in zijn laatste jaar in Het Zuiderpark uit de Eredivisie, waardoor de club in haar fonkelnieuwe stadion voor een paar duizend man speelt tegen onder meer FC Emmen en FC Oss. ADO staat dat seizoen een paar keer op omvallen, de salarissen kunnen amper worden betaald en in de winter is de ploeg diep weggezakt in het rechterrijtje. Maar dan beginnen de Hagenaars te klimmen en bereiken zij de play-offs. ADO overleeft twee ronden en speelt in de finale uit 2-2 tegen RKC Waalwijk. Thuis maakt ADO het af met een 2-1 zege, een dag die Zwinkels nooit zal vergeten.
‘Ik kijk het filmpje nog weleens terug. Een paar dagen voor die finale was de vader van Aleksandar Rankovic overleden. Hij was na de begrafenis snel teruggevlogen uit Servië, zodat hij met ons tegen RKC kon spelen. Toen Yuri Cornelisse de tweede goal maakte uit een penalty, rende hij langs Midden-Noord, dat volledig uit zijn dak ging. Daarna liep hij langs de middenlijn naar Ranko en viel hij hem in zijn armen. Als ik dat bekijk, krijg ik nog steeds tranen in mijn ogen, dat vond ik zo’n mooi moment. Daar zit voor mij alles in.’
Ondanks de verhuizing naar een bedrijventerrein, de Chinese overname en alle sores die daarmee gepaard ging, staat voor Zwinkels als een paal boven water dat ADO gewoon ADO is gebleven. ‘Het zit ’m in de mensen. Onze fysio Edwin Coret die hier al dertien jaar rondloopt, Lex Schoenmaker die nog op kantoor zit, dokter Ed Beefink die er al sinds mensenheugenis is, onze materiaalman Rob Ravenstein die er elke keer weer staat en natuurlijk de fans. Zulke mensen geven ADO een gezicht.’
Dat hij dat zelf inmiddels ook doet, daar wil Zwinkels nog steeds niet helemaal aan. ‘Het is leuk, hoor, dat ik de langst dienende van de Eredivisie ben. Maar het is niet iets waar ik naar toe heb gewerkt. Het is iets wat bij me past, maar ook iets wat maar gewoon is ontstaan en nu een bijzonder verhaal wordt.’ Als het aan Zwinkels ligt, bouwt hij zijn status als clubspeler nog een paar jaartjes uit. ‘Ik heb een bijzonder gevoel bij ADO, een emotionele binding. Ik loop hier bijna de helft van mijn leven rond en heb het naar mijn zin.’
Het liefst keept Zwinkels zeker nog een jaar of vier. Omdat hij het nog verschrikkelijk leuk vindt en genoeg verloren tijd heeft om in te halen, maar vooral omdat hij het jongste lid van de keepers-familie iets tastbaars wil meegeven. ‘Het zou toch prachtig zijn als mijn zoontje zich later nog herinnert dat zijn vader op doel stond bij ADO.’
Reon Boeringa
INTERVIEW
Na jaren van blessureleed en zitvlees kweken keept Robert Zwinkels (34) alweer een tijdje de pannen van het dak bij ADO Den Haag. Het verhaal van een eigenzinnige doelman, wiens loopbaan wordt getekend door veerkracht en geduld.
Het regelen van een interview met Robert Zwinkels heeft wel wat voeten in aarde. De doelman van ADO Den Haag vindt het leuk dat VI hem in woord en beeld wil portretteren, maar houdt de touwtjes graag zelf in handen. Dus het liefst tijdens een interlandperiode, zodat het gesprek zijn vaste weekritme niet verstoort. En waar menig profvoetballer zijn moment zou pakken wanneer het na jaren van tegenslag eindelijk een keer meezit, legt Zwinkels het voorstel voor een fotoshoot op een bijzondere Haagse locatie naast zich neer. ‘Ach joh, al die poespas. Dat hoeft van mij niet, hoor.’ Dus worden de kiekjes geschoten in het stadion van ADO. De fotograaf vraagt of Zwinkels boos de lens in wil kijken. Dat is dan weer geen enkel probleem voor de keeper. ‘Want dat doe ik al van mezelf.’
Het biedt een mooi inkijkje in het karakter van Zwinkels, een man van rust en regelmaat. Een man die volgens mensen die met hem werken soms erg op zichzelf kan zijn, lastig te peilen ook. Maar op een volgend moment uit het niets ineens de grap van de dag kan maken. Hoewel hij stam-oudste is, wordt ook hij gerust nog in de maling genomen, zoals laatst door Lex Immers. Toen de middenvelder op het clubkanaal de vraag kreeg voorgelegd welke ADO-speler nou het populairst is bij de vrouwen, antwoordde hij bloedserieus dat dit toch echt Robert Zwinkels is. Voor de goede orde: als kersvers vader leidt de familieman uit Wateringen waarschijnlijk het minst spannende privéleven van de hele selectie.
Aanleiding voor het interview is Zwinkels’ opvallende revival in het doel van ADO en daaraan gekoppeld zijn bijzondere staat van dienst. Het seizoen 2017/18 is zijn dertiende op rij in de Hofstad. Het maakt hem met afstand de langstdienende speler van de Eredivisie, bovendien is Zwinkels een van de weinige one-club-men (zie kader).
Ik weet nog dat ik de tunnel uitliep, zo naar Midden-Noord toe. Een vuurdoopje was dat, zeg
Robert Zwinkels
Hij speelde zelfs nog voor ADO Den Haag in Het Zuiderpark. ‘Dat was een tijd, hoor’, blikt hij terug. ‘Ik heb mijn debuut gemaakt in 2005, uit tegen Heerenveen. Een seizoen daarna speelde ik mijn eerste thuiswedstrijd. Ik weet nog dat ik vooraf de tunnel uitliep, zo naar Midden-Noord toe. Dat was een flinke tribune toen, hè. Dat gaf echt een kick. Een vuurdoopje was dat, zeg.’
Zwinkels is de enige ADO-speler die dat tijdperk meemaakte. Het maakt hem een van de gezichten van de club, al vindt hij dat zelf wel meevallen. ‘Voor mij zijn Lex Immers en Tom Beugelsdijk de gezichten van ADO. Mensen kunnen zich met hen identificeren. Zij stralen ADO uit, hebben die bluf en dat onverzettelijke. Ik heb dat niet zo. Hoeft ook niet, hoor. Ik ben geen stadsmens, ik ben een Westlander. Dat is heel anders.’
One-club-men in de Eredivisie
Speler Leeftijd Club Bij club sinds debuut
Robert Zwinkels 34 ADO Den Haag 12 jaar, 4 maanden
Bram van Polen 32 PEC Zwolle 10 jaar, 4 maanden
Mark van der Maarel 28 FC Utrecht 8 jaar, 10 maanden
KASSEN
Als je uit het Westland komt, kom je uit de kassen. Zwinkels groeit op in Wateringen, als middelste in een gezin met drie kinderen en gaat al vroeg aan de slag in de tuinbouw. ‘Ik zat in de ficussen. Stekkies maken, of die plantjes helemaal omhoogringen zodat ze volgens een bepaalde vorm blijven groeien. In de vakanties werkte ik er in de ochtenden, van zeven tot twaalf waren die diensten. Dan had je als twaalfjarig ventje aan het einde van de week altijd een mooi zakcentje. Dan was je de koning.’
Wanneer de jonge Robert Zwinkels ochtend na ochtend met zijn handen in de modder zit, staat in de familie al veel in het teken van de Haagse profclub, dan nog FC Den Haag geheten. Zijn negen jaar oudere broer Xander belandt rond die tijd namelijk in de eerste selectie en keept er uiteindelijk een handvol wedstrijden. Daarmee treedt Xander in de voetsporen van zijn vader Gerard, die in het tweede elftal van de club het doel verdedigde. Dat ook de jongste zoon gaat keepen, geldt in huize Zwinkels dan als vanzelfsprekend. ‘En ik kon het gelukkig direct goed.’
Begin dit jaar wordt Robert Zwinkels zelf voor het eerst vader, Denver heet zijn zoontje. ‘Het zou mooi zijn als hij later ook gaat keepen.’
Ondanks de familieband is het geen liefde op het eerste gezicht tussen Robert Zwinkels en ADO Den Haag. Als B-junior maakt hij de overstap van het Wateringse VELO naar de Haagse club. Als plattelandskind kan de doelman maar moeilijk wennen aan de mores bij de stadsclub, bovendien staat het reizen hem tegen. ‘Ik zat op de havo in Naaldwijk, vanaf daar was het nog een flink eind fietsen naar ADO.’ Dus na een jaartje gaat Zwinkels op eigen initiatief terug naar VELO.
Het is een beslissing die hem tekent. Waar leeftijdgenootjes alles opgeven voor hun profambitie, vindt Zwinkels een goed en vertrouwd gevoel dan al minstens zo belangrijk. ‘Ik was gewoon niet zo bezig met het profvoetballer worden als anderen.’ Zwinkels heeft namelijk een heel andere droom: hij wil piloot worden, het liefst in een F16. ‘Dat vond ik zo gaaf toen. Mijn ouders waren er iets minder enthousiast over, die wilden liever dat ik gewoon burgerpiloot werd. Leek me ook leuk.’
AJAX
Van een inschrijving voor de pilotenschool komt het niet, want net als hij zijn havo-diploma op zak heeft, staat Ajax op de stoep. Zwinkels gaat in op de aanbieding om in de A-jeugd te keepen. Dat de Amsterdamse club aanbiedt hem voor elke training op te halen en weg te brengen is wel zo prettig, want het is een flinke omslag. ‘Qua cultuur en ook fysiek. Alles ging 25 keer sneller dan ik gewend was. Het was aanpoten.’
Hij speelt er samen met onder anderen Wesley Sneijder, Nigel de Jong en John Heitinga. Door de wol geverfde toptalenten die dan al een half leven hebben doorgebracht volgens de wetten van een topclub. Nee, dan Zwinkels. Beschermd opgevoed en laat in de groei gekomen, loopt hij bij Ajax fysiek en mentaal op zijn tenen. ‘Ik kon aardig keepen, maar het heeft lang geduurd voordat ik een bal bij een doeltrap goed weg kon krijgen. Ik was wel een beetje jaloers op jongens die dat wél konden. Ik miste kracht.’
In Amsterdam is het knallen, knallen en nog eens knallen. ‘Wat voor de normale Ajax-speler een gemiddelde training was, was voor mij hartstikke zwaar. Ze hebben het vaak over belastbaarheid en belasting van een speler. Dat was toen een beetje uit balans bij mij. Daardoor heb ik wat vervelende blessures opgelopen. Ik kon bij Ajax moeilijk een keer zeggen: Nee, vandaag ga ik niet trainen. Tegenwoordig wordt er wat meer gekeken naar individuele ontwikkeling en belastbaarheid, maar dat was toen gewoon niet zo.’
Toch kijkt Zwinkels met plezier terug op zijn tijd bij Ajax. Hij traint uiteindelijk regelmatig mee met het eerste elftal en speelt twee bekerduels in het tweede, maar een doorbraak zit er niet in. In 2005 verlaat hij de club en een maand daarna begint zijn tweede Haagse tijdperk, een periode die inmiddels bijna dertien jaar duurt en daarmee een bijzondere status heeft verkregen.
Robert Zwinkels verricht een van zijn vele reddingen in het thuisduel met Ajax (1-1). Rechts Frenkie de Jong en Justin Kluivert.
Robert Zwinkels verricht een van zijn vele reddingen in het thuisduel met Ajax (1-1). Rechts Frenkie de Jong en Justin Kluivert.
BLESSURES
Maar wie in de VI-archieven duikt, vindt over Robert Zwinkels bar weinig terug. In zijn hele carrière gaf hij slechts één interview. Nieuwsberichten over hem zijn er wel te vinden. Wat wedstrijdreacties en contractverlengingen, maar vooral heel veel slecht nieuws. In sommige seizoenen leek het wel alsof hij een basisplaats had in de wekelijkse VI-rubriek Blessures & Schorsingen.
Zijn rechterknie zat Zwinkels tijdens zijn loopbaan keer op keer in de weg. Inmiddels is hij aan alle denkbare onderdelen wel een keer geblesseerd geweest. Voorste kruisband, achterste kruisband, meniscus en tal van kleine klachten die uiteindelijk te herleiden vielen tot een groter probleem. Het is mede daardoor dat hij ondanks zijn lange dienstverband pas dit seizoen de barrière van honderd competitiewedstrijden slechtte.
De oorzaak voor al die klachten ligt volgens Zwinkels in De Snelkookpan, zoals zijn tijd tussen 2000 en 2005 bij Ajax omschrijft. Als late instromer mist hij de inhoud en weerbaarheid die zijn ploeggenoten door de jaren heen hebben opgebouwd, maar er worden van de keeper wel dezelfde prestaties verwacht. Met alle gevolgen van dien. ‘Het is de prijs die ik heb moeten betalen’, is een uitspraak die bij dit onderwerp meerdere keren aan bod komt. ‘Pas veel later in mijn carrière heb ik een goede fysieke balans gevonden.’
Maar vóór die tijd loopt Zwinkels keer op keer tegen de limieten van zijn lichaam aan, zoals medio 2009. Na een sterke tweede seizoenshelft bij ADO is hij in beeld bij AZ en Feyenoord. Kort daarna raakt hij zwaar geblesseerd tijdens een trainingskamp in Suriname. Drie jaar later gaat het wéér verkeerd. Ajax wil hem graag terug als reservedoelman, maar Zwinkels kiest voor een nieuw contract in Den Haag, waar hij net een basisplaats heeft veroverd. Na een paar wedstrijden gaat het op een training opnieuw helemaal mis.
‘Dat was de zwaarste tijd die ik heb gehad. Ik speelde weer, het ging goed. Toen een draaimomentje op een training, een knak en je weet direct dat het seizoen voorbij is. Dan flitst alles even door je hoofd. Ik was eind twintig en dacht dat ik nog jaren lekker kon keepen. Ineens schoot door mijn hoofd dat dit weleens het einde kon zijn. Met die gedachten heb ik toen wel een paar dagen of weken rondgelopen, dat het in je hoofd zit om te stoppen. Maar uiteindelijk kom je weer in je ritme en ga je toch gewoon door.’
De vervelendste blessures komen in die tijd telkens op de vervelendste momenten, wanneer hij een stap omhoog kan maken of zich echt kan vestigen als vaste keeper in Den Haag. Toch doet Zwinkels niet aan wat-als-denken. Mijmeren over wat had kunnen zijn is volgens hem onzinnig: ‘Net als een koe in zijn kont kijken.’
GEDULD
Het sleutelwoord van Robert Zwinkels’ carrière is geduld. Het geduld om keer op keer een lang revalidatietraject aan te gaan. Het geduld om vervolgens weer achteraan aan te sluiten in de rij met ADO-keepers. ‘Toen ik jonger was, keek ik nog ver vooruit, maar als je een paar keer flink geblesseerd bent geraakt, word je realistisch. Dan accepteer je dat je op een bepaald moment niet meer kunt dan fietsen bijvoorbeeld. Zo heb ik me er altijd doorheen geslagen. Als je weet dat je negen maanden moet revalideren en je kijkt alleen over die negen maanden heen, maak je jezelf gek. Je moet van de kleine overwinningen genieten. Anders lukt het niet.’
Als je revalideert, moet je van de kleine overwinningen genieten
Sinds 2013 is Zwinkels onafgebroken fit. Geconfronteerd met dat gegeven klopt hij het haast geschrokken af op de tafel. Maar het heeft heel lang geduurd voordat hij een nieuwe kans kreeg in het doel van ADO, tot begin dit jaar om precies te zijn. ‘Ik heb er wel een tijdje rekening mee gehouden dat mijn kans verkeken was. Ik ben ook een realistisch persoon. Na mijn herstel deed Martin Hansen het gewoon goed. Dan ben ik iemand die dat erkent, zich in zijn rol schikt en het team van daaruit probeert te helpen.’
Weer geduld dus. Een eigenschap die in de huidige voetballerij schaars is, maar bij Zwinkels ruimschoots aanwezig. Misschien zelfs overvloedig. ‘Ik ben niet zo van het met mijn vuist op tafel slaan. Achteraf zijn er misschien wel momenten geweest waarop ik dat had moeten doen, maar ik heb het op mijn manier gedaan en daar kan ik mee leven. Als iemand beter is, dan ik ga ik geen stennis lopen schoppen. Ik zal nooit een moeilijke jongen worden.’
Ik heb er een tijdje rekening mee gehouden dat mijn kans verkeken was
Begin dit jaar wordt zijn lange wachten dus beloond. Zwinkels krijgt zijn kans na een rode kaart voor Ernestas Setkus en staat zijn plek daarna niet meer af. Opvallend genoeg valt Zwinkels’ entree in de basis vrijwel precies samen met de geboorte van zijn zoontje Denver. ‘Hij werd op 10 februari geboren. Een dag daarna kreeg Setkus rood tegen Go Ahead Eagles. Een week later stond ik in de basis.’ Zwinkels geniet van het vaderschap. ‘Maar om nou te zeggen dat het een roze wolk is… Hij wil nog weleens wakker worden ’s nachts, het is best pittig al met al. Maar als vader onderga je het gewoon. En gelukkig is mijn vriendin Laura een geweldige moeder.’
Maar toch: tussen de gebroken nachten en poepluiers door keept Zwinkels misschien wel beter dan ooit. In het VI-klassement heeft geen enkele keeper na twaalf speelronden zo’n hoog gemiddelde als hij. Zich daarover verbazen doet de Westlander niet. ‘Dit is gewoon mijn niveau, misschien kan het zelfs nog wel iets beter.’ Hoe het dan kan dat hij hiervoor ruim twee jaar op de bank heeft gezeten, weet Zwinkels eigenlijk ook niet. Hij geniet gewoon van het nu. Eindelijk langdurig fit én basisspeler. Het heeft ruim twaalf jaar geduurd, maar dan heb je ook wat.
CLUBLIEFDE
Met zijn 34 jaar ligt zijn carrière grotendeels in de verleden tijd. Het sportieve hoogte- en dieptepunt van die loopbaan zijn met elkaar verweven. In 2006 degradeert ADO in zijn laatste jaar in Het Zuiderpark uit de Eredivisie, waardoor de club in haar fonkelnieuwe stadion voor een paar duizend man speelt tegen onder meer FC Emmen en FC Oss. ADO staat dat seizoen een paar keer op omvallen, de salarissen kunnen amper worden betaald en in de winter is de ploeg diep weggezakt in het rechterrijtje. Maar dan beginnen de Hagenaars te klimmen en bereiken zij de play-offs. ADO overleeft twee ronden en speelt in de finale uit 2-2 tegen RKC Waalwijk. Thuis maakt ADO het af met een 2-1 zege, een dag die Zwinkels nooit zal vergeten.
‘Ik kijk het filmpje nog weleens terug. Een paar dagen voor die finale was de vader van Aleksandar Rankovic overleden. Hij was na de begrafenis snel teruggevlogen uit Servië, zodat hij met ons tegen RKC kon spelen. Toen Yuri Cornelisse de tweede goal maakte uit een penalty, rende hij langs Midden-Noord, dat volledig uit zijn dak ging. Daarna liep hij langs de middenlijn naar Ranko en viel hij hem in zijn armen. Als ik dat bekijk, krijg ik nog steeds tranen in mijn ogen, dat vond ik zo’n mooi moment. Daar zit voor mij alles in.’
Ondanks de verhuizing naar een bedrijventerrein, de Chinese overname en alle sores die daarmee gepaard ging, staat voor Zwinkels als een paal boven water dat ADO gewoon ADO is gebleven. ‘Het zit ’m in de mensen. Onze fysio Edwin Coret die hier al dertien jaar rondloopt, Lex Schoenmaker die nog op kantoor zit, dokter Ed Beefink die er al sinds mensenheugenis is, onze materiaalman Rob Ravenstein die er elke keer weer staat en natuurlijk de fans. Zulke mensen geven ADO een gezicht.’
Dat hij dat zelf inmiddels ook doet, daar wil Zwinkels nog steeds niet helemaal aan. ‘Het is leuk, hoor, dat ik de langst dienende van de Eredivisie ben. Maar het is niet iets waar ik naar toe heb gewerkt. Het is iets wat bij me past, maar ook iets wat maar gewoon is ontstaan en nu een bijzonder verhaal wordt.’ Als het aan Zwinkels ligt, bouwt hij zijn status als clubspeler nog een paar jaartjes uit. ‘Ik heb een bijzonder gevoel bij ADO, een emotionele binding. Ik loop hier bijna de helft van mijn leven rond en heb het naar mijn zin.’
Het liefst keept Zwinkels zeker nog een jaar of vier. Omdat hij het nog verschrikkelijk leuk vindt en genoeg verloren tijd heeft om in te halen, maar vooral omdat hij het jongste lid van de keepers-familie iets tastbaars wil meegeven. ‘Het zou toch prachtig zijn als mijn zoontje zich later nog herinnert dat zijn vader op doel stond bij ADO.’
0
|
Vrijdag 24 november 2017 om 13:39 uur |
gillah
wijstaanboven schreef:
Ja tuurlijk hoop ook dat hij weggaat . Verliest elke wedstrijd belangrijke duels waardoor de verdediging overlopen wordt. Alleen zn passing is af en toe goed voor de rest is het een doorsnee voetballer niks bijzonders aan.
Ja tuurlijk hoop ook dat hij weggaat . Verliest elke wedstrijd belangrijke duels waardoor de verdediging overlopen wordt. Alleen zn passing is af en toe goed voor de rest is het een doorsnee voetballer niks bijzonders aan.
Bakker is sinds Groenendijk trainer is een van de beste en meest constante spelers. Bovendien een Haagse jongen uit de eigen jeugdopleiding. Wat wil je nog meer? Ik begrijp ook wel dat hij sportieve en financiële ambities heeft, maar als hij hier weg loopt zonder dat je een transfersom ontvangt is dat heel erg jammer.
Hetzelfde geldt voor Ebuehi. Die heeft zich uitstekend herpakt na een slechte seizoensstart en lijkt nu stappen te gaan zetten. Dan zou het ontzettend zonde zijn als hij juist op dit moment gratis vertrekt.
Hetzelfde geldt voor Ebuehi. Die heeft zich uitstekend herpakt na een slechte seizoensstart en lijkt nu stappen te gaan zetten. Dan zou het ontzettend zonde zijn als hij juist op dit moment gratis vertrekt.
0
|
Donderdag 9 november 2017 om 14:19 uur |
slash070
Bolskie schreef:
Ik snap zn ventje wel. Die jongen verdiend in vergelijking tot andere weinig dus kan me voorstellen dat die meer eist en zegt van en ik dan. Hij is basisspeler en als hij dan een salaris krijgt van een jeugdspeler en ziet beugelsdijk bijv veel verdienen ja dan zou ik ook zeggen sorry maar ik zoek wel wat anders of wil minimaal net zoveel. Als hij dan krijg te horen het is dit of anders vertrek je na de bank vraag ik me af of het een goede zaak is. Doe je dat met een wisselspeler dan zou ik zeggen goede zaak of met iemand op leeftijd maar bakker is basisspeler,belangrijk en jong nog of het dan ook een goede zaak is vraag ik mij af
Ik snap zn ventje wel. Die jongen verdiend in vergelijking tot andere weinig dus kan me voorstellen dat die meer eist en zegt van en ik dan. Hij is basisspeler en als hij dan een salaris krijgt van een jeugdspeler en ziet beugelsdijk bijv veel verdienen ja dan zou ik ook zeggen sorry maar ik zoek wel wat anders of wil minimaal net zoveel. Als hij dan krijg te horen het is dit of anders vertrek je na de bank vraag ik me af of het een goede zaak is. Doe je dat met een wisselspeler dan zou ik zeggen goede zaak of met iemand op leeftijd maar bakker is basisspeler,belangrijk en jong nog of het dan ook een goede zaak is vraag ik mij af
Ik weet niet wat onze spelers verdienen en wat de onderlinge verschillen zijn, maar een speler mag best sportieve en financiële ambities hebben. Zou eigenlijk typisch zijn als dat niet zo zal wezen. Bovendien kan de club het zich op dit moment niet eens sportief gezien permitteren om een basisspeler zoals een Bakker of Ebuehi op de bank “voor straf” te zetten.
0
|
Donderdag 9 november 2017 om 10:59 uur |
Advertentie
liefhebber
Fcdh-frans schreef:
Ik had bij het Zuiderpark al business stoelen. Niet gek dat bedrijven ermee stopten toen we degradeerde (de overgang naar het forepark waar jij op doelt).
Ik had bij het Zuiderpark al business stoelen. Niet gek dat bedrijven ermee stopten toen we degradeerde (de overgang naar het forepark waar jij op doelt).
Farewell season was , buiten het sportieve aspect, één van de leukste seizoenen. De b2b club had destijds een goed team. Zoveel sponsoren zijn er niet afgehaakt. Sterker er was een toename. Want de skyboxen waren goed verkocht. De stoelen ook. En er was nog de ado500 club.
0
|
Donderdag 28 september 2017 om 18:20 uur |
Aad
Kees schreef:
Ben ik niet met je eens. Ik vind hem, zover ik kan beschouwen, prima werk te verrichten.
Alleen vind ik het niet nodig om dit soort details met bijvoorbeeld sponsoren en het grote publiek te delen.
Ben ik niet met je eens. Ik vind hem, zover ik kan beschouwen, prima werk te verrichten.
Alleen vind ik het niet nodig om dit soort details met bijvoorbeeld sponsoren en het grote publiek te delen.
Zoals ik al opmerkte: dat bevestigd mijn mening over hem.
Hij zegt met veel woorden veel dingen tegen de verkeerde mensen. Is, zoals ik het zie, erg met zichzelf ingenomen. En hij heeft lak aan zijn achterban, de supporters. Waait met alle winden mee wat de indruk wekt dat Mattijs veel meer bezig is met zijn eigen bestwil dan met dat van ADO.
En natuurlijk gebeuren er nu dingen die wij (ik ook) een jaar geleden niet voor mogelijk hadden gehouden. En dan doel ik voornamelijk op het sportieve vlak, maar er zal ook op commercieel vlak best wat gebeuren. Dat hoeft echter niet per definitie de inbreng van Manders te zijn.
Hij zegt met veel woorden veel dingen tegen de verkeerde mensen. Is, zoals ik het zie, erg met zichzelf ingenomen. En hij heeft lak aan zijn achterban, de supporters. Waait met alle winden mee wat de indruk wekt dat Mattijs veel meer bezig is met zijn eigen bestwil dan met dat van ADO.
En natuurlijk gebeuren er nu dingen die wij (ik ook) een jaar geleden niet voor mogelijk hadden gehouden. En dan doel ik voornamelijk op het sportieve vlak, maar er zal ook op commercieel vlak best wat gebeuren. Dat hoeft echter niet per definitie de inbreng van Manders te zijn.
0
|
Woensdag 27 september 2017 om 17:31 uur |
DHFC070
Storm in een glas water of niet het gaat andermaal om slechte publiciteit en onrust. Als dat laatste weer een tijdje aan gaat houden heeft dit ook gevolgen voor de sportieve prestaties of je het nou wilt of niet.
We gaan maar weer zien waar dit gaat aflopen maar vrolijk word je er niet van of er nou een kern van waarheid in zit of niet.
Zullen we Manders met zijn mooi weer praatjes dan maar op zijn blauwe ogen geloven? Ga in ieder geval niet meedoen met deze "negatieve" ellende.
Sportief gaat het weer de goede kant op en ook op de tribunes is de weg naar eenheid onder supporters ingezet.
We gaan maar weer zien waar dit gaat aflopen maar vrolijk word je er niet van of er nou een kern van waarheid in zit of niet.
Zullen we Manders met zijn mooi weer praatjes dan maar op zijn blauwe ogen geloven? Ga in ieder geval niet meedoen met deze "negatieve" ellende.
Sportief gaat het weer de goede kant op en ook op de tribunes is de weg naar eenheid onder supporters ingezet.
0
|
Dinsdag 26 september 2017 om 18:11 uur |
Filosoof
Kees schreef:
Voor een groot gedeelte van de Hagenezen/Hagenaars ligt het stadion in een uithoek.
Als je het echter geografisch bekijkt ligt het exact tussen de wijken/steden Leidschenveen, Ypenburg, Pijnacker-Nootdorp, Leidschendam-Voorburg en 10 tot 15 "Randstadrailminuten" van Zoetermeer. Dat zijn veel meer dan 200.000 inwoners.
Ik denk nog steeds dat het een optelsom is van diverse oorzaken. Feijenoord en Ajax behoren ook tot de randstadclubs en hebben een goed sportief verleden en draaien nog steeds mee in de top.
Het valt me altijd op dat er verhoudingsgewijs relatief weinig 45 plussers het stadion bezoeken. In mijn beleving zijn velen vanwege het onrustige verleden afgeknapt op een vast stadionbezoek en hebben indertijd hun heil bij het amateurvoetbal gevonden.
Niet voor niets floreerde het Haags amateurvoetbal enorm enige tientallen jaren geleden met heel veel publiek.
Die "oudjes" welke toen zijn afgehaakt krijg je bijna niet meer terug. Hooguit bij incidenteel succes of acties.
Ik vraag me ook af of een terugkerende inzet van HTM-bussen vanaf de Randstad Rail veel invloed heeft en een verlevendiging van het trieste decor rondom het stadion. Zelf denk ik van wel.
Ergens gaat het "fout" want het is niet te rijmen dat veel provinciale clubs meer fysieke aanhang heeft in de stadions met een kleinere bevolking.
Wel denk ik dat onze club zeker in de top zes staat wat betreft sympathie/fan voor de club maar zonder stadionbezoek.
Voor een groot gedeelte van de Hagenezen/Hagenaars ligt het stadion in een uithoek.
Als je het echter geografisch bekijkt ligt het exact tussen de wijken/steden Leidschenveen, Ypenburg, Pijnacker-Nootdorp, Leidschendam-Voorburg en 10 tot 15 "Randstadrailminuten" van Zoetermeer. Dat zijn veel meer dan 200.000 inwoners.
Ik denk nog steeds dat het een optelsom is van diverse oorzaken. Feijenoord en Ajax behoren ook tot de randstadclubs en hebben een goed sportief verleden en draaien nog steeds mee in de top.
Het valt me altijd op dat er verhoudingsgewijs relatief weinig 45 plussers het stadion bezoeken. In mijn beleving zijn velen vanwege het onrustige verleden afgeknapt op een vast stadionbezoek en hebben indertijd hun heil bij het amateurvoetbal gevonden.
Niet voor niets floreerde het Haags amateurvoetbal enorm enige tientallen jaren geleden met heel veel publiek.
Die "oudjes" welke toen zijn afgehaakt krijg je bijna niet meer terug. Hooguit bij incidenteel succes of acties.
Ik vraag me ook af of een terugkerende inzet van HTM-bussen vanaf de Randstad Rail veel invloed heeft en een verlevendiging van het trieste decor rondom het stadion. Zelf denk ik van wel.
Ergens gaat het "fout" want het is niet te rijmen dat veel provinciale clubs meer fysieke aanhang heeft in de stadions met een kleinere bevolking.
Wel denk ik dat onze club zeker in de top zes staat wat betreft sympathie/fan voor de club maar zonder stadionbezoek.
Evenwichtige analyse! Nodigt wel uit tot een reactie/aanvulling. Traditioneel vormden inwoners van vooral de Schilderswijk, Transvaal, Morgenstond en Moerwijk de backbone van het FC/ADO Den Haag supporters bestand. Juist in die wijken is de afgelopen decennia een enorme verschuiving geweest. Van de `oorspronkelijke` bewoners zijn velen uitgevlogen naar elders in de regio. Zij werden in die wijken vervangen door migranten. Mensen die historisch gezien geen enkele binding met de stad en de lokale voetbalclub hebben.
Uit verschillende onderzoeken blijkt dat Ajax en Feyenoord voor hun supporters niet uitsluitend afhankelijk zijn van de eigen stad en regio. Zij trekken verhoudingsgewijs veel support uit alle delen van het land. Verder associeren mensen zich graag met die clubs vanwege de successen (vooral die uit het verleden ) en de uitstraling.Terwijl ADO het vooral moet hebben van localo`s. En onze successen liggen - helaas - nog iets verder terug.
Het feit dat `provincieclubs` wel mensen naar het stadion weten te krijgen, is denk ik vooral een kwestie van identiteit. Mensen uit de Achterhoek, Twente, Friesland, Groningen en ook Brabant (zelfs PSV), zijn trots op hun afkomst. En de voetbalclub geeft die afkomst een gezicht. Hoewel je nu ziet dat als sportieve successen uitblijven (Groningen) men ook moeite heeft publiek te blijven binden.
NAC Breda is wat mij betreft de uitzondering die de regel bevestigt.
Het feit dat het stadion nu dus in een uithoek van Den Haag ligt, zou de club in potentie veel nieuw publiek moeten kunnen opleveren. Eens met jouw zienswijze daarover. Verder zou de club veel meer moeten investeren in het aantrekken van publiek uit de `oude` wijken van de stad Den Haag. Ik zie vooral veel witte mensen nu in het stadion. En dat is absoluut geen afspiegeling van de populatie van de stad. Het feit dat de club veel scholen uitnodigt is overigens wat mij betreft een aanzet. Want ook die scholen zitten vaak in die wijken. Met dat project kun je zomaar het publiek van `morgen` nu al binnenhalen.
Verder speelt denk ik de afwachtende, en met name kritische houding, van het Haagse publiek een rol. Denk aan het Brom-jaar. Met de successen toen, ontstond de belangstelling en trots. Men wilde weer graag gezien worden als supporter van de (succesvolle) club.
Het staat als een paal boven water dat alles met wegen, voet- en fietspaden, trams en bussen rondom het nieuwe stadion dramatisch slecht is. Er is gewoon niets geregeld! Is wat mij betreft een gevolg van de annexatie van dit gebied door Den Haag. De toenmalige eigenaar (gemeente Leidschendam) heeft het Forepark puur als `werkwijk` neergezet. Met de Donau als belangrijkste verkeersweg. Dat de gemeente Den Haag met het Zuiderpark in de maag zat en in het - inmiddels geannexeerde Forepark - een uitweg zag is bekend. De club is toen eigenlijk letterlijk in een verdomhoekje gezet. Onvoorstelbaar dat een modern stadion als Cars Jeans, niet tenminste over een eigen bus-/tramhalte beschikt. Na afloop van een wedstrijd lijkt het of je in Shanghai bent met dat gekrioel van wandelaars, fietsers en scooters. Maar goed, dat heb je met een Chinese eigenaar. Maar een dergelijke belabberde infrastructuur zie je echt nergens in NL en Europa. Reken maar dat dat heel veel mensen scheelt!
En inderdaad, ook ik denk dat de club hoog scoort als het gaat om stille sympathie.
Uit verschillende onderzoeken blijkt dat Ajax en Feyenoord voor hun supporters niet uitsluitend afhankelijk zijn van de eigen stad en regio. Zij trekken verhoudingsgewijs veel support uit alle delen van het land. Verder associeren mensen zich graag met die clubs vanwege de successen (vooral die uit het verleden ) en de uitstraling.Terwijl ADO het vooral moet hebben van localo`s. En onze successen liggen - helaas - nog iets verder terug.
Het feit dat `provincieclubs` wel mensen naar het stadion weten te krijgen, is denk ik vooral een kwestie van identiteit. Mensen uit de Achterhoek, Twente, Friesland, Groningen en ook Brabant (zelfs PSV), zijn trots op hun afkomst. En de voetbalclub geeft die afkomst een gezicht. Hoewel je nu ziet dat als sportieve successen uitblijven (Groningen) men ook moeite heeft publiek te blijven binden.
NAC Breda is wat mij betreft de uitzondering die de regel bevestigt.
Het feit dat het stadion nu dus in een uithoek van Den Haag ligt, zou de club in potentie veel nieuw publiek moeten kunnen opleveren. Eens met jouw zienswijze daarover. Verder zou de club veel meer moeten investeren in het aantrekken van publiek uit de `oude` wijken van de stad Den Haag. Ik zie vooral veel witte mensen nu in het stadion. En dat is absoluut geen afspiegeling van de populatie van de stad. Het feit dat de club veel scholen uitnodigt is overigens wat mij betreft een aanzet. Want ook die scholen zitten vaak in die wijken. Met dat project kun je zomaar het publiek van `morgen` nu al binnenhalen.
Verder speelt denk ik de afwachtende, en met name kritische houding, van het Haagse publiek een rol. Denk aan het Brom-jaar. Met de successen toen, ontstond de belangstelling en trots. Men wilde weer graag gezien worden als supporter van de (succesvolle) club.
Het staat als een paal boven water dat alles met wegen, voet- en fietspaden, trams en bussen rondom het nieuwe stadion dramatisch slecht is. Er is gewoon niets geregeld! Is wat mij betreft een gevolg van de annexatie van dit gebied door Den Haag. De toenmalige eigenaar (gemeente Leidschendam) heeft het Forepark puur als `werkwijk` neergezet. Met de Donau als belangrijkste verkeersweg. Dat de gemeente Den Haag met het Zuiderpark in de maag zat en in het - inmiddels geannexeerde Forepark - een uitweg zag is bekend. De club is toen eigenlijk letterlijk in een verdomhoekje gezet. Onvoorstelbaar dat een modern stadion als Cars Jeans, niet tenminste over een eigen bus-/tramhalte beschikt. Na afloop van een wedstrijd lijkt het of je in Shanghai bent met dat gekrioel van wandelaars, fietsers en scooters. Maar goed, dat heb je met een Chinese eigenaar. Maar een dergelijke belabberde infrastructuur zie je echt nergens in NL en Europa. Reken maar dat dat heel veel mensen scheelt!
En inderdaad, ook ik denk dat de club hoog scoort als het gaat om stille sympathie.
0
|
Maandag 25 september 2017 om 10:03 uur |
Dannyy
Tom Beugelsdijk: `Het beest in mij moet weer tekeergaan`
5 juli 2017, 14:30 uur
Tom Beugelsdijk: `Het beest in mij moet weer tekeergaan`
Dit artikel krijg je gratis van ons omdat je een VI-account hebt. Veel plezier!
Freek Jansen
Door: Freek Jansen
• @FreekJansenVI
Na een seizoen waarin hij een hype werd en het voetbal vol teleurstelling zat, ging bij Tom Beugelsdijk (26) deze zomer de knop om. Het begrip rustâââg moet tot het verleden behoren, zowel op het veld als daarbuiten. ‘Dit wordt míjn jaar.’
Vanuit een skybox, hoog in het stadion, kijken ze naar de training van ADO Den Haag. Technisch manager Jeffrey van As, technisch adviseur Lex Schoenmaker senior en de scouts Lex Schoenmaker junior en Ger van Weelden. In Amsterdam zouden ze dit viertal het Technisch Hart noemen, in de Hofstad is het gewoon het voetbalgezicht van de club. Tijdens de ochtend-sessie volgt het kwartet alles nauwlettend, maar geregeld stoten de heren elkaar even aan om te polsen wie ook alweer wie is. Zó veel nieuwe gezichten lopen er op het veld rond. Niet van buitenaf, maar vanuit de eigen jeugd. Trainer Fons Groenendijk is niet te benijden. Hij zal het nooit hardop uitspreken, wetende dat hij het moet doen met wat hij voorhanden heeft, maar het is duidelijk dat deze selectie niet Eredivisiewaardig is. Spelers uit het beloftenteam zijn overgeheveld, zodat er een groot partij-spel elf-tegen-elf kan worden gespeeld. Het is de realiteit. Niet alleen bij ADO, maar bij meer Eredivisie-clubs. Wachten op buitenkansjes, totdat transfersommen zakken of transfervrije spelers een keuze maken. Tot die tijd is het puzzelen, waarbij in Den Haag ook nog eens de Chinese kwestie speelt.
Toch springt vanuit de groep ook vanochtend één speler in het oog. Met zijn kort geschoren kapsel, zijn olijke gelaat, voorzien van een bruin vakantiekleurtje. Spelers kunnen komen en gaan, Tom Beugelsdijk laat zijn humeur er niet door beïnvloeden. Niet meer. ‘Ik kan er toch niets aan veranderen’, zegt de centrale verdediger even later als hij in het restaurant uithijgt van de intensieve training. ‘Voorheen maakte ik mezelf nog weleens gek. ADO is mijn cluppie, waarom altijd maar weer die onrust? Maar weet je, ik ben een speler, geen manager, ik moet me op het voetbal richten. Bovendien moet ik het maar gewoon accepteren. Ik ben al mijn hele leven fan van deze club en in die 26 jaar is het nog nooit rustig geweest. En dat zal het ook wel nooit worden, prima.’
Tom Beugelsdijk heeft in augustus 2016 de uitwedstrijd tegen Excelsior beslist (1-2) en wordt omhelsd door Mike Havenaar en Ruben Schaken.
Tom Beugelsdijk heeft in augustus 2016 de uitwedstrijd tegen Excelsior beslist (1-2) en wordt omhelsd door Mike Havenaar en Ruben Schaken.
Tomaat
Beugelsdijk hijgt niet alleen uit, zijn hoofd is ook nog rood van alle inspanningen. Het doet onherroepelijk terugdenken aan het begin van vorig seizoen. De verdediger stond een journalist van TV West te woord voor de camera, in zijn karakteristieke stijl met een mix van plat Haags en bevlogen enthousiasme, waarna de verslaggever de opmerking maakte dat het hoofd van Beugelsdijk op een tomaat leek. De Hagenees maakte een dolletje en riep: ‘Rustâââg!’ Zonder dat hij er ook maar één tel rekening mee hield, was een nieuwe hype geboren. Het fragment kwam maandenlang veelvuldig op televisie voorbij, maar dat niet alleen. Van Groningen tot Maastricht, overal werd de kreet een begrip. Beugelsdijk wist niet wat hij meemaakte. Hij zag bedrukte T-shirts met zijn hoofd en de kreet voorbijkomen en werd overal aangeklampt. Dat hij voetballer was van ADO, werd voor veel mensen bijzaak, het ging om zijn voorkomen en het begrip rustâââg.
‘Ik was geen voetballer meer, maar een clowntje’
‘In het begin was het leuk, ludiek, mijn reactie op die opmerking kwam recht uit mijn hart. Ik vond het allemaal wel prima. Maar op een gegeven moment werd het een rage, niet normaal. Laat ik vooropstellen dat er veel ergere dingen zijn, want iedereen bedoelde het positief, maar ik kon niet meer normaal over straat. Als ik in een winkelcentrum liep, schreeuwden kleine jochies me na met “Rustâââg”, volwassen mannen in pak vroegen me ontelbaar vaak of ik het nog een keertje wilde uitspreken, noem maar op. Ik was geen voetballer meer, maar een clowntje. Een aapje dat een kunstje moest doen.’
Het dieptepunt, hoe onschuldig ook, beleefde Beugelsdijk op een middag in de Mediamarkt. ‘Een vrouw van zestig jaar kwam naar me toe. “Bent u die meneer van Den Haag die het woordje rustâââg altijd roept?”, vroeg ze. Ze kwam vervolgens met het verzoek of ik in de camera van haar telefoon nog maar eens rustâââg kon zeggen, en dat was dan bedoeld voor haar man Willem die even rustig moest doen. Even serieus, dit ging niet goed, hoor. Ik heb haar vriendelijk bedankt. Sorry, ik ben toch geen achterlijke broochem waar je een muntje in gooit en die dan een trucje doet?’
‘Echt, ik zweer je: zelfs in het donker weten mensen me te vinden’
Beugelsdijk ging zich niet anders gedragen, zocht ook gewoon de drukte op. ‘Daar voel ik me prettig bij, gezelligheid, mensen om me heen. Toen het echt een hype was en iedereen er maar over begon tegen me, heb ik nog geprobeerd de straat op te gaan met een petje op. Of met een zonnebril. Ik dacht: Mooi, even niet herkend worden. Wat denk je? Iedereen herkende me gewoon. Echt, ik zweer je: zelfs in het donker weten mensen me te vinden. Het zal wel aan die karakteristieke kop van me liggen, haha. Blijkbaar heb ik een hoofd dat je niet snel vergeet. Die zonnebril en dat petje heb ik dan ook maar weer in de kast gegooid.’
Rampjaar
De verdediger vertelt het allemaal bevlogen. Nog één keer, daarna hoopt hij dat er een dikke streep onder kan. ‘De grap is er nu wel vanaf, toch? Het hoorde bij vorig seizoen. Ik heb er nooit moeilijk over gedaan, maar voor mij is het nu afgesloten, klaar. Hopelijk benaderen mensen me weer als de voetballer Tommie.’
Dat ook díé reputatie een grillig karakter heeft, merkte de Hagenees eveneens. Bij Beugelsdijk ging het met de rustâââg-hype vaak over bijzaken, voor ADO gold dat afgelopen seizoen net zozeer. De Chinese beslommeringen, gecombineerd met de degradatieperikelen; ze hadden Den Haag en Beugelsdijk maandenlang in hun greep. ‘Oh, oh, wat een seizoen, man! Hou op’, vervolgt hij. ‘Maandenlang verloren we zó veel wedstrijden. Dan stond ik daar achterin, soms had ik het gevoel alsof ik op een snelweg stond, maar dan met eenrichtingsverkeer. En allemaal de verkeerde kant op, zeg maar. Ik werd er ook overal mee geconfronteerd. Als ik in de supermarkt kwam, of bij de kapper, overal ging het maar over ADO. “Wat zijn jullie aan het doen? Wanneer gaan jullie een keertje punten pakken?” Die vragen heb ik wel duizend keer gekregen. Tja, en wat zeg je dan?’
Populair bij de jeugd na ADO’s eerste oefenwedstrijd van het seizoen, tegen Lugdunum.
Populair bij de jeugd na ADO’s eerste oefenwedstrijd van het seizoen, tegen Lugdunum.
Het leed van ADO werd met de week groter, maar ternauwernood kwam de ommekeer. De nieuwe trainer Fons Groenendijk zette het team naar zijn hand. Met succes, maar zonderBeugelsdijk in de basis. ‘Twee duels gingen lekker, toen liep ik een schorsing op. Tijdens mijn afwezigheid won de ploeg twee keer. Dan gaat een trainer natuurlijk niet wisselen.’
Waar wisselspelers zichzelf al snel benadeeld voelen, daar liet Beugelsdijk een ander geluid horen. Hij bleef positief, zette zijn eigenbelang opzij en steunde iedereen om hem heen in de jacht op lijfsbehoud. Vanaf de kant en als invaller leefde hij intens mee. ‘Als voetballer van ADO met een degradatie de geschiedenisboeken in gaan, dat nooit! Het ging niet om mij, ik kon dat prima uitschakelen. ADO moest erin blijven en dat gebeurde met een mooie reeks. Ik nam de trainer dan ook helemaal niets kwalijk. Fons is gewoon een goeie vent, een prima trainer, met een duidelijke manier van werken. Geen gekkigheid. Ons contact werd ook niet minder toen ik even niet speelde. Ik trainde eindelijk weer lekker en ADO leefde op. Het is godzijdank goed afgelopen, maar dit seizoen wil ik het niet nóg een keer meemaken, dat gevecht tegen de laatste plaats. Dat vreet echt aan je.’
Toeren
De telefoon gaat. Het is Thomas Meissner. Ploeggenoot en inmiddels een goede vriend van Beugelsdijk. De harde Haagse schaterlach is hoorbaar, gevolgd door een mix van Nederlands en Duits. ‘Ik spreek nu beter Duits dan in mijn tijd bij FSV Frankfurt, gek toch?’, vervolgt Beugelsdijk, nadat hij heeft opgehangen. ‘Thomas is een mooie vent, we communiceren een beetje kriskras met beide talen door elkaar heen. Maar we begrijpen elkaar helemaal.’ De vriendschap resulteerde recent in een gezamenlijke vakantie op Curaçao. Samen met linksback Aaron Meijers genoten ze van elf dagen zomerreces op het Caraïbische eiland. ‘ADO is mijn cluppie, maar mochten ze op Curaçao een goed voetbalelftal hebben, dan houd ik me aanbevolen. Man, wat een eiland! Ik kom er nu al een paar jaar, maar dat leven daar... Zon, zee, strand, relaxte mensen. Genieten, echt genieten.’
Op het eiland was Beugelsdijk getuige van de Europa League-finale Ajax-Manchester United. ‘Op het strand van Mambo Beach hebben we die wedstrijd gezien. Tweehonderd man, grote schermen, bijna iedereen met een Ajax-shirt aan. Toen United scoorde, draaiden opvallend veel mensen mijn kant op. Niet dat er iets te zien viel, maar ze waren blijkbaar benieuwd of ik voor die Engelsen zou juichen. Nee joh, aan die gekkigheid doe ik niet mee. Ik was daar om lekker vakantie te vieren en dat hebben we gedaan.’
Terug in Nederland had Beugelsdijk nog een paar weken vrij. Zijn vakantiedrang was nog niet gestild en een volgend avontuur diende zich spontaan aan. ‘Kenneth is mijn beste maatje, al mijn hele leven een goede vriend. We zaten op een donderdag in de namiddag samen en wilden iets geks doen. Even gezelligheid opzoeken. Hij opperde de auto te pakken en gewoon te gaan toeren. Geen idee waarheen, gewoon rijden en kijken waar we uit zouden komen. Een paar uur later hadden we onze koffers gepakt en stapten we in de auto. Rijden, rijden, rijden. De hele nacht door. De teller stond op veertienhonderd kilometer, we kwamen uit in Spanje, Lloret de Mar. Wat een tocht!’
‘We wilden iets geks doen, even gezelligheid opzoeken. Rijden, rijden, rijden. De hele nacht door, we kwamen uit in Lloret de Mar’
In de Spaanse badplaats genoot Beugelsdijk met zijn goede vriend van een week plezier. ‘Lekker niets doen. Op het strand liggen, even de zee in, aan de bar hangen, maar vooral veel slap ouwehoeren. Daar is vakantie toch voor? Kan ik van genieten. Helemaal na zo’n slopend seizoen was ik daar echt aan toe. De batterij moest even helemaal worden opgeladen. Eenmaal terug in Nederland had ik nog twee weken vrij en toen is het vizier weer op het voetbal gegaan. Dat moest ook, want er staat heel wat te gebeuren.’
Geen genade
Opeens verandert de toon. Beugelsdijk kijkt er serieus bij. ‘Dit wordt míjn jaar. Daar moet alles voor wijken, alles. Ik ben topfit, maar nog lang niet tevreden. Ik let op mijn voeding, wil elke dag extra trainen. Met onze looptrainer John Nieuwenburg ben ik daar nu ook al gericht mee bezig. Hij gaat dit seizoen extra aan de slag met mij, dat moet ook. Geen negentig minuten, nee, ik moet honderd minuten kunnen knallen. Elke wedstrijd opnieuw. Het beest in mij moet weer tekeergaan.’
Het vuur staat in zijn ogen als hij zijn ambities uitspreekt. Beugelsdijk aast op sportieve wraak. ‘De Tommie van vorig seizoen is niet meer. Wat was mijn kracht altijd? De spits opvreten, hem het leven zuur maken, geen genade. Eenmaal in balbezit zo snel mogelijk die bal inleveren bij iemand van dezelfde kleur. En als het moet, dat ding gewoon de tribune in. Afgelopen seizoen was matig, ik was mezelf niet. Ik merkte het aan alles. Ik was te gezapig, was ook op het veld leuk en vriendelijk tegen iedereen. Dat kan niet, dan ben ik er niet goed mee bezig en word ik nonchalant.’
‘Spitsen vonden het vaak zo irritant om tegen mij te spelen, maar afgelopen seizoen leek iedereen wel mijn vriendje’
De verdediger zet zijn betoog kracht bij met een paar rake voorbeelden. ‘Voorheen hadden scheidsrechters zoiets van: Die Beugelsdijk, die schopper, moeten we in de gaten houden. Ze zaten heel kort op me. Maar afgelopen seizoen waren ze op het veld vooral met me aan het dollen, en ik dolde terug. Wat was het gezellig... Kan niet, slaat nergens op. Dat gold ook voor tegenstanders. Spitsen vonden het vaak zo irritant om tegen mij te spelen. Ze vonden me een dwaas, die negentig minuten hun schaduw was. Houden ze niet van. En ik was vaak heel agressief. Als ze op mijn tenen stonden, schold ik ze verrot. Maar het afgelopen seizoen leek iedereen wel mijn vriendje. Die Wout Weghorst van AZ. Ik kon zijn bloed wel drinken. Man, wat vond ik hem irritant op het veld. En hij mij ook. Dat leverde heerlijke duels op. Hard tegen hard, mannelijke gevechten. Afgelopen seizoen deed hij vriendelijk: “Tommie, hoe is het?”, zei hij aan het begin van de wedstrijd. Ik dacht nog: Leuke vent, prima. Maar dat is niet goed, dat werkt door in mijn spel. Op een negatieve manier, ik werd te gemakzuchtig.’
In duel met Wout Weghorst van AZ. ‘Man, wat vond ik hem irritant op het veld. En hij mij ook.’
In duel met Wout Weghorst van AZ. ‘Man, wat vond ik hem irritant op het veld. En hij mij ook.’
Hij heeft zijn doel duidelijk voor ogen. Van rustâââg mag geen sprake meer zijn. Niet meer op het veld, niet meer daarbuiten. ‘In het spelers-home na een wedstrijd ben ik gewoon weer de normale Tommie, dan hoef ik geen vijanden te hebben. Maar zodra ik mijn voetbalschoenen aan doe, gaat vanaf nu de knop weer om. De tegenstander moet het weer vervelend vinden om tegen mij te staan. Als ze op mijn tenen gaan staan, pak ik ze aan. Niet meer denken: Ach joh, die pik deed het niet expres. Andere spelers kunnen zich dat misschien veroorloven, ik niet. Als ik kwaad ben, ben ik op mijn best.’
De zomer heeft voor een grondig stukje zelfreflectie gezorgd. Jarenlang was er een groot contrast tussen de voetballer en de mens Beugelsdijk. Als mens was hij alom gewaardeerd, een sfeermaker die voor iedereen klaarstond. Dat wil hij nog steeds zijn, alleen wel met een betere balans. ‘ADO doet veel aan sociaal-maatschappelijke projecten. Begrijp me niet verkeerd, dat is geweldig, en daar doe ik graag aan mee. Alleen hoop ik soms dat de club mij kan beschermen. Ik zeg nou eenmaal overal ja tegen, pak alles aan, omdat ik mensen wil helpen. Op allerlei vlakken, maar dat gaat soms ten koste van mezelf. Volgens mij heb ik in mijn leven al vijfhonderd shirts van ADO weggegeven. Iedereen die ernaar vroeg, kreeg er eentje. Kan natuurlijk niet, want telkens moet ik er wel zelf zestig euro voor aftikken. Daar moet ik gewoon wat slimmer mee omgaan, zonder mezelf te veranderen. Ik hoop dat mensen hier begrip voor kunnen opbrengen.’
‘Spitsen slopen, uitschakelen die handel, daar gaat het om. De machine moet weer aan, op de hoogste stand’
Zijn knuffelgehalte buiten het veld verdween jarenlang zodra hij het gras onder zijn voeten had. Als voetballer was hij bovenal een ongeleid projectiel dat genoot van een bloktackle of keiharde persoonlijke duels. Die veelzijdigheid in zijn voorkomen moet komend seizoen terugkeren. ‘Ik kon nooit van mijn talent leven, in mijn hele leven was passie, overgave en hard werken de formule. En als ik iets wilde bereiken in het voetbal, dan bereikte ik het. Maar wel door hard te werken, elke dag opnieuw. Als ik in de spiegel kijk, heb ik dat afgelopen seizoen niet altijd even goed gedaan. Vaak onbewust, maar het gebeurde wel. Daar kan ik andere mensen de schuld van geven, maar dat slaat nergens op. Er is maar één persoon verantwoordelijk voor mijn carrière en dat ben ikzelf. Dus dat telt vanaf nu. De focus op voetbal, de rest is bijzaak. Geen poppenkast meer. Mijn eerste doel is weer die stabiele basisspeler te worden, op de manier die bij me past. Spitsen slopen, uitschakelen die handel, daar gaat het om. De machine moet weer aan, op de hoogste stand.’
0
|
Woensdag 16 augustus 2017 om 20:36 uur |
Nu online
Prutser 070, Swaber, GGH, jbdh, ADOZoetermeer, Brian en 170 gasten.
Zoek in shoutbox
Spelersklassement
Laatste wedstrijd
Volgende wedstrijd
Advertentie
Keuken Kampioen Divisie
1 | Volendam + | 20 | - | 40 |
2 | Excelsior | 20 | - | 39 |
3 | FC Dordrecht | 20 | - | 36 |
4 | Den Bosch + | 20 | - | 33 |
5 | Graafschap | 20 | - | 32 |
6 | SC Cambuur | 20 | - | 32 |
7 | FC Emmen | 20 | - | 32 |
8 | ADO Den Haag | 20 | - | 31 |
9 | Helmond Sp. | 20 | - | 31 |
10 | Roda JC | 20 | - | 30 |
11 | Telstar | 20 | - | 26 |
12 | FC Eindhoven | 20 | - | 26 |
13 | MVV Maastr. | 20 | - | 23 |
14 | Jong AZ | 20 | - | 22 |
15 | TOP Oss | 20 | - | 22 |
16 | Jong Ajax | 20 | - | 21 |
17 | Jong PSV | 20 | - | 21 |
18 | VVV-Venlo | 20 | - | 16 |
19 | Jong Utrecht | 20 | - | 13 |
20 | Vitesse -27 | 20 | - | -8 |