Welkom in de shoutbox, gast
wijstaanboven
ADODENHAAG schreef:
Mensen blijven altijd hangen bij een laatste herinnering van zo`n speler, wat niet terecht is. Jurjus is zeker al 2 jaar uit vorm.
Ik heb diezelfde twijfel eerlijk gezegd ook bij Van Rhijn. Enige wat bij ons natuurlijk altijd is dat je al snel denkt `het zal niet slechter zijn dan zoals het nu is..``.
Mensen blijven altijd hangen bij een laatste herinnering van zo`n speler, wat niet terecht is. Jurjus is zeker al 2 jaar uit vorm.
Ik heb diezelfde twijfel eerlijk gezegd ook bij Van Rhijn. Enige wat bij ons natuurlijk altijd is dat je al snel denkt `het zal niet slechter zijn dan zoals het nu is..``.
Van Rhijn is al jaren op z’n retour , Heerenveen zijn ze blij dat ze van hem af zijn. Zal ook het max salaris willen (2ton) . Buiten dat hebben we toch v ewijk en Polley , 2 hele talentvolle rechtsbacks. Als ze v Rhijn als Cv willen halen kan je naar mijn idee beter voor een wat jongere transfervrije verdediger gaan zoals bijv Soulas van PSV waar ik eerder over las.
0
|
Maandag 25 mei 2020 om 15:40 uur |
ADOHARRY
BLEISWIJK-1 schreef:
Meijers heeft commerciele sporteconomie gestudeerd. Geen domme jongen daarom.
Meijers heeft commerciele sporteconomie gestudeerd. Geen domme jongen daarom.
Helemaal mee eens! Snap sowieso die hetze tegen Meijers niet zo goed. Tuurlijk was het afgelopen seizoen bij lange na niet goed genoeg maar hoe hij als soort zondebok werd/wordt neergezet slaat helemaal nergens op. Ja hij speelde vaak heel slecht (de andere 10 ook) maar was wel een van de weinigen met 200% inzet en altijd alles gaf. Dat kan ik van Falkenburg, hooi, immers, kramer, bakker en noem ze maar allemaal op niet zeggen als ik
die zag spelen... Wat liepen die soms over het veld te sjokken. Alsof ze dr geen zin in hadden. Meijers speelt al 6 of 7 jaar bij ons, heeft een paar ijzersterke seizoenen gespeeld en is een van de trouwste spelers van de club! Verdiend naar mijn mening wat meer crediet! Hoop dat hij na z’n carrière een functie kan krijgen binnen de club!
die zag spelen... Wat liepen die soms over het veld te sjokken. Alsof ze dr geen zin in hadden. Meijers speelt al 6 of 7 jaar bij ons, heeft een paar ijzersterke seizoenen gespeeld en is een van de trouwste spelers van de club! Verdiend naar mijn mening wat meer crediet! Hoop dat hij na z’n carrière een functie kan krijgen binnen de club!
0
|
Donderdag 21 mei 2020 om 17:07 uur |
Bolskie
Johannes schreef:
Klopt ja. Volgens de regels mag het, maar de controle is onmogelijk. Denk aan de situaties: 1. `Ik zweer jou, hij is mijn broer, zeg wolla!` en 2. `Ja maar wij zijn homo hoor! Kusje agent?`
Moeten die arme boa`s ook steeds het bevolkingsregister in kunnen. Zo krijg je geen terras gecontroleerd of juist bizarre hoeveelheden foute boetes.
Ik zie dus niet hoe ik met mijn vrienden drive-in voetbal kan gaan kijken. Dat is echt geen anderhalve meter tussen de zitplaatsen in mijn auto. Iedereen in z`n uppie in de auto dan?
En voor de boa`s zou ik willen zeggen: had je maar een vak moeten leren.
Klopt ja. Volgens de regels mag het, maar de controle is onmogelijk. Denk aan de situaties: 1. `Ik zweer jou, hij is mijn broer, zeg wolla!` en 2. `Ja maar wij zijn homo hoor! Kusje agent?`
Moeten die arme boa`s ook steeds het bevolkingsregister in kunnen. Zo krijg je geen terras gecontroleerd of juist bizarre hoeveelheden foute boetes.
Ik zie dus niet hoe ik met mijn vrienden drive-in voetbal kan gaan kijken. Dat is echt geen anderhalve meter tussen de zitplaatsen in mijn auto. Iedereen in z`n uppie in de auto dan?
En voor de boa`s zou ik willen zeggen: had je maar een vak moeten leren.
Ja is indd optie alleen in de auto, maar dan moet je een aardige parkeerplaats hebben we wat dit mogelijk word gemaakt anders is het zo vol. Andere optie zou zijn een plastic scherm tussen de personen dan zou je met z’n 4 erin mogen, maar ja zie jij dat zitten?
Dan zou men nog bezig kunnen zeggen zoals Aad aan gaf in het stadion en dan met buiten de stadions op grote schermen kan kijken op zn parkeer plaats en dan ook gewoon 1,5 mtr uit elkaar zitten/staan maar goed wie gaat dat controleren? Is gewoon lastige situatie. Beste is gewoon dat er zo snel mogelijk een vaccin komt dan zijn we er vanaf van die onzin.
Dan zou men nog bezig kunnen zeggen zoals Aad aan gaf in het stadion en dan met buiten de stadions op grote schermen kan kijken op zn parkeer plaats en dan ook gewoon 1,5 mtr uit elkaar zitten/staan maar goed wie gaat dat controleren? Is gewoon lastige situatie. Beste is gewoon dat er zo snel mogelijk een vaccin komt dan zijn we er vanaf van die onzin.
0
|
Zondag 17 mei 2020 om 14:07 uur |
CrazieD
Niet belangrijk wat hij geschreven heeft.. Misschien dat Max hem gebanned heeft, of z’n account opgeheven, om weer met een andere aan te komen zetten..
Ik vond zijn toon richting andere ongepast, en heb daar iets van gezegd.. En mijn account doet t nog!
Kan me er verder niet druk om maken..
Ik vond zijn toon richting andere ongepast, en heb daar iets van gezegd.. En mijn account doet t nog!
Kan me er verder niet druk om maken..
0
|
Zaterdag 16 mei 2020 om 21:39 uur |
Haagshart
Fcdh-frans
Fokke Zwart schreef:
Zoals jij het uitlegt was het niet,verre van dat zelfs ! Er werd meer dan duidelijk gezegd dat dit geen normale situatie is en de reglementen niet gelden nu .Daarnaast zijn de belangrijkste clubs voor 20 teams .Dus helemaal niet hopen op voetballen in juni want met deze imbecielen win je geen wedstrijd meer .
Zoals jij het uitlegt was het niet,verre van dat zelfs ! Er werd meer dan duidelijk gezegd dat dit geen normale situatie is en de reglementen niet gelden nu .Daarnaast zijn de belangrijkste clubs voor 20 teams .Dus helemaal niet hopen op voetballen in juni want met deze imbecielen win je geen wedstrijd meer .
Fokke, het is door meerdere bevestigd niet alleen door Woerts. Reglementen zijn er, kan je niet van afwijken. Ook niet als het overmacht is. 5/6 clubs moeten voor zijn, die kans is weinig. Finale tussen de bovenste van de kkd is geen optie. 18 clubs, dus het liefst gewoon uitspelen.
Zo niet dan zijn we gewoon dit jaar meer dan terecht en door die rare Hamdi met z’n Engelsen, gedegradeerd.
Zo niet dan zijn we gewoon dit jaar meer dan terecht en door die rare Hamdi met z’n Engelsen, gedegradeerd.
0
|
Maandag 20 april 2020 om 21:35 uur |
Advertentie
pajam
Franky
pajam schreef:
Alleen VVV, Fortuna, Emmen en Willem II besteden minder aan de jeugd dan ADO Den Haag ;
https://www.vi.nl/nieuws/eredivisie-steekt-dik-40-miljoen-euro-in-jeugdopleiding-ajax-en-psv-aan-kop
Alleen VVV, Fortuna, Emmen en Willem II besteden minder aan de jeugd dan ADO Den Haag ;
https://www.vi.nl/nieuws/eredivisie-steekt-dik-40-miljoen-euro-in-jeugdopleiding-ajax-en-psv-aan-kop
Bijpassende verhaal van VI
ADO DEN HAAG
Door Chris Tempelman Chris Tempelman
Hoofd jeugdopleiding: Frans Danen
Totaal budget: 1,2 miljoen euro
Hoogste transferopbrengst van een zelf opgeleide speler: 1,5 miljoen euro (Wesley Verhoek naar FC Twente, 2012)
Aantal werknemers: 30
De filosofie
Frans Danen: ‘Meer doorstroming naar het eerste elftal. Daar stond ADO vroeger om bekend, dat moet terugkomen. Onder leiding van Mohammed Hamdi zijn we bezig met een plan, dat ook door Martin Jol wordt omarmd. Met zijn kennis en ervaring kan hij ons de weg wijzen. We willen gerichter en specifieker werken, met grotere ondersteuning van schema’s en data. En jeugdspelers eerder vastleggen. Daar zijn we al mee bezig. ADO staat bovenaan als het gaat om jeugd die elders doorbreekt. Dat frustreert.’
Spelkenmerken
Danen: ‘De insteek is onderscheidend en herkenbaar voetbal in een 1-4-3-3, maar tegenwoordig praat je daar minder over. We moeten sowieso stoppen met praten over vroeger. De jeugd is veranderd en daar hebben we zelf aan meegeholpen. Het gaat om de kwaliteit in de teams, eenheid creëren. En uiteindelijk gaat het om het individu, een heel team breekt nooit door. Soms denk ik dat het beter is spelers van de Onder-9 bij hun eigen club te laten spelen. Er moet hier al zo veel, ze moeten vooral lol hebben. Aan de andere kant moet je mee als andere clubs het ook doen. Je wordt ertoe verplicht eigenlijk, anders loop je een achterstand op. Wij merken de concurrentie uit het Rotterdamse. Het blijft een heel complex iets. Er voetballen nu Haagse jongetjes in Rotterdam en Rotterdamse jongetjes bij ons, eigenlijk is dat heel gek, toch?’
Opmerkelijk
Danny Bakker is de laatste jeugdspeler die is doorgebroken bij ADO. ‘Dat zegt genoeg’, vindt Danen. ‘We willen meer Danny Bakkers in het eerste. In z’n algemeenheid dan, de jeugd moet zien dat het kan. Het is geen doel, het moet. Er zijn de laatste jaren wel jonge spelers gedebuteerd – recent nog Lorenzo van Kleef en Yahya Boussakou – maar te vaak kwam er geen vervolg. Dat moet veranderen, onder meer door structuur aan te brengen. Daarbij is het ook belangrijk dat de trainers geloven in het opnemen van een aantal jongens in de selectie. Dat moet zelfs een vereiste zijn, vind ik. Een clubgedachte. Want als je dat met z’n allen uitstraalt, dan gaat het de goede kant op. Dan voorkom je ook dat jongens op vroege leeftijd vertrekken. Wij moeten naar onszelf kijken en zorgen dat we zó sterk zijn dat ze voor ons kiezen. Je moet het altijd bij jezelf zoeken.’
DRIE GROOTSTE TALENTEN NU
1. Zakaria Amallah
2. Yunus Emre Ates
3. Amine Essabri
VIJF RECENTELIJK DOORGESTROOMDE TALENTEN
1. Danny Bakker
2. Tom Beugelsdijk
3. Mike van Duinen
4. Lorenzo van Kleef
5. Dehninio Muhringen
ADO DEN HAAG
Door Chris Tempelman Chris Tempelman
Hoofd jeugdopleiding: Frans Danen
Totaal budget: 1,2 miljoen euro
Hoogste transferopbrengst van een zelf opgeleide speler: 1,5 miljoen euro (Wesley Verhoek naar FC Twente, 2012)
Aantal werknemers: 30
De filosofie
Frans Danen: ‘Meer doorstroming naar het eerste elftal. Daar stond ADO vroeger om bekend, dat moet terugkomen. Onder leiding van Mohammed Hamdi zijn we bezig met een plan, dat ook door Martin Jol wordt omarmd. Met zijn kennis en ervaring kan hij ons de weg wijzen. We willen gerichter en specifieker werken, met grotere ondersteuning van schema’s en data. En jeugdspelers eerder vastleggen. Daar zijn we al mee bezig. ADO staat bovenaan als het gaat om jeugd die elders doorbreekt. Dat frustreert.’
Spelkenmerken
Danen: ‘De insteek is onderscheidend en herkenbaar voetbal in een 1-4-3-3, maar tegenwoordig praat je daar minder over. We moeten sowieso stoppen met praten over vroeger. De jeugd is veranderd en daar hebben we zelf aan meegeholpen. Het gaat om de kwaliteit in de teams, eenheid creëren. En uiteindelijk gaat het om het individu, een heel team breekt nooit door. Soms denk ik dat het beter is spelers van de Onder-9 bij hun eigen club te laten spelen. Er moet hier al zo veel, ze moeten vooral lol hebben. Aan de andere kant moet je mee als andere clubs het ook doen. Je wordt ertoe verplicht eigenlijk, anders loop je een achterstand op. Wij merken de concurrentie uit het Rotterdamse. Het blijft een heel complex iets. Er voetballen nu Haagse jongetjes in Rotterdam en Rotterdamse jongetjes bij ons, eigenlijk is dat heel gek, toch?’
Opmerkelijk
Danny Bakker is de laatste jeugdspeler die is doorgebroken bij ADO. ‘Dat zegt genoeg’, vindt Danen. ‘We willen meer Danny Bakkers in het eerste. In z’n algemeenheid dan, de jeugd moet zien dat het kan. Het is geen doel, het moet. Er zijn de laatste jaren wel jonge spelers gedebuteerd – recent nog Lorenzo van Kleef en Yahya Boussakou – maar te vaak kwam er geen vervolg. Dat moet veranderen, onder meer door structuur aan te brengen. Daarbij is het ook belangrijk dat de trainers geloven in het opnemen van een aantal jongens in de selectie. Dat moet zelfs een vereiste zijn, vind ik. Een clubgedachte. Want als je dat met z’n allen uitstraalt, dan gaat het de goede kant op. Dan voorkom je ook dat jongens op vroege leeftijd vertrekken. Wij moeten naar onszelf kijken en zorgen dat we zó sterk zijn dat ze voor ons kiezen. Je moet het altijd bij jezelf zoeken.’
DRIE GROOTSTE TALENTEN NU
1. Zakaria Amallah
2. Yunus Emre Ates
3. Amine Essabri
VIJF RECENTELIJK DOORGESTROOMDE TALENTEN
1. Danny Bakker
2. Tom Beugelsdijk
3. Mike van Duinen
4. Lorenzo van Kleef
5. Dehninio Muhringen
0
|
Vrijdag 3 april 2020 om 14:34 uur |
GroenGeelHart070
Door Martijn Krabbendam INTERVIEW
Hij was ooit Manager of the Year in de Premier League, maakte drie FA Cup-finales mee waarvan twee als trainer, haalde Europees voetbal, promoveerde en degradeerde, maar staat nu voor de grootste uitdaging in zijn carrière: ADO Den Haag voor de Eredivisie zien te behouden. Alan Pardew (5 heeft geen spijt, maar verbaast zich wel. Dit is zíjn kant van het verhaal.
In Hotel Des Indes wordt er thee geschonken, natuurlijk. English breakfast, met een scheutje melk. Alan Pardew lacht. Waar ter wereld ook, je kunt de tradities nooit helemaal uit een Engelsman halen. Sting zong ooit over de heimwee van een onbegrepen Englishman in New York, Pardew is er één in Den Haag.
`Vanaf dag één heb ik hier het gevoel gehad dat ik mezelf moest verdedigen. Waarom?`
Bent u een `legal alien`?
Een stilte. `Alleen als ik mijn auto heelhuids door het verkeer probeer te manoeuvreren.`
En dan: `We hebben wel moeten wennen aan elkaar. ADO Den Haag aan mij en andersom. Maar dat ging vrij snel. Waar ik als Engelsman meer moeite mee heb, is de benadering hier. Ik was nog niet begonnen, of ik werd al aangepakt in de kranten en op tv. Vanaf dag één heb ik het gevoel gehad dat ik mezelf moest verdedigen. Dat heeft me verbaasd. Waarom? Ik heb successen gekend en mislukkingen, wie niet in dit leven? Maar het leek wel alsof ik er op voorhand weinig van kon.`
Als Premier League-manager bent u toch wel wat gewend?
`Over mij mogen ze zeggen en schrijven wat ze willen, alleen: waarom al voordat ik was begonnen? Wat mij vooral raakt, is dat de berichtgeving zorgt voor druk op mijn spelers, dat vind ik niet eerlijk. Neem nou die supporters die ineens met een flipover naast het trainingsveld stonden. What the hell! We hadden net een punt gepakt in Heerenveen, gestreden alsof onze levens ervan afhingen, spelers lagen na afloop op de grond zo leeg als ze waren en dan een paar dagen later staan er fans op het veld met een bord om uit te leggen wat er allemaal fout gaat... Dat heeft effect op voetballers, die worden weer het negatieve ingetrokken, nadat ze een resultaat hadden gehaald dat hen vertrouwen had moeten geven. Noem me naïef, maar in Engeland is dat onmogelijk, gebeurt niet. In Nederland schijnen zulke dingen vaker voor te komen. Op zich kan ik daarmee ook nog wel leven en ben ik bereid iedereen uit te leggen waarmee we bezig zijn. Maar maak een afspraak, kies een andere dag. Dit had een negatief effect op de groep.`
Wist u wel waaraan u begon?
`Je moet altijd kijken naar waar een club staat als je aan een klus begint. Ik zag een selectie die niet in balans was, we misten kwaliteit én kwantiteit. De twee beste spelers van de club waren in de zomer verkocht en het kwam erop neer dat we hun vertrek in de winter moesten repareren. Maar die window is daarvoor niet geschikt. Zoiets moet in de zomer gebeuren. De club heeft geprobeerd hen te vervangen met de komst van acht nieuwe spelers, van wie er in september drie in de basis stonden: Luuk Koopmans, Crysencio Summerville en Milan van Ewijk. In de winter vertrokken er zes (Van Ewijk, Robin Polley, Thom Haye, Donny Gorter, Aleksandar Bjelica en Mike Havekotte, red.) Doordat het proces in de zomer was mislukt, moest de club het in januari herhalen. Dus: met minder geld zes spelers vervangen. Wie kan dat? Wat wij hebben gedaan, is heel simpel: pleisters geplakt. Gezocht naar oplossingen voor de korte termijn, om een lange termijn mogelijk te maken.`
De oplossing is dan: acht spelers halen uit voornamelijk lagere Engelse divisies?
`Voordat ik uitleg waarom we dat hebben gedaan, wil ik eerst kwijt dat ik die kritiek in het begin ook niet snapte. Ook nu weer was het allemaal niet goed, voordat we een wedstrijd hadden gespeeld. In Engeland zijn we het station voorbij dat het uitmaakt waar spelers vandaan komen. Ik zorgde ooit zelf voor headlines in de tabloids, door als eerste openlijk Arsène Wenger te bekritiseren vanwege al die buitenlandse voetballers die hij naar Arsenal haalde. Ik vond het nogal wat dat een grote club speelde zonder een Engelsman in de basis. Maar tijden zijn veranderd. Big Time. Later heb ik toegegeven dat het goed is geweest, al die buitenlanders. En niet alleen de spelers, vooral ook de coaches. Wenger, José Mourinho, Jürgen Klopp, Ronald Koeman, Louis van Gaal, Pep Guardiola, nu weer Carlo Ancelotti. Voor ons Engelse managers was dat een leerschool die we zomaar in de schoot geworpen kregen. De buitenlandse coaches deden andere dingen op tactisch vlak, trainden anders dan wij gewend waren, dachten anders over voetbal en alles wat daarbij komt kijken. Wenger was de Franse school, Mourinho introduceerde de Portugese manier van denken. Guardiola bracht zijn eigen filosofie mee, Klopp de pressing. En wij Engelse managers moesten er maar een antwoord op zien te vinden. In plaats het als een bedreiging te zien, begon ik hun komst steeds meer als een blessing te beschouwen.`
U had Nederland wat toleranter verwacht?
`Ja en nee tegelijk. Dit is een vrij tolerant land, maar als ik naar het voetbal kijk, zie ik alleen bij FC Twente een trainer uit Uruguay en bij Heracles Almelo één uit Duitsland. Op dat vlak lijken jullie eerder conservatief. Zodoende wist ik wel dat het voor mij misschien moeilijk kon gaan worden. Als buitenlandse coach heb je minder krediet. Tel daarbij op de situatie waarin ik terechtkwam, met de kans op resultaten die niet meteen goed zouden zijn, en eigenlijk begin je al met een kleine achterstand.`
Wie acht spelers haalt en niet presteert, krijgt kritiek. Zo werkt het toch?
`Ik zou nog uitleggen waarom we deden wat we hebben gedaan. Ik lees die natuurlijk verhalen ook. Waarom haalt Pardew niet drie toppers? Alsof ik dat niet had gewild! Je moet wederom kijken naar de situatie waarin je terechtkomt. Het budget om te repareren was niet groot, maar de nood hoog. Bijna geen enkele positie bij ADO Den Haag was dubbel bezet, blessures zouden al funest zijn. Nou, dan ga je aan de slag. Kon ik spelers uit de Premier League huren? Onmogelijk. Uit de Eredivisie? We hebben het geprobeerd, jongens die bij grote clubs buiten de boot vielen (Yassine Ayoub en Luciano Narsingh, red.). Maar die keken naar de ranglijst en zeiden: “Liever niet”. En dan speelt er nóg iets. Bij West Bromwich Albion ben ik anderhalf jaar geleden ook tussentijds ingestapt. Daar had ik wél een aardig budget tot mijn beschikking en besloot ik dat te spenderen aan de komst van een topspeler, Daniel Sturridge. Wat denk je? Na één wedstrijd raakte hij geblesseerd. Die ervaring nam ik mee naar Den Haag. Stel dat ik twee spelers had gehaald en ze waren geblesseerd geraakt… Dat risico konden we ook niet nemen. We waren als een onderhoudsbedrijf dat een megaklus moest doen, maar met minimaal gereedschap.`
Hebt u niet gewoon het niveau van de Eredivisie onderschat?
`Ik zou zeggen: integendeel, ik ken jullie competitie beter dan iedereen denkt. Als manager van West Ham United kwam ik vaak naar Nederland om te scouten. Ik vond toen al dat jullie hier geweldige aanvallers opleidden. Individueel technisch en tactisch sterke spelers. Sinds ik hier werk, begrijp ik waarom. Jullie spelen dapper voetbal, in verdedigend opzicht veel gedurfder dan veel clubs in de Premier League. Ik heb me afgevraagd hoe dat nou toch kan? Ik denk dat het antwoord schuil gaat in het feit dat op degraderen hier geen straf staat van 105 miljoen pond minder budget, zoals in Engeland het geval is. De kans terug te keren in de Eredivisie is er voor degradanten altijd. Misschien dat die wetenschap de teams hier een wat vrijer gevoel geeft. Want het maakt niet uit tegen wie je speelt. Ajax of Heracles? Ze schuiven allebei hun centrale verdedigers door, de backs staan hoog; ik bewonder dat. Het probleem van ADO Den Haag is juist dat het niveau van deze competitie best hoog is en wij vooral qua individuele technische en tactische kwaliteiten achterlopen bij veel van de clubs om ons heen. Ik wist dat. Ik had ADO tegen Ajax zien spelen voordat ik tekende en dacht: Oh, dear! Wat ik vervolgens heb gedaan, is wat iedere trainer doet als hij ergens begint: proberen wat meer defensieve zekerheid in te bouwen. Misschien heb ik daarmee wel iets van het aanvallende spel weggenomen, onbewust. Dat we te veel de nadruk hebben gelegd op de verdedigende organisatie. Ik durf best te toe te geven dat dát misschien een negatief signaal is geweest, zonder dat het de bedoeling was.`
U hebt veel veranderd, zonder resultaat.
`Dat maakt me volgens mijn nieuwe criticasters ongeorganiseerd en warrig. Ja, ik héb veel veranderd, in de ploeg, in de manier van trainen, in de tijden waarop we trainen. Changes! Maar niet omdat ik dat leuk vind of zo. Bovendien hebben we te maken met blessures. Tom Beugelsdijk is er lang uit geweest, tegen AZ misten we John Goossens, Lex Immers en Dion Malone; dat dwingt ook tot schuiven. Maar in z’n algemeenheid: met de manier waarop het ging, haalde deze club dertien punten in zeventien wedstrijden. Hadden we dan alles bij het oude moeten laten? Als je doet wat je deed, krijg je wat je kreeg.`
Waarom zegt u niet gewoon dat als u de aanvangstijden van trainingen wilt veranderen, er protest uitbreekt omdat sommige medewerkers van de club dan te laat komen bij een amateurclub waar ze ook werkzaam zijn?
`Misschien heb ik dat wel een beetje onderschat, de macht van een manager in Nederland. Geen idee of het typisch ADO Den Haag is, of iets wat geldt voor Nederlanders in het algemeen, maar iets veranderen, dat gaat moeilijk hier. Vinden ze niet leuk. Elke verandering is een soort woohaa. Daarmee wil ik niet zeggen dat ík alles goed heb gedaan, zeker niet. De kritiek die ik kreeg na PSV-thuis (0-3), daarin kon ik me wel vinden. De manier waarop we ze wilden bestrijden, daar sta ik nog steeds achter. Ik heb alleen op sommige posities de verkeerde spelers eraan gekoppeld, jongens die nog niet konden brengen wat we dachten en hoopten. Oké, mijn schuld.`
Wat is de club eigenlijk opgeschoten met de komst van Alan Pardew?
`Het antwoord daarop kun je pas geven na het seizoen. Ondanks al het negativisme rond de club, zie ik iets in mijn groep wat me vertrouwen geeft. Ik zie passie, strijdlust. Ik zie ook dat we volslagen kansloos waren tegen FC Utrecht, PSV en AZ, maar tegelijkertijd dat we thuis van Vitesse en Heracles hadden moeten winnen, dat we hebben gevochten als leeuwen in Heerenveen. Die spirit moeten we gaan omzetten in resultaat, want we zitten nu in een situatie dat het ook nog eens gaat tegenzitten.`
`Dat verontrust me het meest: er is iemand, in dienst van de club, die er genoegen in schept zijn eigen team te schaden`
Bestaat Murphy’s Law?
`Zeker voor clubs in problemen. Neem Heracles-thuis. Eerste helft matig, na rust beter, kansen op de overwinning, maar het blijft 0-0. Even ben je teleurgesteld, maar je denkt: Oké, een punt, na Heerenveen-uit opnieuw niet verloren, kunnen we mee verder. Vervolgens loop je de catacomben in en zie je op televisie de keeper van Vitesse een bal uit zijn handen laten vallen en PEC Zwolle de winnende goal maken, onze concurrent. Is dat dan bad luck? Ik denk het niet. Het is gewoon de situatie waarin we verkeren, dit gebeurt als je onderin staat. Dan krijg je zulke klappen te verwerken, dan wordt er gelekt uit je eigen kleedkamer. Dat verontrust me trouwens nog het meest van alles. Er is dus iemand, in dienst van de club, die er genoegen in schept zijn eigen team te schaden. We vechten voor ons leven, dat is wat we moeten doen, dat is wat ik van mijn spelers vraag. Natuurlijk botst het dan weleens op het trainingsveld, hoort erbij. Maar die ene keer dat het om een Nederlandse en een Engelse jongen ging, kwam het naar buiten. Come on… Iemand gebruikt dit om de club, de spelers, de trainers, de leiding kapot te maken. Dát vind ik oneerlijk. Je mag mij bekritiseren wat je wilt, geen probleem. Ik ben niet naar Den Haag gekomen om de wijsneus uit te hangen, to teach them to suck eggs, om te laten zien dat ik zo goed ben, voor het geld, of wat dan ook. Ik wil alleen maar helpen, met goede intenties. Omdat ik uit ervaring weet dat het ook zó weer anders kan zijn.`
In hoeverre wordt een wederopstanding bepaald door geluk?
`Ik zeg altijd: een manager can fall into luck. Bijvoorbeeld door een speler in te brengen die het totale beeld van een elftal verandert. Ik geef vaak presentaties aan beginnende trainers in Engeland en dan vertel ik het verhaal over Reading, mijn eerste club als manager. Na een paar weken hadden de fans pants day. Ik was net begonnen, dus ik vroeg wat het was. Bleek dat ze van plan waren hun broek uit te trekken en op hun hoofd te zetten. Want het team was pants, zeg maar shit. Dus de volgende zaterdag, inderdaad, al die supporters met broeken op hun hoofd. Daar sta je dan, als beginnend manager. Intussen begonnen we wel wat beter te spelen, maar konden we geen controle krijgen over wedstrijden. Totdat ik op een dag bij de reserves ging kijken. Ze speelden tegen Leyton Orient. Ik zag een middenvelder lopen in die ploeg, een dun, klein mannetje, maar met een geweldig linkerbeen. Nicky Shorey. Hij had wat. We betaalden tienduizend pond, voor een wisselspeler van Leyton, die in de competitie nog onder ons stonden. We kregen vervolgens te maken met blessures en Nicky kwam in de ploeg. We speelden goed, we wonnen. Week erop, hetzelfde verhaal. Week daarna weer. Na twee maanden kreeg ik tijdens de persconferentie een vraag. “Alan, je hebt je stijl van voetballen veranderd. Jullie hebben veel meer controle”. En ik dacht: Ja. Maar dat kwam doordat we die speler van Leyton hadden ingebracht. Hij bleek de passer die we misten, temporiseerde, zette druk, bepaalde het ritme van de wedstrijd. Een speler, een jochie, veranderde onze manier van voetballen. En wie kreeg de credits? Ik. Maar dat was niet helemaal terecht. Ik kocht hem en gaf hem de kans. Maar op het einde was het niet meer dan een beetje geluk dat het zo in elkaar viel en ik bekend kwam te staan als een manager die Reading goed voetbal liet spelen. Het is ook een reden dat ik wissel bij ADO Den Haag. Als het goed valt, kan alles veranderen.`
Geluk kent ook een andere kant.
`Ik had drie keer de FA Cup kunnen winnen; een keer als speler, twee keer als manager. In 2006 had ik die cup al in mijn handen. We speelden met West Ham United de finale tegen Liverpool, totale controle. Een minuut voor tijd 3-2 voor. Ik keek naar Rafael Benítez, de manager van Liverpool en zag berusting in zijn ogen. Hij had zich al neergelegd bij de nederlaag. Tien minuten voor tijd hadden we gewisseld. Mijn assistent zei tegen me: “De enige die nog voor Liverpool kan scoren, is Steven Gerrard”. Was ik het mee eens. Nigel Rio-Coker brachten we in en hij liep Gerrard in de weg, verdedigde hem perfect. Totdat Steven zich een minuut voor tijd helemaal liet uitzakken naar het middenveld. Nigel dacht terecht dat het weinig zin had zo ver mee te lopen. Hij hielp onze laatste lijn met verdedigen. Er was nog maar een minuut te spelen toen de bal voor de voeten viel van Gerrard. De afstand was dertig meter, maar Steven nam die bal half-volley: goal. Geweldig doelpunt, 3-3 en we verloren de penaltyserie. Drie jaar geleden kreeg ik wéér een kans, met Palace tegen het Manchester United van Louis van Gaal. We kwamen 1-0 voor, niks aan de hand, ik maakte van blijdschap nog dat dansje, totdat we vergaten een overtreding te maken op Wayne Rooney: 1-1 en de wedstrijd viel uit onze handen. Normaal is het drie keer scheepsrecht, maar niet voor mij.`
Het irriteert u.
`Ja, natuurlijk. Wat als ik die FA Cup wél een keer had gewonnen? Alles verandert. De beeldvorming, de mindset, dan ben je ineens wél een winnaar, je weet niet hoe je carrière er dan had uitgezien. Ik ben Manager of the Year geweest in de Premier League, we hebben Europees voetbal afgedwongen met Newcastle United, ik ben twee keer gepromoveerd naar de Premier League, maar op mijn cv staat geen echte prijs.`
Handhaven met ADO Den Haag zou zeker nu de allure hebben van een prijs. Hebt u enig idee hoe u de negatieve spiraal nog denkt te kunnen doorbreken?
`Toen ik van Newcastle naar Crystal Palace ging, stond die club ook onderin. Wat je dan zoekt, is a fighting character in je ploeg. De keren dat het me als manager niet lukte uit de problemen te komen, zoals bij Charlton Athletic en vooral West Brom, ontbrak die vechtmentaliteit. Je creëert die door de band tussen je spelers te versterken. Daarom was die aantijging zo kwaadaardig dat het niet klikte tussen de Nederlandse en Engelse jongens, vooral omdat het gewoon niet waar is. Ik zie die mentaliteit juist wél in deze groep. Ze willen, ze vechten, ze doen hun best. Daarmee begint het. Ik kan mijn spelers niks verwijten. We staan verder weg van handhaving dan ik had gedacht, we hangen in de touwen, doordat de prestaties tegenvallen en het ook nog eens niet meezit. Maar als ik naar die gasten kijk, weet ik dat het nog steeds kan. Dat vertel ik ze ook. Het lijkt of iedereen tegen ons is – sommige supporters, de media, de beeldvorming – maar alles kan zó weer anders zijn. Een bal binnenkant-paal, een gelukkige zege, een onterechte penalty. Ik gun het mijn spelers zo, omdat ik zie hoe ze betrokken zijn. Beugelsdijk, Immers, Goossens; ze zijn zó involved, dat het eigenlijk ongezond is. ADO Den Haag, dat zijn zij. Ze voelen die verantwoordelijkheid en tonen dat elke dag. Ik ben van die jongens gaan houden. Ik gun Mohammed Hamdi succes, de hardst werkende directeur die ik heb meegemaakt. Ik gun het Martin Jol, die wat van deze club wil maken. Ik gun die mensen een feest aan het einde van het seizoen, als we ons hebben gehandhaafd in de Eredivisie.`
`ADO Den Haag is de grootste en moeilijkste uitdaging van allemaal`
Hoe verhoudt de uitdaging in Den Haag zich tot alles wat u al hebt meegemaakt in uw loopbaan?
`Dit is de grootste en moeilijkste uitdaging van allemaal. De reden is dat de kwaliteit van dit team niet te vergelijken is met al die andere elftallen die ik heb gecoacht. We moeten zó hard werken om wedstrijden te kunnen winnen, want dat zullen we op basis van teamgeest, karakter en wilskracht voor elkaar moeten zien te krijgen. Ook voor mij is dit een test, als manager, als mens. Sla ik me hier doorheen? Ik ben allang niet meer bezig met mijn cv, wel met mijn ontwikkeling. Als manager evolueer je mee met het voetbal. Dat is het mooie van dit vak. Alex Ferguson vertelde me ooit het verhaal dat hij Roy Keane passeerde. Dat was eigenlijk not done, Keane, grootheid bij Manchester United. Die liet het er dan ook niet bij zitten en klopte op de deur van het kantoor van Ferguson. Alex liet hem binnen en Keane begon meteen. Dat hij teleurgesteld was in Ferguson, dat hij het niet had verwacht. “U bent enorm veranderd, coach”, zei hij. Ferguson keek hem aan en zei: “Ja, ik ben inderdaad veranderd. The game moved on, so I moved on”. Het is de waarheid. Ik ben als trainer óók veranderd. Vroeger was ik keihard tegen spelers, nu kan dat niet meer. Het wordt niet meer geaccepteerd, spelers luisteren niet meer naar je.`
Het vak is moeilijker geworden?
`Ja, veel meer individualistisch. De jonge voetballers van nu zijn bijvoorbeeld visueel ingesteld, dus moet je ze op die manier benaderen, terwijl je bij ADO Den Haag ook een oudere groep hebt die er weer niets van moet weten. Daar een balans in vinden, is lastig. Crysencio Summerville is het voorbeeld van de speler van nu. Zijn objectief: Messi en Ronaldo. Zijn generatie gelooft dat ze dat gaan bereiken, ze zien de leuke dingen van het leven. Het is de taak van een manager ze op te voeden in een moeilijke tijd, want succes komt niet gratis. De voetballers van tegenwoordig noem ik celebrities without fame. Ze worden in deze maatschappij opgevoed als sterren, maar hebben nog niks bereikt. Niemand weet wie ze zijn, maar ze rijden al in de mooiste auto’s en dragen de duurste kleding. Deze generatie hoeft veel minder hard te werken om te kunnen baden in luxe. Oké, zo is de tijd. Als coach moet je dat proberen te begrijpen en een manier te vinden om ze te raken. Dat is dan weer iets wat nooit verandert: trainen gaat altijd om het kunnen bereiken van spelers.`
Wie zich verdiept in uw carrière, ziet een manager van wie het lijkt of hij steeds maar moet vechten voor erkenning.
`Dat is best een goede analyse, zo voelt het wel. Door de jaren heen heb ik steeds goede teams gebouwd, maar nooit de kans gekregen een goed elftal te erven om erop te kunnen voortborduren. Vaak komt de erkenning dan achteraf, zoals de eigenaar van Southampton die me belt om te bedanken voor het fundament dat ik heb gelegd waarop de club zich de laatste tien jaar heeft ontwikkeld tot stabiele factor in de Premier League.`
Hoe verklaart u het dat er geen tussenweg lijkt te bestaan? Je houdt van Alan Pardew of je hebt een hekel aan hem.
‘In mijn drive te winnen, ben ik vaak gebotst. Met andere managers, spelers van tegenstanders. Bij mij is dat all in the game. Ik ben opgegroeid op bouwplaatsen, werkte als glaszetter in Londen en speelde bij een heel rijtje Non-League-clubs. ’s Ochtends om zeven uur stond ik op de bouwplaats, half drie reed ik dan, bijvoorbeeld, drie uur naar Yeovil om twee uurtjes te spelen of te trainen. Daarna de auto in, drie uur terug, diep in de nacht je bed in en om zeven uur weer aan de slag. Heb ik jaren gedaan, totdat ik de kans kreeg prof te worden bij Crystal Palace. Begon ik om tien uur en vier uur later zat mijn werkdag er weer op. Daaraan kon ik niet wennen. Ik gebruikte de tijd die ik over had om beter te worden. Ik was geen grote speler, maar werd zo wel een góéde profvoetballer en later was mijn vechtershart voor veel clubs een reden met me in zee te gaan. Hard werken klopt talent; ik zeg het bij elke club tegen mijn spelers. De uren die je extra investeert, kunnen het verschil maken tussen winnen of verliezen, wel of geen contract, meer of minder geld, glorie, eer… Tussen erin blijven of degraderen. Als Alex Ferguson nou zegt dat Eric Cantona als allerlaatste van het trainingsveld stapte… Welke voorbeelden heb je nodig als speler? Ik heb goede voetballers getraind: Michael Carrick, Teddy Sheringham, Demba Ba, Yohan Cabaye, Jermain Defoe… Al die jongens hadden één overeenkomst: they’ve put in the extra work.’
`Toen ik net bij deze club was, vroeg ik naar de modellen. Er was niks. De filosofie van ADO ligt bij de trainer die er werkt`
Los van hoe alles eindigt, heeft u vast wel een idee over de club ADO Den Haag en hoe de toekomst eruit zou moeten gaan zien.
`Deze club zit in een identiteitscrisis en zal zich moeten afvragen waar ze voor staat. Wat is nou ADO Den Haag? Wat is de cultuur, de speelwijze, de formule? Toen ik hier net was, vroeg ik naar de modellen. Wat is jullie manier van aanvallen en verdedigen? Hoe trainen en coachen jullie dat? Er was niks. Toen ik bij Southampton instapte, waren die modellen er wel. “Dit is Adam Lallana, Alex Oxlade-Chamberlain, coach”. Die laatste was zestien jaar, maar goed genoeg, dus oud genoeg. Dan ben je als club dus voorbereid. Maar de filosofie van ADO ligt bij de trainer die er werkt. Waarom leidt ADO niet genoeg jonge spelers op? Hoe kan dat, voor zo’n grote club? Waarom staat er geen waarde op het veld? Het is een grote zorg. Ik kijk ernaar en denk: ADO Den Haag moet vooruit, maar hoe? We trainen hier in het stadion, op één kunstgrasveld. Dat is op elk hoogste niveau ondenkbaar. Hoe kan ik dan linies trainen? Hoe kan ik jeugdspelers bij de ploeg halen als we bijvoorbeeld standaardsituaties gaan trainen? Ik wist het van tevoren, maar heb het onderschat. En toch heb ik geen seconde spijt gehad van mijn keuze. Ik had nu thuis in Surrey van het leven kunnen genieten. Golfen, tennissen, met de honden wandelen, maar in mij brandt nog steeds een heilig vuur voor voetbal, voor samen het onmogelijke presteren. Dat is wat mij drijft.
Vrijdagavond is het ADO Den Haag tegen Fortuna Sittard. Een wedstrijd van alles of niets.
`Bij winst is het gat vier punten en krijgen we een programma met mogelijkheden. Hoe moeilijk de situatie ook is, hoeveel negativisme er ook mag zijn, ik vertrouw op mijn spelers. They have the fire in their bellies. We zullen er staan.`
Hij was ooit Manager of the Year in de Premier League, maakte drie FA Cup-finales mee waarvan twee als trainer, haalde Europees voetbal, promoveerde en degradeerde, maar staat nu voor de grootste uitdaging in zijn carrière: ADO Den Haag voor de Eredivisie zien te behouden. Alan Pardew (5 heeft geen spijt, maar verbaast zich wel. Dit is zíjn kant van het verhaal.
In Hotel Des Indes wordt er thee geschonken, natuurlijk. English breakfast, met een scheutje melk. Alan Pardew lacht. Waar ter wereld ook, je kunt de tradities nooit helemaal uit een Engelsman halen. Sting zong ooit over de heimwee van een onbegrepen Englishman in New York, Pardew is er één in Den Haag.
`Vanaf dag één heb ik hier het gevoel gehad dat ik mezelf moest verdedigen. Waarom?`
Bent u een `legal alien`?
Een stilte. `Alleen als ik mijn auto heelhuids door het verkeer probeer te manoeuvreren.`
En dan: `We hebben wel moeten wennen aan elkaar. ADO Den Haag aan mij en andersom. Maar dat ging vrij snel. Waar ik als Engelsman meer moeite mee heb, is de benadering hier. Ik was nog niet begonnen, of ik werd al aangepakt in de kranten en op tv. Vanaf dag één heb ik het gevoel gehad dat ik mezelf moest verdedigen. Dat heeft me verbaasd. Waarom? Ik heb successen gekend en mislukkingen, wie niet in dit leven? Maar het leek wel alsof ik er op voorhand weinig van kon.`
Als Premier League-manager bent u toch wel wat gewend?
`Over mij mogen ze zeggen en schrijven wat ze willen, alleen: waarom al voordat ik was begonnen? Wat mij vooral raakt, is dat de berichtgeving zorgt voor druk op mijn spelers, dat vind ik niet eerlijk. Neem nou die supporters die ineens met een flipover naast het trainingsveld stonden. What the hell! We hadden net een punt gepakt in Heerenveen, gestreden alsof onze levens ervan afhingen, spelers lagen na afloop op de grond zo leeg als ze waren en dan een paar dagen later staan er fans op het veld met een bord om uit te leggen wat er allemaal fout gaat... Dat heeft effect op voetballers, die worden weer het negatieve ingetrokken, nadat ze een resultaat hadden gehaald dat hen vertrouwen had moeten geven. Noem me naïef, maar in Engeland is dat onmogelijk, gebeurt niet. In Nederland schijnen zulke dingen vaker voor te komen. Op zich kan ik daarmee ook nog wel leven en ben ik bereid iedereen uit te leggen waarmee we bezig zijn. Maar maak een afspraak, kies een andere dag. Dit had een negatief effect op de groep.`
Wist u wel waaraan u begon?
`Je moet altijd kijken naar waar een club staat als je aan een klus begint. Ik zag een selectie die niet in balans was, we misten kwaliteit én kwantiteit. De twee beste spelers van de club waren in de zomer verkocht en het kwam erop neer dat we hun vertrek in de winter moesten repareren. Maar die window is daarvoor niet geschikt. Zoiets moet in de zomer gebeuren. De club heeft geprobeerd hen te vervangen met de komst van acht nieuwe spelers, van wie er in september drie in de basis stonden: Luuk Koopmans, Crysencio Summerville en Milan van Ewijk. In de winter vertrokken er zes (Van Ewijk, Robin Polley, Thom Haye, Donny Gorter, Aleksandar Bjelica en Mike Havekotte, red.) Doordat het proces in de zomer was mislukt, moest de club het in januari herhalen. Dus: met minder geld zes spelers vervangen. Wie kan dat? Wat wij hebben gedaan, is heel simpel: pleisters geplakt. Gezocht naar oplossingen voor de korte termijn, om een lange termijn mogelijk te maken.`
De oplossing is dan: acht spelers halen uit voornamelijk lagere Engelse divisies?
`Voordat ik uitleg waarom we dat hebben gedaan, wil ik eerst kwijt dat ik die kritiek in het begin ook niet snapte. Ook nu weer was het allemaal niet goed, voordat we een wedstrijd hadden gespeeld. In Engeland zijn we het station voorbij dat het uitmaakt waar spelers vandaan komen. Ik zorgde ooit zelf voor headlines in de tabloids, door als eerste openlijk Arsène Wenger te bekritiseren vanwege al die buitenlandse voetballers die hij naar Arsenal haalde. Ik vond het nogal wat dat een grote club speelde zonder een Engelsman in de basis. Maar tijden zijn veranderd. Big Time. Later heb ik toegegeven dat het goed is geweest, al die buitenlanders. En niet alleen de spelers, vooral ook de coaches. Wenger, José Mourinho, Jürgen Klopp, Ronald Koeman, Louis van Gaal, Pep Guardiola, nu weer Carlo Ancelotti. Voor ons Engelse managers was dat een leerschool die we zomaar in de schoot geworpen kregen. De buitenlandse coaches deden andere dingen op tactisch vlak, trainden anders dan wij gewend waren, dachten anders over voetbal en alles wat daarbij komt kijken. Wenger was de Franse school, Mourinho introduceerde de Portugese manier van denken. Guardiola bracht zijn eigen filosofie mee, Klopp de pressing. En wij Engelse managers moesten er maar een antwoord op zien te vinden. In plaats het als een bedreiging te zien, begon ik hun komst steeds meer als een blessing te beschouwen.`
U had Nederland wat toleranter verwacht?
`Ja en nee tegelijk. Dit is een vrij tolerant land, maar als ik naar het voetbal kijk, zie ik alleen bij FC Twente een trainer uit Uruguay en bij Heracles Almelo één uit Duitsland. Op dat vlak lijken jullie eerder conservatief. Zodoende wist ik wel dat het voor mij misschien moeilijk kon gaan worden. Als buitenlandse coach heb je minder krediet. Tel daarbij op de situatie waarin ik terechtkwam, met de kans op resultaten die niet meteen goed zouden zijn, en eigenlijk begin je al met een kleine achterstand.`
Wie acht spelers haalt en niet presteert, krijgt kritiek. Zo werkt het toch?
`Ik zou nog uitleggen waarom we deden wat we hebben gedaan. Ik lees die natuurlijk verhalen ook. Waarom haalt Pardew niet drie toppers? Alsof ik dat niet had gewild! Je moet wederom kijken naar de situatie waarin je terechtkomt. Het budget om te repareren was niet groot, maar de nood hoog. Bijna geen enkele positie bij ADO Den Haag was dubbel bezet, blessures zouden al funest zijn. Nou, dan ga je aan de slag. Kon ik spelers uit de Premier League huren? Onmogelijk. Uit de Eredivisie? We hebben het geprobeerd, jongens die bij grote clubs buiten de boot vielen (Yassine Ayoub en Luciano Narsingh, red.). Maar die keken naar de ranglijst en zeiden: “Liever niet”. En dan speelt er nóg iets. Bij West Bromwich Albion ben ik anderhalf jaar geleden ook tussentijds ingestapt. Daar had ik wél een aardig budget tot mijn beschikking en besloot ik dat te spenderen aan de komst van een topspeler, Daniel Sturridge. Wat denk je? Na één wedstrijd raakte hij geblesseerd. Die ervaring nam ik mee naar Den Haag. Stel dat ik twee spelers had gehaald en ze waren geblesseerd geraakt… Dat risico konden we ook niet nemen. We waren als een onderhoudsbedrijf dat een megaklus moest doen, maar met minimaal gereedschap.`
Hebt u niet gewoon het niveau van de Eredivisie onderschat?
`Ik zou zeggen: integendeel, ik ken jullie competitie beter dan iedereen denkt. Als manager van West Ham United kwam ik vaak naar Nederland om te scouten. Ik vond toen al dat jullie hier geweldige aanvallers opleidden. Individueel technisch en tactisch sterke spelers. Sinds ik hier werk, begrijp ik waarom. Jullie spelen dapper voetbal, in verdedigend opzicht veel gedurfder dan veel clubs in de Premier League. Ik heb me afgevraagd hoe dat nou toch kan? Ik denk dat het antwoord schuil gaat in het feit dat op degraderen hier geen straf staat van 105 miljoen pond minder budget, zoals in Engeland het geval is. De kans terug te keren in de Eredivisie is er voor degradanten altijd. Misschien dat die wetenschap de teams hier een wat vrijer gevoel geeft. Want het maakt niet uit tegen wie je speelt. Ajax of Heracles? Ze schuiven allebei hun centrale verdedigers door, de backs staan hoog; ik bewonder dat. Het probleem van ADO Den Haag is juist dat het niveau van deze competitie best hoog is en wij vooral qua individuele technische en tactische kwaliteiten achterlopen bij veel van de clubs om ons heen. Ik wist dat. Ik had ADO tegen Ajax zien spelen voordat ik tekende en dacht: Oh, dear! Wat ik vervolgens heb gedaan, is wat iedere trainer doet als hij ergens begint: proberen wat meer defensieve zekerheid in te bouwen. Misschien heb ik daarmee wel iets van het aanvallende spel weggenomen, onbewust. Dat we te veel de nadruk hebben gelegd op de verdedigende organisatie. Ik durf best te toe te geven dat dát misschien een negatief signaal is geweest, zonder dat het de bedoeling was.`
U hebt veel veranderd, zonder resultaat.
`Dat maakt me volgens mijn nieuwe criticasters ongeorganiseerd en warrig. Ja, ik héb veel veranderd, in de ploeg, in de manier van trainen, in de tijden waarop we trainen. Changes! Maar niet omdat ik dat leuk vind of zo. Bovendien hebben we te maken met blessures. Tom Beugelsdijk is er lang uit geweest, tegen AZ misten we John Goossens, Lex Immers en Dion Malone; dat dwingt ook tot schuiven. Maar in z’n algemeenheid: met de manier waarop het ging, haalde deze club dertien punten in zeventien wedstrijden. Hadden we dan alles bij het oude moeten laten? Als je doet wat je deed, krijg je wat je kreeg.`
Waarom zegt u niet gewoon dat als u de aanvangstijden van trainingen wilt veranderen, er protest uitbreekt omdat sommige medewerkers van de club dan te laat komen bij een amateurclub waar ze ook werkzaam zijn?
`Misschien heb ik dat wel een beetje onderschat, de macht van een manager in Nederland. Geen idee of het typisch ADO Den Haag is, of iets wat geldt voor Nederlanders in het algemeen, maar iets veranderen, dat gaat moeilijk hier. Vinden ze niet leuk. Elke verandering is een soort woohaa. Daarmee wil ik niet zeggen dat ík alles goed heb gedaan, zeker niet. De kritiek die ik kreeg na PSV-thuis (0-3), daarin kon ik me wel vinden. De manier waarop we ze wilden bestrijden, daar sta ik nog steeds achter. Ik heb alleen op sommige posities de verkeerde spelers eraan gekoppeld, jongens die nog niet konden brengen wat we dachten en hoopten. Oké, mijn schuld.`
Wat is de club eigenlijk opgeschoten met de komst van Alan Pardew?
`Het antwoord daarop kun je pas geven na het seizoen. Ondanks al het negativisme rond de club, zie ik iets in mijn groep wat me vertrouwen geeft. Ik zie passie, strijdlust. Ik zie ook dat we volslagen kansloos waren tegen FC Utrecht, PSV en AZ, maar tegelijkertijd dat we thuis van Vitesse en Heracles hadden moeten winnen, dat we hebben gevochten als leeuwen in Heerenveen. Die spirit moeten we gaan omzetten in resultaat, want we zitten nu in een situatie dat het ook nog eens gaat tegenzitten.`
`Dat verontrust me het meest: er is iemand, in dienst van de club, die er genoegen in schept zijn eigen team te schaden`
Bestaat Murphy’s Law?
`Zeker voor clubs in problemen. Neem Heracles-thuis. Eerste helft matig, na rust beter, kansen op de overwinning, maar het blijft 0-0. Even ben je teleurgesteld, maar je denkt: Oké, een punt, na Heerenveen-uit opnieuw niet verloren, kunnen we mee verder. Vervolgens loop je de catacomben in en zie je op televisie de keeper van Vitesse een bal uit zijn handen laten vallen en PEC Zwolle de winnende goal maken, onze concurrent. Is dat dan bad luck? Ik denk het niet. Het is gewoon de situatie waarin we verkeren, dit gebeurt als je onderin staat. Dan krijg je zulke klappen te verwerken, dan wordt er gelekt uit je eigen kleedkamer. Dat verontrust me trouwens nog het meest van alles. Er is dus iemand, in dienst van de club, die er genoegen in schept zijn eigen team te schaden. We vechten voor ons leven, dat is wat we moeten doen, dat is wat ik van mijn spelers vraag. Natuurlijk botst het dan weleens op het trainingsveld, hoort erbij. Maar die ene keer dat het om een Nederlandse en een Engelse jongen ging, kwam het naar buiten. Come on… Iemand gebruikt dit om de club, de spelers, de trainers, de leiding kapot te maken. Dát vind ik oneerlijk. Je mag mij bekritiseren wat je wilt, geen probleem. Ik ben niet naar Den Haag gekomen om de wijsneus uit te hangen, to teach them to suck eggs, om te laten zien dat ik zo goed ben, voor het geld, of wat dan ook. Ik wil alleen maar helpen, met goede intenties. Omdat ik uit ervaring weet dat het ook zó weer anders kan zijn.`
In hoeverre wordt een wederopstanding bepaald door geluk?
`Ik zeg altijd: een manager can fall into luck. Bijvoorbeeld door een speler in te brengen die het totale beeld van een elftal verandert. Ik geef vaak presentaties aan beginnende trainers in Engeland en dan vertel ik het verhaal over Reading, mijn eerste club als manager. Na een paar weken hadden de fans pants day. Ik was net begonnen, dus ik vroeg wat het was. Bleek dat ze van plan waren hun broek uit te trekken en op hun hoofd te zetten. Want het team was pants, zeg maar shit. Dus de volgende zaterdag, inderdaad, al die supporters met broeken op hun hoofd. Daar sta je dan, als beginnend manager. Intussen begonnen we wel wat beter te spelen, maar konden we geen controle krijgen over wedstrijden. Totdat ik op een dag bij de reserves ging kijken. Ze speelden tegen Leyton Orient. Ik zag een middenvelder lopen in die ploeg, een dun, klein mannetje, maar met een geweldig linkerbeen. Nicky Shorey. Hij had wat. We betaalden tienduizend pond, voor een wisselspeler van Leyton, die in de competitie nog onder ons stonden. We kregen vervolgens te maken met blessures en Nicky kwam in de ploeg. We speelden goed, we wonnen. Week erop, hetzelfde verhaal. Week daarna weer. Na twee maanden kreeg ik tijdens de persconferentie een vraag. “Alan, je hebt je stijl van voetballen veranderd. Jullie hebben veel meer controle”. En ik dacht: Ja. Maar dat kwam doordat we die speler van Leyton hadden ingebracht. Hij bleek de passer die we misten, temporiseerde, zette druk, bepaalde het ritme van de wedstrijd. Een speler, een jochie, veranderde onze manier van voetballen. En wie kreeg de credits? Ik. Maar dat was niet helemaal terecht. Ik kocht hem en gaf hem de kans. Maar op het einde was het niet meer dan een beetje geluk dat het zo in elkaar viel en ik bekend kwam te staan als een manager die Reading goed voetbal liet spelen. Het is ook een reden dat ik wissel bij ADO Den Haag. Als het goed valt, kan alles veranderen.`
Geluk kent ook een andere kant.
`Ik had drie keer de FA Cup kunnen winnen; een keer als speler, twee keer als manager. In 2006 had ik die cup al in mijn handen. We speelden met West Ham United de finale tegen Liverpool, totale controle. Een minuut voor tijd 3-2 voor. Ik keek naar Rafael Benítez, de manager van Liverpool en zag berusting in zijn ogen. Hij had zich al neergelegd bij de nederlaag. Tien minuten voor tijd hadden we gewisseld. Mijn assistent zei tegen me: “De enige die nog voor Liverpool kan scoren, is Steven Gerrard”. Was ik het mee eens. Nigel Rio-Coker brachten we in en hij liep Gerrard in de weg, verdedigde hem perfect. Totdat Steven zich een minuut voor tijd helemaal liet uitzakken naar het middenveld. Nigel dacht terecht dat het weinig zin had zo ver mee te lopen. Hij hielp onze laatste lijn met verdedigen. Er was nog maar een minuut te spelen toen de bal voor de voeten viel van Gerrard. De afstand was dertig meter, maar Steven nam die bal half-volley: goal. Geweldig doelpunt, 3-3 en we verloren de penaltyserie. Drie jaar geleden kreeg ik wéér een kans, met Palace tegen het Manchester United van Louis van Gaal. We kwamen 1-0 voor, niks aan de hand, ik maakte van blijdschap nog dat dansje, totdat we vergaten een overtreding te maken op Wayne Rooney: 1-1 en de wedstrijd viel uit onze handen. Normaal is het drie keer scheepsrecht, maar niet voor mij.`
Het irriteert u.
`Ja, natuurlijk. Wat als ik die FA Cup wél een keer had gewonnen? Alles verandert. De beeldvorming, de mindset, dan ben je ineens wél een winnaar, je weet niet hoe je carrière er dan had uitgezien. Ik ben Manager of the Year geweest in de Premier League, we hebben Europees voetbal afgedwongen met Newcastle United, ik ben twee keer gepromoveerd naar de Premier League, maar op mijn cv staat geen echte prijs.`
Handhaven met ADO Den Haag zou zeker nu de allure hebben van een prijs. Hebt u enig idee hoe u de negatieve spiraal nog denkt te kunnen doorbreken?
`Toen ik van Newcastle naar Crystal Palace ging, stond die club ook onderin. Wat je dan zoekt, is a fighting character in je ploeg. De keren dat het me als manager niet lukte uit de problemen te komen, zoals bij Charlton Athletic en vooral West Brom, ontbrak die vechtmentaliteit. Je creëert die door de band tussen je spelers te versterken. Daarom was die aantijging zo kwaadaardig dat het niet klikte tussen de Nederlandse en Engelse jongens, vooral omdat het gewoon niet waar is. Ik zie die mentaliteit juist wél in deze groep. Ze willen, ze vechten, ze doen hun best. Daarmee begint het. Ik kan mijn spelers niks verwijten. We staan verder weg van handhaving dan ik had gedacht, we hangen in de touwen, doordat de prestaties tegenvallen en het ook nog eens niet meezit. Maar als ik naar die gasten kijk, weet ik dat het nog steeds kan. Dat vertel ik ze ook. Het lijkt of iedereen tegen ons is – sommige supporters, de media, de beeldvorming – maar alles kan zó weer anders zijn. Een bal binnenkant-paal, een gelukkige zege, een onterechte penalty. Ik gun het mijn spelers zo, omdat ik zie hoe ze betrokken zijn. Beugelsdijk, Immers, Goossens; ze zijn zó involved, dat het eigenlijk ongezond is. ADO Den Haag, dat zijn zij. Ze voelen die verantwoordelijkheid en tonen dat elke dag. Ik ben van die jongens gaan houden. Ik gun Mohammed Hamdi succes, de hardst werkende directeur die ik heb meegemaakt. Ik gun het Martin Jol, die wat van deze club wil maken. Ik gun die mensen een feest aan het einde van het seizoen, als we ons hebben gehandhaafd in de Eredivisie.`
`ADO Den Haag is de grootste en moeilijkste uitdaging van allemaal`
Hoe verhoudt de uitdaging in Den Haag zich tot alles wat u al hebt meegemaakt in uw loopbaan?
`Dit is de grootste en moeilijkste uitdaging van allemaal. De reden is dat de kwaliteit van dit team niet te vergelijken is met al die andere elftallen die ik heb gecoacht. We moeten zó hard werken om wedstrijden te kunnen winnen, want dat zullen we op basis van teamgeest, karakter en wilskracht voor elkaar moeten zien te krijgen. Ook voor mij is dit een test, als manager, als mens. Sla ik me hier doorheen? Ik ben allang niet meer bezig met mijn cv, wel met mijn ontwikkeling. Als manager evolueer je mee met het voetbal. Dat is het mooie van dit vak. Alex Ferguson vertelde me ooit het verhaal dat hij Roy Keane passeerde. Dat was eigenlijk not done, Keane, grootheid bij Manchester United. Die liet het er dan ook niet bij zitten en klopte op de deur van het kantoor van Ferguson. Alex liet hem binnen en Keane begon meteen. Dat hij teleurgesteld was in Ferguson, dat hij het niet had verwacht. “U bent enorm veranderd, coach”, zei hij. Ferguson keek hem aan en zei: “Ja, ik ben inderdaad veranderd. The game moved on, so I moved on”. Het is de waarheid. Ik ben als trainer óók veranderd. Vroeger was ik keihard tegen spelers, nu kan dat niet meer. Het wordt niet meer geaccepteerd, spelers luisteren niet meer naar je.`
Het vak is moeilijker geworden?
`Ja, veel meer individualistisch. De jonge voetballers van nu zijn bijvoorbeeld visueel ingesteld, dus moet je ze op die manier benaderen, terwijl je bij ADO Den Haag ook een oudere groep hebt die er weer niets van moet weten. Daar een balans in vinden, is lastig. Crysencio Summerville is het voorbeeld van de speler van nu. Zijn objectief: Messi en Ronaldo. Zijn generatie gelooft dat ze dat gaan bereiken, ze zien de leuke dingen van het leven. Het is de taak van een manager ze op te voeden in een moeilijke tijd, want succes komt niet gratis. De voetballers van tegenwoordig noem ik celebrities without fame. Ze worden in deze maatschappij opgevoed als sterren, maar hebben nog niks bereikt. Niemand weet wie ze zijn, maar ze rijden al in de mooiste auto’s en dragen de duurste kleding. Deze generatie hoeft veel minder hard te werken om te kunnen baden in luxe. Oké, zo is de tijd. Als coach moet je dat proberen te begrijpen en een manier te vinden om ze te raken. Dat is dan weer iets wat nooit verandert: trainen gaat altijd om het kunnen bereiken van spelers.`
Wie zich verdiept in uw carrière, ziet een manager van wie het lijkt of hij steeds maar moet vechten voor erkenning.
`Dat is best een goede analyse, zo voelt het wel. Door de jaren heen heb ik steeds goede teams gebouwd, maar nooit de kans gekregen een goed elftal te erven om erop te kunnen voortborduren. Vaak komt de erkenning dan achteraf, zoals de eigenaar van Southampton die me belt om te bedanken voor het fundament dat ik heb gelegd waarop de club zich de laatste tien jaar heeft ontwikkeld tot stabiele factor in de Premier League.`
Hoe verklaart u het dat er geen tussenweg lijkt te bestaan? Je houdt van Alan Pardew of je hebt een hekel aan hem.
‘In mijn drive te winnen, ben ik vaak gebotst. Met andere managers, spelers van tegenstanders. Bij mij is dat all in the game. Ik ben opgegroeid op bouwplaatsen, werkte als glaszetter in Londen en speelde bij een heel rijtje Non-League-clubs. ’s Ochtends om zeven uur stond ik op de bouwplaats, half drie reed ik dan, bijvoorbeeld, drie uur naar Yeovil om twee uurtjes te spelen of te trainen. Daarna de auto in, drie uur terug, diep in de nacht je bed in en om zeven uur weer aan de slag. Heb ik jaren gedaan, totdat ik de kans kreeg prof te worden bij Crystal Palace. Begon ik om tien uur en vier uur later zat mijn werkdag er weer op. Daaraan kon ik niet wennen. Ik gebruikte de tijd die ik over had om beter te worden. Ik was geen grote speler, maar werd zo wel een góéde profvoetballer en later was mijn vechtershart voor veel clubs een reden met me in zee te gaan. Hard werken klopt talent; ik zeg het bij elke club tegen mijn spelers. De uren die je extra investeert, kunnen het verschil maken tussen winnen of verliezen, wel of geen contract, meer of minder geld, glorie, eer… Tussen erin blijven of degraderen. Als Alex Ferguson nou zegt dat Eric Cantona als allerlaatste van het trainingsveld stapte… Welke voorbeelden heb je nodig als speler? Ik heb goede voetballers getraind: Michael Carrick, Teddy Sheringham, Demba Ba, Yohan Cabaye, Jermain Defoe… Al die jongens hadden één overeenkomst: they’ve put in the extra work.’
`Toen ik net bij deze club was, vroeg ik naar de modellen. Er was niks. De filosofie van ADO ligt bij de trainer die er werkt`
Los van hoe alles eindigt, heeft u vast wel een idee over de club ADO Den Haag en hoe de toekomst eruit zou moeten gaan zien.
`Deze club zit in een identiteitscrisis en zal zich moeten afvragen waar ze voor staat. Wat is nou ADO Den Haag? Wat is de cultuur, de speelwijze, de formule? Toen ik hier net was, vroeg ik naar de modellen. Wat is jullie manier van aanvallen en verdedigen? Hoe trainen en coachen jullie dat? Er was niks. Toen ik bij Southampton instapte, waren die modellen er wel. “Dit is Adam Lallana, Alex Oxlade-Chamberlain, coach”. Die laatste was zestien jaar, maar goed genoeg, dus oud genoeg. Dan ben je als club dus voorbereid. Maar de filosofie van ADO ligt bij de trainer die er werkt. Waarom leidt ADO niet genoeg jonge spelers op? Hoe kan dat, voor zo’n grote club? Waarom staat er geen waarde op het veld? Het is een grote zorg. Ik kijk ernaar en denk: ADO Den Haag moet vooruit, maar hoe? We trainen hier in het stadion, op één kunstgrasveld. Dat is op elk hoogste niveau ondenkbaar. Hoe kan ik dan linies trainen? Hoe kan ik jeugdspelers bij de ploeg halen als we bijvoorbeeld standaardsituaties gaan trainen? Ik wist het van tevoren, maar heb het onderschat. En toch heb ik geen seconde spijt gehad van mijn keuze. Ik had nu thuis in Surrey van het leven kunnen genieten. Golfen, tennissen, met de honden wandelen, maar in mij brandt nog steeds een heilig vuur voor voetbal, voor samen het onmogelijke presteren. Dat is wat mij drijft.
Vrijdagavond is het ADO Den Haag tegen Fortuna Sittard. Een wedstrijd van alles of niets.
`Bij winst is het gat vier punten en krijgen we een programma met mogelijkheden. Hoe moeilijk de situatie ook is, hoeveel negativisme er ook mag zijn, ik vertrouw op mijn spelers. They have the fire in their bellies. We zullen er staan.`
0
|
Woensdag 11 maart 2020 om 22:13 uur |
gillah
Alan Pardew: `Ik heb geen seconde spijt gehad van mijn keuze`
Hij was ooit Manager of the Year in de Premier League, maakte drie FA Cup-finales mee waarvan twee als trainer, haalde Europees voetbal, promoveerde en degradeerde, maar staat nu voor de grootste uitdaging in zijn carrière: ADO Den Haag voor de Eredivisie zien te behouden. Alan Pardew (5 heeft geen spijt, maar verbaast zich wel. Dit is zíjn kant van het verhaal.
In Hotel Des Indes wordt er thee geschonken, natuurlijk. English breakfast, met een scheutje melk. Alan Pardew lacht. Waar ter wereld ook, je kunt de tradities nooit helemaal uit een Engelsman halen. Sting zong ooit over de heimwee van een onbegrepen Englishman in New York, Pardew is er één in Den Haag.
`Vanaf dag één heb ik hier het gevoel gehad dat ik mezelf moest verdedigen. Waarom?`
Bent u een `legal alien`?
Een stilte. `Alleen als ik mijn auto heelhuids door het verkeer probeer te manoeuvreren.`
En dan: `We hebben wel moeten wennen aan elkaar. ADO Den Haag aan mij en andersom. Maar dat ging vrij snel. Waar ik als Engelsman meer moeite mee heb, is de benadering hier. Ik was nog niet begonnen, of ik werd al aangepakt in de kranten en op tv. Vanaf dag één heb ik het gevoel gehad dat ik mezelf moest verdedigen. Dat heeft me verbaasd. Waarom? Ik heb successen gekend en mislukkingen, wie niet in dit leven? Maar het leek wel alsof ik er op voorhand weinig van kon.`
Als Premier League-manager bent u toch wel wat gewend?
`Over mij mogen ze zeggen en schrijven wat ze willen, alleen: waarom al voordat ik was begonnen? Wat mij vooral raakt, is dat de berichtgeving zorgt voor druk op mijn spelers, dat vind ik niet eerlijk. Neem nou die supporters die ineens met een flipover naast het trainingsveld stonden. What the hell! We hadden net een punt gepakt in Heerenveen, gestreden alsof onze levens ervan afhingen, spelers lagen na afloop op de grond zo leeg als ze waren en dan een paar dagen later staan er fans op het veld met een bord om uit te leggen wat er allemaal fout gaat... Dat heeft effect op voetballers, die worden weer het negatieve ingetrokken, nadat ze een resultaat hadden gehaald dat hen vertrouwen had moeten geven. Noem me naïef, maar in Engeland is dat onmogelijk, gebeurt niet. In Nederland schijnen zulke dingen vaker voor te komen. Op zich kan ik daarmee ook nog wel leven en ben ik bereid iedereen uit te leggen waarmee we bezig zijn. Maar maak een afspraak, kies een andere dag. Dit had een negatief effect op de groep.`
Wist u wel waaraan u begon?
`Je moet altijd kijken naar waar een club staat als je aan een klus begint. Ik zag een selectie die niet in balans was, we misten kwaliteit én kwantiteit. De twee beste spelers van de club waren in de zomer verkocht en het kwam erop neer dat we hun vertrek in de winter moesten repareren. Maar die window is daarvoor niet geschikt. Zoiets moet in de zomer gebeuren. De club heeft geprobeerd hen te vervangen met de komst van acht nieuwe spelers, van wie er in september drie in de basis stonden: Luuk Koopmans, Crysencio Summerville en Milan van Ewijk. In de winter vertrokken er zes (Van Ewijk, Robin Polley, Thom Haye, Donny Gorter, Aleksandar Bjelica en Mike Havekotte, red.) Doordat het proces in de zomer was mislukt, moest de club het in januari herhalen. Dus: met minder geld zes spelers vervangen. Wie kan dat? Wat wij hebben gedaan, is heel simpel: pleisters geplakt. Gezocht naar oplossingen voor de korte termijn, om een lange termijn mogelijk te maken.`
De oplossing is dan: acht spelers halen uit voornamelijk lagere Engelse divisies?
`Voordat ik uitleg waarom we dat hebben gedaan, wil ik eerst kwijt dat ik die kritiek in het begin ook niet snapte. Ook nu weer was het allemaal niet goed, voordat we een wedstrijd hadden gespeeld. In Engeland zijn we het station voorbij dat het uitmaakt waar spelers vandaan komen. Ik zorgde ooit zelf voor headlines in de tabloids, door als eerste openlijk Arsène Wenger te bekritiseren vanwege al die buitenlandse voetballers die hij naar Arsenal haalde. Ik vond het nogal wat dat een grote club speelde zonder een Engelsman in de basis. Maar tijden zijn veranderd. Big Time. Later heb ik toegegeven dat het goed is geweest, al die buitenlanders. En niet alleen de spelers, vooral ook de coaches. Wenger, José Mourinho, Jürgen Klopp, Ronald Koeman, Louis van Gaal, Pep Guardiola, nu weer Carlo Ancelotti. Voor ons Engelse managers was dat een leerschool die we zomaar in de schoot geworpen kregen. De buitenlandse coaches deden andere dingen op tactisch vlak, trainden anders dan wij gewend waren, dachten anders over voetbal en alles wat daarbij komt kijken. Wenger was de Franse school, Mourinho introduceerde de Portugese manier van denken. Guardiola bracht zijn eigen filosofie mee, Klopp de pressing. En wij Engelse managers moesten er maar een antwoord op zien te vinden. In plaats het als een bedreiging te zien, begon ik hun komst steeds meer als een blessing te beschouwen.`
U had Nederland wat toleranter verwacht?
`Ja en nee tegelijk. Dit is een vrij tolerant land, maar als ik naar het voetbal kijk, zie ik alleen bij FC Twente een trainer uit Uruguay en bij Heracles Almelo één uit Duitsland. Op dat vlak lijken jullie eerder conservatief. Zodoende wist ik wel dat het voor mij misschien moeilijk kon gaan worden. Als buitenlandse coach heb je minder krediet. Tel daarbij op de situatie waarin ik terechtkwam, met de kans op resultaten die niet meteen goed zouden zijn, en eigenlijk begin je al met een kleine achterstand.`
Wie acht spelers haalt en niet presteert, krijgt kritiek. Zo werkt het toch?
`Ik zou nog uitleggen waarom we deden wat we hebben gedaan. Ik lees die natuurlijk verhalen ook. Waarom haalt Pardew niet drie toppers? Alsof ik dat niet had gewild! Je moet wederom kijken naar de situatie waarin je terechtkomt. Het budget om te repareren was niet groot, maar de nood hoog. Bijna geen enkele positie bij ADO Den Haag was dubbel bezet, blessures zouden al funest zijn. Nou, dan ga je aan de slag. Kon ik spelers uit de Premier League huren? Onmogelijk. Uit de Eredivisie? We hebben het geprobeerd, jongens die bij grote clubs buiten de boot vielen (Yassine Ayoub en Luciano Narsingh, red.). Maar die keken naar de ranglijst en zeiden: “Liever niet”. En dan speelt er nóg iets. Bij West Bromwich Albion ben ik anderhalf jaar geleden ook tussentijds ingestapt. Daar had ik wél een aardig budget tot mijn beschikking en besloot ik dat te spenderen aan de komst van een topspeler, Daniel Sturridge. Wat denk je? Na één wedstrijd raakte hij geblesseerd. Die ervaring nam ik mee naar Den Haag. Stel dat ik twee spelers had gehaald en ze waren geblesseerd geraakt… Dat risico konden we ook niet nemen. We waren als een onderhoudsbedrijf dat een megaklus moest doen, maar met minimaal gereedschap.`
Tom Beugelsdijk en Sam Stubbs stuiten eendrachtig AZ-spits Myron Boadu.
© PRO SHOTS/TOON DOMPELING
Tom Beugelsdijk en Sam Stubbs stuiten eendrachtig AZ-spits Myron Boadu.
Hebt u niet gewoon het niveau van de Eredivisie onderschat?
`Ik zou zeggen: integendeel, ik ken jullie competitie beter dan iedereen denkt. Als manager van West Ham United kwam ik vaak naar Nederland om te scouten. Ik vond toen al dat jullie hier geweldige aanvallers opleidden. Individueel technisch en tactisch sterke spelers. Sinds ik hier werk, begrijp ik waarom. Jullie spelen dapper voetbal, in verdedigend opzicht veel gedurfder dan veel clubs in de Premier League. Ik heb me afgevraagd hoe dat nou toch kan? Ik denk dat het antwoord schuil gaat in het feit dat op degraderen hier geen straf staat van 105 miljoen pond minder budget, zoals in Engeland het geval is. De kans terug te keren in de Eredivisie is er voor degradanten altijd. Misschien dat die wetenschap de teams hier een wat vrijer gevoel geeft. Want het maakt niet uit tegen wie je speelt. Ajax of Heracles? Ze schuiven allebei hun centrale verdedigers door, de backs staan hoog; ik bewonder dat. Het probleem van ADO Den Haag is juist dat het niveau van deze competitie best hoog is en wij vooral qua individuele technische en tactische kwaliteiten achterlopen bij veel van de clubs om ons heen. Ik wist dat. Ik had ADO tegen Ajax zien spelen voordat ik tekende en dacht: Oh, dear! Wat ik vervolgens heb gedaan, is wat iedere trainer doet als hij ergens begint: proberen wat meer defensieve zekerheid in te bouwen. Misschien heb ik daarmee wel iets van het aanvallende spel weggenomen, onbewust. Dat we te veel de nadruk hebben gelegd op de verdedigende organisatie. Ik durf best te toe te geven dat dát misschien een negatief signaal is geweest, zonder dat het de bedoeling was.`
U hebt veel veranderd, zonder resultaat.
`Dat maakt me volgens mijn nieuwe criticasters ongeorganiseerd en warrig. Ja, ik héb veel veranderd, in de ploeg, in de manier van trainen, in de tijden waarop we trainen. Changes! Maar niet omdat ik dat leuk vind of zo. Bovendien hebben we te maken met blessures. Tom Beugelsdijk is er lang uit geweest, tegen AZ misten we John Goossens, Lex Immers en Dion Malone; dat dwingt ook tot schuiven. Maar in z’n algemeenheid: met de manier waarop het ging, haalde deze club dertien punten in zeventien wedstrijden. Hadden we dan alles bij het oude moeten laten? Als je doet wat je deed, krijg je wat je kreeg.`
Waarom zegt u niet gewoon dat als u de aanvangstijden van trainingen wilt veranderen, er protest uitbreekt omdat sommige medewerkers van de club dan te laat komen bij een amateurclub waar ze ook werkzaam zijn?
`Misschien heb ik dat wel een beetje onderschat, de macht van een manager in Nederland. Geen idee of het typisch ADO Den Haag is, of iets wat geldt voor Nederlanders in het algemeen, maar iets veranderen, dat gaat moeilijk hier. Vinden ze niet leuk. Elke verandering is een soort woohaa. Daarmee wil ik niet zeggen dat ík alles goed heb gedaan, zeker niet. De kritiek die ik kreeg na PSV-thuis (0-3), daarin kon ik me wel vinden. De manier waarop we ze wilden bestrijden, daar sta ik nog steeds achter. Ik heb alleen op sommige posities de verkeerde spelers eraan gekoppeld, jongens die nog niet konden brengen wat we dachten en hoopten. Oké, mijn schuld.`
Wat is de club eigenlijk opgeschoten met de komst van Alan Pardew?
`Het antwoord daarop kun je pas geven na het seizoen. Ondanks al het negativisme rond de club, zie ik iets in mijn groep wat me vertrouwen geeft. Ik zie passie, strijdlust. Ik zie ook dat we volslagen kansloos waren tegen FC Utrecht, PSV en AZ, maar tegelijkertijd dat we thuis van Vitesse en Heracles hadden moeten winnen, dat we hebben gevochten als leeuwen in Heerenveen. Die spirit moeten we gaan omzetten in resultaat, want we zitten nu in een situatie dat het ook nog eens gaat tegenzitten.`
`Dat verontrust me het meest: er is iemand, in dienst van de club, die er genoegen in schept zijn eigen team te schaden`
Bestaat Murphy’s Law?
`Zeker voor clubs in problemen. Neem Heracles-thuis. Eerste helft matig, na rust beter, kansen op de overwinning, maar het blijft 0-0. Even ben je teleurgesteld, maar je denkt: Oké, een punt, na Heerenveen-uit opnieuw niet verloren, kunnen we mee verder. Vervolgens loop je de catacomben in en zie je op televisie de keeper van Vitesse een bal uit zijn handen laten vallen en PEC Zwolle de winnende goal maken, onze concurrent. Is dat dan bad luck? Ik denk het niet. Het is gewoon de situatie waarin we verkeren, dit gebeurt als je onderin staat. Dan krijg je zulke klappen te verwerken, dan wordt er gelekt uit je eigen kleedkamer. Dat verontrust me trouwens nog het meest van alles. Er is dus iemand, in dienst van de club, die er genoegen in schept zijn eigen team te schaden. We vechten voor ons leven, dat is wat we moeten doen, dat is wat ik van mijn spelers vraag. Natuurlijk botst het dan weleens op het trainingsveld, hoort erbij. Maar die ene keer dat het om een Nederlandse en een Engelse jongen ging, kwam het naar buiten. Come on… Iemand gebruikt dit om de club, de spelers, de trainers, de leiding kapot te maken. Dát vind ik oneerlijk. Je mag mij bekritiseren wat je wilt, geen probleem. Ik ben niet naar Den Haag gekomen om de wijsneus uit te hangen, to teach them to suck eggs, om te laten zien dat ik zo goed ben, voor het geld, of wat dan ook. Ik wil alleen maar helpen, met goede intenties. Omdat ik uit ervaring weet dat het ook zó weer anders kan zijn.`
In hoeverre wordt een wederopstanding bepaald door geluk?
`Ik zeg altijd: een manager can fall into luck. Bijvoorbeeld door een speler in te brengen die het totale beeld van een elftal verandert. Ik geef vaak presentaties aan beginnende trainers in Engeland en dan vertel ik het verhaal over Reading, mijn eerste club als manager. Na een paar weken hadden de fans pants day. Ik was net begonnen, dus ik vroeg wat het was. Bleek dat ze van plan waren hun broek uit te trekken en op hun hoofd te zetten. Want het team was pants, zeg maar shit. Dus de volgende zaterdag, inderdaad, al die supporters met broeken op hun hoofd. Daar sta je dan, als beginnend manager. Intussen begonnen we wel wat beter te spelen, maar konden we geen controle krijgen over wedstrijden. Totdat ik op een dag bij de reserves ging kijken. Ze speelden tegen Leyton Orient. Ik zag een middenvelder lopen in die ploeg, een dun, klein mannetje, maar met een geweldig linkerbeen. Nicky Shorey. Hij had wat. We betaalden tienduizend pond, voor een wisselspeler van Leyton, die in de competitie nog onder ons stonden. We kregen vervolgens te maken met blessures en Nicky kwam in de ploeg. We speelden goed, we wonnen. Week erop, hetzelfde verhaal. Week daarna weer. Na twee maanden kreeg ik tijdens de persconferentie een vraag. “Alan, je hebt je stijl van voetballen veranderd. Jullie hebben veel meer controle”. En ik dacht: Ja. Maar dat kwam doordat we die speler van Leyton hadden ingebracht. Hij bleek de passer die we misten, temporiseerde, zette druk, bepaalde het ritme van de wedstrijd. Een speler, een jochie, veranderde onze manier van voetballen. En wie kreeg de credits? Ik. Maar dat was niet helemaal terecht. Ik kocht hem en gaf hem de kans. Maar op het einde was het niet meer dan een beetje geluk dat het zo in elkaar viel en ik bekend kwam te staan als een manager die Reading goed voetbal liet spelen. Het is ook een reden dat ik wissel bij ADO Den Haag. Als het goed valt, kan alles veranderen.`
Manager Alan Pardew leidt zijn Crystal Palace het veld op van Wembley voor de FA Cupfinal in 2016 tegen Manchester United. Rechts zijn collega Louis van Gaal.
© PRO SHOTS
Manager Alan Pardew leidt zijn Crystal Palace het veld op van Wembley voor de FA Cupfinal in 2016 tegen Manchester United. Rechts zijn collega Louis van Gaal.
Geluk kent ook een andere kant.
`Ik had drie keer de FA Cup kunnen winnen; een keer als speler, twee keer als manager. In 2006 had ik die cup al in mijn handen. We speelden met West Ham United de finale tegen Liverpool, totale controle. Een minuut voor tijd 3-2 voor. Ik keek naar Rafael Benítez, de manager van Liverpool en zag berusting in zijn ogen. Hij had zich al neergelegd bij de nederlaag. Tien minuten voor tijd hadden we gewisseld. Mijn assistent zei tegen me: “De enige die nog voor Liverpool kan scoren, is Steven Gerrard”. Was ik het mee eens. Nigel Rio-Coker brachten we in en hij liep Gerrard in de weg, verdedigde hem perfect. Totdat Steven zich een minuut voor tijd helemaal liet uitzakken naar het middenveld. Nigel dacht terecht dat het weinig zin had zo ver mee te lopen. Hij hielp onze laatste lijn met verdedigen. Er was nog maar een minuut te spelen toen de bal voor de voeten viel van Gerrard. De afstand was dertig meter, maar Steven nam die bal half-volley: goal. Geweldig doelpunt, 3-3 en we verloren de penaltyserie. Drie jaar geleden kreeg ik wéér een kans, met Palace tegen het Manchester United van Louis van Gaal. We kwamen 1-0 voor, niks aan de hand, ik maakte van blijdschap nog dat dansje, totdat we vergaten een overtreding te maken op Wayne Rooney: 1-1 en de wedstrijd viel uit onze handen. Normaal is het drie keer scheepsrecht, maar niet voor mij.`
Het irriteert u.
`Ja, natuurlijk. Wat als ik die FA Cup wél een keer had gewonnen? Alles verandert. De beeldvorming, de mindset, dan ben je ineens wél een winnaar, je weet niet hoe je carrière er dan had uitgezien. Ik ben Manager of the Year geweest in de Premier League, we hebben Europees voetbal afgedwongen met Newcastle United, ik ben twee keer gepromoveerd naar de Premier League, maar op mijn cv staat geen echte prijs.`
Handhaven met ADO Den Haag zou zeker nu de allure hebben van een prijs. Hebt u enig idee hoe u de negatieve spiraal nog denkt te kunnen doorbreken?
`Toen ik van Newcastle naar Crystal Palace ging, stond die club ook onderin. Wat je dan zoekt, is a fighting character in je ploeg. De keren dat het me als manager niet lukte uit de problemen te komen, zoals bij Charlton Athletic en vooral West Brom, ontbrak die vechtmentaliteit. Je creëert die door de band tussen je spelers te versterken. Daarom was die aantijging zo kwaadaardig dat het niet klikte tussen de Nederlandse en Engelse jongens, vooral omdat het gewoon niet waar is. Ik zie die mentaliteit juist wél in deze groep. Ze willen, ze vechten, ze doen hun best. Daarmee begint het. Ik kan mijn spelers niks verwijten. We staan verder weg van handhaving dan ik had gedacht, we hangen in de touwen, doordat de prestaties tegenvallen en het ook nog eens niet meezit. Maar als ik naar die gasten kijk, weet ik dat het nog steeds kan. Dat vertel ik ze ook. Het lijkt of iedereen tegen ons is – sommige supporters, de media, de beeldvorming – maar alles kan zó weer anders zijn. Een bal binnenkant-paal, een gelukkige zege, een onterechte penalty. Ik gun het mijn spelers zo, omdat ik zie hoe ze betrokken zijn. Beugelsdijk, Immers, Goossens; ze zijn zó involved, dat het eigenlijk ongezond is. ADO Den Haag, dat zijn zij. Ze voelen die verantwoordelijkheid en tonen dat elke dag. Ik ben van die jongens gaan houden. Ik gun Mohammed Hamdi succes, de hardst werkende directeur die ik heb meegemaakt. Ik gun het Martin Jol, die wat van deze club wil maken. Ik gun die mensen een feest aan het einde van het seizoen, als we ons hebben gehandhaafd in de Eredivisie.`
`ADO Den Haag is de grootste en moeilijkste uitdaging van allemaal`
Hoe verhoudt de uitdaging in Den Haag zich tot alles wat u al hebt meegemaakt in uw loopbaan?
`Dit is de grootste en moeilijkste uitdaging van allemaal. De reden is dat de kwaliteit van dit team niet te vergelijken is met al die andere elftallen die ik heb gecoacht. We moeten zó hard werken om wedstrijden te kunnen winnen, want dat zullen we op basis van teamgeest, karakter en wilskracht voor elkaar moeten zien te krijgen. Ook voor mij is dit een test, als manager, als mens. Sla ik me hier doorheen? Ik ben allang niet meer bezig met mijn cv, wel met mijn ontwikkeling. Als manager evolueer je mee met het voetbal. Dat is het mooie van dit vak. Alex Ferguson vertelde me ooit het verhaal dat hij Roy Keane passeerde. Dat was eigenlijk not done, Keane, grootheid bij Manchester United. Die liet het er dan ook niet bij zitten en klopte op de deur van het kantoor van Ferguson. Alex liet hem binnen en Keane begon meteen. Dat hij teleurgesteld was in Ferguson, dat hij het niet had verwacht. “U bent enorm veranderd, coach”, zei hij. Ferguson keek hem aan en zei: “Ja, ik ben inderdaad veranderd. The game moved on, so I moved on”. Het is de waarheid. Ik ben als trainer óók veranderd. Vroeger was ik keihard tegen spelers, nu kan dat niet meer. Het wordt niet meer geaccepteerd, spelers luisteren niet meer naar je.`
Met Crysencio Summerville na diens wissel tegen AZ. 'Hij is het voorbeeld van de speler van nu. Zijn objectief: Messi en Ronaldo.'
© PRO SHOTS/TOON DOMPELING
Met Crysencio Summerville na diens wissel tegen AZ. `Hij is het voorbeeld van de speler van nu. Zijn objectief: Messi en Ronaldo.`
Het vak is moeilijker geworden?
`Ja, veel meer individualistisch. De jonge voetballers van nu zijn bijvoorbeeld visueel ingesteld, dus moet je ze op die manier benaderen, terwijl je bij ADO Den Haag ook een oudere groep hebt die er weer niets van moet weten. Daar een balans in vinden, is lastig. Crysencio Summerville is het voorbeeld van de speler van nu. Zijn objectief: Messi en Ronaldo. Zijn generatie gelooft dat ze dat gaan bereiken, ze zien de leuke dingen van het leven. Het is de taak van een manager ze op te voeden in een moeilijke tijd, want succes komt niet gratis. De voetballers van tegenwoordig noem ik celebrities without fame. Ze worden in deze maatschappij opgevoed als sterren, maar hebben nog niks bereikt. Niemand weet wie ze zijn, maar ze rijden al in de mooiste auto’s en dragen de duurste kleding. Deze generatie hoeft veel minder hard te werken om te kunnen baden in luxe. Oké, zo is de tijd. Als coach moet je dat proberen te begrijpen en een manier te vinden om ze te raken. Dat is dan weer iets wat nooit verandert: trainen gaat altijd om het kunnen bereiken van spelers.`
Wie zich verdiept in uw carrière, ziet een manager van wie het lijkt of hij steeds maar moet vechten voor erkenning.
`Dat is best een goede analyse, zo voelt het wel. Door de jaren heen heb ik steeds goede teams gebouwd, maar nooit de kans gekregen een goed elftal te erven om erop te kunnen voortborduren. Vaak komt de erkenning dan achteraf, zoals de eigenaar van Southampton die me belt om te bedanken voor het fundament dat ik heb gelegd waarop de club zich de laatste tien jaar heeft ontwikkeld tot stabiele factor in de Premier League.`
Hoe verklaart u het dat er geen tussenweg lijkt te bestaan? Je houdt van Alan Pardew of je hebt een hekel aan hem.
‘In mijn drive te winnen, ben ik vaak gebotst. Met andere managers, spelers van tegenstanders. Bij mij is dat all in the game. Ik ben opgegroeid op bouwplaatsen, werkte als glaszetter in Londen en speelde bij een heel rijtje Non-League-clubs. ’s Ochtends om zeven uur stond ik op de bouwplaats, half drie reed ik dan, bijvoorbeeld, drie uur naar Yeovil om twee uurtjes te spelen of te trainen. Daarna de auto in, drie uur terug, diep in de nacht je bed in en om zeven uur weer aan de slag. Heb ik jaren gedaan, totdat ik de kans kreeg prof te worden bij Crystal Palace. Begon ik om tien uur en vier uur later zat mijn werkdag er weer op. Daaraan kon ik niet wennen. Ik gebruikte de tijd die ik over had om beter te worden. Ik was geen grote speler, maar werd zo wel een góéde profvoetballer en later was mijn vechtershart voor veel clubs een reden met me in zee te gaan. Hard werken klopt talent; ik zeg het bij elke club tegen mijn spelers. De uren die je extra investeert, kunnen het verschil maken tussen winnen of verliezen, wel of geen contract, meer of minder geld, glorie, eer… Tussen erin blijven of degraderen. Als Alex Ferguson nou zegt dat Eric Cantona als allerlaatste van het trainingsveld stapte… Welke voorbeelden heb je nodig als speler? Ik heb goede voetballers getraind: Michael Carrick, Teddy Sheringham, Demba Ba, Yohan Cabaye, Jermain Defoe… Al die jongens hadden één overeenkomst: they’ve put in the extra work.’
Alan Pardew als voetballer. Hier heeft hij gescoord namens Crystal Palace.
© PRO SHOTS
Alan Pardew als voetballer. Hier heeft hij gescoord namens Crystal Palace.
`Toen ik net bij deze club was, vroeg ik naar de modellen. Er was niks. De filosofie van ADO ligt bij de trainer die er werkt`
Los van hoe alles eindigt, heeft u vast wel een idee over de club ADO Den Haag en hoe de toekomst eruit zou moeten gaan zien.
`Deze club zit in een identiteitscrisis en zal zich moeten afvragen waar ze voor staat. Wat is nou ADO Den Haag? Wat is de cultuur, de speelwijze, de formule? Toen ik hier net was, vroeg ik naar de modellen. Wat is jullie manier van aanvallen en verdedigen? Hoe trainen en coachen jullie dat? Er was niks. Toen ik bij Southampton instapte, waren die modellen er wel. “Dit is Adam Lallana, Alex Oxlade-Chamberlain, coach”. Die laatste was zestien jaar, maar goed genoeg, dus oud genoeg. Dan ben je als club dus voorbereid. Maar de filosofie van ADO ligt bij de trainer die er werkt. Waarom leidt ADO niet genoeg jonge spelers op? Hoe kan dat, voor zo’n grote club? Waarom staat er geen waarde op het veld? Het is een grote zorg. Ik kijk ernaar en denk: ADO Den Haag moet vooruit, maar hoe? We trainen hier in het stadion, op één kunstgrasveld. Dat is op elk hoogste niveau ondenkbaar. Hoe kan ik dan linies trainen? Hoe kan ik jeugdspelers bij de ploeg halen als we bijvoorbeeld standaardsituaties gaan trainen? Ik wist het van tevoren, maar heb het onderschat. En toch heb ik geen seconde spijt gehad van mijn keuze. Ik had nu thuis in Surrey van het leven kunnen genieten. Golfen, tennissen, met de honden wandelen, maar in mij brandt nog steeds een heilig vuur voor voetbal, voor samen het onmogelijke presteren. Dat is wat mij drijft.
Vrijdagavond is het ADO Den Haag tegen Fortuna Sittard. Een wedstrijd van alles of niets.
`Bij winst is het gat vier punten en krijgen we een programma met mogelijkheden. Hoe moeilijk de situatie ook is, hoeveel negativisme er ook mag zijn, ik vertrouw op mijn spelers. They have the fire in their bellies. We zullen er staan.`
Hij was ooit Manager of the Year in de Premier League, maakte drie FA Cup-finales mee waarvan twee als trainer, haalde Europees voetbal, promoveerde en degradeerde, maar staat nu voor de grootste uitdaging in zijn carrière: ADO Den Haag voor de Eredivisie zien te behouden. Alan Pardew (5 heeft geen spijt, maar verbaast zich wel. Dit is zíjn kant van het verhaal.
In Hotel Des Indes wordt er thee geschonken, natuurlijk. English breakfast, met een scheutje melk. Alan Pardew lacht. Waar ter wereld ook, je kunt de tradities nooit helemaal uit een Engelsman halen. Sting zong ooit over de heimwee van een onbegrepen Englishman in New York, Pardew is er één in Den Haag.
`Vanaf dag één heb ik hier het gevoel gehad dat ik mezelf moest verdedigen. Waarom?`
Bent u een `legal alien`?
Een stilte. `Alleen als ik mijn auto heelhuids door het verkeer probeer te manoeuvreren.`
En dan: `We hebben wel moeten wennen aan elkaar. ADO Den Haag aan mij en andersom. Maar dat ging vrij snel. Waar ik als Engelsman meer moeite mee heb, is de benadering hier. Ik was nog niet begonnen, of ik werd al aangepakt in de kranten en op tv. Vanaf dag één heb ik het gevoel gehad dat ik mezelf moest verdedigen. Dat heeft me verbaasd. Waarom? Ik heb successen gekend en mislukkingen, wie niet in dit leven? Maar het leek wel alsof ik er op voorhand weinig van kon.`
Als Premier League-manager bent u toch wel wat gewend?
`Over mij mogen ze zeggen en schrijven wat ze willen, alleen: waarom al voordat ik was begonnen? Wat mij vooral raakt, is dat de berichtgeving zorgt voor druk op mijn spelers, dat vind ik niet eerlijk. Neem nou die supporters die ineens met een flipover naast het trainingsveld stonden. What the hell! We hadden net een punt gepakt in Heerenveen, gestreden alsof onze levens ervan afhingen, spelers lagen na afloop op de grond zo leeg als ze waren en dan een paar dagen later staan er fans op het veld met een bord om uit te leggen wat er allemaal fout gaat... Dat heeft effect op voetballers, die worden weer het negatieve ingetrokken, nadat ze een resultaat hadden gehaald dat hen vertrouwen had moeten geven. Noem me naïef, maar in Engeland is dat onmogelijk, gebeurt niet. In Nederland schijnen zulke dingen vaker voor te komen. Op zich kan ik daarmee ook nog wel leven en ben ik bereid iedereen uit te leggen waarmee we bezig zijn. Maar maak een afspraak, kies een andere dag. Dit had een negatief effect op de groep.`
Wist u wel waaraan u begon?
`Je moet altijd kijken naar waar een club staat als je aan een klus begint. Ik zag een selectie die niet in balans was, we misten kwaliteit én kwantiteit. De twee beste spelers van de club waren in de zomer verkocht en het kwam erop neer dat we hun vertrek in de winter moesten repareren. Maar die window is daarvoor niet geschikt. Zoiets moet in de zomer gebeuren. De club heeft geprobeerd hen te vervangen met de komst van acht nieuwe spelers, van wie er in september drie in de basis stonden: Luuk Koopmans, Crysencio Summerville en Milan van Ewijk. In de winter vertrokken er zes (Van Ewijk, Robin Polley, Thom Haye, Donny Gorter, Aleksandar Bjelica en Mike Havekotte, red.) Doordat het proces in de zomer was mislukt, moest de club het in januari herhalen. Dus: met minder geld zes spelers vervangen. Wie kan dat? Wat wij hebben gedaan, is heel simpel: pleisters geplakt. Gezocht naar oplossingen voor de korte termijn, om een lange termijn mogelijk te maken.`
De oplossing is dan: acht spelers halen uit voornamelijk lagere Engelse divisies?
`Voordat ik uitleg waarom we dat hebben gedaan, wil ik eerst kwijt dat ik die kritiek in het begin ook niet snapte. Ook nu weer was het allemaal niet goed, voordat we een wedstrijd hadden gespeeld. In Engeland zijn we het station voorbij dat het uitmaakt waar spelers vandaan komen. Ik zorgde ooit zelf voor headlines in de tabloids, door als eerste openlijk Arsène Wenger te bekritiseren vanwege al die buitenlandse voetballers die hij naar Arsenal haalde. Ik vond het nogal wat dat een grote club speelde zonder een Engelsman in de basis. Maar tijden zijn veranderd. Big Time. Later heb ik toegegeven dat het goed is geweest, al die buitenlanders. En niet alleen de spelers, vooral ook de coaches. Wenger, José Mourinho, Jürgen Klopp, Ronald Koeman, Louis van Gaal, Pep Guardiola, nu weer Carlo Ancelotti. Voor ons Engelse managers was dat een leerschool die we zomaar in de schoot geworpen kregen. De buitenlandse coaches deden andere dingen op tactisch vlak, trainden anders dan wij gewend waren, dachten anders over voetbal en alles wat daarbij komt kijken. Wenger was de Franse school, Mourinho introduceerde de Portugese manier van denken. Guardiola bracht zijn eigen filosofie mee, Klopp de pressing. En wij Engelse managers moesten er maar een antwoord op zien te vinden. In plaats het als een bedreiging te zien, begon ik hun komst steeds meer als een blessing te beschouwen.`
U had Nederland wat toleranter verwacht?
`Ja en nee tegelijk. Dit is een vrij tolerant land, maar als ik naar het voetbal kijk, zie ik alleen bij FC Twente een trainer uit Uruguay en bij Heracles Almelo één uit Duitsland. Op dat vlak lijken jullie eerder conservatief. Zodoende wist ik wel dat het voor mij misschien moeilijk kon gaan worden. Als buitenlandse coach heb je minder krediet. Tel daarbij op de situatie waarin ik terechtkwam, met de kans op resultaten die niet meteen goed zouden zijn, en eigenlijk begin je al met een kleine achterstand.`
Wie acht spelers haalt en niet presteert, krijgt kritiek. Zo werkt het toch?
`Ik zou nog uitleggen waarom we deden wat we hebben gedaan. Ik lees die natuurlijk verhalen ook. Waarom haalt Pardew niet drie toppers? Alsof ik dat niet had gewild! Je moet wederom kijken naar de situatie waarin je terechtkomt. Het budget om te repareren was niet groot, maar de nood hoog. Bijna geen enkele positie bij ADO Den Haag was dubbel bezet, blessures zouden al funest zijn. Nou, dan ga je aan de slag. Kon ik spelers uit de Premier League huren? Onmogelijk. Uit de Eredivisie? We hebben het geprobeerd, jongens die bij grote clubs buiten de boot vielen (Yassine Ayoub en Luciano Narsingh, red.). Maar die keken naar de ranglijst en zeiden: “Liever niet”. En dan speelt er nóg iets. Bij West Bromwich Albion ben ik anderhalf jaar geleden ook tussentijds ingestapt. Daar had ik wél een aardig budget tot mijn beschikking en besloot ik dat te spenderen aan de komst van een topspeler, Daniel Sturridge. Wat denk je? Na één wedstrijd raakte hij geblesseerd. Die ervaring nam ik mee naar Den Haag. Stel dat ik twee spelers had gehaald en ze waren geblesseerd geraakt… Dat risico konden we ook niet nemen. We waren als een onderhoudsbedrijf dat een megaklus moest doen, maar met minimaal gereedschap.`
Tom Beugelsdijk en Sam Stubbs stuiten eendrachtig AZ-spits Myron Boadu.
© PRO SHOTS/TOON DOMPELING
Tom Beugelsdijk en Sam Stubbs stuiten eendrachtig AZ-spits Myron Boadu.
Hebt u niet gewoon het niveau van de Eredivisie onderschat?
`Ik zou zeggen: integendeel, ik ken jullie competitie beter dan iedereen denkt. Als manager van West Ham United kwam ik vaak naar Nederland om te scouten. Ik vond toen al dat jullie hier geweldige aanvallers opleidden. Individueel technisch en tactisch sterke spelers. Sinds ik hier werk, begrijp ik waarom. Jullie spelen dapper voetbal, in verdedigend opzicht veel gedurfder dan veel clubs in de Premier League. Ik heb me afgevraagd hoe dat nou toch kan? Ik denk dat het antwoord schuil gaat in het feit dat op degraderen hier geen straf staat van 105 miljoen pond minder budget, zoals in Engeland het geval is. De kans terug te keren in de Eredivisie is er voor degradanten altijd. Misschien dat die wetenschap de teams hier een wat vrijer gevoel geeft. Want het maakt niet uit tegen wie je speelt. Ajax of Heracles? Ze schuiven allebei hun centrale verdedigers door, de backs staan hoog; ik bewonder dat. Het probleem van ADO Den Haag is juist dat het niveau van deze competitie best hoog is en wij vooral qua individuele technische en tactische kwaliteiten achterlopen bij veel van de clubs om ons heen. Ik wist dat. Ik had ADO tegen Ajax zien spelen voordat ik tekende en dacht: Oh, dear! Wat ik vervolgens heb gedaan, is wat iedere trainer doet als hij ergens begint: proberen wat meer defensieve zekerheid in te bouwen. Misschien heb ik daarmee wel iets van het aanvallende spel weggenomen, onbewust. Dat we te veel de nadruk hebben gelegd op de verdedigende organisatie. Ik durf best te toe te geven dat dát misschien een negatief signaal is geweest, zonder dat het de bedoeling was.`
U hebt veel veranderd, zonder resultaat.
`Dat maakt me volgens mijn nieuwe criticasters ongeorganiseerd en warrig. Ja, ik héb veel veranderd, in de ploeg, in de manier van trainen, in de tijden waarop we trainen. Changes! Maar niet omdat ik dat leuk vind of zo. Bovendien hebben we te maken met blessures. Tom Beugelsdijk is er lang uit geweest, tegen AZ misten we John Goossens, Lex Immers en Dion Malone; dat dwingt ook tot schuiven. Maar in z’n algemeenheid: met de manier waarop het ging, haalde deze club dertien punten in zeventien wedstrijden. Hadden we dan alles bij het oude moeten laten? Als je doet wat je deed, krijg je wat je kreeg.`
Waarom zegt u niet gewoon dat als u de aanvangstijden van trainingen wilt veranderen, er protest uitbreekt omdat sommige medewerkers van de club dan te laat komen bij een amateurclub waar ze ook werkzaam zijn?
`Misschien heb ik dat wel een beetje onderschat, de macht van een manager in Nederland. Geen idee of het typisch ADO Den Haag is, of iets wat geldt voor Nederlanders in het algemeen, maar iets veranderen, dat gaat moeilijk hier. Vinden ze niet leuk. Elke verandering is een soort woohaa. Daarmee wil ik niet zeggen dat ík alles goed heb gedaan, zeker niet. De kritiek die ik kreeg na PSV-thuis (0-3), daarin kon ik me wel vinden. De manier waarop we ze wilden bestrijden, daar sta ik nog steeds achter. Ik heb alleen op sommige posities de verkeerde spelers eraan gekoppeld, jongens die nog niet konden brengen wat we dachten en hoopten. Oké, mijn schuld.`
Wat is de club eigenlijk opgeschoten met de komst van Alan Pardew?
`Het antwoord daarop kun je pas geven na het seizoen. Ondanks al het negativisme rond de club, zie ik iets in mijn groep wat me vertrouwen geeft. Ik zie passie, strijdlust. Ik zie ook dat we volslagen kansloos waren tegen FC Utrecht, PSV en AZ, maar tegelijkertijd dat we thuis van Vitesse en Heracles hadden moeten winnen, dat we hebben gevochten als leeuwen in Heerenveen. Die spirit moeten we gaan omzetten in resultaat, want we zitten nu in een situatie dat het ook nog eens gaat tegenzitten.`
`Dat verontrust me het meest: er is iemand, in dienst van de club, die er genoegen in schept zijn eigen team te schaden`
Bestaat Murphy’s Law?
`Zeker voor clubs in problemen. Neem Heracles-thuis. Eerste helft matig, na rust beter, kansen op de overwinning, maar het blijft 0-0. Even ben je teleurgesteld, maar je denkt: Oké, een punt, na Heerenveen-uit opnieuw niet verloren, kunnen we mee verder. Vervolgens loop je de catacomben in en zie je op televisie de keeper van Vitesse een bal uit zijn handen laten vallen en PEC Zwolle de winnende goal maken, onze concurrent. Is dat dan bad luck? Ik denk het niet. Het is gewoon de situatie waarin we verkeren, dit gebeurt als je onderin staat. Dan krijg je zulke klappen te verwerken, dan wordt er gelekt uit je eigen kleedkamer. Dat verontrust me trouwens nog het meest van alles. Er is dus iemand, in dienst van de club, die er genoegen in schept zijn eigen team te schaden. We vechten voor ons leven, dat is wat we moeten doen, dat is wat ik van mijn spelers vraag. Natuurlijk botst het dan weleens op het trainingsveld, hoort erbij. Maar die ene keer dat het om een Nederlandse en een Engelse jongen ging, kwam het naar buiten. Come on… Iemand gebruikt dit om de club, de spelers, de trainers, de leiding kapot te maken. Dát vind ik oneerlijk. Je mag mij bekritiseren wat je wilt, geen probleem. Ik ben niet naar Den Haag gekomen om de wijsneus uit te hangen, to teach them to suck eggs, om te laten zien dat ik zo goed ben, voor het geld, of wat dan ook. Ik wil alleen maar helpen, met goede intenties. Omdat ik uit ervaring weet dat het ook zó weer anders kan zijn.`
In hoeverre wordt een wederopstanding bepaald door geluk?
`Ik zeg altijd: een manager can fall into luck. Bijvoorbeeld door een speler in te brengen die het totale beeld van een elftal verandert. Ik geef vaak presentaties aan beginnende trainers in Engeland en dan vertel ik het verhaal over Reading, mijn eerste club als manager. Na een paar weken hadden de fans pants day. Ik was net begonnen, dus ik vroeg wat het was. Bleek dat ze van plan waren hun broek uit te trekken en op hun hoofd te zetten. Want het team was pants, zeg maar shit. Dus de volgende zaterdag, inderdaad, al die supporters met broeken op hun hoofd. Daar sta je dan, als beginnend manager. Intussen begonnen we wel wat beter te spelen, maar konden we geen controle krijgen over wedstrijden. Totdat ik op een dag bij de reserves ging kijken. Ze speelden tegen Leyton Orient. Ik zag een middenvelder lopen in die ploeg, een dun, klein mannetje, maar met een geweldig linkerbeen. Nicky Shorey. Hij had wat. We betaalden tienduizend pond, voor een wisselspeler van Leyton, die in de competitie nog onder ons stonden. We kregen vervolgens te maken met blessures en Nicky kwam in de ploeg. We speelden goed, we wonnen. Week erop, hetzelfde verhaal. Week daarna weer. Na twee maanden kreeg ik tijdens de persconferentie een vraag. “Alan, je hebt je stijl van voetballen veranderd. Jullie hebben veel meer controle”. En ik dacht: Ja. Maar dat kwam doordat we die speler van Leyton hadden ingebracht. Hij bleek de passer die we misten, temporiseerde, zette druk, bepaalde het ritme van de wedstrijd. Een speler, een jochie, veranderde onze manier van voetballen. En wie kreeg de credits? Ik. Maar dat was niet helemaal terecht. Ik kocht hem en gaf hem de kans. Maar op het einde was het niet meer dan een beetje geluk dat het zo in elkaar viel en ik bekend kwam te staan als een manager die Reading goed voetbal liet spelen. Het is ook een reden dat ik wissel bij ADO Den Haag. Als het goed valt, kan alles veranderen.`
Manager Alan Pardew leidt zijn Crystal Palace het veld op van Wembley voor de FA Cupfinal in 2016 tegen Manchester United. Rechts zijn collega Louis van Gaal.
© PRO SHOTS
Manager Alan Pardew leidt zijn Crystal Palace het veld op van Wembley voor de FA Cupfinal in 2016 tegen Manchester United. Rechts zijn collega Louis van Gaal.
Geluk kent ook een andere kant.
`Ik had drie keer de FA Cup kunnen winnen; een keer als speler, twee keer als manager. In 2006 had ik die cup al in mijn handen. We speelden met West Ham United de finale tegen Liverpool, totale controle. Een minuut voor tijd 3-2 voor. Ik keek naar Rafael Benítez, de manager van Liverpool en zag berusting in zijn ogen. Hij had zich al neergelegd bij de nederlaag. Tien minuten voor tijd hadden we gewisseld. Mijn assistent zei tegen me: “De enige die nog voor Liverpool kan scoren, is Steven Gerrard”. Was ik het mee eens. Nigel Rio-Coker brachten we in en hij liep Gerrard in de weg, verdedigde hem perfect. Totdat Steven zich een minuut voor tijd helemaal liet uitzakken naar het middenveld. Nigel dacht terecht dat het weinig zin had zo ver mee te lopen. Hij hielp onze laatste lijn met verdedigen. Er was nog maar een minuut te spelen toen de bal voor de voeten viel van Gerrard. De afstand was dertig meter, maar Steven nam die bal half-volley: goal. Geweldig doelpunt, 3-3 en we verloren de penaltyserie. Drie jaar geleden kreeg ik wéér een kans, met Palace tegen het Manchester United van Louis van Gaal. We kwamen 1-0 voor, niks aan de hand, ik maakte van blijdschap nog dat dansje, totdat we vergaten een overtreding te maken op Wayne Rooney: 1-1 en de wedstrijd viel uit onze handen. Normaal is het drie keer scheepsrecht, maar niet voor mij.`
Het irriteert u.
`Ja, natuurlijk. Wat als ik die FA Cup wél een keer had gewonnen? Alles verandert. De beeldvorming, de mindset, dan ben je ineens wél een winnaar, je weet niet hoe je carrière er dan had uitgezien. Ik ben Manager of the Year geweest in de Premier League, we hebben Europees voetbal afgedwongen met Newcastle United, ik ben twee keer gepromoveerd naar de Premier League, maar op mijn cv staat geen echte prijs.`
Handhaven met ADO Den Haag zou zeker nu de allure hebben van een prijs. Hebt u enig idee hoe u de negatieve spiraal nog denkt te kunnen doorbreken?
`Toen ik van Newcastle naar Crystal Palace ging, stond die club ook onderin. Wat je dan zoekt, is a fighting character in je ploeg. De keren dat het me als manager niet lukte uit de problemen te komen, zoals bij Charlton Athletic en vooral West Brom, ontbrak die vechtmentaliteit. Je creëert die door de band tussen je spelers te versterken. Daarom was die aantijging zo kwaadaardig dat het niet klikte tussen de Nederlandse en Engelse jongens, vooral omdat het gewoon niet waar is. Ik zie die mentaliteit juist wél in deze groep. Ze willen, ze vechten, ze doen hun best. Daarmee begint het. Ik kan mijn spelers niks verwijten. We staan verder weg van handhaving dan ik had gedacht, we hangen in de touwen, doordat de prestaties tegenvallen en het ook nog eens niet meezit. Maar als ik naar die gasten kijk, weet ik dat het nog steeds kan. Dat vertel ik ze ook. Het lijkt of iedereen tegen ons is – sommige supporters, de media, de beeldvorming – maar alles kan zó weer anders zijn. Een bal binnenkant-paal, een gelukkige zege, een onterechte penalty. Ik gun het mijn spelers zo, omdat ik zie hoe ze betrokken zijn. Beugelsdijk, Immers, Goossens; ze zijn zó involved, dat het eigenlijk ongezond is. ADO Den Haag, dat zijn zij. Ze voelen die verantwoordelijkheid en tonen dat elke dag. Ik ben van die jongens gaan houden. Ik gun Mohammed Hamdi succes, de hardst werkende directeur die ik heb meegemaakt. Ik gun het Martin Jol, die wat van deze club wil maken. Ik gun die mensen een feest aan het einde van het seizoen, als we ons hebben gehandhaafd in de Eredivisie.`
`ADO Den Haag is de grootste en moeilijkste uitdaging van allemaal`
Hoe verhoudt de uitdaging in Den Haag zich tot alles wat u al hebt meegemaakt in uw loopbaan?
`Dit is de grootste en moeilijkste uitdaging van allemaal. De reden is dat de kwaliteit van dit team niet te vergelijken is met al die andere elftallen die ik heb gecoacht. We moeten zó hard werken om wedstrijden te kunnen winnen, want dat zullen we op basis van teamgeest, karakter en wilskracht voor elkaar moeten zien te krijgen. Ook voor mij is dit een test, als manager, als mens. Sla ik me hier doorheen? Ik ben allang niet meer bezig met mijn cv, wel met mijn ontwikkeling. Als manager evolueer je mee met het voetbal. Dat is het mooie van dit vak. Alex Ferguson vertelde me ooit het verhaal dat hij Roy Keane passeerde. Dat was eigenlijk not done, Keane, grootheid bij Manchester United. Die liet het er dan ook niet bij zitten en klopte op de deur van het kantoor van Ferguson. Alex liet hem binnen en Keane begon meteen. Dat hij teleurgesteld was in Ferguson, dat hij het niet had verwacht. “U bent enorm veranderd, coach”, zei hij. Ferguson keek hem aan en zei: “Ja, ik ben inderdaad veranderd. The game moved on, so I moved on”. Het is de waarheid. Ik ben als trainer óók veranderd. Vroeger was ik keihard tegen spelers, nu kan dat niet meer. Het wordt niet meer geaccepteerd, spelers luisteren niet meer naar je.`
Met Crysencio Summerville na diens wissel tegen AZ. 'Hij is het voorbeeld van de speler van nu. Zijn objectief: Messi en Ronaldo.'
© PRO SHOTS/TOON DOMPELING
Met Crysencio Summerville na diens wissel tegen AZ. `Hij is het voorbeeld van de speler van nu. Zijn objectief: Messi en Ronaldo.`
Het vak is moeilijker geworden?
`Ja, veel meer individualistisch. De jonge voetballers van nu zijn bijvoorbeeld visueel ingesteld, dus moet je ze op die manier benaderen, terwijl je bij ADO Den Haag ook een oudere groep hebt die er weer niets van moet weten. Daar een balans in vinden, is lastig. Crysencio Summerville is het voorbeeld van de speler van nu. Zijn objectief: Messi en Ronaldo. Zijn generatie gelooft dat ze dat gaan bereiken, ze zien de leuke dingen van het leven. Het is de taak van een manager ze op te voeden in een moeilijke tijd, want succes komt niet gratis. De voetballers van tegenwoordig noem ik celebrities without fame. Ze worden in deze maatschappij opgevoed als sterren, maar hebben nog niks bereikt. Niemand weet wie ze zijn, maar ze rijden al in de mooiste auto’s en dragen de duurste kleding. Deze generatie hoeft veel minder hard te werken om te kunnen baden in luxe. Oké, zo is de tijd. Als coach moet je dat proberen te begrijpen en een manier te vinden om ze te raken. Dat is dan weer iets wat nooit verandert: trainen gaat altijd om het kunnen bereiken van spelers.`
Wie zich verdiept in uw carrière, ziet een manager van wie het lijkt of hij steeds maar moet vechten voor erkenning.
`Dat is best een goede analyse, zo voelt het wel. Door de jaren heen heb ik steeds goede teams gebouwd, maar nooit de kans gekregen een goed elftal te erven om erop te kunnen voortborduren. Vaak komt de erkenning dan achteraf, zoals de eigenaar van Southampton die me belt om te bedanken voor het fundament dat ik heb gelegd waarop de club zich de laatste tien jaar heeft ontwikkeld tot stabiele factor in de Premier League.`
Hoe verklaart u het dat er geen tussenweg lijkt te bestaan? Je houdt van Alan Pardew of je hebt een hekel aan hem.
‘In mijn drive te winnen, ben ik vaak gebotst. Met andere managers, spelers van tegenstanders. Bij mij is dat all in the game. Ik ben opgegroeid op bouwplaatsen, werkte als glaszetter in Londen en speelde bij een heel rijtje Non-League-clubs. ’s Ochtends om zeven uur stond ik op de bouwplaats, half drie reed ik dan, bijvoorbeeld, drie uur naar Yeovil om twee uurtjes te spelen of te trainen. Daarna de auto in, drie uur terug, diep in de nacht je bed in en om zeven uur weer aan de slag. Heb ik jaren gedaan, totdat ik de kans kreeg prof te worden bij Crystal Palace. Begon ik om tien uur en vier uur later zat mijn werkdag er weer op. Daaraan kon ik niet wennen. Ik gebruikte de tijd die ik over had om beter te worden. Ik was geen grote speler, maar werd zo wel een góéde profvoetballer en later was mijn vechtershart voor veel clubs een reden met me in zee te gaan. Hard werken klopt talent; ik zeg het bij elke club tegen mijn spelers. De uren die je extra investeert, kunnen het verschil maken tussen winnen of verliezen, wel of geen contract, meer of minder geld, glorie, eer… Tussen erin blijven of degraderen. Als Alex Ferguson nou zegt dat Eric Cantona als allerlaatste van het trainingsveld stapte… Welke voorbeelden heb je nodig als speler? Ik heb goede voetballers getraind: Michael Carrick, Teddy Sheringham, Demba Ba, Yohan Cabaye, Jermain Defoe… Al die jongens hadden één overeenkomst: they’ve put in the extra work.’
Alan Pardew als voetballer. Hier heeft hij gescoord namens Crystal Palace.
© PRO SHOTS
Alan Pardew als voetballer. Hier heeft hij gescoord namens Crystal Palace.
`Toen ik net bij deze club was, vroeg ik naar de modellen. Er was niks. De filosofie van ADO ligt bij de trainer die er werkt`
Los van hoe alles eindigt, heeft u vast wel een idee over de club ADO Den Haag en hoe de toekomst eruit zou moeten gaan zien.
`Deze club zit in een identiteitscrisis en zal zich moeten afvragen waar ze voor staat. Wat is nou ADO Den Haag? Wat is de cultuur, de speelwijze, de formule? Toen ik hier net was, vroeg ik naar de modellen. Wat is jullie manier van aanvallen en verdedigen? Hoe trainen en coachen jullie dat? Er was niks. Toen ik bij Southampton instapte, waren die modellen er wel. “Dit is Adam Lallana, Alex Oxlade-Chamberlain, coach”. Die laatste was zestien jaar, maar goed genoeg, dus oud genoeg. Dan ben je als club dus voorbereid. Maar de filosofie van ADO ligt bij de trainer die er werkt. Waarom leidt ADO niet genoeg jonge spelers op? Hoe kan dat, voor zo’n grote club? Waarom staat er geen waarde op het veld? Het is een grote zorg. Ik kijk ernaar en denk: ADO Den Haag moet vooruit, maar hoe? We trainen hier in het stadion, op één kunstgrasveld. Dat is op elk hoogste niveau ondenkbaar. Hoe kan ik dan linies trainen? Hoe kan ik jeugdspelers bij de ploeg halen als we bijvoorbeeld standaardsituaties gaan trainen? Ik wist het van tevoren, maar heb het onderschat. En toch heb ik geen seconde spijt gehad van mijn keuze. Ik had nu thuis in Surrey van het leven kunnen genieten. Golfen, tennissen, met de honden wandelen, maar in mij brandt nog steeds een heilig vuur voor voetbal, voor samen het onmogelijke presteren. Dat is wat mij drijft.
Vrijdagavond is het ADO Den Haag tegen Fortuna Sittard. Een wedstrijd van alles of niets.
`Bij winst is het gat vier punten en krijgen we een programma met mogelijkheden. Hoe moeilijk de situatie ook is, hoeveel negativisme er ook mag zijn, ik vertrouw op mijn spelers. They have the fire in their bellies. We zullen er staan.`
0
|
Woensdag 11 maart 2020 om 12:20 uur |
Nu online
Langebach2, skrens, J001 en 126 gasten.
Zoek in shoutbox
Spelersklassement
Laatste wedstrijd
Volgende wedstrijd
Advertentie
Keuken Kampioen Divisie
1 | Helmond Sp. | 12 | - | 27 |
2 | Graafschap | 13 | - | 25 |
3 | Den Bosch + | 12 | - | 24 |
4 | Excelsior | 12 | - | 23 |
5 | FC Volendam | 12 | - | 22 |
6 | FC Dordrecht | 13 | - | 22 |
7 | SC Cambuur | 13 | - | 19 |
8 | FC Emmen | 12 | - | 18 |
9 | Telstar | 12 | - | 18 |
10 | ADO Den Haag | 13 | - | 18 |
11 | Roda JC | 12 | - | 16 |
12 | FC Eindhoven | 13 | - | 15 |
13 | Jong PSV | 12 | - | 14 |
14 | Jong AZ | 13 | - | 14 |
15 | TOP Oss | 12 | - | 12 |
16 | Jong Ajax | 13 | - | 12 |
17 | MVV Maastr. | 12 | - | 11 |
18 | VVV-Venlo | 13 | - | 11 |
19 | Vitesse -6 | 12 | - | 5 |
20 | Jong Utrecht | 12 | - | 5 |