Welkom in de shoutbox, gast
Dennis72
marcellino
GroenGeelHart070 schreef:
Ik doe mijn best om lichtpuntjes te spotten, probeer altijd positief ingesteld te blijven. Het lukt me gewoon niet..
Tegen PSV verliezen is verre van een schande, maar als je je snelste spits eruit haalt terwijl de 2e helft met wind mee een kansje in de diepte kan opleveren..
Mooie discussies op de eretribune bij Fox, maar hoe pijnlijk dat ze allemaal medelijden met ons hebben
Ik doe mijn best om lichtpuntjes te spotten, probeer altijd positief ingesteld te blijven. Het lukt me gewoon niet..
Tegen PSV verliezen is verre van een schande, maar als je je snelste spits eruit haalt terwijl de 2e helft met wind mee een kansje in de diepte kan opleveren..
Mooie discussies op de eretribune bij Fox, maar hoe pijnlijk dat ze allemaal medelijden met ons hebben
Wedstrijd kon je niet winnen dan kan je beter je spelers er in zetten die ritme nodig hebben.en summerville sparen deze wedstrijd is totaal niet belangrijk.al die drama we praten over 7 wedstrijden verder.
0
|
Zaterdag 15 februari 2020 om 21:57 uur |
pajam
Bolskie
Mike schreef:
Klopt, sommige grijpen alles aan om te zeiken op de club. Kapitaal gezeik
Klopt, sommige grijpen alles aan om te zeiken op de club. Kapitaal gezeik
Het had toen te maken toch ook met zijn zware blessure? Al hadden ze hem best kunnen verlengen als jeugdspeler is het niet zn groot risico en had hem desnoods verhuurd al is het indd makkelijker praten achteraf.
0
|
Maandag 10 februari 2020 om 15:42 uur |
GroenGeelHart070
LEESVOER:
De ster van Jerdy Schouten (23) is rijzende. Zijn eerste maanden in Bologna waren moeilijk, maar nu baart de middenvelder opzien in de Serie A. Het Italiaanse avontuur van een oer-Hollandse jongen is definitief begonnen
‘Mijn vader is er iedere thuiswedstrijd.’ Schouten zegt het zomaar ineens met een stalen gezicht, ziet de verbaasde reactie en herhaalt zijn uitspraak. ‘Echt, dan blijft-ie bij ons slapen. Hij wil niks missen. Mooi toch?’ Ook Schouten senior heeft moeten wachten op de doorbraak van zoonlief, maar nu is hij ongetwijfeld nog trotser dan hij al was op zijn zoon. Vier duels op rij is Jerdy Schouten inmiddels basisspeler bij Bologna. Via Telstar en Excelsior naar de hoogste Italiaanse divisie. Zeg het hardop en het onwaarschijnlijke verhaal wordt alleen maar onwaarschijnlijker. Maar wie Jerdy Schouten in het rossoblu moeiteloos in een Serie A-wedstrijd ziet meespelen, moet erkennen dat de lovende kritieken in de Italiaanse media niet eens overdreven zijn.
Hij werd niet goed genoeg bevonden bij ADO Den Haag, leefde op sensationele wijze op bij Telstar, veroverde de Eredivisie bij Excelsior, om daarna een megagrote stap voorwaarts te maken. In Bologna transformeert de voormalige lichtgewicht tot een sterke voetballer, van anoniem selectielid met het oog op de toekomst is hij inmiddels basisspeler bij de huidige middenmoter geworden. En de superlatieven dalen op hem neer. De middenvelder verbaast iedereen, behalve zichzelf. ‘Ik wist wel dat ik het kon, anders had ik de stap niet genomen’, luidt een wijsheid van Schouten.
Het klinkt eigenwijs en zelfverzekerd, zo is hij ook wel. Net zoals hij toegeeft dat zijn omgeving hem soms moet corrigeren. ‘Ik dacht dat ik de overstap wel even zou maken, maar zo werkt het niet. Ik ben van nature nogal ongeduldig en eigenwijs, misschien wel té eigenwijs. Gelukkig weet mijn omgeving dat en weten ze dat ik het nodig heb dat ze me realistisch laten denken en duidelijk moeten maken hoe het zit.’
`Nu mocht ik een aantal wedstrijden starten, maar ik weet ook dat er zo weer andere keuzes gemaakt kunnen worden`
Zijn zelfkennis en kritische blik zijn verfrissend in deze verwarrende tijden waarin spelers veelal geen spiegel lijken te hebben. In de thuiswedstrijd tegen het Verona van Soufyan Amrabat zien we Schouten in actie in het shirt van Bologna. Na 69 minuten sloft de Nederlander met rugnummer 30 naar de zijkant. Bologna is met tien man komen te staan na een rode kaart, een defensieve ingreep is verklaarbaar. Zonder Schouten geeft de thuisclub de 1-0 voorsprong uit handen en wordt het 1-1. Een week eerder maakte hij zijn tweede negentig minuten sinds 30 oktober vol tegen Torino, de beloning is een tweede basisplaats op rij. In de eerste negentien wedstrijden in 2019 kwam hij in totaal 192 minuten in actie. En nog 44 minuten in een Coppa Italia-duel. Januari was de maand van de doorbraak in de Serie A voor Schouten. Afgelopen zaterdag tegen Brescia (2-1) kreeg hij zijn vierde basisplaats op rij toebedeeld. Die kon na een overtuigend optreden tegen SPAL ook niet uitblijven. De Italiaanse kranten hadden lovende woorden over voor zijn spel en dat leverde kreten op als Il Gigante, Man of the Match, Il Migliore en Bologna heeft zijn eigen Marten de Roon.
Het is bekend dat Italiaanse sportkranten niet schromen nieuwe helden op het paard te hijsen. Schouten blijft er nuchter onder. ‘Je moet het constant bewijzen en afdwingen, je hebt geen garanties. Nu een aantal wedstrijden mogen starten zie ik als een beloning, maar ik weet ook dat er zo weer andere keuzes gemaakt kunnen worden. Het is aan mij dat te voorkomen. We hebben een grote selectie, de concurrentie is hevig, ik heb nu het vertrouwen gekregen en dat wil ik ook waarmaken. Iedere training en iedere wedstrijd weer. Verslappen kan niet, ik bewijs nu dat mijn keuze de juiste was.’
BRAVOURE
Tegen Verona, waar Bologna aantreedt zonder de geblesseerden Stefano Denswill en Mitchell Dijks, beweegt Schouten centraal op het middenveld als een lightversie van Andrea Pirlo over het gras. De bravoure en lef die hij in Velsen-Zuid en in Kralingen liet zien, zien we deze wedstrijd bij vlagen. In Italië wordt nu eenmaal risicomijdend gedacht, Schouten heeft dat goed begrepen, hoewel hij van nature wat avontuurlijker is ingesteld. Hij lijkt zich soms in te houden, in gedachten wil hij méér, het verstand zegt echter voorzichtig te zijn. Opvallend is dat zijn medespelers hem veelvuldig zoeken. Op een andere manier dan in Nederland, maar ze weten allemaal dat als ze de bal bij dat rossige ventje uit Olanda bezorgen, er daarna geheid een andere ploeggenoot in balbezit komt.
‘Opbouwen zoals in Nederland kennen ze hier niet’, weet Schouten. ‘Dat heen en weer getik in de achterste linie, daar doen ze niet aan. Dat vinden ze zelfs verschrikkelijk. Hier gaat de bal sneller naar voren en kan ik er wat mee doen als de middenvelders ’m hebben. En ik moet meer tackelen, duels aangaan, de fysieke strijd opzoeken. Dat past me prima.’ Stadio Renato Dall’Ara is een prachtig toneel waar hij zijn kunsten mag vertonen. ‘Ik vind het een fantastisch stadion, met een heerlijke grasmat. Ik heb nooit een hekel gehad aan het kunstgras, hoor, ik ben van de kunstgrasgeneratie. Maar deze mat is geweldig.’
De thuishaven ligt drie kilometer buiten het historische stadscentrum. De bus vanaf het treinstation brengt ons naar een idyllische plek, een plaats waar het hart van een voetballiefhebber sneller gaat kloppen. De kolossale kenmerkende toren doemt in de verte op en trekt als een magneet de aandacht. Van dichtbij is het gevoel nog melancholischer. In een wereld waarin moderne stadions tot de verbeelding spreken is deze oude, romantische bak een bijzonder pareltje. Groundhoppers moeten dit stadion hebben gevinkt, anders verdien je de titel groundhopper niet. Schouten wandelt voor het duel met Verona geconcentreerd het veld op. In gedachten, ongetwijfeld vol adrenaline, maar uiterlijk rustig.
‘Eigenlijk besef je de aanwezigheid van al die mensen (de capaciteit bedraagt bijna veertigduizend plaatsen, red.) dan pas. Ik was Telstar en Excelsior gewend als thuisbasis, en met Excelsior natuurlijk ook uitduels in grote stadions. Eenmaal op het veld doet het me niets, dan merk ik het niet. Ik ben met het spel bezig, niet met de entourage. Tijdens de warming-up en bij het veld oplopen kijk ik weleens in de rondte en schiet het soms door me heen dat dit eigenlijk pas mijn derde seizoen in een eerste elftal is. En dan sta je ineens in de Serie A. Zo is het wel.’
ZURE NASMAAK
Dat besef is soms confronterend, maar ook alleszeggend over de voetballerij. Schouten is een voorbeeld van een speler die via een omweg de top aan het halen is. Wie weet wat er nog volgt? Oranje, een stap in Italië, een topclub in Nederland? ‘Daar denk ik nu helemaal niet aan. Ik wil hier slagen, daar werk ik hard voor.’
Het zijn woorden die passen bij Schouten. Logisch gezien zijn vastberadenheid om zijn droom te verwezenlijken. ‘Ik moest weg bij ADO Den Haag en heb mijn pad zorgvuldig gekozen. Eén jaar Telstar maar en slechts één seizoen Excelsior, zo bedenk je het niet, maar zo loopt het. Ik heb wel een zure nasmaak overgehouden aan de degradatie met Excelsior. Ik zie het nog altijd als onnodig, het had niet mogen gebeuren.’
`Het schiet soms door me heen dat dit eigenlijk pas mijn derde seizoen in een eerste elftal is`
Nu speelt hij een paar niveautjes hoger. ‘Ik heb echt heel goed nagedacht of ik dit wilde en ik ben onder de indruk geraakt van het verhaal van Bologna. Als ik eenmaal iets in mijn hoofd heb, ben ik er ook niet meer vanaf te krijgen. Ik heb me verdiept in de stad en de club, heb de taal geleerd en ben daar nog steeds mee bezig. Ik heb er alles aan gedaan om me snel thuis te voelen. Dat is gelukt. Het vertrouwen dat de club in mij uitsprak door me direct een contract voor vijf seizoenen te laten tekenen, voelde heel goed. De mensen die ik hier ontmoette, de stad, de club, het sprak me enorm aan. Als je zo’n keuze maakt, hebben mensen daar een mening over. Vind ik prima, voor mij is belangrijk waarom ik deze stap wil maken, dat ik ervan overtuigd ben dat ik hier een betere speler wordt en dat mijn directe omgeving me steunt. Ik zie mezelf hier een sterkere speler worden, ik merk nu ook dat ik grote stappen maak.’
In Nederland is het Italiaanse avontuur van Schouten nauwelijks nog belicht. ‘Ik heb nog niet zo veel pers gedaan. Eigenlijk alles afgehouden. Bewust ja, eerst maar eens presteren.’ Schouten lacht erbij, hij weet dat hij momenteel hot is in Bologna. We spreken na het duel met Verona af elkaar op dinsdag in het historische centrum van de stad te treffen. Bologna bruist, de stad aan de voet van de Apennijnen is qua inwonertal de zevende van het land en ontwikkelt zich in rap tempo tot een toeristische trekpleister.
De universiteitsstad is het culinaire epicentrum van Noord-Italië. Op de vele pleinen in Bologna is het uitermate goed toeven. De Piazza Maggiore, waar de Sint Petroniusbasiliek inwoners en toeristen begroet, is Italiaanser dan Italiaans en kent vele aangrenzende steegjes. Het zijn schilderachtige straatjes, met piepkleine winkeltjes vol typisch Italiaanse producten, waar Italianen elkaar overenthousiast begroeten. Schouten heeft per app de locatie doorgegeven waar we hem treffen. Het zijstraatje van het grote plein heet de Via Pescherie Vecchie.
STADSLEVEN
Schouten valt direct op met zijn rossige hoofd tussen de over het algemeen donkerharige Italianen als hij het steegje inloopt. Zerocinquantello heet het tentje. Aan een tafeltje bij het raam laten we het Italiaanse stadsleven op een middag in januari aan ons voorbijtrekken. ‘Ik ben een stadsmens, we gaan binnenkort meer in het centrum wonen’, verklapt Schouten. Zijn vriendin is hem gevolgd naar de Italiaanse stad. ‘We waren nog niet eens zo lang samen, ik vind het prachtig dat ze het heeft gedaan. Voor haar was de stap misschien nog wel groter en gedurfder dan voor mij. Ze voelt zich thuis, we trekken veel op met twee Scandinavische spelers die ook hun vriendinnen mee hebben. Ze heeft nu ook een baan gevonden hier.’
Zijn vriendin is momenteel een huis aan het bezichtigen. ‘We hebben een prachtig huis hoor, misschien wel te mooi. Maar het is een stuk buiten het centrum, ik vind het er te rustig. En bovendien kun je niet de stad in met je auto als je er niet woont. Dan moet je aan de rand parkeren en de stad inlopen. Als je in de stad woont krijg je ontheffing.’
Schouten zoekt op de menukaart naar zijn favoriete bestelling. Op het moment dat hij met enige tegenzin besluit voor de bruschetta met mozzarella te gaan, vindt hij waar hij op uit was. ‘Die moeten we hebben, let maar op’, klinkt het. Even later staat er een uitgebreide plank met diverse soorten ham, smeerseltjes, verschillende stukjes kaas en warme broodjes op tafel. Eten en drinken in Italië is altijd een feest.
SPINAZIE
In de stad waar de welbekende bolognesesaus zijn oorsprong kent, is dat niet verwonderlijk. Wandelend door de stad wordt de inwendige mens uitgenodigd zich tegoed te doen aan de vele lekkernijen. ‘Maar ik hou me in’, klinkt het haast verontschuldigend. ‘We koken ook zelf, hoor. Vanavond staat er gewoon spinazie op het menu.’ Het doet denken aan de onthulling die Schouten ooit deed dat hij op de wedstrijddag altijd pannenkoeken eet. Hij bekende dat hij verslaafd is aan die lekkernij. ‘We hebben op de club een kok die alles klaarmaakt wat je wil. Nee, ik heb nog niet om pannenkoeken gevraagd. Ik eet ze wel, ik kan niet zonder. Ze zijn gewoon te koop in de supermarkt en de stroop is meegekomen uit Nederland. Alleen niet op de ochtend voor een wedstrijd, zoals ik altijd deed. We zijn hier met de spelersgroep bij elkaar vanaf een dag voor de wedstrijd. Ik ben nog niet in de positie pannenkoeken te eisen, eerst nog wat meer basisplaatsen.’
Schouten kan rustig in een steegje in Bologna zitten zonder te worden aangeklampt. ‘Dat doen ze heel goed hier. Ze laten je met rust. Ik heb al een aantal keer gemerkt dat ze eigenlijk pas bij het afrekenen iets vragen of tegen je willen zeggen. Ik kende ook de verhalen van voetballers in Italië die door supporters worden aangesproken, maar het is hier gewoon heerlijk relaxed. Heeft ook met de stad en de club te maken. De Amerikaanse eigenaar Joey Saputo is een ontzettend aardige man, ik heb hem wel een aantal keer gesproken. Hij is geen type eigenaar die roekeloos investeert en spelers op naam haalt. Je ziet dat Bologna veel jongere voetballers scout, echt jongens voor de toekomst haalt. En die zullen ze natuurlijk ook ooit weer willen verkopen. Het bevalt me gewoon goed. Hoewel de beginperiode best wennen was.’
`De Italiaanse competitie wordt echt onderschat`
Schouten verwijst naar de eerste maanden. ‘Het was aanpoten. Ik heb trainingssessies meegemaakt waarin we alleen maar een het lopen waren. Bergop, bergaf, sprinten, duurlopen, inhoud kweken. Loeizwaar. Zo leggen ze hier de basis. Dat was een verschil, ja. Wat wij in Nederland doen, is daar helemaal niks bij. Ik had nog nooit zo hard getraind en was blij dat we eindelijk wedstrijden gingen spelen, maar ik was vijf minuten bezig in het eerste oefenduel en ik liep een knieblessure op. Dan word je wel even gek, ja. En nu?, dacht ik direct. Natuurlijk ga je aan je herstel werken en natuurlijk heeft de club me daar geweldig bij geholpen, maar je ziet wel even alles wat je voor ogen had aan je voorbijtrekken. Ik wilde direct indruk maken, me bewijzen. Want ik was maar een speler van een Nederlands clubje, niet iedereen kende me. Ik was nieuwsgierig, maar de mensen hier ook naar mij.’
UITZONDERLIJKE TALENTEN
Schouten moest geduld hebben, dat hij van nature niet heeft. ‘Maar ik snap heus wel hoe het werkt. Ik dacht wel even direct te gaan spelen, omdat ik wil voetballen. Dat is wat ik het liefst doe. Maar zo werkt het niet. Ik moest sterker worden. Ik merkte het ook op trainingen. Ik was toch dat iele mannetje uit Nederland. Vergis je niet, hè, hier ben ik ook gewoon weer een jonge speler. In Nederland is 23 al oud, maar hier begint het dan pas. Kijk hoeveel echt jonge spelers in Italië aan hun wedstrijden komen, dat zijn alleen de uitzonderlijke talenten. Dit is pas mijn derde seizoen als volwaardig profspeler in een eerste team. Eigenlijk heel vreemd. Ik sta er niet eens meer bij stil, maar als je er zo over nadenkt is het best bijzonder.’
Drie jaar echt prof en een vaste waarde in de Serie A. ‘Het voelt alsof het nu allemaal echt begint’, geeft hij toe. ‘Ik ben ook echt sterker geworden, kan het nu langer volhouden. Natuurlijk heb ik moeten wennen. Niet alleen aan de trainingen, ook aan de manier van spelen, aan het leven.’ De stap van Excelsior naar Bologna is in alle opzichten levensgroot, de Serie A is een compleet nieuw podium. ‘Ik denk dat ik in Italië kan groeien, het ligt me wel hoe ze hier denken en doen. De Italiaanse competitie wordt onderschat, dat vind ik echt. Er zitten geen makkelijke wedstrijden bij. Als je in Nederland een kleine nederlaag lijdt tegen Ajax of PSV, kan een trainer zeggen dat hij tevreden is. Dat is hier uitgesloten; met 1-0 verliezen is een nederlaag, het maakt niet of dat tegen Juventus of Inter is of tegen een laag geklasseerde ploeg. Verliezen is verliezen. Die benadering staat me wel aan.’
`Als je het hebt over een mensenleven en de strijd van iemand tegen een ziekte dan is voetbal plotseling slechts een spelletje`
Bologna kent een wisselvallig seizoen. Er zijn redenen aan te voeren, zoals de ziekte van trainer Sinisa Mihajlovic. De vroegere vrijetrappenkoning van de Serie A vecht tegen . Natuurlijk heeft zijn situatie invloed op de selectie. ‘Het is moeilijk aan te geven hoe precies, maar we hebben het erover in de kleedkamer. Iedereen is ermee bezig. Dit raakt je enorm.’
Praten over zijn trainer doet Schouten zichtbaar wat. ‘Het is vreselijk, zo oneerlijk ook. Ik kende hem nog maar pas, maar dit komt aan. Nooit ziek geweest en dan ineens getroffen door die vreselijke ziekte. Een boom van een kerel, oersterk, en dat straalt hij ook echt uit. Hij zou die vrije trappen nog zo graag het doel in jagen. Mihajlovic is fysiek en mentaal beresterk. We zijn bij hem geweest in het ziekenhuis. Direct na een wedstrijd, dat zijn emotionele momenten. Hij wil dolgraag bij ons zijn, helaas kan dat niet altijd, maar dan heeft hij de hulp van goede assistenten. Het is aangrijpend en mooi tegelijk. Als je het hebt over een mensenleven en de strijd van iemand tegen een ziekte, dan is voetbal plotseling slechts een spelletje.’
De ster van Jerdy Schouten (23) is rijzende. Zijn eerste maanden in Bologna waren moeilijk, maar nu baart de middenvelder opzien in de Serie A. Het Italiaanse avontuur van een oer-Hollandse jongen is definitief begonnen
‘Mijn vader is er iedere thuiswedstrijd.’ Schouten zegt het zomaar ineens met een stalen gezicht, ziet de verbaasde reactie en herhaalt zijn uitspraak. ‘Echt, dan blijft-ie bij ons slapen. Hij wil niks missen. Mooi toch?’ Ook Schouten senior heeft moeten wachten op de doorbraak van zoonlief, maar nu is hij ongetwijfeld nog trotser dan hij al was op zijn zoon. Vier duels op rij is Jerdy Schouten inmiddels basisspeler bij Bologna. Via Telstar en Excelsior naar de hoogste Italiaanse divisie. Zeg het hardop en het onwaarschijnlijke verhaal wordt alleen maar onwaarschijnlijker. Maar wie Jerdy Schouten in het rossoblu moeiteloos in een Serie A-wedstrijd ziet meespelen, moet erkennen dat de lovende kritieken in de Italiaanse media niet eens overdreven zijn.
Hij werd niet goed genoeg bevonden bij ADO Den Haag, leefde op sensationele wijze op bij Telstar, veroverde de Eredivisie bij Excelsior, om daarna een megagrote stap voorwaarts te maken. In Bologna transformeert de voormalige lichtgewicht tot een sterke voetballer, van anoniem selectielid met het oog op de toekomst is hij inmiddels basisspeler bij de huidige middenmoter geworden. En de superlatieven dalen op hem neer. De middenvelder verbaast iedereen, behalve zichzelf. ‘Ik wist wel dat ik het kon, anders had ik de stap niet genomen’, luidt een wijsheid van Schouten.
Het klinkt eigenwijs en zelfverzekerd, zo is hij ook wel. Net zoals hij toegeeft dat zijn omgeving hem soms moet corrigeren. ‘Ik dacht dat ik de overstap wel even zou maken, maar zo werkt het niet. Ik ben van nature nogal ongeduldig en eigenwijs, misschien wel té eigenwijs. Gelukkig weet mijn omgeving dat en weten ze dat ik het nodig heb dat ze me realistisch laten denken en duidelijk moeten maken hoe het zit.’
`Nu mocht ik een aantal wedstrijden starten, maar ik weet ook dat er zo weer andere keuzes gemaakt kunnen worden`
Zijn zelfkennis en kritische blik zijn verfrissend in deze verwarrende tijden waarin spelers veelal geen spiegel lijken te hebben. In de thuiswedstrijd tegen het Verona van Soufyan Amrabat zien we Schouten in actie in het shirt van Bologna. Na 69 minuten sloft de Nederlander met rugnummer 30 naar de zijkant. Bologna is met tien man komen te staan na een rode kaart, een defensieve ingreep is verklaarbaar. Zonder Schouten geeft de thuisclub de 1-0 voorsprong uit handen en wordt het 1-1. Een week eerder maakte hij zijn tweede negentig minuten sinds 30 oktober vol tegen Torino, de beloning is een tweede basisplaats op rij. In de eerste negentien wedstrijden in 2019 kwam hij in totaal 192 minuten in actie. En nog 44 minuten in een Coppa Italia-duel. Januari was de maand van de doorbraak in de Serie A voor Schouten. Afgelopen zaterdag tegen Brescia (2-1) kreeg hij zijn vierde basisplaats op rij toebedeeld. Die kon na een overtuigend optreden tegen SPAL ook niet uitblijven. De Italiaanse kranten hadden lovende woorden over voor zijn spel en dat leverde kreten op als Il Gigante, Man of the Match, Il Migliore en Bologna heeft zijn eigen Marten de Roon.
Het is bekend dat Italiaanse sportkranten niet schromen nieuwe helden op het paard te hijsen. Schouten blijft er nuchter onder. ‘Je moet het constant bewijzen en afdwingen, je hebt geen garanties. Nu een aantal wedstrijden mogen starten zie ik als een beloning, maar ik weet ook dat er zo weer andere keuzes gemaakt kunnen worden. Het is aan mij dat te voorkomen. We hebben een grote selectie, de concurrentie is hevig, ik heb nu het vertrouwen gekregen en dat wil ik ook waarmaken. Iedere training en iedere wedstrijd weer. Verslappen kan niet, ik bewijs nu dat mijn keuze de juiste was.’
BRAVOURE
Tegen Verona, waar Bologna aantreedt zonder de geblesseerden Stefano Denswill en Mitchell Dijks, beweegt Schouten centraal op het middenveld als een lightversie van Andrea Pirlo over het gras. De bravoure en lef die hij in Velsen-Zuid en in Kralingen liet zien, zien we deze wedstrijd bij vlagen. In Italië wordt nu eenmaal risicomijdend gedacht, Schouten heeft dat goed begrepen, hoewel hij van nature wat avontuurlijker is ingesteld. Hij lijkt zich soms in te houden, in gedachten wil hij méér, het verstand zegt echter voorzichtig te zijn. Opvallend is dat zijn medespelers hem veelvuldig zoeken. Op een andere manier dan in Nederland, maar ze weten allemaal dat als ze de bal bij dat rossige ventje uit Olanda bezorgen, er daarna geheid een andere ploeggenoot in balbezit komt.
‘Opbouwen zoals in Nederland kennen ze hier niet’, weet Schouten. ‘Dat heen en weer getik in de achterste linie, daar doen ze niet aan. Dat vinden ze zelfs verschrikkelijk. Hier gaat de bal sneller naar voren en kan ik er wat mee doen als de middenvelders ’m hebben. En ik moet meer tackelen, duels aangaan, de fysieke strijd opzoeken. Dat past me prima.’ Stadio Renato Dall’Ara is een prachtig toneel waar hij zijn kunsten mag vertonen. ‘Ik vind het een fantastisch stadion, met een heerlijke grasmat. Ik heb nooit een hekel gehad aan het kunstgras, hoor, ik ben van de kunstgrasgeneratie. Maar deze mat is geweldig.’
De thuishaven ligt drie kilometer buiten het historische stadscentrum. De bus vanaf het treinstation brengt ons naar een idyllische plek, een plaats waar het hart van een voetballiefhebber sneller gaat kloppen. De kolossale kenmerkende toren doemt in de verte op en trekt als een magneet de aandacht. Van dichtbij is het gevoel nog melancholischer. In een wereld waarin moderne stadions tot de verbeelding spreken is deze oude, romantische bak een bijzonder pareltje. Groundhoppers moeten dit stadion hebben gevinkt, anders verdien je de titel groundhopper niet. Schouten wandelt voor het duel met Verona geconcentreerd het veld op. In gedachten, ongetwijfeld vol adrenaline, maar uiterlijk rustig.
‘Eigenlijk besef je de aanwezigheid van al die mensen (de capaciteit bedraagt bijna veertigduizend plaatsen, red.) dan pas. Ik was Telstar en Excelsior gewend als thuisbasis, en met Excelsior natuurlijk ook uitduels in grote stadions. Eenmaal op het veld doet het me niets, dan merk ik het niet. Ik ben met het spel bezig, niet met de entourage. Tijdens de warming-up en bij het veld oplopen kijk ik weleens in de rondte en schiet het soms door me heen dat dit eigenlijk pas mijn derde seizoen in een eerste elftal is. En dan sta je ineens in de Serie A. Zo is het wel.’
ZURE NASMAAK
Dat besef is soms confronterend, maar ook alleszeggend over de voetballerij. Schouten is een voorbeeld van een speler die via een omweg de top aan het halen is. Wie weet wat er nog volgt? Oranje, een stap in Italië, een topclub in Nederland? ‘Daar denk ik nu helemaal niet aan. Ik wil hier slagen, daar werk ik hard voor.’
Het zijn woorden die passen bij Schouten. Logisch gezien zijn vastberadenheid om zijn droom te verwezenlijken. ‘Ik moest weg bij ADO Den Haag en heb mijn pad zorgvuldig gekozen. Eén jaar Telstar maar en slechts één seizoen Excelsior, zo bedenk je het niet, maar zo loopt het. Ik heb wel een zure nasmaak overgehouden aan de degradatie met Excelsior. Ik zie het nog altijd als onnodig, het had niet mogen gebeuren.’
`Het schiet soms door me heen dat dit eigenlijk pas mijn derde seizoen in een eerste elftal is`
Nu speelt hij een paar niveautjes hoger. ‘Ik heb echt heel goed nagedacht of ik dit wilde en ik ben onder de indruk geraakt van het verhaal van Bologna. Als ik eenmaal iets in mijn hoofd heb, ben ik er ook niet meer vanaf te krijgen. Ik heb me verdiept in de stad en de club, heb de taal geleerd en ben daar nog steeds mee bezig. Ik heb er alles aan gedaan om me snel thuis te voelen. Dat is gelukt. Het vertrouwen dat de club in mij uitsprak door me direct een contract voor vijf seizoenen te laten tekenen, voelde heel goed. De mensen die ik hier ontmoette, de stad, de club, het sprak me enorm aan. Als je zo’n keuze maakt, hebben mensen daar een mening over. Vind ik prima, voor mij is belangrijk waarom ik deze stap wil maken, dat ik ervan overtuigd ben dat ik hier een betere speler wordt en dat mijn directe omgeving me steunt. Ik zie mezelf hier een sterkere speler worden, ik merk nu ook dat ik grote stappen maak.’
In Nederland is het Italiaanse avontuur van Schouten nauwelijks nog belicht. ‘Ik heb nog niet zo veel pers gedaan. Eigenlijk alles afgehouden. Bewust ja, eerst maar eens presteren.’ Schouten lacht erbij, hij weet dat hij momenteel hot is in Bologna. We spreken na het duel met Verona af elkaar op dinsdag in het historische centrum van de stad te treffen. Bologna bruist, de stad aan de voet van de Apennijnen is qua inwonertal de zevende van het land en ontwikkelt zich in rap tempo tot een toeristische trekpleister.
De universiteitsstad is het culinaire epicentrum van Noord-Italië. Op de vele pleinen in Bologna is het uitermate goed toeven. De Piazza Maggiore, waar de Sint Petroniusbasiliek inwoners en toeristen begroet, is Italiaanser dan Italiaans en kent vele aangrenzende steegjes. Het zijn schilderachtige straatjes, met piepkleine winkeltjes vol typisch Italiaanse producten, waar Italianen elkaar overenthousiast begroeten. Schouten heeft per app de locatie doorgegeven waar we hem treffen. Het zijstraatje van het grote plein heet de Via Pescherie Vecchie.
STADSLEVEN
Schouten valt direct op met zijn rossige hoofd tussen de over het algemeen donkerharige Italianen als hij het steegje inloopt. Zerocinquantello heet het tentje. Aan een tafeltje bij het raam laten we het Italiaanse stadsleven op een middag in januari aan ons voorbijtrekken. ‘Ik ben een stadsmens, we gaan binnenkort meer in het centrum wonen’, verklapt Schouten. Zijn vriendin is hem gevolgd naar de Italiaanse stad. ‘We waren nog niet eens zo lang samen, ik vind het prachtig dat ze het heeft gedaan. Voor haar was de stap misschien nog wel groter en gedurfder dan voor mij. Ze voelt zich thuis, we trekken veel op met twee Scandinavische spelers die ook hun vriendinnen mee hebben. Ze heeft nu ook een baan gevonden hier.’
Zijn vriendin is momenteel een huis aan het bezichtigen. ‘We hebben een prachtig huis hoor, misschien wel te mooi. Maar het is een stuk buiten het centrum, ik vind het er te rustig. En bovendien kun je niet de stad in met je auto als je er niet woont. Dan moet je aan de rand parkeren en de stad inlopen. Als je in de stad woont krijg je ontheffing.’
Schouten zoekt op de menukaart naar zijn favoriete bestelling. Op het moment dat hij met enige tegenzin besluit voor de bruschetta met mozzarella te gaan, vindt hij waar hij op uit was. ‘Die moeten we hebben, let maar op’, klinkt het. Even later staat er een uitgebreide plank met diverse soorten ham, smeerseltjes, verschillende stukjes kaas en warme broodjes op tafel. Eten en drinken in Italië is altijd een feest.
SPINAZIE
In de stad waar de welbekende bolognesesaus zijn oorsprong kent, is dat niet verwonderlijk. Wandelend door de stad wordt de inwendige mens uitgenodigd zich tegoed te doen aan de vele lekkernijen. ‘Maar ik hou me in’, klinkt het haast verontschuldigend. ‘We koken ook zelf, hoor. Vanavond staat er gewoon spinazie op het menu.’ Het doet denken aan de onthulling die Schouten ooit deed dat hij op de wedstrijddag altijd pannenkoeken eet. Hij bekende dat hij verslaafd is aan die lekkernij. ‘We hebben op de club een kok die alles klaarmaakt wat je wil. Nee, ik heb nog niet om pannenkoeken gevraagd. Ik eet ze wel, ik kan niet zonder. Ze zijn gewoon te koop in de supermarkt en de stroop is meegekomen uit Nederland. Alleen niet op de ochtend voor een wedstrijd, zoals ik altijd deed. We zijn hier met de spelersgroep bij elkaar vanaf een dag voor de wedstrijd. Ik ben nog niet in de positie pannenkoeken te eisen, eerst nog wat meer basisplaatsen.’
Schouten kan rustig in een steegje in Bologna zitten zonder te worden aangeklampt. ‘Dat doen ze heel goed hier. Ze laten je met rust. Ik heb al een aantal keer gemerkt dat ze eigenlijk pas bij het afrekenen iets vragen of tegen je willen zeggen. Ik kende ook de verhalen van voetballers in Italië die door supporters worden aangesproken, maar het is hier gewoon heerlijk relaxed. Heeft ook met de stad en de club te maken. De Amerikaanse eigenaar Joey Saputo is een ontzettend aardige man, ik heb hem wel een aantal keer gesproken. Hij is geen type eigenaar die roekeloos investeert en spelers op naam haalt. Je ziet dat Bologna veel jongere voetballers scout, echt jongens voor de toekomst haalt. En die zullen ze natuurlijk ook ooit weer willen verkopen. Het bevalt me gewoon goed. Hoewel de beginperiode best wennen was.’
`De Italiaanse competitie wordt echt onderschat`
Schouten verwijst naar de eerste maanden. ‘Het was aanpoten. Ik heb trainingssessies meegemaakt waarin we alleen maar een het lopen waren. Bergop, bergaf, sprinten, duurlopen, inhoud kweken. Loeizwaar. Zo leggen ze hier de basis. Dat was een verschil, ja. Wat wij in Nederland doen, is daar helemaal niks bij. Ik had nog nooit zo hard getraind en was blij dat we eindelijk wedstrijden gingen spelen, maar ik was vijf minuten bezig in het eerste oefenduel en ik liep een knieblessure op. Dan word je wel even gek, ja. En nu?, dacht ik direct. Natuurlijk ga je aan je herstel werken en natuurlijk heeft de club me daar geweldig bij geholpen, maar je ziet wel even alles wat je voor ogen had aan je voorbijtrekken. Ik wilde direct indruk maken, me bewijzen. Want ik was maar een speler van een Nederlands clubje, niet iedereen kende me. Ik was nieuwsgierig, maar de mensen hier ook naar mij.’
UITZONDERLIJKE TALENTEN
Schouten moest geduld hebben, dat hij van nature niet heeft. ‘Maar ik snap heus wel hoe het werkt. Ik dacht wel even direct te gaan spelen, omdat ik wil voetballen. Dat is wat ik het liefst doe. Maar zo werkt het niet. Ik moest sterker worden. Ik merkte het ook op trainingen. Ik was toch dat iele mannetje uit Nederland. Vergis je niet, hè, hier ben ik ook gewoon weer een jonge speler. In Nederland is 23 al oud, maar hier begint het dan pas. Kijk hoeveel echt jonge spelers in Italië aan hun wedstrijden komen, dat zijn alleen de uitzonderlijke talenten. Dit is pas mijn derde seizoen als volwaardig profspeler in een eerste team. Eigenlijk heel vreemd. Ik sta er niet eens meer bij stil, maar als je er zo over nadenkt is het best bijzonder.’
Drie jaar echt prof en een vaste waarde in de Serie A. ‘Het voelt alsof het nu allemaal echt begint’, geeft hij toe. ‘Ik ben ook echt sterker geworden, kan het nu langer volhouden. Natuurlijk heb ik moeten wennen. Niet alleen aan de trainingen, ook aan de manier van spelen, aan het leven.’ De stap van Excelsior naar Bologna is in alle opzichten levensgroot, de Serie A is een compleet nieuw podium. ‘Ik denk dat ik in Italië kan groeien, het ligt me wel hoe ze hier denken en doen. De Italiaanse competitie wordt onderschat, dat vind ik echt. Er zitten geen makkelijke wedstrijden bij. Als je in Nederland een kleine nederlaag lijdt tegen Ajax of PSV, kan een trainer zeggen dat hij tevreden is. Dat is hier uitgesloten; met 1-0 verliezen is een nederlaag, het maakt niet of dat tegen Juventus of Inter is of tegen een laag geklasseerde ploeg. Verliezen is verliezen. Die benadering staat me wel aan.’
`Als je het hebt over een mensenleven en de strijd van iemand tegen een ziekte dan is voetbal plotseling slechts een spelletje`
Bologna kent een wisselvallig seizoen. Er zijn redenen aan te voeren, zoals de ziekte van trainer Sinisa Mihajlovic. De vroegere vrijetrappenkoning van de Serie A vecht tegen . Natuurlijk heeft zijn situatie invloed op de selectie. ‘Het is moeilijk aan te geven hoe precies, maar we hebben het erover in de kleedkamer. Iedereen is ermee bezig. Dit raakt je enorm.’
Praten over zijn trainer doet Schouten zichtbaar wat. ‘Het is vreselijk, zo oneerlijk ook. Ik kende hem nog maar pas, maar dit komt aan. Nooit ziek geweest en dan ineens getroffen door die vreselijke ziekte. Een boom van een kerel, oersterk, en dat straalt hij ook echt uit. Hij zou die vrije trappen nog zo graag het doel in jagen. Mihajlovic is fysiek en mentaal beresterk. We zijn bij hem geweest in het ziekenhuis. Direct na een wedstrijd, dat zijn emotionele momenten. Hij wil dolgraag bij ons zijn, helaas kan dat niet altijd, maar dan heeft hij de hulp van goede assistenten. Het is aangrijpend en mooi tegelijk. Als je het hebt over een mensenleven en de strijd van iemand tegen een ziekte, dan is voetbal plotseling slechts een spelletje.’
0
|
Donderdag 6 februari 2020 om 18:59 uur |
Advertentie
Lellow
grijze gek
Beetje makkelijker te lezen
Van Sjeik Mansour tot ADO: het pad van de directeur die voor nieuw leven moet zorgen
© ADO Den Haag/Laurens Lindhout
Van Sjeik Mansour tot ADO: het pad van de directeur die voor nieuw leven moet zorgen
17.00 uur
Opslaan
Door Martijn Krabbendam Martijn KrabbendamINTERVIEW
Hij coachte net zo makkelijk het Rotterdamse daklozenelftal als dat hij over voetbal praat met His Highness sjeik Mansour van de Football Group. ‘Ik ben een verbinder’, zegt Mohammed Hamdi (36). Hij zal dat karakter nodig hebben om als algemeen directeur van het moeilijke ADO Den Haag één club te maken, met één missie en één gedachte.
De uitbater van het restaurant kon zijn ogen niet geloven. Aan de dis: Premier League-ervaring met Martin Jol en Alan Pardew. Verder: vertegenwoordigers van ADO Den Haag en de grootaandeelhouders uit China, United Vansen. Met z’n allen aan één tafel, een dag voor
de wedstrijd tegen RKC Waalwijk. ADO Den Haag leek wel een eenheid. ‘Mooie anekdote’, glimlacht algemeen directeur Mohammed Hamdi. ‘Of-ie klopt? Zou zomaar kunnen. In ieder geval is dat wel waar we naar streven: één club, één missie, één gedachte.’
`Ik ben het levende voorbeeld dat dromen kunnen uitkomen`
Er zijn mensen die zullen zeggen: ‘Welkom in Utopia.’
‘Ongetwijfeld, maar ik zeg dan dat ik het levende voorbeeld ben dat dromen kunnen uitkomen.’
Wat is het levensverhaal van Mohammed Hamdi?
‘Ik was drie toen mijn ouders besloten vanuit Marokko naar Nederland te verhuizen. Zo kwam ik in Leiden terecht, dus dat wordt dan je thuis. Ik ben er begonnen met voetballen bij Lugdunum, daarna ging ik naar UVS, de hoogst spelende club uit de stad. In de jeugd ben ik nog twee keer verhuisd naar FC Lisse en Tonegido/Haagse Bluf waar ik in de Reserve Hoofdklasse ging spelen, tot ik erachter kwam dat ik niet goed genoeg was voor dat niveau.`
`Op mijn 21se raakte ik ook zwaar geblesseerd. De droom als prof de top te halen, had ik al laten varen, maar niettemin is het een hard gelag als je op die leeftijd niet meer mag voetballen. Maar het triggerde wel iets in me, precies wat ik net al zei. Ik stelde mezelf de vraag welke bagage je nodig hebt om in het voetbal te kunnen werken. Het meest voor de hand lag: je trainersdiploma’s. Die ben ik gaan halen, UEFA C en B. Daarmee kon ik aan de slag bij de jeugd van de amateurtak van Sparta Rotterdam. Trainde ik de B2. Later werd ik assistent van Mike Obiku bij de A1. Toen er een positie vrijkwam als manager jeugdzaken, ben ik dat gaan doen. Hield niks anders in dan dat je zorgde dat de communicatie met trainers, spelers, maar ook de bvo een beetje smooth verliep. Heb ik twee jaar gedaan. Toen ging ik naar SVV in Schiedam, de Onder-13 trainen.`
`Omdat ik ook wilde weten hoe het was een seniorenploeg te trainen, heb ik twee jaar De Ster uit Den Haag onder mijn hoede gehad. Zondagderdeklasser, maar hartstikke dankbaar werk. Alleen wist ik dat ik als trainer nooit de top zou halen, hoewel ik nog een WK heb meegemaakt. Met het daklozenteam van Rotterdamwerden we Nederlands kampioen. Was een initiatief van het Leger des Heils. Stonden we ineens op de grote Plaza van Mexico-City het WK voor daklozenteams te spelen. Daar trof het me voor het eerst. Dat je voetbal kon laten samensmelten met discipline, afspraken nakomen. Ik was trainer, manager en maatschappelijk werker tegelijk. Oké, als je komt trainen, kunnen we je aan een stage helpen. Veel van die gasten hebben zich op die manier uiteindelijk losgewerkt uit de ellende. Huisje-boompje-beestje. Ik ben er nog steeds trots op. In die verbindende rol voelde ik me thuis. Praten, afspraken maken, deals sluiten… Dat moest het worden.’
In 2013 begon u bij ADO Den Haag op de commerciële afdeling.
‘Die vacature verbond alles met elkaar wat ik het liefst deed. Ik had al wat commerciële klussen gedaan en dat ging goed. Opgeteld bij mijn motivatie, de plannen die ik had en mijn liefde voor voetbal, vonden ze het bij ADO Den Haag wel een goede match. Dan blijkt dat de commerciële kant van voetbal een klein wereldje is. Iedere deal die je doet, wordt opgemerkt. Op een dag kreeg ik telefoon van Lagardère, een Frans bedrijf dat in die tijd de marketingrechten had van FC Utrecht, Roda JC en NEC. Plus de rechten voor Euro 2016. Die moest ik in Nederland aan de man zien te brengen.`
`Maar wat gebeurt er? Oranje plaatst zich niet. Dat is voor supporters een schok, maar ik heb gevoeld wat het aan de commerciële kant doet: geen bedrijf geïnteresseerd. Ik ben toen plompverloren naar België doorgeschakeld. Da’s het voordeel van corporate bedrijven, die hebben in meer landen holdings zitten. Op die manier heb ik toch nog mijn targets kunnen halen.`
`Nou, ja, dat valt op in een kleine wereld. Lagardère wilde dat ik mijn visie losliet op de commerciële afdelingen van Utrecht, Roda en NEC. Zo kon ik ineens meekijken in de keuken van drie clubs. Maar dat niet alleen. Lagardère is groot, in Duitsland deden ze dat voor Borussia Dortmund, Hamburger SV. Kon ik ook daar in de keuken kijken. Toen kreeg ik het idee dat dit mijn werk was. Ik ben de cursus management betaald voetbal gaan volgen bij de KNVB. Dat is wel een aardig houvast, maar het blijft slechts een tool.`
`Eén keer in de maand naar Zeist en tussendoor werken in projectgroepjes. Ik combineerde het met mijn werk voor Lagardère, maar keek verder. Ik zag steeds meer Aziatische bedrijven zich bemoeien met het voetbal. Dus toen Infront Sport zich meldde bij me, wist ik dat ze waren overgenomen door de Wanda Group, dat aandeelhouder was geworden van Atlético Madrid. Voor mij betekende dat weer een andere dynamiek qua werk. Ineens zat ik ook bij andere sporten dan alleen voetbal. Ik leerde bijvoorbeeld de commerciële kant van schaatsen en basketbal kennen.’
`Ik heb niet veel trainers meegemaakt, maar Henk ten Cate is wel een van de besten`
Wat moet je ermee?
‘Ik ontwikkel me graag allround, wil de dynamiek leren kennen van andere sporten, de tv-rechten, mediadeals. Tegelijk volgde ik een studie Business of Sports Management in Slot Zeist. Ontwikkelen, ontwikkelen, leren… Alles op het gebied van bedrijfskunde. Dat is wat ik wilde. Voordeel is dat ik nu kan meepraten over de sportpakketten. Wij krijgen steeds een benchmark-report over de andere Eredivisie-clubs en Europese teams. Maar ik wil ze ook van andere sporten hebben. Dat zijn globaal gezien net zo goed je concurrenten. Wat ik eraan heb? Ik praat momenteel met sportmarketingbureaus die niet uit het voetbal komen, maar die ADO Den Haag interessant vinden vanwege de Chinese connectie. Met hen kan ik praten op niveau. Dát heb ik eraan. Alles in het leven draait om relaties, netwerken, kennis.’
Zo kwam u in Azië terecht?
‘Tijdens een seminar raakte ik in gesprek met iemand die heel goed was met de beleidsbepalers van Al Jazira uit Abu Dhabi. Die man zei dat mijn profiel prima paste bij de club, want ze zochten net een commercieel directeur uit Europa die Arabisch sprak. Nou, een paar afspraken later was ik aangenomen. Met de ceo, Ayed Mabkhout, had ik meteen een klik. Helemaal gek van het Nederlands voetbal, heel pienter ook.`
`Wat ook meespeelde dat ik er graag naartoe wilde, was de aanwezigheid van Henk ten Cate. Ik heb niet veel trainers meegemaakt, maar Henk is wel een van de besten. Niet alleen vanwege zijn veldtrainingen, ook door de manier waarop hij leidinggaf: hij was echt de baas, wist precies hoe hij dat moest doen in die cultuur. Ik heb van dichtbij kunnen zien hoe we met Al Jazira lang met 1-0 voorstonden tegen Real Madrid in de halve finale van het WK voor clubteams. Uiteindelijk verloren we, maar de manier waarop Henk dat toen heeft neergezet, maakte indruk. Veel van geleerd op voetbalgebied wat me later van pas kon komen.’
Wat was uw rol?
‘De club vermarkten. Al Jazira is een eigen entiteit, met dezelfde eigenaar als de City Football Group: sjeik Mansour, die ook eigenaar is van Manchester City, New York FC en Melbourne City. Maar dat betekende volgens mij niet dat ik geen synergie kon zoeken met de businessclubs van die clubs. Daardoor ontstond er een ander businessmodel. Was een prima plan, al zeg ik het zelf. Zij gingen zelf geloven in het concept van business to business. Zo had Al Jazira ook wat aan het internationale netwerk van His Highness.’
Waarom noemt u hem zo? Hij is er niet en zal dit verhaal ongetwijfeld niet lezen.
‘Omdat hij lid is van de Royal Family. Ik heb sjeik Mansour laatst nog ontmoet tijdens een Ramadan Iftar in Abu Dhabi. Heel normale man, zeer benaderbaar en gek op voetbal. En hij heeft een visie waaraan veel investeerders een voorbeeld kunnen nemen. Of beter: hadden kunnen nemen, want nu zijn ze te laat.’
Wat dan? Met veel geld van Manchester City een winnende club maken?
‘Dat is één ding, ja. Succes leidt tot meer succes, dus moet je ergens beginnen. Maar na City heeft hij in elk werelddeel een club overgenomen, helemaal naar zijn hand gezet volgens de visie van de Football Group. Die clubs worden gerund op dezelfde wijze, door mensen die eerst in de keuken bij Man City hebben gekeken en die visie nu verspreiden. Dát is synergie. His Highness verbindt Etihad Airways als shirtsponsor, dus dat merk krijgt ook wereldwijde aandacht. Zo versterkt alles elkaar. Een visie, een doel. Vind ik indrukwekkend.’
Sheik Mansour is een heel normale man, zeer benaderbaar en gek op voetbal.
Wat heeft uw tijd in het internationale voetbal u geleerd?
‘Dat we in Nederland naar binnen gekeerd zijn als het gaat om het vermarkten van ons voetbal. De Eredivisie is een merk, maar we doen er volgens mij te weinig mee. Ja, nu praten we even over de BeNeLiga, dat is tenminste iets en los van de vraag of het echt iets wordt, is het natuurlijk veel te laat dat we deze gesprekken überhaupt voeren. Ik heb eerder gezegd dat iemand zoals Chris Woerts, de beste op zijn vakgebied, allang de boer op had gemoeten met de Eredivisie. We blijven klein, doordat we klein willen blijven. Niet omdat het moet.’
Wat had Nederland kunnen doen?
‘Wat niet? Je hebt een competitie waar grote talenten hun eerste stappen hebben gezet. Dat alleen is al een businessplan. Maar het gaat er vooral om wat je er zelf aan doet. Met kerst gaan Nederlanders naar Engeland om voetbal te kijken, terwijl hier alles stilligt, omdat trainers en spelers bij hun families willen zijn. Ook goed, maar zo mis je kansen.’
Als directeur van ADO Den Haag is dat niet uw pakkie aan.
‘Nee, maar ik zie de kansen wel…’
`Sjeik Mansour heeft een visie waaraan veel investeerders een voorbeeld kunnen nemen`
Laat de club zich eerst maar eens handhaven.
‘We doen er met z’n allen alles aan dat te realiseren.’
FC Utrecht-ADO Den Haag 4-0. Had u dat geld voor die nieuwe technische staf en spelers maar in uw zak gehouden.
‘Nee, want op dezelfde voet verdergaan als we deden, was geen optie. Natuurlijk is het een tegenvaller als je kansloos verliest bij FC Utrecht, maar het is nog kanslozer als je nu ineens van koers verandert. Deze ploeg en staf zijn pas net begonnen. Je mag geen wonderen verwachten. Ik kijk er anders naar: twee wedstrijden, drie punten, want van RKC hebben we gewonnen. Zo gaan we door, tot aan het einde. Kortetermijndenken, om uiteindelijk een goede lange termijn te kunnen plannen. En alle transfers die we hebben gedaan, zijn financieel verantwoord.’
Zes jaar nadat u bij ADO Den Haag was vertrokken als commercieel medewerker, keerde u terug als algemeen directeur. Hoe is dat gegaan?
‘Op een maandagmiddag werd ik gebeld door iemand van De Vroedt & Thierry, een headhuntersbureau. Hij vroeg of ik interesse had algemeen directeur van ADO Den Haag te worden. De club was een sollicitatieprocedure gestart en zij wilden mij inbrengen als kandidaat. Ik heb met ze gesproken, dat liep goed en zo ben ik de procedure in gerold.’
Als dark horse – u was nummer elf – terwijl er al tien kandidaten waren.
‘Dat die namen zijn uitgelekt, kan ik ook niet helpen. Onbegrijpelijk dat dit is gebeurd. Maar al die kandidaten stonden willekeurig op een lijst. Dus eerste, vijfde, elfde – je kon er geen conclusies aan verbinden.’
`Ik had het gevoel dat het proces naar mijn benoeming bij ADO Den Haag niet zuiver verliep`
Toen?
‘Ik kreeg een gesprek met de heer Wang, de grootaandeelhouder, en Ad Melkert, toen voorzitter van de raad van commissarissen. Het was in het Savarin Hotel in Rijswijk. Ik had De Vroedt & Thierry gevraagd of ik een presentatie mocht geven. “Blijf dicht bij jezelf”, zeiden ze. Dus ik heb dat gedaan, een aantal punten op papier gezet over hoe ik naar ADO Den Haag keek. Daarna belde De Vroedt & Thierry weer en had ik bij hen op kantoor een onderhoud van tweeënhalf uur. Vervolgens kwam er nog een gesprek, in het HNK-verzamelgebouw. Moest ik de leden van de rvc en de aandeelhouders leren kennen. Daarop nóg een gesprek met Melkert…’
U dacht niet…
‘Wacht effe, ja, natuurlijk! Het zou gaan om drie gesprekken, maar inmiddels had ik er al een stuk of zeven achter de rug. Vond ik wel frappant. Ik heb mezelf dan ook twee keer willen terugtrekken uit de procedure, sterker: heb ik ook daadwerkelijk aangeboden. Het werd me alleen sterk afgeraden, omdat ze mij de sterkste kandidaat vonden.’
U had ook kunnen bedenken: Ze willen me niet.
‘Ja, natuurlijk. Maar tegelijkertijd is dat gevoel gebaseerd op niks. Ad Melkert heeft dat nooit zo tegen me gezegd. Alleen, de handelingen, het proces, het manipuleren van informatie, zaken laten lekken naar de media… Het gaf me vooral het gevoel dat het proces niet zuiver verliep, Vandaar dat ik tot twee keer toe eruit wilde stappen. Ik vond het op z’n zachtst gezegd merkwaardig.’
Maar u was zo ijdel het wel te willen gaan doen?
‘Misschien. Je kunt het ook doorzettingsvermogen noemen, of karakter, of het idee hebben dat je van waarde kan zijn voor zo’n club. Misschien is het wel van alles een beetje, dat ik dacht: Misschien wilden de mensen wel dat ik het niet zou doen. Nou, dan doe ik het wél. Ik heb zelf niet gebeld, die headhunter belde míj.’
Wat zou de reden kunnen zijn dat ze u niet wilden?
‘Angst voor jong en vers bloed wellicht?’
Een aantal mensen ziet u als loopjongen van de Chinezen. Doet u dat wat?
‘Zulke kritiek laat ik als water over de rug van een eend van me af glijden. Ik snap ook niet waarom ze dat denken.’
U was nog niet binnen of de ene na de andere medewerker sneuvelde.
‘Ad Melkert was de eerste, want het boterde niet tussen hem en United Vansen. Fons Groenendijk stapte zelf op en het contract van Jeffrey van As werd niet verlengd. Natuurlijk is dat in overleg gegaan met de rvc. Het zijn normale procedures geweest.’
Het komt er dus op neer dat u luistert naar United Vansen.
‘Ik praat met en luister naar iedereen, van de grootaandeelhouder tot de stakeholders, de commissarissen enzovoort. Maar luisteren is iets anders dan alles zomaar blind uitvoeren. Je komt gezamenlijk tot een conclusie. Voor de good governance is de directie eindverantwoordelijk, met de rvc als controlerend orgaan erboven. Zo sta ik er wel in. Maar uiteindelijk zijn zij, United Vansen, wel de baas. Deze mensen hebben nu vijfenhalf jaar de aandelen van de club, los van de periode dat ze even ergens anders waren. Maar nooit hebben ze het gevoel gehad dat ze konden meedenken, laat staan meebepalen, over het beleid bij ADO Den Haag.`
`Je moet het zo zien: stel, jij hebt een huis gekocht. Je loopt naar binnen met je vrouw en dan gaat de bel. De buurman en buurvrouw. Die zeggen: “Gefeliciteerd met jullie huis, hartstikke leuk, maar wij gaan het inrichten”. Dan zeg jij toch: Hoe bedoel je? Is toch mijn huis? Zo was mijn gevoel bij de relatie tussen ADO Den Haag en United Vansen. Ik had ook gewoon kunnen vragen of ze op dit moment alleen even de tekorten wilden aanvullen, maar dat is niet de manier de club verder vooruit te helpen. Ik verbind liever dan dat ik irriteer.’
Poserend met de nieuwe trainer Alan Pardew (rechts) en zijn assistent Chris Powell.
Schrok u bij wat u aantrof?
‘Ik schrik niet snel, maar besefte wel direct dat dit op z’n minst een gigantische uitdaging ging worden.’
Waarom zegt u niet gewoon: Er wordt hier zo veel geld betaald aan salarissen voor middelmatige spelers zonder restwaarde, dat ADO zo goed als technisch failliet is?
‘Luister, ik ga niet oordelen over beslissingen die in het verleden zijn genomen. Wil ik niet, kan ik niet. Maar het is wel belangrijk voor ADO Den Haag dat we duidelijkheid scheppen naar de spelers, de rvc, aandeelhouders, de stakeholders en de markt, hoe we de komende jaren financieel te werk willen gaan.’
Nog een keer: schrok u bij wat u aantrof?
‘Nogmaals: nee. Maar ik zag wel een aantal dingen die ik anders had verwacht. Dan moet je denken aan de organisatiestructuur, de beslissingstrajecten, de communicatie richting rvc en United Vansen.’
Waar begint een nieuwe algemeen directeur dan?
`Als ADO Den Haag echt verder wil, zal iedereen zijn eigen agenda opzij moeten leggen en meegaan in die van de club`
‘Bij het begin. Terug naar de basis. Je moet eerst zeker weten dat het team waarmee jij als directeur gaat werken, dedicated is. Als je team niet voldoet, ga jij het zelf ook niet redden. Daarna ga je kijken naar de structuur van de club en daarbij verzin je profielen. Welke karakters heeft ADO Den Haag nodig om de komende jaren te kunnen groeien? Dat heb ik gedaan.’
U moest binnen honderd dagen een beleidsplan presenteren en zorgen dat intern iedereen weer op één lijn zit. Is dat gelukt?
‘We zijn in november naar China geweest en daar hebben we het meerjarenplan gepresenteerd. Dat werd goed onthaald. Vervolgens heb ik dat plan besproken met diverse stakeholders, collega’s, supporters en noem maar op. Iedereen stond erachter. Oké, dan is er ook geen argument meer terug te kijken naar wat is geweest bij deze club. Dan moeten we aan de slag. Ik hoop dat ik iedereen op één lijn heb, maar wat me wel is opgevallen, is dat er een verschil zit tussen ja zéggen en ja dóén. Als ADO Den Haag echt verder wil, zal iedereen zijn eigen agenda opzij moeten leggen en meegaan in die van de club.’
`Martin is misschien wel de grootste transfer geweest voor ADO Den Haag`
Hoe hebt u Martin Jol aan boord gekregen? Die zat eerst als lid van de rvc in een kampje dat tegen de aandeelhouders uit China ageerde.
‘Ik heb Martin ons meerjarenplan gepresenteerd en hij raakte erdoor geënthousiasmeerd. Martin moest zich als lid van de rvc committeren aan de visie van de raad. Maar toen hij eruit was, viel hij over te halen. En nu zit er iemand die er echt mee bezig is. Hij heeft ADO Den Haag de laatste jaren van afstand gevolgd en vraagt zich af hoe het met de doorstroming zit van jeugd. Waar zijn de talenten? Waarom verkoopt deze club niet of nauwelijks spelers die zij zelf heeft opgeleid? Martin heeft daarover zo zijn ideeën. Zijn komst zorgt ervoor dat we op dat vlak stappen kunnen maken. Martin is misschien wel de grootste transfer geweest voor ADO Den Haag. Maar dat blijkt pas als we erin blijven dit seizoen. Hij is in ieder geval weer thuis.’
De grootaandeelhouder wil uw contract nu al verlengen. Maar stel dat het niet lukt en de club degradeert, heeft u dan gefaald?
‘We leven onder druk. Niet alleen ik, ook de staf, de nieuwe spelers, eigenlijk iedereen. We moeten erin blijven om echt te kunnen groeien. Ik gelóóf dat het lukt, alleen ben ik gevoelsmatig te laat erin gestapt. Liever was ik eerder begonnen bij de club. Nu zijn we bezig aan een herstelperiode, daarna treedt het meerjarenplan in werking dat door iedereen is goedgekeurd en omarmd. Als we degraderen, zullen we dat opnieuw moeten aanpassen. Maar ik ben van nature iemand die denkt in succes, niet in falen. Negatief gedachten zijn zo zonde van je tijd, dat heb ik dit jaar weer geleerd.’
Hoe?
‘Ik heb Pim Verbeek leren kennen toen ik bij de amateurs van Sparta werkte. Daarna hebben we altijd contact gehouden. Vorig jaar zag ik hem in Abu Dhabi, Pim was daar als bondscoach van Oman. Toen ik naar ADO Den Haag kon, belde ik Pim weer voor advies. “Je kunt het”, zei hij, “maar blijf wel dicht bij jezelf”. Onlangs speelden we vriendschappelijk tegen Sparta. Pim belde dat-ie kwam kijken. Samen met Henk van Stee heeft hij toen nog mee geluncht. Maar wat gebeurde er? Na de wedstrijd liep ik met hem mee. We gaven elkaar altijd een knuffel, maar dit keer hield hij me langer vast. “Mo, ik ben trots op je”, zei hij. Ik was blij, want ik hechtte veel waarde aan wat hij zei. Maar het bleek een afscheidsknuffel. Een tijdje later was hij overleden. Pims dood grijpt me nog steeds aan. Hij hielp mensen, zonder dat-ie ermee te koop liep, was altijd positief. Daar denk ik aan als we het met ADO Den Haag moeilijk hebben. Altijd geloven
Van Sjeik Mansour tot ADO: het pad van de directeur die voor nieuw leven moet zorgen
© ADO Den Haag/Laurens Lindhout
Van Sjeik Mansour tot ADO: het pad van de directeur die voor nieuw leven moet zorgen
17.00 uur
Opslaan
Door Martijn Krabbendam Martijn KrabbendamINTERVIEW
Hij coachte net zo makkelijk het Rotterdamse daklozenelftal als dat hij over voetbal praat met His Highness sjeik Mansour van de Football Group. ‘Ik ben een verbinder’, zegt Mohammed Hamdi (36). Hij zal dat karakter nodig hebben om als algemeen directeur van het moeilijke ADO Den Haag één club te maken, met één missie en één gedachte.
De uitbater van het restaurant kon zijn ogen niet geloven. Aan de dis: Premier League-ervaring met Martin Jol en Alan Pardew. Verder: vertegenwoordigers van ADO Den Haag en de grootaandeelhouders uit China, United Vansen. Met z’n allen aan één tafel, een dag voor
de wedstrijd tegen RKC Waalwijk. ADO Den Haag leek wel een eenheid. ‘Mooie anekdote’, glimlacht algemeen directeur Mohammed Hamdi. ‘Of-ie klopt? Zou zomaar kunnen. In ieder geval is dat wel waar we naar streven: één club, één missie, één gedachte.’
`Ik ben het levende voorbeeld dat dromen kunnen uitkomen`
Er zijn mensen die zullen zeggen: ‘Welkom in Utopia.’
‘Ongetwijfeld, maar ik zeg dan dat ik het levende voorbeeld ben dat dromen kunnen uitkomen.’
Wat is het levensverhaal van Mohammed Hamdi?
‘Ik was drie toen mijn ouders besloten vanuit Marokko naar Nederland te verhuizen. Zo kwam ik in Leiden terecht, dus dat wordt dan je thuis. Ik ben er begonnen met voetballen bij Lugdunum, daarna ging ik naar UVS, de hoogst spelende club uit de stad. In de jeugd ben ik nog twee keer verhuisd naar FC Lisse en Tonegido/Haagse Bluf waar ik in de Reserve Hoofdklasse ging spelen, tot ik erachter kwam dat ik niet goed genoeg was voor dat niveau.`
`Op mijn 21se raakte ik ook zwaar geblesseerd. De droom als prof de top te halen, had ik al laten varen, maar niettemin is het een hard gelag als je op die leeftijd niet meer mag voetballen. Maar het triggerde wel iets in me, precies wat ik net al zei. Ik stelde mezelf de vraag welke bagage je nodig hebt om in het voetbal te kunnen werken. Het meest voor de hand lag: je trainersdiploma’s. Die ben ik gaan halen, UEFA C en B. Daarmee kon ik aan de slag bij de jeugd van de amateurtak van Sparta Rotterdam. Trainde ik de B2. Later werd ik assistent van Mike Obiku bij de A1. Toen er een positie vrijkwam als manager jeugdzaken, ben ik dat gaan doen. Hield niks anders in dan dat je zorgde dat de communicatie met trainers, spelers, maar ook de bvo een beetje smooth verliep. Heb ik twee jaar gedaan. Toen ging ik naar SVV in Schiedam, de Onder-13 trainen.`
`Omdat ik ook wilde weten hoe het was een seniorenploeg te trainen, heb ik twee jaar De Ster uit Den Haag onder mijn hoede gehad. Zondagderdeklasser, maar hartstikke dankbaar werk. Alleen wist ik dat ik als trainer nooit de top zou halen, hoewel ik nog een WK heb meegemaakt. Met het daklozenteam van Rotterdamwerden we Nederlands kampioen. Was een initiatief van het Leger des Heils. Stonden we ineens op de grote Plaza van Mexico-City het WK voor daklozenteams te spelen. Daar trof het me voor het eerst. Dat je voetbal kon laten samensmelten met discipline, afspraken nakomen. Ik was trainer, manager en maatschappelijk werker tegelijk. Oké, als je komt trainen, kunnen we je aan een stage helpen. Veel van die gasten hebben zich op die manier uiteindelijk losgewerkt uit de ellende. Huisje-boompje-beestje. Ik ben er nog steeds trots op. In die verbindende rol voelde ik me thuis. Praten, afspraken maken, deals sluiten… Dat moest het worden.’
In 2013 begon u bij ADO Den Haag op de commerciële afdeling.
‘Die vacature verbond alles met elkaar wat ik het liefst deed. Ik had al wat commerciële klussen gedaan en dat ging goed. Opgeteld bij mijn motivatie, de plannen die ik had en mijn liefde voor voetbal, vonden ze het bij ADO Den Haag wel een goede match. Dan blijkt dat de commerciële kant van voetbal een klein wereldje is. Iedere deal die je doet, wordt opgemerkt. Op een dag kreeg ik telefoon van Lagardère, een Frans bedrijf dat in die tijd de marketingrechten had van FC Utrecht, Roda JC en NEC. Plus de rechten voor Euro 2016. Die moest ik in Nederland aan de man zien te brengen.`
`Maar wat gebeurt er? Oranje plaatst zich niet. Dat is voor supporters een schok, maar ik heb gevoeld wat het aan de commerciële kant doet: geen bedrijf geïnteresseerd. Ik ben toen plompverloren naar België doorgeschakeld. Da’s het voordeel van corporate bedrijven, die hebben in meer landen holdings zitten. Op die manier heb ik toch nog mijn targets kunnen halen.`
`Nou, ja, dat valt op in een kleine wereld. Lagardère wilde dat ik mijn visie losliet op de commerciële afdelingen van Utrecht, Roda en NEC. Zo kon ik ineens meekijken in de keuken van drie clubs. Maar dat niet alleen. Lagardère is groot, in Duitsland deden ze dat voor Borussia Dortmund, Hamburger SV. Kon ik ook daar in de keuken kijken. Toen kreeg ik het idee dat dit mijn werk was. Ik ben de cursus management betaald voetbal gaan volgen bij de KNVB. Dat is wel een aardig houvast, maar het blijft slechts een tool.`
`Eén keer in de maand naar Zeist en tussendoor werken in projectgroepjes. Ik combineerde het met mijn werk voor Lagardère, maar keek verder. Ik zag steeds meer Aziatische bedrijven zich bemoeien met het voetbal. Dus toen Infront Sport zich meldde bij me, wist ik dat ze waren overgenomen door de Wanda Group, dat aandeelhouder was geworden van Atlético Madrid. Voor mij betekende dat weer een andere dynamiek qua werk. Ineens zat ik ook bij andere sporten dan alleen voetbal. Ik leerde bijvoorbeeld de commerciële kant van schaatsen en basketbal kennen.’
`Ik heb niet veel trainers meegemaakt, maar Henk ten Cate is wel een van de besten`
Wat moet je ermee?
‘Ik ontwikkel me graag allround, wil de dynamiek leren kennen van andere sporten, de tv-rechten, mediadeals. Tegelijk volgde ik een studie Business of Sports Management in Slot Zeist. Ontwikkelen, ontwikkelen, leren… Alles op het gebied van bedrijfskunde. Dat is wat ik wilde. Voordeel is dat ik nu kan meepraten over de sportpakketten. Wij krijgen steeds een benchmark-report over de andere Eredivisie-clubs en Europese teams. Maar ik wil ze ook van andere sporten hebben. Dat zijn globaal gezien net zo goed je concurrenten. Wat ik eraan heb? Ik praat momenteel met sportmarketingbureaus die niet uit het voetbal komen, maar die ADO Den Haag interessant vinden vanwege de Chinese connectie. Met hen kan ik praten op niveau. Dát heb ik eraan. Alles in het leven draait om relaties, netwerken, kennis.’
Zo kwam u in Azië terecht?
‘Tijdens een seminar raakte ik in gesprek met iemand die heel goed was met de beleidsbepalers van Al Jazira uit Abu Dhabi. Die man zei dat mijn profiel prima paste bij de club, want ze zochten net een commercieel directeur uit Europa die Arabisch sprak. Nou, een paar afspraken later was ik aangenomen. Met de ceo, Ayed Mabkhout, had ik meteen een klik. Helemaal gek van het Nederlands voetbal, heel pienter ook.`
`Wat ook meespeelde dat ik er graag naartoe wilde, was de aanwezigheid van Henk ten Cate. Ik heb niet veel trainers meegemaakt, maar Henk is wel een van de besten. Niet alleen vanwege zijn veldtrainingen, ook door de manier waarop hij leidinggaf: hij was echt de baas, wist precies hoe hij dat moest doen in die cultuur. Ik heb van dichtbij kunnen zien hoe we met Al Jazira lang met 1-0 voorstonden tegen Real Madrid in de halve finale van het WK voor clubteams. Uiteindelijk verloren we, maar de manier waarop Henk dat toen heeft neergezet, maakte indruk. Veel van geleerd op voetbalgebied wat me later van pas kon komen.’
Wat was uw rol?
‘De club vermarkten. Al Jazira is een eigen entiteit, met dezelfde eigenaar als de City Football Group: sjeik Mansour, die ook eigenaar is van Manchester City, New York FC en Melbourne City. Maar dat betekende volgens mij niet dat ik geen synergie kon zoeken met de businessclubs van die clubs. Daardoor ontstond er een ander businessmodel. Was een prima plan, al zeg ik het zelf. Zij gingen zelf geloven in het concept van business to business. Zo had Al Jazira ook wat aan het internationale netwerk van His Highness.’
Waarom noemt u hem zo? Hij is er niet en zal dit verhaal ongetwijfeld niet lezen.
‘Omdat hij lid is van de Royal Family. Ik heb sjeik Mansour laatst nog ontmoet tijdens een Ramadan Iftar in Abu Dhabi. Heel normale man, zeer benaderbaar en gek op voetbal. En hij heeft een visie waaraan veel investeerders een voorbeeld kunnen nemen. Of beter: hadden kunnen nemen, want nu zijn ze te laat.’
Wat dan? Met veel geld van Manchester City een winnende club maken?
‘Dat is één ding, ja. Succes leidt tot meer succes, dus moet je ergens beginnen. Maar na City heeft hij in elk werelddeel een club overgenomen, helemaal naar zijn hand gezet volgens de visie van de Football Group. Die clubs worden gerund op dezelfde wijze, door mensen die eerst in de keuken bij Man City hebben gekeken en die visie nu verspreiden. Dát is synergie. His Highness verbindt Etihad Airways als shirtsponsor, dus dat merk krijgt ook wereldwijde aandacht. Zo versterkt alles elkaar. Een visie, een doel. Vind ik indrukwekkend.’
Sheik Mansour is een heel normale man, zeer benaderbaar en gek op voetbal.
Wat heeft uw tijd in het internationale voetbal u geleerd?
‘Dat we in Nederland naar binnen gekeerd zijn als het gaat om het vermarkten van ons voetbal. De Eredivisie is een merk, maar we doen er volgens mij te weinig mee. Ja, nu praten we even over de BeNeLiga, dat is tenminste iets en los van de vraag of het echt iets wordt, is het natuurlijk veel te laat dat we deze gesprekken überhaupt voeren. Ik heb eerder gezegd dat iemand zoals Chris Woerts, de beste op zijn vakgebied, allang de boer op had gemoeten met de Eredivisie. We blijven klein, doordat we klein willen blijven. Niet omdat het moet.’
Wat had Nederland kunnen doen?
‘Wat niet? Je hebt een competitie waar grote talenten hun eerste stappen hebben gezet. Dat alleen is al een businessplan. Maar het gaat er vooral om wat je er zelf aan doet. Met kerst gaan Nederlanders naar Engeland om voetbal te kijken, terwijl hier alles stilligt, omdat trainers en spelers bij hun families willen zijn. Ook goed, maar zo mis je kansen.’
Als directeur van ADO Den Haag is dat niet uw pakkie aan.
‘Nee, maar ik zie de kansen wel…’
`Sjeik Mansour heeft een visie waaraan veel investeerders een voorbeeld kunnen nemen`
Laat de club zich eerst maar eens handhaven.
‘We doen er met z’n allen alles aan dat te realiseren.’
FC Utrecht-ADO Den Haag 4-0. Had u dat geld voor die nieuwe technische staf en spelers maar in uw zak gehouden.
‘Nee, want op dezelfde voet verdergaan als we deden, was geen optie. Natuurlijk is het een tegenvaller als je kansloos verliest bij FC Utrecht, maar het is nog kanslozer als je nu ineens van koers verandert. Deze ploeg en staf zijn pas net begonnen. Je mag geen wonderen verwachten. Ik kijk er anders naar: twee wedstrijden, drie punten, want van RKC hebben we gewonnen. Zo gaan we door, tot aan het einde. Kortetermijndenken, om uiteindelijk een goede lange termijn te kunnen plannen. En alle transfers die we hebben gedaan, zijn financieel verantwoord.’
Zes jaar nadat u bij ADO Den Haag was vertrokken als commercieel medewerker, keerde u terug als algemeen directeur. Hoe is dat gegaan?
‘Op een maandagmiddag werd ik gebeld door iemand van De Vroedt & Thierry, een headhuntersbureau. Hij vroeg of ik interesse had algemeen directeur van ADO Den Haag te worden. De club was een sollicitatieprocedure gestart en zij wilden mij inbrengen als kandidaat. Ik heb met ze gesproken, dat liep goed en zo ben ik de procedure in gerold.’
Als dark horse – u was nummer elf – terwijl er al tien kandidaten waren.
‘Dat die namen zijn uitgelekt, kan ik ook niet helpen. Onbegrijpelijk dat dit is gebeurd. Maar al die kandidaten stonden willekeurig op een lijst. Dus eerste, vijfde, elfde – je kon er geen conclusies aan verbinden.’
`Ik had het gevoel dat het proces naar mijn benoeming bij ADO Den Haag niet zuiver verliep`
Toen?
‘Ik kreeg een gesprek met de heer Wang, de grootaandeelhouder, en Ad Melkert, toen voorzitter van de raad van commissarissen. Het was in het Savarin Hotel in Rijswijk. Ik had De Vroedt & Thierry gevraagd of ik een presentatie mocht geven. “Blijf dicht bij jezelf”, zeiden ze. Dus ik heb dat gedaan, een aantal punten op papier gezet over hoe ik naar ADO Den Haag keek. Daarna belde De Vroedt & Thierry weer en had ik bij hen op kantoor een onderhoud van tweeënhalf uur. Vervolgens kwam er nog een gesprek, in het HNK-verzamelgebouw. Moest ik de leden van de rvc en de aandeelhouders leren kennen. Daarop nóg een gesprek met Melkert…’
U dacht niet…
‘Wacht effe, ja, natuurlijk! Het zou gaan om drie gesprekken, maar inmiddels had ik er al een stuk of zeven achter de rug. Vond ik wel frappant. Ik heb mezelf dan ook twee keer willen terugtrekken uit de procedure, sterker: heb ik ook daadwerkelijk aangeboden. Het werd me alleen sterk afgeraden, omdat ze mij de sterkste kandidaat vonden.’
U had ook kunnen bedenken: Ze willen me niet.
‘Ja, natuurlijk. Maar tegelijkertijd is dat gevoel gebaseerd op niks. Ad Melkert heeft dat nooit zo tegen me gezegd. Alleen, de handelingen, het proces, het manipuleren van informatie, zaken laten lekken naar de media… Het gaf me vooral het gevoel dat het proces niet zuiver verliep, Vandaar dat ik tot twee keer toe eruit wilde stappen. Ik vond het op z’n zachtst gezegd merkwaardig.’
Maar u was zo ijdel het wel te willen gaan doen?
‘Misschien. Je kunt het ook doorzettingsvermogen noemen, of karakter, of het idee hebben dat je van waarde kan zijn voor zo’n club. Misschien is het wel van alles een beetje, dat ik dacht: Misschien wilden de mensen wel dat ik het niet zou doen. Nou, dan doe ik het wél. Ik heb zelf niet gebeld, die headhunter belde míj.’
Wat zou de reden kunnen zijn dat ze u niet wilden?
‘Angst voor jong en vers bloed wellicht?’
Een aantal mensen ziet u als loopjongen van de Chinezen. Doet u dat wat?
‘Zulke kritiek laat ik als water over de rug van een eend van me af glijden. Ik snap ook niet waarom ze dat denken.’
U was nog niet binnen of de ene na de andere medewerker sneuvelde.
‘Ad Melkert was de eerste, want het boterde niet tussen hem en United Vansen. Fons Groenendijk stapte zelf op en het contract van Jeffrey van As werd niet verlengd. Natuurlijk is dat in overleg gegaan met de rvc. Het zijn normale procedures geweest.’
Het komt er dus op neer dat u luistert naar United Vansen.
‘Ik praat met en luister naar iedereen, van de grootaandeelhouder tot de stakeholders, de commissarissen enzovoort. Maar luisteren is iets anders dan alles zomaar blind uitvoeren. Je komt gezamenlijk tot een conclusie. Voor de good governance is de directie eindverantwoordelijk, met de rvc als controlerend orgaan erboven. Zo sta ik er wel in. Maar uiteindelijk zijn zij, United Vansen, wel de baas. Deze mensen hebben nu vijfenhalf jaar de aandelen van de club, los van de periode dat ze even ergens anders waren. Maar nooit hebben ze het gevoel gehad dat ze konden meedenken, laat staan meebepalen, over het beleid bij ADO Den Haag.`
`Je moet het zo zien: stel, jij hebt een huis gekocht. Je loopt naar binnen met je vrouw en dan gaat de bel. De buurman en buurvrouw. Die zeggen: “Gefeliciteerd met jullie huis, hartstikke leuk, maar wij gaan het inrichten”. Dan zeg jij toch: Hoe bedoel je? Is toch mijn huis? Zo was mijn gevoel bij de relatie tussen ADO Den Haag en United Vansen. Ik had ook gewoon kunnen vragen of ze op dit moment alleen even de tekorten wilden aanvullen, maar dat is niet de manier de club verder vooruit te helpen. Ik verbind liever dan dat ik irriteer.’
Poserend met de nieuwe trainer Alan Pardew (rechts) en zijn assistent Chris Powell.
Schrok u bij wat u aantrof?
‘Ik schrik niet snel, maar besefte wel direct dat dit op z’n minst een gigantische uitdaging ging worden.’
Waarom zegt u niet gewoon: Er wordt hier zo veel geld betaald aan salarissen voor middelmatige spelers zonder restwaarde, dat ADO zo goed als technisch failliet is?
‘Luister, ik ga niet oordelen over beslissingen die in het verleden zijn genomen. Wil ik niet, kan ik niet. Maar het is wel belangrijk voor ADO Den Haag dat we duidelijkheid scheppen naar de spelers, de rvc, aandeelhouders, de stakeholders en de markt, hoe we de komende jaren financieel te werk willen gaan.’
Nog een keer: schrok u bij wat u aantrof?
‘Nogmaals: nee. Maar ik zag wel een aantal dingen die ik anders had verwacht. Dan moet je denken aan de organisatiestructuur, de beslissingstrajecten, de communicatie richting rvc en United Vansen.’
Waar begint een nieuwe algemeen directeur dan?
`Als ADO Den Haag echt verder wil, zal iedereen zijn eigen agenda opzij moeten leggen en meegaan in die van de club`
‘Bij het begin. Terug naar de basis. Je moet eerst zeker weten dat het team waarmee jij als directeur gaat werken, dedicated is. Als je team niet voldoet, ga jij het zelf ook niet redden. Daarna ga je kijken naar de structuur van de club en daarbij verzin je profielen. Welke karakters heeft ADO Den Haag nodig om de komende jaren te kunnen groeien? Dat heb ik gedaan.’
U moest binnen honderd dagen een beleidsplan presenteren en zorgen dat intern iedereen weer op één lijn zit. Is dat gelukt?
‘We zijn in november naar China geweest en daar hebben we het meerjarenplan gepresenteerd. Dat werd goed onthaald. Vervolgens heb ik dat plan besproken met diverse stakeholders, collega’s, supporters en noem maar op. Iedereen stond erachter. Oké, dan is er ook geen argument meer terug te kijken naar wat is geweest bij deze club. Dan moeten we aan de slag. Ik hoop dat ik iedereen op één lijn heb, maar wat me wel is opgevallen, is dat er een verschil zit tussen ja zéggen en ja dóén. Als ADO Den Haag echt verder wil, zal iedereen zijn eigen agenda opzij moeten leggen en meegaan in die van de club.’
`Martin is misschien wel de grootste transfer geweest voor ADO Den Haag`
Hoe hebt u Martin Jol aan boord gekregen? Die zat eerst als lid van de rvc in een kampje dat tegen de aandeelhouders uit China ageerde.
‘Ik heb Martin ons meerjarenplan gepresenteerd en hij raakte erdoor geënthousiasmeerd. Martin moest zich als lid van de rvc committeren aan de visie van de raad. Maar toen hij eruit was, viel hij over te halen. En nu zit er iemand die er echt mee bezig is. Hij heeft ADO Den Haag de laatste jaren van afstand gevolgd en vraagt zich af hoe het met de doorstroming zit van jeugd. Waar zijn de talenten? Waarom verkoopt deze club niet of nauwelijks spelers die zij zelf heeft opgeleid? Martin heeft daarover zo zijn ideeën. Zijn komst zorgt ervoor dat we op dat vlak stappen kunnen maken. Martin is misschien wel de grootste transfer geweest voor ADO Den Haag. Maar dat blijkt pas als we erin blijven dit seizoen. Hij is in ieder geval weer thuis.’
De grootaandeelhouder wil uw contract nu al verlengen. Maar stel dat het niet lukt en de club degradeert, heeft u dan gefaald?
‘We leven onder druk. Niet alleen ik, ook de staf, de nieuwe spelers, eigenlijk iedereen. We moeten erin blijven om echt te kunnen groeien. Ik gelóóf dat het lukt, alleen ben ik gevoelsmatig te laat erin gestapt. Liever was ik eerder begonnen bij de club. Nu zijn we bezig aan een herstelperiode, daarna treedt het meerjarenplan in werking dat door iedereen is goedgekeurd en omarmd. Als we degraderen, zullen we dat opnieuw moeten aanpassen. Maar ik ben van nature iemand die denkt in succes, niet in falen. Negatief gedachten zijn zo zonde van je tijd, dat heb ik dit jaar weer geleerd.’
Hoe?
‘Ik heb Pim Verbeek leren kennen toen ik bij de amateurs van Sparta werkte. Daarna hebben we altijd contact gehouden. Vorig jaar zag ik hem in Abu Dhabi, Pim was daar als bondscoach van Oman. Toen ik naar ADO Den Haag kon, belde ik Pim weer voor advies. “Je kunt het”, zei hij, “maar blijf wel dicht bij jezelf”. Onlangs speelden we vriendschappelijk tegen Sparta. Pim belde dat-ie kwam kijken. Samen met Henk van Stee heeft hij toen nog mee geluncht. Maar wat gebeurde er? Na de wedstrijd liep ik met hem mee. We gaven elkaar altijd een knuffel, maar dit keer hield hij me langer vast. “Mo, ik ben trots op je”, zei hij. Ik was blij, want ik hechtte veel waarde aan wat hij zei. Maar het bleek een afscheidsknuffel. Een tijdje later was hij overleden. Pims dood grijpt me nog steeds aan. Hij hielp mensen, zonder dat-ie ermee te koop liep, was altijd positief. Daar denk ik aan als we het met ADO Den Haag moeilijk hebben. Altijd geloven
0
|
Donderdag 30 januari 2020 om 19:49 uur |
GroenGeelHart070
Voor de geïnteresseerden, interview VI met Hamdi:
Net binnen
Video
PRO
Van Sjeik Mansour tot ADO: het pad van de directeur die voor nieuw leven moet zorgen
© ADO Den Haag/Laurens Lindhout
Van Sjeik Mansour tot ADO: het pad van de directeur die voor nieuw leven moet zorgen
17.00 uur
Opslaan
Door Martijn Krabbendam Martijn KrabbendamINTERVIEW
Hij coachte net zo makkelijk het Rotterdamse daklozenelftal als dat hij over voetbal praat met His Highness sjeik Mansour van de Football Group. ‘Ik ben een verbinder’, zegt Mohammed Hamdi (36). Hij zal dat karakter nodig hebben om als algemeen directeur van het moeilijke ADO Den Haag één club te maken, met één missie en één gedachte.
De uitbater van het restaurant kon zijn ogen niet geloven. Aan de dis: Premier League-ervaring met Martin Jol en Alan Pardew. Verder: vertegenwoordigers van ADO Den Haag en de grootaandeelhouders uit China, United Vansen. Met z’n allen aan één tafel, een dag voor
de wedstrijd tegen RKC Waalwijk. ADO Den Haag leek wel een eenheid. ‘Mooie anekdote’, glimlacht algemeen directeur Mohammed Hamdi. ‘Of-ie klopt? Zou zomaar kunnen. In ieder geval is dat wel waar we naar streven: één club, één missie, één gedachte.’
`Ik ben het levende voorbeeld dat dromen kunnen uitkomen`
Er zijn mensen die zullen zeggen: ‘Welkom in Utopia.’
‘Ongetwijfeld, maar ik zeg dan dat ik het levende voorbeeld ben dat dromen kunnen uitkomen.’
Wat is het levensverhaal van Mohammed Hamdi?
‘Ik was drie toen mijn ouders besloten vanuit Marokko naar Nederland te verhuizen. Zo kwam ik in Leiden terecht, dus dat wordt dan je thuis. Ik ben er begonnen met voetballen bij Lugdunum, daarna ging ik naar UVS, de hoogst spelende club uit de stad. In de jeugd ben ik nog twee keer verhuisd naar FC Lisse en Tonegido/Haagse Bluf waar ik in de Reserve Hoofdklasse ging spelen, tot ik erachter kwam dat ik niet goed genoeg was voor dat niveau.`
`Op mijn 21se raakte ik ook zwaar geblesseerd. De droom als prof de top te halen, had ik al laten varen, maar niettemin is het een hard gelag als je op die leeftijd niet meer mag voetballen. Maar het triggerde wel iets in me, precies wat ik net al zei. Ik stelde mezelf de vraag welke bagage je nodig hebt om in het voetbal te kunnen werken. Het meest voor de hand lag: je trainersdiploma’s. Die ben ik gaan halen, UEFA C en B. Daarmee kon ik aan de slag bij de jeugd van de amateurtak van Sparta Rotterdam. Trainde ik de B2. Later werd ik assistent van Mike Obiku bij de A1. Toen er een positie vrijkwam als manager jeugdzaken, ben ik dat gaan doen. Hield niks anders in dan dat je zorgde dat de communicatie met trainers, spelers, maar ook de bvo een beetje smooth verliep. Heb ik twee jaar gedaan. Toen ging ik naar SVV in Schiedam, de Onder-13 trainen.`
`Omdat ik ook wilde weten hoe het was een seniorenploeg te trainen, heb ik twee jaar De Ster uit Den Haag onder mijn hoede gehad. Zondagderdeklasser, maar hartstikke dankbaar werk. Alleen wist ik dat ik als trainer nooit de top zou halen, hoewel ik nog een WK heb meegemaakt. Met het daklozenteam van Rotterdamwerden we Nederlands kampioen. Was een initiatief van het Leger des Heils. Stonden we ineens op de grote Plaza van Mexico-City het WK voor daklozenteams te spelen. Daar trof het me voor het eerst. Dat je voetbal kon laten samensmelten met discipline, afspraken nakomen. Ik was trainer, manager en maatschappelijk werker tegelijk. Oké, als je komt trainen, kunnen we je aan een stage helpen. Veel van die gasten hebben zich op die manier uiteindelijk losgewerkt uit de ellende. Huisje-boompje-beestje. Ik ben er nog steeds trots op. In die verbindende rol voelde ik me thuis. Praten, afspraken maken, deals sluiten… Dat moest het worden.’
In 2013 begon u bij ADO Den Haag op de commerciële afdeling.
‘Die vacature verbond alles met elkaar wat ik het liefst deed. Ik had al wat commerciële klussen gedaan en dat ging goed. Opgeteld bij mijn motivatie, de plannen die ik had en mijn liefde voor voetbal, vonden ze het bij ADO Den Haag wel een goede match. Dan blijkt dat de commerciële kant van voetbal een klein wereldje is. Iedere deal die je doet, wordt opgemerkt. Op een dag kreeg ik telefoon van Lagardère, een Frans bedrijf dat in die tijd de marketingrechten had van FC Utrecht, Roda JC en NEC. Plus de rechten voor Euro 2016. Die moest ik in Nederland aan de man zien te brengen.`
`Maar wat gebeurt er? Oranje plaatst zich niet. Dat is voor supporters een schok, maar ik heb gevoeld wat het aan de commerciële kant doet: geen bedrijf geïnteresseerd. Ik ben toen plompverloren naar België doorgeschakeld. Da’s het voordeel van corporate bedrijven, die hebben in meer landen holdings zitten. Op die manier heb ik toch nog mijn targets kunnen halen.`
`Nou, ja, dat valt op in een kleine wereld. Lagardère wilde dat ik mijn visie losliet op de commerciële afdelingen van Utrecht, Roda en NEC. Zo kon ik ineens meekijken in de keuken van drie clubs. Maar dat niet alleen. Lagardère is groot, in Duitsland deden ze dat voor Borussia Dortmund, Hamburger SV. Kon ik ook daar in de keuken kijken. Toen kreeg ik het idee dat dit mijn werk was. Ik ben de cursus management betaald voetbal gaan volgen bij de KNVB. Dat is wel een aardig houvast, maar het blijft slechts een tool.`
`Eén keer in de maand naar Zeist en tussendoor werken in projectgroepjes. Ik combineerde het met mijn werk voor Lagardère, maar keek verder. Ik zag steeds meer Aziatische bedrijven zich bemoeien met het voetbal. Dus toen Infront Sport zich meldde bij me, wist ik dat ze waren overgenomen door de Wanda Group, dat aandeelhouder was geworden van Atlético Madrid. Voor mij betekende dat weer een andere dynamiek qua werk. Ineens zat ik ook bij andere sporten dan alleen voetbal. Ik leerde bijvoorbeeld de commerciële kant van schaatsen en basketbal kennen.’
`Ik heb niet veel trainers meegemaakt, maar Henk ten Cate is wel een van de besten`
Wat moet je ermee?
‘Ik ontwikkel me graag allround, wil de dynamiek leren kennen van andere sporten, de tv-rechten, mediadeals. Tegelijk volgde ik een studie Business of Sports Management in Slot Zeist. Ontwikkelen, ontwikkelen, leren… Alles op het gebied van bedrijfskunde. Dat is wat ik wilde. Voordeel is dat ik nu kan meepraten over de sportpakketten. Wij krijgen steeds een benchmark-report over de andere Eredivisie-clubs en Europese teams. Maar ik wil ze ook van andere sporten hebben. Dat zijn globaal gezien net zo goed je concurrenten. Wat ik eraan heb? Ik praat momenteel met sportmarketingbureaus die niet uit het voetbal komen, maar die ADO Den Haag interessant vinden vanwege de Chinese connectie. Met hen kan ik praten op niveau. Dát heb ik eraan. Alles in het leven draait om relaties, netwerken, kennis.’
Zo kwam u in Azië terecht?
‘Tijdens een seminar raakte ik in gesprek met iemand die heel goed was met de beleidsbepalers van Al Jazira uit Abu Dhabi. Die man zei dat mijn profiel prima paste bij de club, want ze zochten net een commercieel directeur uit Europa die Arabisch sprak. Nou, een paar afspraken later was ik aangenomen. Met de ceo, Ayed Mabkhout, had ik meteen een klik. Helemaal gek van het Nederlands voetbal, heel pienter ook.`
`Wat ook meespeelde dat ik er graag naartoe wilde, was de aanwezigheid van Henk ten Cate. Ik heb niet veel trainers meegemaakt, maar Henk is wel een van de besten. Niet alleen vanwege zijn veldtrainingen, ook door de manier waarop hij leidinggaf: hij was echt de baas, wist precies hoe hij dat moest doen in die cultuur. Ik heb van dichtbij kunnen zien hoe we met Al Jazira lang met 1-0 voorstonden tegen Real Madrid in de halve finale van het WK voor clubteams. Uiteindelijk verloren we, maar de manier waarop Henk dat toen heeft neergezet, maakte indruk. Veel van geleerd op voetbalgebied wat me later van pas kon komen.’
Wat was uw rol?
‘De club vermarkten. Al Jazira is een eigen entiteit, met dezelfde eigenaar als de City Football Group: sjeik Mansour, die ook eigenaar is van Manchester City, New York FC en Melbourne City. Maar dat betekende volgens mij niet dat ik geen synergie kon zoeken met de businessclubs van die clubs. Daardoor ontstond er een ander businessmodel. Was een prima plan, al zeg ik het zelf. Zij gingen zelf geloven in het concept van business to business. Zo had Al Jazira ook wat aan het internationale netwerk van His Highness.’
Waarom noemt u hem zo? Hij is er niet en zal dit verhaal ongetwijfeld niet lezen.
‘Omdat hij lid is van de Royal Family. Ik heb sjeik Mansour laatst nog ontmoet tijdens een Ramadan Iftar in Abu Dhabi. Heel normale man, zeer benaderbaar en gek op voetbal. En hij heeft een visie waaraan veel investeerders een voorbeeld kunnen nemen. Of beter: hadden kunnen nemen, want nu zijn ze te laat.’
Wat dan? Met veel geld van Manchester City een winnende club maken?
‘Dat is één ding, ja. Succes leidt tot meer succes, dus moet je ergens beginnen. Maar na City heeft hij in elk werelddeel een club overgenomen, helemaal naar zijn hand gezet volgens de visie van de Football Group. Die clubs worden gerund op dezelfde wijze, door mensen die eerst in de keuken bij Man City hebben gekeken en die visie nu verspreiden. Dát is synergie. His Highness verbindt Etihad Airways als shirtsponsor, dus dat merk krijgt ook wereldwijde aandacht. Zo versterkt alles elkaar. Een visie, een doel. Vind ik indrukwekkend.’
Sheik Mansour is een heel normale man, zeer benaderbaar en gek op voetbal.
Wat heeft uw tijd in het internationale voetbal u geleerd?
‘Dat we in Nederland naar binnen gekeerd zijn als het gaat om het vermarkten van ons voetbal. De Eredivisie is een merk, maar we doen er volgens mij te weinig mee. Ja, nu praten we even over de BeNeLiga, dat is tenminste iets en los van de vraag of het echt iets wordt, is het natuurlijk veel te laat dat we deze gesprekken überhaupt voeren. Ik heb eerder gezegd dat iemand zoals Chris Woerts, de beste op zijn vakgebied, allang de boer op had gemoeten met de Eredivisie. We blijven klein, doordat we klein willen blijven. Niet omdat het moet.’
Wat had Nederland kunnen doen?
‘Wat niet? Je hebt een competitie waar grote talenten hun eerste stappen hebben gezet. Dat alleen is al een businessplan. Maar het gaat er vooral om wat je er zelf aan doet. Met kerst gaan Nederlanders naar Engeland om voetbal te kijken, terwijl hier alles stilligt, omdat trainers en spelers bij hun families willen zijn. Ook goed, maar zo mis je kansen.’
Als directeur van ADO Den Haag is dat niet uw pakkie aan.
‘Nee, maar ik zie de kansen wel…’
`Sjeik Mansour heeft een visie waaraan veel investeerders een voorbeeld kunnen nemen`
Laat de club zich eerst maar eens handhaven.
‘We doen er met z’n allen alles aan dat te realiseren.’
FC Utrecht-ADO Den Haag 4-0. Had u dat geld voor die nieuwe technische staf en spelers maar in uw zak gehouden.
‘Nee, want op dezelfde voet verdergaan als we deden, was geen optie. Natuurlijk is het een tegenvaller als je kansloos verliest bij FC Utrecht, maar het is nog kanslozer als je nu ineens van koers verandert. Deze ploeg en staf zijn pas net begonnen. Je mag geen wonderen verwachten. Ik kijk er anders naar: twee wedstrijden, drie punten, want van RKC hebben we gewonnen. Zo gaan we door, tot aan het einde. Kortetermijndenken, om uiteindelijk een goede lange termijn te kunnen plannen. En alle transfers die we hebben gedaan, zijn financieel verantwoord.’
Zes jaar nadat u bij ADO Den Haag was vertrokken als commercieel medewerker, keerde u terug als algemeen directeur. Hoe is dat gegaan?
‘Op een maandagmiddag werd ik gebeld door iemand van De Vroedt & Thierry, een headhuntersbureau. Hij vroeg of ik interesse had algemeen directeur van ADO Den Haag te worden. De club was een sollicitatieprocedure gestart en zij wilden mij inbrengen als kandidaat. Ik heb met ze gesproken, dat liep goed en zo ben ik de procedure in gerold.’
Als dark horse – u was nummer elf – terwijl er al tien kandidaten waren.
‘Dat die namen zijn uitgelekt, kan ik ook niet helpen. Onbegrijpelijk dat dit is gebeurd. Maar al die kandidaten stonden willekeurig op een lijst. Dus eerste, vijfde, elfde – je kon er geen conclusies aan verbinden.’
`Ik had het gevoel dat het proces naar mijn benoeming bij ADO Den Haag niet zuiver verliep`
Toen?
‘Ik kreeg een gesprek met de heer Wang, de grootaandeelhouder, en Ad Melkert, toen voorzitter van de raad van commissarissen. Het was in het Savarin Hotel in Rijswijk. Ik had De Vroedt & Thierry gevraagd of ik een presentatie mocht geven. “Blijf dicht bij jezelf”, zeiden ze. Dus ik heb dat gedaan, een aantal punten op papier gezet over hoe ik naar ADO Den Haag keek. Daarna belde De Vroedt & Thierry weer en had ik bij hen op kantoor een onderhoud van tweeënhalf uur. Vervolgens kwam er nog een gesprek, in het HNK-verzamelgebouw. Moest ik de leden van de rvc en de aandeelhouders leren kennen. Daarop nóg een gesprek met Melkert…’
U dacht niet…
‘Wacht effe, ja, natuurlijk! Het zou gaan om drie gesprekken, maar inmiddels had ik er al een stuk of zeven achter de rug. Vond ik wel frappant. Ik heb mezelf dan ook twee keer willen terugtrekken uit de procedure, sterker: heb ik ook daadwerkelijk aangeboden. Het werd me alleen sterk afgeraden, omdat ze mij de sterkste kandidaat vonden.’
U had ook kunnen bedenken: Ze willen me niet.
‘Ja, natuurlijk. Maar tegelijkertijd is dat gevoel gebaseerd op niks. Ad Melkert heeft dat nooit zo tegen me gezegd. Alleen, de handelingen, het proces, het manipuleren van informatie, zaken laten lekken naar de media… Het gaf me vooral het gevoel dat het proces niet zuiver verliep, Vandaar dat ik tot twee keer toe eruit wilde stappen. Ik vond het op z’n zachtst gezegd merkwaardig.’
Maar u was zo ijdel het wel te willen gaan doen?
‘Misschien. Je kunt het ook doorzettingsvermogen noemen, of karakter, of het idee hebben dat je van waarde kan zijn voor zo’n club. Misschien is het wel van alles een beetje, dat ik dacht: Misschien wilden de mensen wel dat ik het niet zou doen. Nou, dan doe ik het wél. Ik heb zelf niet gebeld, die headhunter belde míj.’
Wat zou de reden kunnen zijn dat ze u niet wilden?
‘Angst voor jong en vers bloed wellicht?’
Een aantal mensen ziet u als loopjongen van de Chinezen. Doet u dat wat?
‘Zulke kritiek laat ik als water over de rug van een eend van me af glijden. Ik snap ook niet waarom ze dat denken.’
U was nog niet binnen of de ene na de andere medewerker sneuvelde.
‘Ad Melkert was de eerste, want het boterde niet tussen hem en United Vansen. Fons Groenendijk stapte zelf op en het contract van Jeffrey van As werd niet verlengd. Natuurlijk is dat in overleg gegaan met de rvc. Het zijn normale procedures geweest.’
Het komt er dus op neer dat u luistert naar United Vansen.
‘Ik praat met en luister naar iedereen, van de grootaandeelhouder tot de stakeholders, de commissarissen enzovoort. Maar luisteren is iets anders dan alles zomaar blind uitvoeren. Je komt gezamenlijk tot een conclusie. Voor de good governance is de directie eindverantwoordelijk, met de rvc als controlerend orgaan erboven. Zo sta ik er wel in. Maar uiteindelijk zijn zij, United Vansen, wel de baas. Deze mensen hebben nu vijfenhalf jaar de aandelen van de club, los van de periode dat ze even ergens anders waren. Maar nooit hebben ze het gevoel gehad dat ze konden meedenken, laat staan meebepalen, over het beleid bij ADO Den Haag.`
`Je moet het zo zien: stel, jij hebt een huis gekocht. Je loopt naar binnen met je vrouw en dan gaat de bel. De buurman en buurvrouw. Die zeggen: “Gefeliciteerd met jullie huis, hartstikke leuk, maar wij gaan het inrichten”. Dan zeg jij toch: Hoe bedoel je? Is toch mijn huis? Zo was mijn gevoel bij de relatie tussen ADO Den Haag en United Vansen. Ik had ook gewoon kunnen vragen of ze op dit moment alleen even de tekorten wilden aanvullen, maar dat is niet de manier de club verder vooruit te helpen. Ik verbind liever dan dat ik irriteer.’
Poserend met de nieuwe trainer Alan Pardew (rechts) en zijn assistent Chris Powell.
Schrok u bij wat u aantrof?
‘Ik schrik niet snel, maar besefte wel direct dat dit op z’n minst een gigantische uitdaging ging worden.’
Waarom zegt u niet gewoon: Er wordt hier zo veel geld betaald aan salarissen voor middelmatige spelers zonder restwaarde, dat ADO zo goed als technisch failliet is?
‘Luister, ik ga niet oordelen over beslissingen die in het verleden zijn genomen. Wil ik niet, kan ik niet. Maar het is wel belangrijk voor ADO Den Haag dat we duidelijkheid scheppen naar de spelers, de rvc, aandeelhouders, de stakeholders en de markt, hoe we de komende jaren financieel te werk willen gaan.’
Nog een keer: schrok u bij wat u aantrof?
‘Nogmaals: nee. Maar ik zag wel een aantal dingen die ik anders had verwacht. Dan moet je denken aan de organisatiestructuur, de beslissingstrajecten, de communicatie richting rvc en United Vansen.’
Waar begint een nieuwe algemeen directeur dan?
`Als ADO Den Haag echt verder wil, zal iedereen zijn eigen agenda opzij moeten leggen en meegaan in die van de club`
‘Bij het begin. Terug naar de basis. Je moet eerst zeker weten dat het team waarmee jij als directeur gaat werken, dedicated is. Als je team niet voldoet, ga jij het zelf ook niet redden. Daarna ga je kijken naar de structuur van de club en daarbij verzin je profielen. Welke karakters heeft ADO Den Haag nodig om de komende jaren te kunnen groeien? Dat heb ik gedaan.’
U moest binnen honderd dagen een beleidsplan presenteren en zorgen dat intern iedereen weer op één lijn zit. Is dat gelukt?
‘We zijn in november naar China geweest en daar hebben we het meerjarenplan gepresenteerd. Dat werd goed onthaald. Vervolgens heb ik dat plan besproken met diverse stakeholders, collega’s, supporters en noem maar op. Iedereen stond erachter. Oké, dan is er ook geen argument meer terug te kijken naar wat is geweest bij deze club. Dan moeten we aan de slag. Ik hoop dat ik iedereen op één lijn heb, maar wat me wel is opgevallen, is dat er een verschil zit tussen ja zéggen en ja dóén. Als ADO Den Haag echt verder wil, zal iedereen zijn eigen agenda opzij moeten leggen en meegaan in die van de club.’
`Martin is misschien wel de grootste transfer geweest voor ADO Den Haag`
Hoe hebt u Martin Jol aan boord gekregen? Die zat eerst als lid van de rvc in een kampje dat tegen de aandeelhouders uit China ageerde.
‘Ik heb Martin ons meerjarenplan gepresenteerd en hij raakte erdoor geënthousiasmeerd. Martin moest zich als lid van de rvc committeren aan de visie van de raad. Maar toen hij eruit was, viel hij over te halen. En nu zit er iemand die er echt mee bezig is. Hij heeft ADO Den Haag de laatste jaren van afstand gevolgd en vraagt zich af hoe het met de doorstroming zit van jeugd. Waar zijn de talenten? Waarom verkoopt deze club niet of nauwelijks spelers die zij zelf heeft opgeleid? Martin heeft daarover zo zijn ideeën. Zijn komst zorgt ervoor dat we op dat vlak stappen kunnen maken. Martin is misschien wel de grootste transfer geweest voor ADO Den Haag. Maar dat blijkt pas als we erin blijven dit seizoen. Hij is in ieder geval weer thuis.’
De grootaandeelhouder wil uw contract nu al verlengen. Maar stel dat het niet lukt en de club degradeert, heeft u dan gefaald?
‘We leven onder druk. Niet alleen ik, ook de staf, de nieuwe spelers, eigenlijk iedereen. We moeten erin blijven om echt te kunnen groeien. Ik gelóóf dat het lukt, alleen ben ik gevoelsmatig te laat erin gestapt. Liever was ik eerder begonnen bij de club. Nu zijn we bezig aan een herstelperiode, daarna treedt het meerjarenplan in werking dat door iedereen is goedgekeurd en omarmd. Als we degraderen, zullen we dat opnieuw moeten aanpassen. Maar ik ben van nature iemand die denkt in succes, niet in falen. Negatief gedachten zijn zo zonde van je tijd, dat heb ik dit jaar weer geleerd.’
Hoe?
‘Ik heb Pim Verbeek leren kennen toen ik bij de amateurs van Sparta werkte. Daarna hebben we altijd contact gehouden. Vorig jaar zag ik hem in Abu Dhabi, Pim was daar als bondscoach van Oman. Toen ik naar ADO Den Haag kon, belde ik Pim weer voor advies. “Je kunt het”, zei hij, “maar blijf wel dicht bij jezelf”. Onlangs speelden we vriendschappelijk tegen Sparta. Pim belde dat-ie kwam kijken. Samen met Henk van Stee heeft hij toen nog mee geluncht. Maar wat gebeurde er? Na de wedstrijd liep ik met hem mee. We gaven elkaar altijd een knuffel, maar dit keer hield hij me langer vast. “Mo, ik ben trots op je”, zei hij. Ik was blij, want ik hechtte veel waarde aan wat hij zei. Maar het bleek een afscheidsknuffel. Een tijdje later was hij overleden. Pims dood grijpt me nog steeds aan. Hij hielp mensen, zonder dat-ie ermee te koop liep, was altijd positief. Daar denk ik aan als we het met ADO Den Haag moeilijk hebben. Altijd geloven dat het kán.’
Net binnen
Video
PRO
Van Sjeik Mansour tot ADO: het pad van de directeur die voor nieuw leven moet zorgen
© ADO Den Haag/Laurens Lindhout
Van Sjeik Mansour tot ADO: het pad van de directeur die voor nieuw leven moet zorgen
17.00 uur
Opslaan
Door Martijn Krabbendam Martijn KrabbendamINTERVIEW
Hij coachte net zo makkelijk het Rotterdamse daklozenelftal als dat hij over voetbal praat met His Highness sjeik Mansour van de Football Group. ‘Ik ben een verbinder’, zegt Mohammed Hamdi (36). Hij zal dat karakter nodig hebben om als algemeen directeur van het moeilijke ADO Den Haag één club te maken, met één missie en één gedachte.
De uitbater van het restaurant kon zijn ogen niet geloven. Aan de dis: Premier League-ervaring met Martin Jol en Alan Pardew. Verder: vertegenwoordigers van ADO Den Haag en de grootaandeelhouders uit China, United Vansen. Met z’n allen aan één tafel, een dag voor
de wedstrijd tegen RKC Waalwijk. ADO Den Haag leek wel een eenheid. ‘Mooie anekdote’, glimlacht algemeen directeur Mohammed Hamdi. ‘Of-ie klopt? Zou zomaar kunnen. In ieder geval is dat wel waar we naar streven: één club, één missie, één gedachte.’
`Ik ben het levende voorbeeld dat dromen kunnen uitkomen`
Er zijn mensen die zullen zeggen: ‘Welkom in Utopia.’
‘Ongetwijfeld, maar ik zeg dan dat ik het levende voorbeeld ben dat dromen kunnen uitkomen.’
Wat is het levensverhaal van Mohammed Hamdi?
‘Ik was drie toen mijn ouders besloten vanuit Marokko naar Nederland te verhuizen. Zo kwam ik in Leiden terecht, dus dat wordt dan je thuis. Ik ben er begonnen met voetballen bij Lugdunum, daarna ging ik naar UVS, de hoogst spelende club uit de stad. In de jeugd ben ik nog twee keer verhuisd naar FC Lisse en Tonegido/Haagse Bluf waar ik in de Reserve Hoofdklasse ging spelen, tot ik erachter kwam dat ik niet goed genoeg was voor dat niveau.`
`Op mijn 21se raakte ik ook zwaar geblesseerd. De droom als prof de top te halen, had ik al laten varen, maar niettemin is het een hard gelag als je op die leeftijd niet meer mag voetballen. Maar het triggerde wel iets in me, precies wat ik net al zei. Ik stelde mezelf de vraag welke bagage je nodig hebt om in het voetbal te kunnen werken. Het meest voor de hand lag: je trainersdiploma’s. Die ben ik gaan halen, UEFA C en B. Daarmee kon ik aan de slag bij de jeugd van de amateurtak van Sparta Rotterdam. Trainde ik de B2. Later werd ik assistent van Mike Obiku bij de A1. Toen er een positie vrijkwam als manager jeugdzaken, ben ik dat gaan doen. Hield niks anders in dan dat je zorgde dat de communicatie met trainers, spelers, maar ook de bvo een beetje smooth verliep. Heb ik twee jaar gedaan. Toen ging ik naar SVV in Schiedam, de Onder-13 trainen.`
`Omdat ik ook wilde weten hoe het was een seniorenploeg te trainen, heb ik twee jaar De Ster uit Den Haag onder mijn hoede gehad. Zondagderdeklasser, maar hartstikke dankbaar werk. Alleen wist ik dat ik als trainer nooit de top zou halen, hoewel ik nog een WK heb meegemaakt. Met het daklozenteam van Rotterdamwerden we Nederlands kampioen. Was een initiatief van het Leger des Heils. Stonden we ineens op de grote Plaza van Mexico-City het WK voor daklozenteams te spelen. Daar trof het me voor het eerst. Dat je voetbal kon laten samensmelten met discipline, afspraken nakomen. Ik was trainer, manager en maatschappelijk werker tegelijk. Oké, als je komt trainen, kunnen we je aan een stage helpen. Veel van die gasten hebben zich op die manier uiteindelijk losgewerkt uit de ellende. Huisje-boompje-beestje. Ik ben er nog steeds trots op. In die verbindende rol voelde ik me thuis. Praten, afspraken maken, deals sluiten… Dat moest het worden.’
In 2013 begon u bij ADO Den Haag op de commerciële afdeling.
‘Die vacature verbond alles met elkaar wat ik het liefst deed. Ik had al wat commerciële klussen gedaan en dat ging goed. Opgeteld bij mijn motivatie, de plannen die ik had en mijn liefde voor voetbal, vonden ze het bij ADO Den Haag wel een goede match. Dan blijkt dat de commerciële kant van voetbal een klein wereldje is. Iedere deal die je doet, wordt opgemerkt. Op een dag kreeg ik telefoon van Lagardère, een Frans bedrijf dat in die tijd de marketingrechten had van FC Utrecht, Roda JC en NEC. Plus de rechten voor Euro 2016. Die moest ik in Nederland aan de man zien te brengen.`
`Maar wat gebeurt er? Oranje plaatst zich niet. Dat is voor supporters een schok, maar ik heb gevoeld wat het aan de commerciële kant doet: geen bedrijf geïnteresseerd. Ik ben toen plompverloren naar België doorgeschakeld. Da’s het voordeel van corporate bedrijven, die hebben in meer landen holdings zitten. Op die manier heb ik toch nog mijn targets kunnen halen.`
`Nou, ja, dat valt op in een kleine wereld. Lagardère wilde dat ik mijn visie losliet op de commerciële afdelingen van Utrecht, Roda en NEC. Zo kon ik ineens meekijken in de keuken van drie clubs. Maar dat niet alleen. Lagardère is groot, in Duitsland deden ze dat voor Borussia Dortmund, Hamburger SV. Kon ik ook daar in de keuken kijken. Toen kreeg ik het idee dat dit mijn werk was. Ik ben de cursus management betaald voetbal gaan volgen bij de KNVB. Dat is wel een aardig houvast, maar het blijft slechts een tool.`
`Eén keer in de maand naar Zeist en tussendoor werken in projectgroepjes. Ik combineerde het met mijn werk voor Lagardère, maar keek verder. Ik zag steeds meer Aziatische bedrijven zich bemoeien met het voetbal. Dus toen Infront Sport zich meldde bij me, wist ik dat ze waren overgenomen door de Wanda Group, dat aandeelhouder was geworden van Atlético Madrid. Voor mij betekende dat weer een andere dynamiek qua werk. Ineens zat ik ook bij andere sporten dan alleen voetbal. Ik leerde bijvoorbeeld de commerciële kant van schaatsen en basketbal kennen.’
`Ik heb niet veel trainers meegemaakt, maar Henk ten Cate is wel een van de besten`
Wat moet je ermee?
‘Ik ontwikkel me graag allround, wil de dynamiek leren kennen van andere sporten, de tv-rechten, mediadeals. Tegelijk volgde ik een studie Business of Sports Management in Slot Zeist. Ontwikkelen, ontwikkelen, leren… Alles op het gebied van bedrijfskunde. Dat is wat ik wilde. Voordeel is dat ik nu kan meepraten over de sportpakketten. Wij krijgen steeds een benchmark-report over de andere Eredivisie-clubs en Europese teams. Maar ik wil ze ook van andere sporten hebben. Dat zijn globaal gezien net zo goed je concurrenten. Wat ik eraan heb? Ik praat momenteel met sportmarketingbureaus die niet uit het voetbal komen, maar die ADO Den Haag interessant vinden vanwege de Chinese connectie. Met hen kan ik praten op niveau. Dát heb ik eraan. Alles in het leven draait om relaties, netwerken, kennis.’
Zo kwam u in Azië terecht?
‘Tijdens een seminar raakte ik in gesprek met iemand die heel goed was met de beleidsbepalers van Al Jazira uit Abu Dhabi. Die man zei dat mijn profiel prima paste bij de club, want ze zochten net een commercieel directeur uit Europa die Arabisch sprak. Nou, een paar afspraken later was ik aangenomen. Met de ceo, Ayed Mabkhout, had ik meteen een klik. Helemaal gek van het Nederlands voetbal, heel pienter ook.`
`Wat ook meespeelde dat ik er graag naartoe wilde, was de aanwezigheid van Henk ten Cate. Ik heb niet veel trainers meegemaakt, maar Henk is wel een van de besten. Niet alleen vanwege zijn veldtrainingen, ook door de manier waarop hij leidinggaf: hij was echt de baas, wist precies hoe hij dat moest doen in die cultuur. Ik heb van dichtbij kunnen zien hoe we met Al Jazira lang met 1-0 voorstonden tegen Real Madrid in de halve finale van het WK voor clubteams. Uiteindelijk verloren we, maar de manier waarop Henk dat toen heeft neergezet, maakte indruk. Veel van geleerd op voetbalgebied wat me later van pas kon komen.’
Wat was uw rol?
‘De club vermarkten. Al Jazira is een eigen entiteit, met dezelfde eigenaar als de City Football Group: sjeik Mansour, die ook eigenaar is van Manchester City, New York FC en Melbourne City. Maar dat betekende volgens mij niet dat ik geen synergie kon zoeken met de businessclubs van die clubs. Daardoor ontstond er een ander businessmodel. Was een prima plan, al zeg ik het zelf. Zij gingen zelf geloven in het concept van business to business. Zo had Al Jazira ook wat aan het internationale netwerk van His Highness.’
Waarom noemt u hem zo? Hij is er niet en zal dit verhaal ongetwijfeld niet lezen.
‘Omdat hij lid is van de Royal Family. Ik heb sjeik Mansour laatst nog ontmoet tijdens een Ramadan Iftar in Abu Dhabi. Heel normale man, zeer benaderbaar en gek op voetbal. En hij heeft een visie waaraan veel investeerders een voorbeeld kunnen nemen. Of beter: hadden kunnen nemen, want nu zijn ze te laat.’
Wat dan? Met veel geld van Manchester City een winnende club maken?
‘Dat is één ding, ja. Succes leidt tot meer succes, dus moet je ergens beginnen. Maar na City heeft hij in elk werelddeel een club overgenomen, helemaal naar zijn hand gezet volgens de visie van de Football Group. Die clubs worden gerund op dezelfde wijze, door mensen die eerst in de keuken bij Man City hebben gekeken en die visie nu verspreiden. Dát is synergie. His Highness verbindt Etihad Airways als shirtsponsor, dus dat merk krijgt ook wereldwijde aandacht. Zo versterkt alles elkaar. Een visie, een doel. Vind ik indrukwekkend.’
Sheik Mansour is een heel normale man, zeer benaderbaar en gek op voetbal.
Wat heeft uw tijd in het internationale voetbal u geleerd?
‘Dat we in Nederland naar binnen gekeerd zijn als het gaat om het vermarkten van ons voetbal. De Eredivisie is een merk, maar we doen er volgens mij te weinig mee. Ja, nu praten we even over de BeNeLiga, dat is tenminste iets en los van de vraag of het echt iets wordt, is het natuurlijk veel te laat dat we deze gesprekken überhaupt voeren. Ik heb eerder gezegd dat iemand zoals Chris Woerts, de beste op zijn vakgebied, allang de boer op had gemoeten met de Eredivisie. We blijven klein, doordat we klein willen blijven. Niet omdat het moet.’
Wat had Nederland kunnen doen?
‘Wat niet? Je hebt een competitie waar grote talenten hun eerste stappen hebben gezet. Dat alleen is al een businessplan. Maar het gaat er vooral om wat je er zelf aan doet. Met kerst gaan Nederlanders naar Engeland om voetbal te kijken, terwijl hier alles stilligt, omdat trainers en spelers bij hun families willen zijn. Ook goed, maar zo mis je kansen.’
Als directeur van ADO Den Haag is dat niet uw pakkie aan.
‘Nee, maar ik zie de kansen wel…’
`Sjeik Mansour heeft een visie waaraan veel investeerders een voorbeeld kunnen nemen`
Laat de club zich eerst maar eens handhaven.
‘We doen er met z’n allen alles aan dat te realiseren.’
FC Utrecht-ADO Den Haag 4-0. Had u dat geld voor die nieuwe technische staf en spelers maar in uw zak gehouden.
‘Nee, want op dezelfde voet verdergaan als we deden, was geen optie. Natuurlijk is het een tegenvaller als je kansloos verliest bij FC Utrecht, maar het is nog kanslozer als je nu ineens van koers verandert. Deze ploeg en staf zijn pas net begonnen. Je mag geen wonderen verwachten. Ik kijk er anders naar: twee wedstrijden, drie punten, want van RKC hebben we gewonnen. Zo gaan we door, tot aan het einde. Kortetermijndenken, om uiteindelijk een goede lange termijn te kunnen plannen. En alle transfers die we hebben gedaan, zijn financieel verantwoord.’
Zes jaar nadat u bij ADO Den Haag was vertrokken als commercieel medewerker, keerde u terug als algemeen directeur. Hoe is dat gegaan?
‘Op een maandagmiddag werd ik gebeld door iemand van De Vroedt & Thierry, een headhuntersbureau. Hij vroeg of ik interesse had algemeen directeur van ADO Den Haag te worden. De club was een sollicitatieprocedure gestart en zij wilden mij inbrengen als kandidaat. Ik heb met ze gesproken, dat liep goed en zo ben ik de procedure in gerold.’
Als dark horse – u was nummer elf – terwijl er al tien kandidaten waren.
‘Dat die namen zijn uitgelekt, kan ik ook niet helpen. Onbegrijpelijk dat dit is gebeurd. Maar al die kandidaten stonden willekeurig op een lijst. Dus eerste, vijfde, elfde – je kon er geen conclusies aan verbinden.’
`Ik had het gevoel dat het proces naar mijn benoeming bij ADO Den Haag niet zuiver verliep`
Toen?
‘Ik kreeg een gesprek met de heer Wang, de grootaandeelhouder, en Ad Melkert, toen voorzitter van de raad van commissarissen. Het was in het Savarin Hotel in Rijswijk. Ik had De Vroedt & Thierry gevraagd of ik een presentatie mocht geven. “Blijf dicht bij jezelf”, zeiden ze. Dus ik heb dat gedaan, een aantal punten op papier gezet over hoe ik naar ADO Den Haag keek. Daarna belde De Vroedt & Thierry weer en had ik bij hen op kantoor een onderhoud van tweeënhalf uur. Vervolgens kwam er nog een gesprek, in het HNK-verzamelgebouw. Moest ik de leden van de rvc en de aandeelhouders leren kennen. Daarop nóg een gesprek met Melkert…’
U dacht niet…
‘Wacht effe, ja, natuurlijk! Het zou gaan om drie gesprekken, maar inmiddels had ik er al een stuk of zeven achter de rug. Vond ik wel frappant. Ik heb mezelf dan ook twee keer willen terugtrekken uit de procedure, sterker: heb ik ook daadwerkelijk aangeboden. Het werd me alleen sterk afgeraden, omdat ze mij de sterkste kandidaat vonden.’
U had ook kunnen bedenken: Ze willen me niet.
‘Ja, natuurlijk. Maar tegelijkertijd is dat gevoel gebaseerd op niks. Ad Melkert heeft dat nooit zo tegen me gezegd. Alleen, de handelingen, het proces, het manipuleren van informatie, zaken laten lekken naar de media… Het gaf me vooral het gevoel dat het proces niet zuiver verliep, Vandaar dat ik tot twee keer toe eruit wilde stappen. Ik vond het op z’n zachtst gezegd merkwaardig.’
Maar u was zo ijdel het wel te willen gaan doen?
‘Misschien. Je kunt het ook doorzettingsvermogen noemen, of karakter, of het idee hebben dat je van waarde kan zijn voor zo’n club. Misschien is het wel van alles een beetje, dat ik dacht: Misschien wilden de mensen wel dat ik het niet zou doen. Nou, dan doe ik het wél. Ik heb zelf niet gebeld, die headhunter belde míj.’
Wat zou de reden kunnen zijn dat ze u niet wilden?
‘Angst voor jong en vers bloed wellicht?’
Een aantal mensen ziet u als loopjongen van de Chinezen. Doet u dat wat?
‘Zulke kritiek laat ik als water over de rug van een eend van me af glijden. Ik snap ook niet waarom ze dat denken.’
U was nog niet binnen of de ene na de andere medewerker sneuvelde.
‘Ad Melkert was de eerste, want het boterde niet tussen hem en United Vansen. Fons Groenendijk stapte zelf op en het contract van Jeffrey van As werd niet verlengd. Natuurlijk is dat in overleg gegaan met de rvc. Het zijn normale procedures geweest.’
Het komt er dus op neer dat u luistert naar United Vansen.
‘Ik praat met en luister naar iedereen, van de grootaandeelhouder tot de stakeholders, de commissarissen enzovoort. Maar luisteren is iets anders dan alles zomaar blind uitvoeren. Je komt gezamenlijk tot een conclusie. Voor de good governance is de directie eindverantwoordelijk, met de rvc als controlerend orgaan erboven. Zo sta ik er wel in. Maar uiteindelijk zijn zij, United Vansen, wel de baas. Deze mensen hebben nu vijfenhalf jaar de aandelen van de club, los van de periode dat ze even ergens anders waren. Maar nooit hebben ze het gevoel gehad dat ze konden meedenken, laat staan meebepalen, over het beleid bij ADO Den Haag.`
`Je moet het zo zien: stel, jij hebt een huis gekocht. Je loopt naar binnen met je vrouw en dan gaat de bel. De buurman en buurvrouw. Die zeggen: “Gefeliciteerd met jullie huis, hartstikke leuk, maar wij gaan het inrichten”. Dan zeg jij toch: Hoe bedoel je? Is toch mijn huis? Zo was mijn gevoel bij de relatie tussen ADO Den Haag en United Vansen. Ik had ook gewoon kunnen vragen of ze op dit moment alleen even de tekorten wilden aanvullen, maar dat is niet de manier de club verder vooruit te helpen. Ik verbind liever dan dat ik irriteer.’
Poserend met de nieuwe trainer Alan Pardew (rechts) en zijn assistent Chris Powell.
Schrok u bij wat u aantrof?
‘Ik schrik niet snel, maar besefte wel direct dat dit op z’n minst een gigantische uitdaging ging worden.’
Waarom zegt u niet gewoon: Er wordt hier zo veel geld betaald aan salarissen voor middelmatige spelers zonder restwaarde, dat ADO zo goed als technisch failliet is?
‘Luister, ik ga niet oordelen over beslissingen die in het verleden zijn genomen. Wil ik niet, kan ik niet. Maar het is wel belangrijk voor ADO Den Haag dat we duidelijkheid scheppen naar de spelers, de rvc, aandeelhouders, de stakeholders en de markt, hoe we de komende jaren financieel te werk willen gaan.’
Nog een keer: schrok u bij wat u aantrof?
‘Nogmaals: nee. Maar ik zag wel een aantal dingen die ik anders had verwacht. Dan moet je denken aan de organisatiestructuur, de beslissingstrajecten, de communicatie richting rvc en United Vansen.’
Waar begint een nieuwe algemeen directeur dan?
`Als ADO Den Haag echt verder wil, zal iedereen zijn eigen agenda opzij moeten leggen en meegaan in die van de club`
‘Bij het begin. Terug naar de basis. Je moet eerst zeker weten dat het team waarmee jij als directeur gaat werken, dedicated is. Als je team niet voldoet, ga jij het zelf ook niet redden. Daarna ga je kijken naar de structuur van de club en daarbij verzin je profielen. Welke karakters heeft ADO Den Haag nodig om de komende jaren te kunnen groeien? Dat heb ik gedaan.’
U moest binnen honderd dagen een beleidsplan presenteren en zorgen dat intern iedereen weer op één lijn zit. Is dat gelukt?
‘We zijn in november naar China geweest en daar hebben we het meerjarenplan gepresenteerd. Dat werd goed onthaald. Vervolgens heb ik dat plan besproken met diverse stakeholders, collega’s, supporters en noem maar op. Iedereen stond erachter. Oké, dan is er ook geen argument meer terug te kijken naar wat is geweest bij deze club. Dan moeten we aan de slag. Ik hoop dat ik iedereen op één lijn heb, maar wat me wel is opgevallen, is dat er een verschil zit tussen ja zéggen en ja dóén. Als ADO Den Haag echt verder wil, zal iedereen zijn eigen agenda opzij moeten leggen en meegaan in die van de club.’
`Martin is misschien wel de grootste transfer geweest voor ADO Den Haag`
Hoe hebt u Martin Jol aan boord gekregen? Die zat eerst als lid van de rvc in een kampje dat tegen de aandeelhouders uit China ageerde.
‘Ik heb Martin ons meerjarenplan gepresenteerd en hij raakte erdoor geënthousiasmeerd. Martin moest zich als lid van de rvc committeren aan de visie van de raad. Maar toen hij eruit was, viel hij over te halen. En nu zit er iemand die er echt mee bezig is. Hij heeft ADO Den Haag de laatste jaren van afstand gevolgd en vraagt zich af hoe het met de doorstroming zit van jeugd. Waar zijn de talenten? Waarom verkoopt deze club niet of nauwelijks spelers die zij zelf heeft opgeleid? Martin heeft daarover zo zijn ideeën. Zijn komst zorgt ervoor dat we op dat vlak stappen kunnen maken. Martin is misschien wel de grootste transfer geweest voor ADO Den Haag. Maar dat blijkt pas als we erin blijven dit seizoen. Hij is in ieder geval weer thuis.’
De grootaandeelhouder wil uw contract nu al verlengen. Maar stel dat het niet lukt en de club degradeert, heeft u dan gefaald?
‘We leven onder druk. Niet alleen ik, ook de staf, de nieuwe spelers, eigenlijk iedereen. We moeten erin blijven om echt te kunnen groeien. Ik gelóóf dat het lukt, alleen ben ik gevoelsmatig te laat erin gestapt. Liever was ik eerder begonnen bij de club. Nu zijn we bezig aan een herstelperiode, daarna treedt het meerjarenplan in werking dat door iedereen is goedgekeurd en omarmd. Als we degraderen, zullen we dat opnieuw moeten aanpassen. Maar ik ben van nature iemand die denkt in succes, niet in falen. Negatief gedachten zijn zo zonde van je tijd, dat heb ik dit jaar weer geleerd.’
Hoe?
‘Ik heb Pim Verbeek leren kennen toen ik bij de amateurs van Sparta werkte. Daarna hebben we altijd contact gehouden. Vorig jaar zag ik hem in Abu Dhabi, Pim was daar als bondscoach van Oman. Toen ik naar ADO Den Haag kon, belde ik Pim weer voor advies. “Je kunt het”, zei hij, “maar blijf wel dicht bij jezelf”. Onlangs speelden we vriendschappelijk tegen Sparta. Pim belde dat-ie kwam kijken. Samen met Henk van Stee heeft hij toen nog mee geluncht. Maar wat gebeurde er? Na de wedstrijd liep ik met hem mee. We gaven elkaar altijd een knuffel, maar dit keer hield hij me langer vast. “Mo, ik ben trots op je”, zei hij. Ik was blij, want ik hechtte veel waarde aan wat hij zei. Maar het bleek een afscheidsknuffel. Een tijdje later was hij overleden. Pims dood grijpt me nog steeds aan. Hij hielp mensen, zonder dat-ie ermee te koop liep, was altijd positief. Daar denk ik aan als we het met ADO Den Haag moeilijk hebben. Altijd geloven dat het kán.’
0
|
Donderdag 30 januari 2020 om 17:42 uur |
Eeuwig Den Haag
SSimons
Ooievaar schreef:
Spelertjes kiezen vaak voor Sparta. Dat is waar. Bij ADO worden spelertjes en hun ouders hautain behandeld. "Wees blij dat wij je vragen"
Jeugdscouts moeten verplicht elke week naar dezelfde club.
Maar laten we gewoon UVS de schuld geven. Die moeten de tekorten afdekken en vooral zich nergens mee bemoeien.
Jeugdopleiding en scouting zal toch echt volledig op de schop moeten.
Spelertjes kiezen vaak voor Sparta. Dat is waar. Bij ADO worden spelertjes en hun ouders hautain behandeld. "Wees blij dat wij je vragen"
Jeugdscouts moeten verplicht elke week naar dezelfde club.
Maar laten we gewoon UVS de schuld geven. Die moeten de tekorten afdekken en vooral zich nergens mee bemoeien.
Jeugdopleiding en scouting zal toch echt volledig op de schop moeten.
Volgens mij hebben we een zeer goede verstandhouding met AZ. AZ heeft al enkele jaren de beste jeugdopleiding. Wellicht eens gaan praten hoe AZ het heeft gedaan en kopiëren daar waar het kan.
0
|
Dinsdag 28 januari 2020 om 08:47 uur |
Nu online
Sprinkhaan070, MikeyMolenaar en 141 gasten.
Zoek in shoutbox
Spelersklassement
Laatste wedstrijd
Volgende wedstrijd
Advertentie
Keuken Kampioen Divisie
1 | Helmond Sp. | 13 | - | 27 |
2 | Excelsior | 13 | - | 26 |
3 | Den Bosch + | 13 | - | 25 |
4 | Graafschap | 13 | - | 25 |
5 | FC Volendam | 13 | - | 23 |
6 | FC Dordrecht | 13 | - | 22 |
7 | FC Emmen | 13 | - | 21 |
8 | Telstar | 13 | - | 19 |
9 | SC Cambuur | 13 | - | 19 |
10 | ADO Den Haag | 13 | - | 18 |
11 | Roda JC | 13 | - | 17 |
12 | FC Eindhoven | 13 | - | 15 |
13 | Jong PSV | 13 | - | 14 |
14 | Jong AZ | 13 | - | 14 |
15 | TOP Oss | 13 | - | 13 |
16 | Jong Ajax | 13 | - | 12 |
17 | MVV Maastr. | 13 | - | 11 |
18 | VVV-Venlo | 13 | - | 11 |
19 | Jong Utrecht | 13 | - | 8 |
20 | Vitesse -6 | 13 | - | 6 |