Club Achter de Duinen

Advertentie

Volg Cadd op X

Volg Cadd op X

Voorspellingen-ranking

Voorspellingen-ranking

ADO-statistieken

ADO-statistieken

Inloggen

Naam / e-mail:
Wachtwoord:

Welkom in de shoutbox, gast

Tag: knop

Kies een pagina

Vorige pagina
Pagina 7
Volgende pagina

JB

Tommy schreef:

Wow kijkt uit bij voetbal manager is verkoop 5 miljoen gewoon 5 miljoen????????????????. Ik heb trouwens kanon verkocht bij fifa 18 voor 12 miljoen.
En geweldige talenten aangetrokken.
Ga denk ik maar eens solliciteren voor de baan van van as
Van As moet zijn werk doen in de echte wereld, zonder reset-knop en met vervelende complicerende factoren zoals belastingen, wet- en regelgevingen en "handelswaar" met een eigen wil....
0
Donderdag 26 juli 2018 om 13:54 uur

Daily Shorts

fcthehague schreef:

Beste max,


Is het mogelijk om een optie te maken waar je users kan blokken/negeren? Of kan dit al ? Kan iemand dan uitleggen hoe?
Heb niet veel verstand van website/shoutbox onderhoud, maar dat gebral hier van sommige mensen zou ik er graag uit willen/kunnen filteren.
zou inderdaad heel fijn als er zo`n knop zou kunnen komen, scheelt me weer 10 pagina`s met diarree-gezwam lezen per dag.
0
Maandag 14 mei 2018 om 13:15 uur

slash070

Bert schreef:

Wordt weer tijd voor een vragen ronde onder de supporters het is altijd leuk om terug te lezen. Met zo`n interland weekend is er verder toch niks te beleven. Hier komen ze:

1. Als je mij midden in de nacht wakker maakt noem ik deze drie spelers van Ado op:
2. De beste trainer van Ado was/is:
3. Mijn meest onvergetelijke moment bij Ado was:
4. Is het Ado/Ado den Haag of FC Den Haag:
5. Wat moet beter bij Ado:
6. Naast Ado is dit ook mijn club waar sympathie naar uit gaat:
7. Naast voetbal is dit ook mijn sport:
8. Dit eet ik het liefst:
9 Mijn droomvrouw:
10. Losse kaarten of een Scc of Fox/tv West:
11. We gaan de play offs halen ja of nee?
1- Thie, Mansveld, Schoenmaker
2- Vd Brom (ondanks alles gaf hij na jaren iedereen een seizoentje plezier en geluk terug, zomaar uit het niets)
3- FC Den Haag - West Ham United, europacup 2
4- ADO Den Haag (zijn al teveel naamsveranderingen geweest, laat het maar zo)
5- Transferinkomsten
6- Celtic
7- Darten (is dat tegenwoordig een sport of spel?)
8- Chinees of Indisch
9- Hooggehakte rondborstige blondine met een volume/mute knop. ( o ja, ze moet ook nog kunnen koken)
10- Scc of losse kaarten, verschilt per seizoen (hangt van mijn `zakgeld` af). Uitwedstrijden kijk ik op Fox.
11- Als het stel compleet is en blijft, én met de juiste instelling: Ja (en met Kishna zijn we niet eens kansloos om dat nog winnend af te sluiten ook)
0
Zaterdag 24 maart 2018 om 09:40 uur

Jurriën

n minder dan een jaar tijd bracht Fons Groenendijk (53) ADO Den Haag van het randje van de afgrond naar het linkerrijtje in de Eredivisie. Een verhaal over de methode-Groenendijk, waarin menselijke waarden minstens zo belangrijk zijn als het tactiekbord.

‘Kom maar kijken, dan kun je zien wat ik bedoel met de lol die we hier hebben.’ Fons Groenendijk loopt na het interview richting de kreten die uit de stafkamer van ADO Den Haag komen en steekt zijn hoofd om de hoek. Assistent-trainer Dirk Heesen is druk in de weer met een sneeuwschep, waarmee hij een denkbeeldige lading verplaatst. ‘Wie doe ik na, jongens? Denk er een grote witte Bentley bij.’ Iedereen kijkt elkaar vragend aan. ‘Tjaronn Chery! Die schept de centjes in China zo naar binnen’, grapt Heesen over de ex-speler van ADO die enkele dagen eerder op bezoek is geweest.

Er volgt een korte introductieronde. ‘John Nieuwenburg, de op één na duurste Spartaan aller tijden. Marvin van der Valk, de op één na beste videoanalist van Nederland.’ Intussen gooit scout Lex Schoenmaker junior in een hoek onverstoorbaar zijn pijltjes. ‘Uit de losse pols net nog even 180.’

SFEER
Het is een treffend schouwspel, want 2017 is het jaar waarin de lach terugkeerde bij ADO Den Haag. Elf maanden geleden stond de club onderaan in de Eredivisie, na de 4-0 zege op PEC Zwolle sloot ADO het kalenderjaar zelfs af op de zevende plaats. Van het ravijn naar het linkerrijtje, zo verwoordde Fons Groenendijk het recent treffend. ‘Een supporter zei me dat ADO onder mij weer een voetbalclub is geworden. Dat is na de periode die deze club achter de rug heeft het mooiste compliment dat je kunt krijgen als trainer.’

Een supporter zei me dat ADO onder mij weer een voetbalclub is geworden; het mooiste compliment dat je kunt krijgen als trainer
Het inkijkje in de stafkamer van ADO zegt wat over de manier waarop de coach werkt en de sfeer die hij daarmee creëert. De Fons Groenendijk die je langs de lijn of op televisie ziet, is precies dezelfde Fons Groenendijk die ’s avonds in Leiden aanschuift voor het eten bij zijn vrouw en kinderen. Hij is een trainer die het niet onnodig moeilijk of spannend maakt. Heeft een journalist een vraag, dan heeft Groenendijk een antwoord. Zit een speler met een probleem, dan staat de deur open. Het creëert een stemming waarin iedereen – van materiaalman tot voetballer en van staflid tot kantoormedewerker - zichzelf kan zijn. Niet voor niets zijn mensen die een hekel hebben aan Fons Groenendijk in de voetballerij alleen met een vergrootglas te vinden. ‘Mensen binden, ja dat kan ik wel.’

Het is die aanpak, waarin behalve de voetballer ook de mens centraal staat, die ertoe heeft geleid dat het dit seizoen bij ADO geen seconde over degradatievoetbal is gegaan. Het contrast met elf maanden geleden kan niet groter. Groenendijk begon op 9 februari als trainer van ADO, twee dagen later zakte de club na een 3-1 nederlaag bij directe concurrent Go Ahead Eagles naar de laatste plaats.

TRANEN
‘Dat was direct ook het absolute dieptepunt’, vertelt Groenendijk. ‘Ik kende de spelers nog helemaal niet, eigenlijk alleen via mijn werk als analist bij FOX Sports. Best wel raar. Ik heb twee trainingen geleid, wat tegen de jongens gezegd en we zijn naar Deventer gereden. Daar onderging ik een wedstrijd waarin eigenlijk alles misging wat mis kan gaan. Ik zag de gekste dingen, zelfs spelers die tegen elkaar aan liepen. Het was echt schrikken. Ik kwam na die wedstrijd om twee uur ’s nachts thuis en zei tegen mijn vrouw: Dit kan weleens een lastige klus worden.’

Mijn eerste wedstrijd was direct het absolute dieptepunt. Ik zag de gekste dingen, het was echt schrikken
‘Ik werd in mijn eerste weken bij ADO aangeklampt door mensen met tranen in hun ogen. Of ik alsjeblieft ervoor kon zorgen dat de club de nacompetitie zou halen. We speelden vorig seizoen voor het voortbestaan van de club, voor de baan van mensen die hier nu gelukkig nog op kantoor rondlopen. Dat voelde ik wel. Ik heb op momenten ook gedacht: Dit kan helemaal verkeerd aflopen. Ik heb mijn nek uitgestoken omdat ik een verleden heb hier, ADO was mijn eerste club als voetballer. Het was een besluit op emotie. Maar het afbreukrisico was enorm.’

‘Na die wedstrijd tegen Go Ahead stonden we met zeventien punten onderaan. De club was gewoon kapot, er was geen team, er was niks. De spelers waren mentaal heel kwetsbaar. We hebben als staf een plan gemaakt om de boel bij elkaar te rapen. Het belangrijkste was vastigheid en veiligheid creëren. Ik heb de spelers verteld dat we het hele seizoen 4-5-1 zouden gaan spelen, wat 4-3-3 wordt in balbezit. Geen andere systemen meer. Daar zijn we vol op gaan trainen. En we hebben natuurlijk wat dingen veranderd. Er kwamen jongens terug van blessures en we hebben wat dingen omgegooid. Robert Zwinkels in het doel, Tyronne Ebuehi als rechtsback, Wilfried Kanon centraal, Danny Bakker en Dion Malone op het middenveld, Sheraldo Becker en Edouard Duplan in de ploeg. Al met al hebben we het op acht, negen plaatsen veranderd. En dat klinkt nu heel simpel, maar die puzzel moet dan nog wel in elkaar vallen.’

Fons Groenendijk laat op 15 januari 1994 namens Manchester City spits Ian Wright van Arsenal hulpeloos achter.
Fons Groenendijk laat op 15 januari 1994 namens Manchester City spits Ian Wright van Arsenal hulpeloos achter.
‘Ik had het al wel een paar keer meegemaakt, tegen degradatie voetballen. Het is heel belangrijk de kleedkamer veilig te maken. Dat spelers weten dat alles wat daar gebeurt daar ook blijft. Ik wil geen interviews van ontevreden voetballers, gezeik of gemekker. Alles moest wijken voor dat ene doel: ADO in de Eredivisie houden, zonder nacompetitie bovendien. Want ik had mijn vakantie al geboekt. Dat heb ik ook tegen de jongens gezegd. Stonden ze te kijken van: Wat lult die trainer nou? We zijn uiteindelijk met 38 punten nog elfde geworden. En als je erop terugkijkt, is het een ware Houdini-act geweest.’

STEMPEL
Voor ADO van cruciaal belang, voor Groenendijk ook wel zo prettig. Ruim een half jaar voor zijn aanstelling in Den Haag was hij tot verrassing van alles en iedereen opgestapt bij Excelsior. Hij had die club zonder play-offs in de Eredivisie gehouden, had een goede band met directeur Ferry de Haan en een doorlopend contract, maar ging in Kralingen niet met plezier naar zijn werk. Toen Groenendijk naar buiten toe uitlegde dat dit zijn belangrijkste beweegreden was om te stoppen, waren de reacties niet mals.

Ik heb mijn nek uitgestoken omdat ik een verleden heb hier, het was een besluit op emotie. Maar het afbreukrisico was enorm
‘Ik kreeg een stempel, dat ik niet tegen druk zou kunnen. Maar dat slaat helemaal nergens op. Ik sta onafhankelijk in het leven, ben een gevoelsmens en moet het naar mijn zin hebben. Dat was bij Excelsior niet het geval, niets meer en niets minder. Waar dat precies door komt, daar kan ik nog steeds moeilijk de vinger op leggen. Wel is het zo dat ik door diverse geledingen rond de club nooit op waarde ben geschat. Met een ploeg die bij wijze van spreken op twaalf plaatsen versterking nodig had, zijn we rechtstreeks in de Eredivisie gebleven. Van Ferry de Haan kreeg ik waardering, van pers en publiek niet. Week in week uit werd ik beschimpt. Natuurlijk hoeft werken niet áltijd leuk te zijn, maar de manier waarop het bij Excelsior ging, daar had ik gewoon helemaal geen zin meer in.’

‘Daar mag iedereen dan wat van vinden en al die meningen gaan dan hun eigen leven leiden, maar ik blijf altijd dezelfde Fons. Ik maak mijn eigen keuzes. Ik heb bij Excelsior een jaar alles gegeven om de ploeg erin te houden, daarna wilde ik wat anders. That’s it. Maar er worden vervolgens dingen over je gezegd waar je je totaal niet in herkent. Mensen afbranden is gemeengoed geworden, bijna iedereen vindt het prachtig. Maar als het jóú betreft en je kinderen komen ermee thuis, dan is dat erg vervelend.’

Groenendijk was het wereldje op dat moment helemaal beu, maar kon tegelijk niet zonder en ging aan de slag als analyticus bij FOX Sports. Als hij niet gezegend was geweest met een bovengemiddelde portie voetbaltalent, was hij na zijn schooltijd al vaste gast geweest op de perstribunes. Na de havo begon hij namelijk aan een opleiding tot journalist. Doordat hij al op achttienjarige leeftijd doorbrak in het eerste elftal van het toenmalige FC Den Haag, maakte hij die studie nooit af. Maar in de werkloze tussenpozen die inherent zijn aan het trainersvak, viel Groenendijk maar wat graag terug op zijn Plan B. Het maakt dat hij zelfs in de periodes dat hij niet traint deel blijft uitmaken van het voetbal- en meningencircus waarmee hij een haat-liefdeverhouding heeft.

KWETSBAAR
‘Ik ben iemand die niet bang is om zich kwetsbaar op te stellen. Naar buiten toe en intern. Als ik een verkeerde wissel doe, geef ik dat na afloop gewoon toe in de kleedkamer. Ik maak namelijk net als iedereen fouten en daar loop ik niet voor weg. Dat lijkt me ook een goede eigenschap, maar juist daar word je in de voetballerij op aangepakt. Mensen vinden het zwak of zo. Ik zie dat anders.’

Fons Groenendijk bespringt namens FC Den Haag in 1986 Heini Otto en doelpuntenmaker Remco Boere.
Fons Groenendijk bespringt namens FC Den Haag in 1986 Heini Otto en doelpuntenmaker Remco Boere.
‘Veel collega’s van me doen dingen waar ik niet in geloof, namelijk spelers afbranden in de pers. Mensen openlijk aanwijzen als zondebok of schuldige. Ik hou mijn kritiek altijd intern. Die kritiek krijgen spelers zeker, maar ze weten dat die nooit naar buiten zal komen. Dat is hoe ik werk. Vergis je niet: het kan echt wel donderen in de kleedkamer, maar dat zien de mensen niet. Ze verwachten het bij mij ook niet. Want ik ben naar buiten toe altijd rustig, maar er kan bij wijze van spreken echt weleens een deur uit vliegen. En als dat gebeurt, blijft dat ook gewoon intern. Dat vind ik mooi. Laat de mensen maar denken wat ze willen over mij. Ik heb er geen boodschap meer aan. Maar ik moet toegeven: dat heeft wel even geduurd..’

‘Wat er het afgelopen jaar bij ADO Den Haag is gebeurd, zie ik echt als iets bijzonders. Ik heb een goede band met deze groep. De jongens weten dat ik mezelf ben, dat ze bij me terecht kunnen. Andersom weet ik dat ik er moet staan voor mijn spelers, zoals zij er altijd voor mij hebben gestaan op het veld. Er is over en weer wel wat gegroeid. Maar de spelers weten ook dat ze niet bij me moeten komen als ik vind dat ze er niet alles aan doen, dan moeten ze wegblijven. Dan zien ze een andere kant van me. Ik ben iemand die luistert naar mensen, dat vind ik belangrijk. Maar ik ben er ook niet bang voor om ergens een klap op te geven. Verantwoordelijkheid hoort bij de job.’

Het afgelopen kalenderjaar is met afstand Groenendijks beste als trainer in de Eredivisie. Cijfermatig, maar ook in de ontwikkeling die ADO onder zijn leiding heeft doorgemaakt. Hoewel het volgens hem nog steeds een stuk beter kan. ‘Het mag wel wat constanter. En het zou heel lekker zijn als ik regelmatig eens twintig minuten voor tijd achterover kan leunen omdat ik weet dat de wedstrijd wel binnen is. Zover zijn we nog niet. We moeten voor elk punt vechten, we winnen nog geen wedstrijden uit controle of creativiteit. Daar wil ik in het komende jaar naartoe, dat is de volgende stap die we moeten zetten.’

GETEKEND
In 2009 werd de Leidenaar omschreven als een veelbelovend trainerstalent, toen hij Willem II vanuit een lastige positie voor de Eredivisie had behouden. Maar het jaar erna werd het seizoen van de Tilburgers vergiftigd. Het leidde tot het ontslag van Groenendijk, wiens trainersloopbaan daarmee in de knop werd gebroken. Want pas later zou duidelijk worden wat zich in Tilburg werkelijk had afgespeeld in het seizoen 2009/10. Groenendijk praat niet graag meer over de omkoopzaak, maar is ervan overtuigd dat het hem heeft beïnvloed. Als trainer én als mens, juist omdat hij zoveel waarde hecht aan vertrouwen en persoonlijke relaties.

‘Ik kon na mijn eerste seizoen bij Willem II direct naar andere clubs. Ik heb later nog weleens gedacht: Hoe was mijn loopbaan verlopen als ik dat had gedaan? Op welk niveau had ik nu dan gewerkt? Wat er in dat tweede jaar bij Willem II gebeurd is, heeft mijn carrière gevormd. Het had een andere wending kunnen nemen, maar het is niet meer terug te draaien.’

Instructies voor Edouard Duplan, Wilfried Kanon en Danny Bakker. Links op de achtergrond assistent Dirk Heesen.
© VI IMAGES/TOM BODE
Instructies voor Edouard Duplan, Wilfried Kanon en Danny Bakker. Links op de achtergrond assistent Dirk Heesen.
Begin vijftig is Groenendijk nu, de eerste grijze haren komen door. De kroonprins van weleer is gepokt, gemazeld én getekend. Toch zou het niet onlogisch zijn indien Groenendijk na goede prestaties bij Excelsior en ADO alsnog eens de stap omhoog maakt die hem al die jaren geleden al werd voorspeld.

‘Ik heb nog nooit in het linkerrijtje gewerkt’, weet hij, ‘alleen maar degradatiekandidaten getraind. Ik ben een degradatieëxpert die nog nooit is gedegradeerd. Het strijden voor lijfsbehoud brengt een heel andere spanning met zich mee dan het spelen in de subtop of top, wat ik gewend ben uit mijn spelerstijd. En als je me vraagt of die spanning leuk is zeg ik: nee. Je moet continu werken in de wetenschap dat alles fout kan gaan. Inmiddels weet ik wel hoe het werkt; ik heb het bij Willem II gedaan, bij Excelsior en vorig seizoen bij ADO. Ik ben er wel benieuwd naar hoe het is bovenin te spelen, om Europees voetbal. Ik weet dat ik het zou kunnen, ik kan een groep raken. Maar inmiddels weet ik dat het niet meer zoveel zin heeft om te plannen.’

In de voetballerij worden helaas heel veel rollen gespeeld, maar ik doe daar niet aan mee
‘Wat ik ook graag nog eens zou willen is in het buitenland werken. Kijk, als je twintig jaar in hetzelfde huis woont, is na die twintig jaar voor je gevoel elk jaar hetzelfde geweest. Maar als ik terugdenk aan mijn tijd als speler bij Manchester City, denk ik: Ja! Dat was Engeland. Of als ik met mijn zoon Jim praat over onze gezamenlijke tijd in Roemenië bij Universitatea Cluj, krijgen we allebei een grijns op ons gezicht. Het buitenland is toch bijzonder.’

‘Waar ik de laatste jaren wel achter gekomen ben, is dat ik bij een club moet passen. Dat heb ik bij ADO. Ik ben geen Hagenees, maar ik werk wel graag met Hagenezen. Dat directe, die humor, dat vind ik mooi. Het klopt hier allemaal gewoon. We werken hard, goed en de sfeer is top. Dat vind ik belangrijk.’

‘In de voetballerij worden helaas heel veel rollen gespeeld, maar ik doe daar niet aan mee. Ik speel geen spelletjes, ik ben wie ik ben. En als dat op een dag niet meer goed genoeg is: zeg het me, dan loop ik door de voordeur weer naar buiten.’

Je las zojuist een PRO-artikel.
0
Woensdag 3 januari 2018 om 13:08 uur

adotiel

DHFC070 schreef:

Of een keer het geld in de zak houden?
"versterking" voor de spitspositie is wat mij betreft helemaal niet nodig. Vizier op volgend seizoen.
Helemaal mee eens.
Er is nu rust, duidelijkheid en stabiliteit, wat je ook terugziet in de resultaten.
Er zullen ongetwijfeld nog wel wat uitschieters naar beneden en naar boven volgen maar dat is denk ik onvermijdelijk (er zit geen af te stellen knop op het elftal).
Met het aantrekken van een spits ontstaat er mogelijk onrust. Johnson en Becker doen het gewoon prima en met op rechts Falkenberg is er vanuit de basis duidelijkheid. Beter is om nu het vertrouwen te geven aan deze selectie en je te richten op volgend jaar (zorgen voor verlenging van aflopende contracten of nu al voorbereiden op goede vervanging volgend jaar indien verlenging (financieel?) niet mogelijk is.
Waar we ook vanaf moeten is dat voortdurend naar beneden kijken op de ranglijst. Ga gewoon uit van de huidige feitelijke situatie en werk naar wekelijkse resultaten en creëer zelfkritisch zelfvertrouwen in je selectie zodat je wellicht dit jaar bij de eerste 8 kunt eindigen.
Overigens: ik erger me er aan als ik (regelmatig) lees dat clubs als Heerenveen, Utrecht en Vitesse op een plan hoger staan dan ADO. Volgens mij valt dat reuze
mee. Over een periode van vier jaar zie je gewoon dat wat sommigen subtop noemen zich niet continu handhaaft. Groningen was dat vier jaar terug net als Heerenveen en Vitesse (misschien eindigen die dit jaar wel onder ADO). Over een paar jaar is wellicht ook AZ weer voor een momentum geduikeld in de "subtop hiërarchie" net als PEC-Zwolle. Utrecht is sterk afhankelijk van van Seumeren; daar kan het kwartje ook zomaar een andere kant opvallen.
Ik zeg niet dat het bij ADO allemaal rozengeur is, maar een beetje positiviteit kan ook geen kwaad. Een goed en positief 2018!
0
Zaterdag 23 december 2017 om 14:26 uur

Dappere dodo

Jacco schreef:

Maar echt.....Bekker en Ebuihi?
Ja ik wilde het later aanpassen naar de juiste namen, maar ik kon de ‘bewerken’ knop niet vinden...

En dat terwijl ik me zwaar irriteer als mensen Swinkels of Valkenburg schrijven
0
Woensdag 1 november 2017 om 22:00 uur

Advertentie

Wizard

Petah schreef:

de ignore functie moet echt eens gaan komen
Je lijkt wel een zwaar gelovige, die hebben ook altijd moeite om ergens overheen te lezen of bijv. tv en/of pc uit te zetten. Mensen zoals ik hebben zo`n knop in ons kopje zitten en bedienen die wanneer nodig. Heerlijk is dat en ik raad je aan om die knop te zoeken bij jezelf!
0
Donderdag 28 september 2017 om 19:02 uur

Dannyy


Tom Beugelsdijk: `Het beest in mij moet weer tekeergaan`

5 juli 2017, 14:30 uur

Tom Beugelsdijk: `Het beest in mij moet weer tekeergaan`

Dit artikel krijg je gratis van ons omdat je een VI-account hebt. Veel plezier!

Freek Jansen
Door: Freek Jansen
• @FreekJansenVI

Na een seizoen waarin hij een hype werd en het voetbal vol teleurstelling zat, ging bij Tom Beugelsdijk (26) deze zomer de knop om. Het begrip rustâââg moet tot het verleden behoren, zowel op het veld als daarbuiten. ‘Dit wordt míjn jaar.’

Vanuit een skybox, hoog in het stadion, kijken ze naar de training van ADO Den Haag. Technisch manager Jeffrey van As, technisch adviseur Lex Schoenmaker senior en de scouts Lex Schoenmaker junior en Ger van Weelden. In Amsterdam zouden ze dit viertal het Technisch Hart noemen, in de Hofstad is het gewoon het voetbalgezicht van de club. Tijdens de ochtend-sessie volgt het kwartet alles nauwlettend, maar geregeld stoten de heren elkaar even aan om te polsen wie ook alweer wie is. Zó veel nieuwe gezichten lopen er op het veld rond. Niet van buitenaf, maar vanuit de eigen jeugd. Trainer Fons Groenendijk is niet te benijden. Hij zal het nooit hardop uitspreken, wetende dat hij het moet doen met wat hij voorhanden heeft, maar het is duidelijk dat deze selectie niet Eredivisiewaardig is. Spelers uit het beloftenteam zijn overgeheveld, zodat er een groot partij-spel elf-tegen-elf kan worden gespeeld. Het is de realiteit. Niet alleen bij ADO, maar bij meer Eredivisie-clubs. Wachten op buitenkansjes, totdat transfersommen zakken of transfervrije spelers een keuze maken. Tot die tijd is het puzzelen, waarbij in Den Haag ook nog eens de Chinese kwestie speelt.

Toch springt vanuit de groep ook vanochtend één speler in het oog. Met zijn kort geschoren kapsel, zijn olijke gelaat, voorzien van een bruin vakantiekleurtje. Spelers kunnen komen en gaan, Tom Beugelsdijk laat zijn humeur er niet door beïnvloeden. Niet meer. ‘Ik kan er toch niets aan veranderen’, zegt de centrale verdediger even later als hij in het restaurant uithijgt van de intensieve training. ‘Voorheen maakte ik mezelf nog weleens gek. ADO is mijn cluppie, waarom altijd maar weer die onrust? Maar weet je, ik ben een speler, geen manager, ik moet me op het voetbal richten. Bovendien moet ik het maar gewoon accepteren. Ik ben al mijn hele leven fan van deze club en in die 26 jaar is het nog nooit rustig geweest. En dat zal het ook wel nooit worden, prima.’

Tom Beugelsdijk heeft in augustus 2016 de uitwedstrijd tegen Excelsior beslist (1-2) en wordt omhelsd door Mike Havenaar en Ruben Schaken.

Tom Beugelsdijk heeft in augustus 2016 de uitwedstrijd tegen Excelsior beslist (1-2) en wordt omhelsd door Mike Havenaar en Ruben Schaken.

Tomaat

Beugelsdijk hijgt niet alleen uit, zijn hoofd is ook nog rood van alle inspanningen. Het doet onherroepelijk terugdenken aan het begin van vorig seizoen. De verdediger stond een journalist van TV West te woord voor de camera, in zijn karakteristieke stijl met een mix van plat Haags en bevlogen enthousiasme, waarna de verslaggever de opmerking maakte dat het hoofd van Beugelsdijk op een tomaat leek. De Hagenees maakte een dolletje en riep: ‘Rustâââg!’ Zonder dat hij er ook maar één tel rekening mee hield, was een nieuwe hype geboren. Het fragment kwam maandenlang veelvuldig op televisie voorbij, maar dat niet alleen. Van Groningen tot Maastricht, overal werd de kreet een begrip. Beugelsdijk wist niet wat hij meemaakte. Hij zag bedrukte T-shirts met zijn hoofd en de kreet voorbijkomen en werd overal aangeklampt. Dat hij voetballer was van ADO, werd voor veel mensen bijzaak, het ging om zijn voorkomen en het begrip rustâââg.

‘Ik was geen voetballer meer, maar een clowntje’

‘In het begin was het leuk, ludiek, mijn reactie op die opmerking kwam recht uit mijn hart. Ik vond het allemaal wel prima. Maar op een gegeven moment werd het een rage, niet normaal. Laat ik vooropstellen dat er veel ergere dingen zijn, want iedereen bedoelde het positief, maar ik kon niet meer normaal over straat. Als ik in een winkelcentrum liep, schreeuwden kleine jochies me na met “Rustâââg”, volwassen mannen in pak vroegen me ontelbaar vaak of ik het nog een keertje wilde uitspreken, noem maar op. Ik was geen voetballer meer, maar een clowntje. Een aapje dat een kunstje moest doen.’

Het dieptepunt, hoe onschuldig ook, beleefde Beugelsdijk op een middag in de Mediamarkt. ‘Een vrouw van zestig jaar kwam naar me toe. “Bent u die meneer van Den Haag die het woordje rustâââg altijd roept?”, vroeg ze. Ze kwam vervolgens met het verzoek of ik in de camera van haar telefoon nog maar eens rustâââg kon zeggen, en dat was dan bedoeld voor haar man Willem die even rustig moest doen. Even serieus, dit ging niet goed, hoor. Ik heb haar vriendelijk bedankt. Sorry, ik ben toch geen achterlijke broochem waar je een muntje in gooit en die dan een trucje doet?’

‘Echt, ik zweer je: zelfs in het donker weten mensen me te vinden’

Beugelsdijk ging zich niet anders gedragen, zocht ook gewoon de drukte op. ‘Daar voel ik me prettig bij, gezelligheid, mensen om me heen. Toen het echt een hype was en iedereen er maar over begon tegen me, heb ik nog geprobeerd de straat op te gaan met een petje op. Of met een zonnebril. Ik dacht: Mooi, even niet herkend worden. Wat denk je? Iedereen herkende me gewoon. Echt, ik zweer je: zelfs in het donker weten mensen me te vinden. Het zal wel aan die karakteristieke kop van me liggen, haha. Blijkbaar heb ik een hoofd dat je niet snel vergeet. Die zonnebril en dat petje heb ik dan ook maar weer in de kast gegooid.’

Rampjaar

De verdediger vertelt het allemaal bevlogen. Nog één keer, daarna hoopt hij dat er een dikke streep onder kan. ‘De grap is er nu wel vanaf, toch? Het hoorde bij vorig seizoen. Ik heb er nooit moeilijk over gedaan, maar voor mij is het nu afgesloten, klaar. Hopelijk benaderen mensen me weer als de voetballer Tommie.’

Dat ook díé reputatie een grillig karakter heeft, merkte de Hagenees eveneens. Bij Beugelsdijk ging het met de rustâââg-hype vaak over bijzaken, voor ADO gold dat afgelopen seizoen net zozeer. De Chinese beslommeringen, gecombineerd met de degradatieperikelen; ze hadden Den Haag en Beugelsdijk maandenlang in hun greep. ‘Oh, oh, wat een seizoen, man! Hou op’, vervolgt hij. ‘Maandenlang verloren we zó veel wedstrijden. Dan stond ik daar achterin, soms had ik het gevoel alsof ik op een snelweg stond, maar dan met eenrichtingsverkeer. En allemaal de verkeerde kant op, zeg maar. Ik werd er ook overal mee geconfronteerd. Als ik in de supermarkt kwam, of bij de kapper, overal ging het maar over ADO. “Wat zijn jullie aan het doen? Wanneer gaan jullie een keertje punten pakken?” Die vragen heb ik wel duizend keer gekregen. Tja, en wat zeg je dan?’

Populair bij de jeugd na ADO’s eerste oefenwedstrijd van het seizoen, tegen Lugdunum.

Populair bij de jeugd na ADO’s eerste oefenwedstrijd van het seizoen, tegen Lugdunum.

Het leed van ADO werd met de week groter, maar ternauwernood kwam de ommekeer. De nieuwe trainer Fons Groenendijk zette het team naar zijn hand. Met succes, maar zonderBeugelsdijk in de basis. ‘Twee duels gingen lekker, toen liep ik een schorsing op. Tijdens mijn afwezigheid won de ploeg twee keer. Dan gaat een trainer natuurlijk niet wisselen.’

Waar wisselspelers zichzelf al snel benadeeld voelen, daar liet Beugelsdijk een ander geluid horen. Hij bleef positief, zette zijn eigenbelang opzij en steunde iedereen om hem heen in de jacht op lijfsbehoud. Vanaf de kant en als invaller leefde hij intens mee. ‘Als voetballer van ADO met een degradatie de geschiedenisboeken in gaan, dat nooit! Het ging niet om mij, ik kon dat prima uitschakelen. ADO moest erin blijven en dat gebeurde met een mooie reeks. Ik nam de trainer dan ook helemaal niets kwalijk. Fons is gewoon een goeie vent, een prima trainer, met een duidelijke manier van werken. Geen gekkigheid. Ons contact werd ook niet minder toen ik even niet speelde. Ik trainde eindelijk weer lekker en ADO leefde op. Het is godzijdank goed afgelopen, maar dit seizoen wil ik het niet nóg een keer meemaken, dat gevecht tegen de laatste plaats. Dat vreet echt aan je.’

Toeren

De telefoon gaat. Het is Thomas Meissner. Ploeggenoot en inmiddels een goede vriend van Beugelsdijk. De harde Haagse schaterlach is hoorbaar, gevolgd door een mix van Nederlands en Duits. ‘Ik spreek nu beter Duits dan in mijn tijd bij FSV Frankfurt, gek toch?’, vervolgt Beugelsdijk, nadat hij heeft opgehangen. ‘Thomas is een mooie vent, we communiceren een beetje kriskras met beide talen door elkaar heen. Maar we begrijpen elkaar helemaal.’ De vriendschap resulteerde recent in een gezamenlijke vakantie op Curaçao. Samen met linksback Aaron Meijers genoten ze van elf dagen zomerreces op het Caraïbische eiland. ‘ADO is mijn cluppie, maar mochten ze op Curaçao een goed voetbalelftal hebben, dan houd ik me aanbevolen. Man, wat een eiland! Ik kom er nu al een paar jaar, maar dat leven daar... Zon, zee, strand, relaxte mensen. Genieten, echt genieten.’

Op het eiland was Beugelsdijk getuige van de Europa League-finale Ajax-Manchester United. ‘Op het strand van Mambo Beach hebben we die wedstrijd gezien. Tweehonderd man, grote schermen, bijna iedereen met een Ajax-shirt aan. Toen United scoorde, draaiden opvallend veel mensen mijn kant op. Niet dat er iets te zien viel, maar ze waren blijkbaar benieuwd of ik voor die Engelsen zou juichen. Nee joh, aan die gekkigheid doe ik niet mee. Ik was daar om lekker vakantie te vieren en dat hebben we gedaan.’

Terug in Nederland had Beugelsdijk nog een paar weken vrij. Zijn vakantiedrang was nog niet gestild en een volgend avontuur diende zich spontaan aan. ‘Kenneth is mijn beste maatje, al mijn hele leven een goede vriend. We zaten op een donderdag in de namiddag samen en wilden iets geks doen. Even gezelligheid opzoeken. Hij opperde de auto te pakken en gewoon te gaan toeren. Geen idee waarheen, gewoon rijden en kijken waar we uit zouden komen. Een paar uur later hadden we onze koffers gepakt en stapten we in de auto. Rijden, rijden, rijden. De hele nacht door. De teller stond op veertienhonderd kilometer, we kwamen uit in Spanje, Lloret de Mar. Wat een tocht!’

‘We wilden iets geks doen, even gezelligheid opzoeken. Rijden, rijden, rijden. De hele nacht door, we kwamen uit in Lloret de Mar’

In de Spaanse badplaats genoot Beugelsdijk met zijn goede vriend van een week plezier. ‘Lekker niets doen. Op het strand liggen, even de zee in, aan de bar hangen, maar vooral veel slap ouwehoeren. Daar is vakantie toch voor? Kan ik van genieten. Helemaal na zo’n slopend seizoen was ik daar echt aan toe. De batterij moest even helemaal worden opgeladen. Eenmaal terug in Nederland had ik nog twee weken vrij en toen is het vizier weer op het voetbal gegaan. Dat moest ook, want er staat heel wat te gebeuren.’

Geen genade

Opeens verandert de toon. Beugelsdijk kijkt er serieus bij. ‘Dit wordt míjn jaar. Daar moet alles voor wijken, alles. Ik ben topfit, maar nog lang niet tevreden. Ik let op mijn voeding, wil elke dag extra trainen. Met onze looptrainer John Nieuwenburg ben ik daar nu ook al gericht mee bezig. Hij gaat dit seizoen extra aan de slag met mij, dat moet ook. Geen negentig minuten, nee, ik moet honderd minuten kunnen knallen. Elke wedstrijd opnieuw. Het beest in mij moet weer tekeergaan.’

Het vuur staat in zijn ogen als hij zijn ambities uitspreekt. Beugelsdijk aast op sportieve wraak. ‘De Tommie van vorig seizoen is niet meer. Wat was mijn kracht altijd? De spits opvreten, hem het leven zuur maken, geen genade. Eenmaal in balbezit zo snel mogelijk die bal inleveren bij iemand van dezelfde kleur. En als het moet, dat ding gewoon de tribune in. Afgelopen seizoen was matig, ik was mezelf niet. Ik merkte het aan alles. Ik was te gezapig, was ook op het veld leuk en vriendelijk tegen iedereen. Dat kan niet, dan ben ik er niet goed mee bezig en word ik nonchalant.’

‘Spitsen vonden het vaak zo irritant om tegen mij te spelen, maar afgelopen seizoen leek iedereen wel mijn vriendje’

De verdediger zet zijn betoog kracht bij met een paar rake voorbeelden. ‘Voorheen hadden scheidsrechters zoiets van: Die Beugelsdijk, die schopper, moeten we in de gaten houden. Ze zaten heel kort op me. Maar afgelopen seizoen waren ze op het veld vooral met me aan het dollen, en ik dolde terug. Wat was het gezellig... Kan niet, slaat nergens op. Dat gold ook voor tegenstanders. Spitsen vonden het vaak zo irritant om tegen mij te spelen. Ze vonden me een dwaas, die negentig minuten hun schaduw was. Houden ze niet van. En ik was vaak heel agressief. Als ze op mijn tenen stonden, schold ik ze verrot. Maar het afgelopen seizoen leek iedereen wel mijn vriendje. Die Wout Weghorst van AZ. Ik kon zijn bloed wel drinken. Man, wat vond ik hem irritant op het veld. En hij mij ook. Dat leverde heerlijke duels op. Hard tegen hard, mannelijke gevechten. Afgelopen seizoen deed hij vriendelijk: “Tommie, hoe is het?”, zei hij aan het begin van de wedstrijd. Ik dacht nog: Leuke vent, prima. Maar dat is niet goed, dat werkt door in mijn spel. Op een negatieve manier, ik werd te gemakzuchtig.’

In duel met Wout Weghorst van AZ. ‘Man, wat vond ik hem irritant op het veld. En hij mij ook.’

In duel met Wout Weghorst van AZ. ‘Man, wat vond ik hem irritant op het veld. En hij mij ook.’

Hij heeft zijn doel duidelijk voor ogen. Van rustâââg mag geen sprake meer zijn. Niet meer op het veld, niet meer daarbuiten. ‘In het spelers-home na een wedstrijd ben ik gewoon weer de normale Tommie, dan hoef ik geen vijanden te hebben. Maar zodra ik mijn voetbalschoenen aan doe, gaat vanaf nu de knop weer om. De tegenstander moet het weer vervelend vinden om tegen mij te staan. Als ze op mijn tenen gaan staan, pak ik ze aan. Niet meer denken: Ach joh, die pik deed het niet expres. Andere spelers kunnen zich dat misschien veroorloven, ik niet. Als ik kwaad ben, ben ik op mijn best.’

De zomer heeft voor een grondig stukje zelfreflectie gezorgd. Jarenlang was er een groot contrast tussen de voetballer en de mens Beugelsdijk. Als mens was hij alom gewaardeerd, een sfeermaker die voor iedereen klaarstond. Dat wil hij nog steeds zijn, alleen wel met een betere balans. ‘ADO doet veel aan sociaal-maatschappelijke projecten. Begrijp me niet verkeerd, dat is geweldig, en daar doe ik graag aan mee. Alleen hoop ik soms dat de club mij kan beschermen. Ik zeg nou eenmaal overal ja tegen, pak alles aan, omdat ik mensen wil helpen. Op allerlei vlakken, maar dat gaat soms ten koste van mezelf. Volgens mij heb ik in mijn leven al vijfhonderd shirts van ADO weggegeven. Iedereen die ernaar vroeg, kreeg er eentje. Kan natuurlijk niet, want telkens moet ik er wel zelf zestig euro voor aftikken. Daar moet ik gewoon wat slimmer mee omgaan, zonder mezelf te veranderen. Ik hoop dat mensen hier begrip voor kunnen opbrengen.’

‘Spitsen slopen, uitschakelen die handel, daar gaat het om. De machine moet weer aan, op de hoogste stand’

Zijn knuffelgehalte buiten het veld verdween jarenlang zodra hij het gras onder zijn voeten had. Als voetballer was hij bovenal een ongeleid projectiel dat genoot van een bloktackle of keiharde persoonlijke duels. Die veelzijdigheid in zijn voorkomen moet komend seizoen terugkeren. ‘Ik kon nooit van mijn talent leven, in mijn hele leven was passie, overgave en hard werken de formule. En als ik iets wilde bereiken in het voetbal, dan bereikte ik het. Maar wel door hard te werken, elke dag opnieuw. Als ik in de spiegel kijk, heb ik dat afgelopen seizoen niet altijd even goed gedaan. Vaak onbewust, maar het gebeurde wel. Daar kan ik andere mensen de schuld van geven, maar dat slaat nergens op. Er is maar één persoon verantwoordelijk voor mijn carrière en dat ben ikzelf. Dus dat telt vanaf nu. De focus op voetbal, de rest is bijzaak. Geen poppenkast meer. Mijn eerste doel is weer die stabiele basisspeler te worden, op de manier die bij me past. Spitsen slopen, uitschakelen die handel, daar gaat het om. De machine moet weer aan, op de hoogste stand.’
0
Woensdag 16 augustus 2017 om 20:36 uur

FC Den Haag!

VI:

Tom Beugelsdijk: `Het beest in mij moet weer tekeergaan`

5 juli 2017, 14:30 uur

Tom Beugelsdijk: `Het beest in mij moet weer tekeergaan`

Dit artikel krijg je gratis van ons omdat je een VI-account hebt. Veel plezier!

Freek Jansen
Door: Freek Jansen
• @FreekJansenVI

Na een seizoen waarin hij een hype werd en het voetbal vol teleurstelling zat, ging bij Tom Beugelsdijk (26) deze zomer de knop om. Het begrip rustâââg moet tot het verleden behoren, zowel op het veld als daarbuiten. ‘Dit wordt míjn jaar.’

Vanuit een skybox, hoog in het stadion, kijken ze naar de training van ADO Den Haag. Technisch manager Jeffrey van As, technisch adviseur Lex Schoenmaker senior en de scouts Lex Schoenmaker junior en Ger van Weelden. In Amsterdam zouden ze dit viertal het Technisch Hart noemen, in de Hofstad is het gewoon het voetbalgezicht van de club. Tijdens de ochtend-sessie volgt het kwartet alles nauwlettend, maar geregeld stoten de heren elkaar even aan om te polsen wie ook alweer wie is. Zó veel nieuwe gezichten lopen er op het veld rond. Niet van buitenaf, maar vanuit de eigen jeugd. Trainer Fons Groenendijk is niet te benijden. Hij zal het nooit hardop uitspreken, wetende dat hij het moet doen met wat hij voorhanden heeft, maar het is duidelijk dat deze selectie niet Eredivisiewaardig is. Spelers uit het beloftenteam zijn overgeheveld, zodat er een groot partij-spel elf-tegen-elf kan worden gespeeld. Het is de realiteit. Niet alleen bij ADO, maar bij meer Eredivisie-clubs. Wachten op buitenkansjes, totdat transfersommen zakken of transfervrije spelers een keuze maken. Tot die tijd is het puzzelen, waarbij in Den Haag ook nog eens de Chinese kwestie speelt.

Toch springt vanuit de groep ook vanochtend één speler in het oog. Met zijn kort geschoren kapsel, zijn olijke gelaat, voorzien van een bruin vakantiekleurtje. Spelers kunnen komen en gaan, Tom Beugelsdijk laat zijn humeur er niet door beïnvloeden. Niet meer. ‘Ik kan er toch niets aan veranderen’, zegt de centrale verdediger even later als hij in het restaurant uithijgt van de intensieve training. ‘Voorheen maakte ik mezelf nog weleens gek. ADO is mijn cluppie, waarom altijd maar weer die onrust? Maar weet je, ik ben een speler, geen manager, ik moet me op het voetbal richten. Bovendien moet ik het maar gewoon accepteren. Ik ben al mijn hele leven fan van deze club en in die 26 jaar is het nog nooit rustig geweest. En dat zal het ook wel nooit worden, prima.’

Tom Beugelsdijk heeft in augustus 2016 de uitwedstrijd tegen Excelsior beslist (1-2) en wordt omhelsd door Mike Havenaar en Ruben Schaken.

Tom Beugelsdijk heeft in augustus 2016 de uitwedstrijd tegen Excelsior beslist (1-2) en wordt omhelsd door Mike Havenaar en Ruben Schaken.

Tomaat

Beugelsdijk hijgt niet alleen uit, zijn hoofd is ook nog rood van alle inspanningen. Het doet onherroepelijk terugdenken aan het begin van vorig seizoen. De verdediger stond een journalist van TV West te woord voor de camera, in zijn karakteristieke stijl met een mix van plat Haags en bevlogen enthousiasme, waarna de verslaggever de opmerking maakte dat het hoofd van Beugelsdijk op een tomaat leek. De Hagenees maakte een dolletje en riep: ‘Rustâââg!’ Zonder dat hij er ook maar één tel rekening mee hield, was een nieuwe hype geboren. Het fragment kwam maandenlang veelvuldig op televisie voorbij, maar dat niet alleen. Van Groningen tot Maastricht, overal werd de kreet een begrip. Beugelsdijk wist niet wat hij meemaakte. Hij zag bedrukte T-shirts met zijn hoofd en de kreet voorbijkomen en werd overal aangeklampt. Dat hij voetballer was van ADO, werd voor veel mensen bijzaak, het ging om zijn voorkomen en het begrip rustâââg.

‘Ik was geen voetballer meer, maar een clowntje’

‘In het begin was het leuk, ludiek, mijn reactie op die opmerking kwam recht uit mijn hart. Ik vond het allemaal wel prima. Maar op een gegeven moment werd het een rage, niet normaal. Laat ik vooropstellen dat er veel ergere dingen zijn, want iedereen bedoelde het positief, maar ik kon niet meer normaal over straat. Als ik in een winkelcentrum liep, schreeuwden kleine jochies me na met “Rustâââg”, volwassen mannen in pak vroegen me ontelbaar vaak of ik het nog een keertje wilde uitspreken, noem maar op. Ik was geen voetballer meer, maar een clowntje. Een aapje dat een kunstje moest doen.’

Het dieptepunt, hoe onschuldig ook, beleefde Beugelsdijk op een middag in de Mediamarkt. ‘Een vrouw van zestig jaar kwam naar me toe. “Bent u die meneer van Den Haag die het woordje rustâââg altijd roept?”, vroeg ze. Ze kwam vervolgens met het verzoek of ik in de camera van haar telefoon nog maar eens rustâââg kon zeggen, en dat was dan bedoeld voor haar man Willem die even rustig moest doen. Even serieus, dit ging niet goed, hoor. Ik heb haar vriendelijk bedankt. Sorry, ik ben toch geen achterlijke broochem waar je een muntje in gooit en die dan een trucje doet?’

‘Echt, ik zweer je: zelfs in het donker weten mensen me te vinden’

Beugelsdijk ging zich niet anders gedragen, zocht ook gewoon de drukte op. ‘Daar voel ik me prettig bij, gezelligheid, mensen om me heen. Toen het echt een hype was en iedereen er maar over begon tegen me, heb ik nog geprobeerd de straat op te gaan met een petje op. Of met een zonnebril. Ik dacht: Mooi, even niet herkend worden. Wat denk je? Iedereen herkende me gewoon. Echt, ik zweer je: zelfs in het donker weten mensen me te vinden. Het zal wel aan die karakteristieke kop van me liggen, haha. Blijkbaar heb ik een hoofd dat je niet snel vergeet. Die zonnebril en dat petje heb ik dan ook maar weer in de kast gegooid.’

Rampjaar

De verdediger vertelt het allemaal bevlogen. Nog één keer, daarna hoopt hij dat er een dikke streep onder kan. ‘De grap is er nu wel vanaf, toch? Het hoorde bij vorig seizoen. Ik heb er nooit moeilijk over gedaan, maar voor mij is het nu afgesloten, klaar. Hopelijk benaderen mensen me weer als de voetballer Tommie.’

Dat ook díé reputatie een grillig karakter heeft, merkte de Hagenees eveneens. Bij Beugelsdijk ging het met de rustâââg-hype vaak over bijzaken, voor ADO gold dat afgelopen seizoen net zozeer. De Chinese beslommeringen, gecombineerd met de degradatieperikelen; ze hadden Den Haag en Beugelsdijk maandenlang in hun greep. ‘Oh, oh, wat een seizoen, man! Hou op’, vervolgt hij. ‘Maandenlang verloren we zó veel wedstrijden. Dan stond ik daar achterin, soms had ik het gevoel alsof ik op een snelweg stond, maar dan met eenrichtingsverkeer. En allemaal de verkeerde kant op, zeg maar. Ik werd er ook overal mee geconfronteerd. Als ik in de supermarkt kwam, of bij de kapper, overal ging het maar over ADO. “Wat zijn jullie aan het doen? Wanneer gaan jullie een keertje punten pakken?” Die vragen heb ik wel duizend keer gekregen. Tja, en wat zeg je dan?’

Populair bij de jeugd na ADO’s eerste oefenwedstrijd van het seizoen, tegen Lugdunum.

Populair bij de jeugd na ADO’s eerste oefenwedstrijd van het seizoen, tegen Lugdunum.

Het leed van ADO werd met de week groter, maar ternauwernood kwam de ommekeer. De nieuwe trainer Fons Groenendijk zette het team naar zijn hand. Met succes, maar zonderBeugelsdijk in de basis. ‘Twee duels gingen lekker, toen liep ik een schorsing op. Tijdens mijn afwezigheid won de ploeg twee keer. Dan gaat een trainer natuurlijk niet wisselen.’

Waar wisselspelers zichzelf al snel benadeeld voelen, daar liet Beugelsdijk een ander geluid horen. Hij bleef positief, zette zijn eigenbelang opzij en steunde iedereen om hem heen in de jacht op lijfsbehoud. Vanaf de kant en als invaller leefde hij intens mee. ‘Als voetballer van ADO met een degradatie de geschiedenisboeken in gaan, dat nooit! Het ging niet om mij, ik kon dat prima uitschakelen. ADO moest erin blijven en dat gebeurde met een mooie reeks. Ik nam de trainer dan ook helemaal niets kwalijk. Fons is gewoon een goeie vent, een prima trainer, met een duidelijke manier van werken. Geen gekkigheid. Ons contact werd ook niet minder toen ik even niet speelde. Ik trainde eindelijk weer lekker en ADO leefde op. Het is godzijdank goed afgelopen, maar dit seizoen wil ik het niet nóg een keer meemaken, dat gevecht tegen de laatste plaats. Dat vreet echt aan je.’

Toeren

De telefoon gaat. Het is Thomas Meissner. Ploeggenoot en inmiddels een goede vriend van Beugelsdijk. De harde Haagse schaterlach is hoorbaar, gevolgd door een mix van Nederlands en Duits. ‘Ik spreek nu beter Duits dan in mijn tijd bij FSV Frankfurt, gek toch?’, vervolgt Beugelsdijk, nadat hij heeft opgehangen. ‘Thomas is een mooie vent, we communiceren een beetje kriskras met beide talen door elkaar heen. Maar we begrijpen elkaar helemaal.’ De vriendschap resulteerde recent in een gezamenlijke vakantie op Curaçao. Samen met linksback Aaron Meijers genoten ze van elf dagen zomerreces op het Caraïbische eiland. ‘ADO is mijn cluppie, maar mochten ze op Curaçao een goed voetbalelftal hebben, dan houd ik me aanbevolen. Man, wat een eiland! Ik kom er nu al een paar jaar, maar dat leven daar... Zon, zee, strand, relaxte mensen. Genieten, echt genieten.’

Op het eiland was Beugelsdijk getuige van de Europa League-finale Ajax-Manchester United. ‘Op het strand van Mambo Beach hebben we die wedstrijd gezien. Tweehonderd man, grote schermen, bijna iedereen met een Ajax-shirt aan. Toen United scoorde, draaiden opvallend veel mensen mijn kant op. Niet dat er iets te zien viel, maar ze waren blijkbaar benieuwd of ik voor die Engelsen zou juichen. Nee joh, aan die gekkigheid doe ik niet mee. Ik was daar om lekker vakantie te vieren en dat hebben we gedaan.’

Terug in Nederland had Beugelsdijk nog een paar weken vrij. Zijn vakantiedrang was nog niet gestild en een volgend avontuur diende zich spontaan aan. ‘Kenneth is mijn beste maatje, al mijn hele leven een goede vriend. We zaten op een donderdag in de namiddag samen en wilden iets geks doen. Even gezelligheid opzoeken. Hij opperde de auto te pakken en gewoon te gaan toeren. Geen idee waarheen, gewoon rijden en kijken waar we uit zouden komen. Een paar uur later hadden we onze koffers gepakt en stapten we in de auto. Rijden, rijden, rijden. De hele nacht door. De teller stond op veertienhonderd kilometer, we kwamen uit in Spanje, Lloret de Mar. Wat een tocht!’

‘We wilden iets geks doen, even gezelligheid opzoeken. Rijden, rijden, rijden. De hele nacht door, we kwamen uit in Lloret de Mar’

In de Spaanse badplaats genoot Beugelsdijk met zijn goede vriend van een week plezier. ‘Lekker niets doen. Op het strand liggen, even de zee in, aan de bar hangen, maar vooral veel slap ouwehoeren. Daar is vakantie toch voor? Kan ik van genieten. Helemaal na zo’n slopend seizoen was ik daar echt aan toe. De batterij moest even helemaal worden opgeladen. Eenmaal terug in Nederland had ik nog twee weken vrij en toen is het vizier weer op het voetbal gegaan. Dat moest ook, want er staat heel wat te gebeuren.’

Geen genade

Opeens verandert de toon. Beugelsdijk kijkt er serieus bij. ‘Dit wordt míjn jaar. Daar moet alles voor wijken, alles. Ik ben topfit, maar nog lang niet tevreden. Ik let op mijn voeding, wil elke dag extra trainen. Met onze looptrainer John Nieuwenburg ben ik daar nu ook al gericht mee bezig. Hij gaat dit seizoen extra aan de slag met mij, dat moet ook. Geen negentig minuten, nee, ik moet honderd minuten kunnen knallen. Elke wedstrijd opnieuw. Het beest in mij moet weer tekeergaan.’

Het vuur staat in zijn ogen als hij zijn ambities uitspreekt. Beugelsdijk aast op sportieve wraak. ‘De Tommie van vorig seizoen is niet meer. Wat was mijn kracht altijd? De spits opvreten, hem het leven zuur maken, geen genade. Eenmaal in balbezit zo snel mogelijk die bal inleveren bij iemand van dezelfde kleur. En als het moet, dat ding gewoon de tribune in. Afgelopen seizoen was matig, ik was mezelf niet. Ik merkte het aan alles. Ik was te gezapig, was ook op het veld leuk en vriendelijk tegen iedereen. Dat kan niet, dan ben ik er niet goed mee bezig en word ik nonchalant.’

‘Spitsen vonden het vaak zo irritant om tegen mij te spelen, maar afgelopen seizoen leek iedereen wel mijn vriendje’

De verdediger zet zijn betoog kracht bij met een paar rake voorbeelden. ‘Voorheen hadden scheidsrechters zoiets van: Die Beugelsdijk, die schopper, moeten we in de gaten houden. Ze zaten heel kort op me. Maar afgelopen seizoen waren ze op het veld vooral met me aan het dollen, en ik dolde terug. Wat was het gezellig... Kan niet, slaat nergens op. Dat gold ook voor tegenstanders. Spitsen vonden het vaak zo irritant om tegen mij te spelen. Ze vonden me een dwaas, die negentig minuten hun schaduw was. Houden ze niet van. En ik was vaak heel agressief. Als ze op mijn tenen stonden, schold ik ze verrot. Maar het afgelopen seizoen leek iedereen wel mijn vriendje. Die Wout Weghorst van AZ. Ik kon zijn bloed wel drinken. Man, wat vond ik hem irritant op het veld. En hij mij ook. Dat leverde heerlijke duels op. Hard tegen hard, mannelijke gevechten. Afgelopen seizoen deed hij vriendelijk: “Tommie, hoe is het?”, zei hij aan het begin van de wedstrijd. Ik dacht nog: Leuke vent, prima. Maar dat is niet goed, dat werkt door in mijn spel. Op een negatieve manier, ik werd te gemakzuchtig.’

In duel met Wout Weghorst van AZ. ‘Man, wat vond ik hem irritant op het veld. En hij mij ook.’

In duel met Wout Weghorst van AZ. ‘Man, wat vond ik hem irritant op het veld. En hij mij ook.’

Hij heeft zijn doel duidelijk voor ogen. Van rustâââg mag geen sprake meer zijn. Niet meer op het veld, niet meer daarbuiten. ‘In het spelers-home na een wedstrijd ben ik gewoon weer de normale Tommie, dan hoef ik geen vijanden te hebben. Maar zodra ik mijn voetbalschoenen aan doe, gaat vanaf nu de knop weer om. De tegenstander moet het weer vervelend vinden om tegen mij te staan. Als ze op mijn tenen gaan staan, pak ik ze aan. Niet meer denken: Ach joh, die pik deed het niet expres. Andere spelers kunnen zich dat misschien veroorloven, ik niet. Als ik kwaad ben, ben ik op mijn best.’

De zomer heeft voor een grondig stukje zelfreflectie gezorgd. Jarenlang was er een groot contrast tussen de voetballer en de mens Beugelsdijk. Als mens was hij alom gewaardeerd, een sfeermaker die voor iedereen klaarstond. Dat wil hij nog steeds zijn, alleen wel met een betere balans. ‘ADO doet veel aan sociaal-maatschappelijke projecten. Begrijp me niet verkeerd, dat is geweldig, en daar doe ik graag aan mee. Alleen hoop ik soms dat de club mij kan beschermen. Ik zeg nou eenmaal overal ja tegen, pak alles aan, omdat ik mensen wil helpen. Op allerlei vlakken, maar dat gaat soms ten koste van mezelf. Volgens mij heb ik in mijn leven al vijfhonderd shirts van ADO weggegeven. Iedereen die ernaar vroeg, kreeg er eentje. Kan natuurlijk niet, want telkens moet ik er wel zelf zestig euro voor aftikken. Daar moet ik gewoon wat slimmer mee omgaan, zonder mezelf te veranderen. Ik hoop dat mensen hier begrip voor kunnen opbrengen.’

‘Spitsen slopen, uitschakelen die handel, daar gaat het om. De machine moet weer aan, op de hoogste stand’

Zijn knuffelgehalte buiten het veld verdween jarenlang zodra hij het gras onder zijn voeten had. Als voetballer was hij bovenal een ongeleid projectiel dat genoot van een bloktackle of keiharde persoonlijke duels. Die veelzijdigheid in zijn voorkomen moet komend seizoen terugkeren. ‘Ik kon nooit van mijn talent leven, in mijn hele leven was passie, overgave en hard werken de formule. En als ik iets wilde bereiken in het voetbal, dan bereikte ik het. Maar wel door hard te werken, elke dag opnieuw. Als ik in de spiegel kijk, heb ik dat afgelopen seizoen niet altijd even goed gedaan. Vaak onbewust, maar het gebeurde wel. Daar kan ik andere mensen de schuld van geven, maar dat slaat nergens op. Er is maar één persoon verantwoordelijk voor mijn carrière en dat ben ikzelf. Dus dat telt vanaf nu. De focus op voetbal, de rest is bijzaak. Geen poppenkast meer. Mijn eerste doel is weer die stabiele basisspeler te worden, op de manier die bij me past. Spitsen slopen, uitschakelen die handel, daar gaat het om. De machine moet weer aan, op de hoogste stand.’
0
Woensdag 5 juli 2017 om 14:52 uur

R.E.

Aad schreef:

Ik heb even gekeken hoe het met die tv gelden werkt:

Er wordt gekeken naar de laatste 10 seizoen hierbij wordt een rekenschema gemaakt. Het seizoen van 10 seizoenen geleden telt 1 maal mee, 9 seizoenen gelden 2 maal, 8 seizoenen gelden 3 maal, tot het huidige seizoen die 10 maal mee telt. Voor de duidelijkheid gaat het om de reguliere eindstand. Dus zonder play offs.
Hoe lager het totaal aantal punten des te hoger de plaats en het percentage TV geld.

Voor ADO telt: 2008 6e JL - punten 24 (18+6), 2009 14e - punten 18 (2x9), 2010 15e - punten 45 (3x15), 2011 7e - punten 28 (4x7), 2012 15e - punten 75 (5x15), 2013 9e - punten 54 (6x9), 2014 9e - punten 63 (7x9), 2015 13e - punten 104 (8x13), 2016 11e - punten 99 (9x11)
Het totaal van deze 9 jaar is dus: 510

Een 11e laats nu betekent 110 punten meer, een 15e plaats 150 meer.

Jullie mogen zelf uitrekenen wat het voor anderen betekent maar ik weet zeker dat het voor de gemiddelde stand niet zo heel veel uitmaakt. Maar goed, ik ken de percentageverdeling dus niet.
Jij en vele anderen doen net alsof het minder belangrijk is omdat er naar het gemiddelde van tien jaar wordt gekeken, maar het is dus juist omgekeerd: iedere prestatie blijft tien jaar lang van belang en kan in elk van die tien jaar het verschil maken tussen tienduizenden of zelfs honderdduizenden euro`s. Het duurt dus ook tien jaar voordat je een slechte prestatie eindelijk kwijtraakt. Kortom: meer dan genoeg reden om de vakantie van de spelers niet al in april(!) te laten beginnen. Hopelijk is dat besef nu eindelijk doorgedrongen en wordt de laatste wedstrijd wel serieus genomen, maar het zal na die voortijdige vakantieperiode lastig zijn om de knop toch nog om te draaien.
0
Vrijdag 12 mei 2017 om 14:46 uur

Nu online

lulijzer, Aad, JB96, The Hague FC, Anne van Schuurman, MikeDH, guru en 321 gasten.

Zoek in shoutbox

Naam:
Tekst:
Vanaf datum: Verwijder datum Kies een datum
Tot en met datum: Verwijder datum Kies een datum

Kies een pagina

Vorige pagina
Pagina 7
Volgende pagina

Spelersklassement

De top3:
Jari Vlak Daryl van Mieghem Juho Kilo

Laatste wedstrijd

Logo ADO Den Haag Logo Telstar
1-1
20 september 2024

Volgende wedstrijd

Logo ADO Den Haag Logo Jong FC Utrecht
27 september 2024 om 20:00 uur
Bingoal Stadion

Advertentie

Keuken Kampioen Divisie

1 FC Den Bosch 7 - 16
2 Excelsior 7 - 14
3 Helmond Sp. 7 - 14
4 Jong PSV 7 - 11
5 FC Eindhoven 7 - 11
6 Graafschap 7 - 11
7 Telstar 7 - 11
8 Jong AZ 7 - 11
9 FC Volendam 7 - 10
10 Jong Ajax 7 - 9
11 FC Dordrecht 7 - 9
12 Roda JC 7 - 9
13 FC Emmen 7 - 8
14 SC Cambuur 7 - 7
15 ADO Den Haag 7 - 7
16 TOP Oss 7 - 7
17 MVV Maastr. 7 - 6
18 VVV-Venlo 7 - 5
19 Vitesse -6 7 - 4
20 Jong Utrecht 7 - 2