Welkom in de shoutbox, gast
Bollie74
Tommy
Barend schreef:
Als je nog niet van Emmen kunt winnen - plek 18 - dan begrijp ik jouw optimisme niet.
Het is niet meer dan normaal dat je vooraf je tegenstander bespreekt.
Vooraf aan de wedstrijd tegen Sparta zat Fraser bij ons op de tribune.
Als je nog niet van Emmen kunt winnen - plek 18 - dan begrijp ik jouw optimisme niet.
Het is niet meer dan normaal dat je vooraf je tegenstander bespreekt.
Vooraf aan de wedstrijd tegen Sparta zat Fraser bij ons op de tribune.
We wonnen niet van emmen omdat we de bal niet meer in fe ploeg konden houden.
Met een middenveld pinas/ veijnovic/ morrison. Heb je zowel een heel technisch als ervaren middenveld.
Met een bijen straks terug in de verdediging. Samen met een janmaat heb je 2 leiders centraal achterin staan.
Kishna en kramer voorin.
Je gaat gewoon erin blijven nu.
Omdat veijnovic niet in de basis stond bij feyenoord en az zou die geen goede speler zijn voor ado??
Voor ons is het een hele goede ervaren speler.
Misschien een beetje roestig de eerste paar wedstrijden maar hij is fit dat is het belangrijkste.
Voor janmaat geld hetzelfde
En nu de tegenstander.
In balbezit zijn ze heel aardig. En omdat ze meer voetbal in de ploeg hebben.
En dus vaker de bal hebben kunnen ze hun verdediging ontzien.
Onder de noemer als jij de bal heb kan de tegenstander niet scoren.
Ze hebben geen grote namen op anita na.
Ze hebben een goed collectief.
Wij hebben op papier zelfs een beter team nu.
Voor ons gaat het seizoen nu echt beginnen
Met een middenveld pinas/ veijnovic/ morrison. Heb je zowel een heel technisch als ervaren middenveld.
Met een bijen straks terug in de verdediging. Samen met een janmaat heb je 2 leiders centraal achterin staan.
Kishna en kramer voorin.
Je gaat gewoon erin blijven nu.
Omdat veijnovic niet in de basis stond bij feyenoord en az zou die geen goede speler zijn voor ado??
Voor ons is het een hele goede ervaren speler.
Misschien een beetje roestig de eerste paar wedstrijden maar hij is fit dat is het belangrijkste.
Voor janmaat geld hetzelfde
En nu de tegenstander.
In balbezit zijn ze heel aardig. En omdat ze meer voetbal in de ploeg hebben.
En dus vaker de bal hebben kunnen ze hun verdediging ontzien.
Onder de noemer als jij de bal heb kan de tegenstander niet scoren.
Ze hebben geen grote namen op anita na.
Ze hebben een goed collectief.
Wij hebben op papier zelfs een beter team nu.
Voor ons gaat het seizoen nu echt beginnen
0
|
Zondag 3 januari 2021 om 21:17 uur |
FC Den Haag!
Johannes schreef:
Dat, plus de shout van Tommy: schrijf Karelis nog niet af.
Geef dat (geleende) geld dan uit aan bijv. die linksback positie, hoewel Mulder een aardig debuut had. En zo begon Janmaat ook ooit zijn carrière, dus wie weet.
Met de komst van Vejinovic ook lekker Rigo terug naar PSV sturen graag.
Dat, plus de shout van Tommy: schrijf Karelis nog niet af.
Geef dat (geleende) geld dan uit aan bijv. die linksback positie, hoewel Mulder een aardig debuut had. En zo begon Janmaat ook ooit zijn carrière, dus wie weet.
Met de komst van Vejinovic ook lekker Rigo terug naar PSV sturen graag.
Wellicht inderdaad verstandiger om te kijken of we een goede linksback kunnen halen. Die kan dan samen met Mulder concurreren voor de linksback positie. Faye kan dan wat mij betreft vertrekken.
Dan kan Kemper links centraal blijven staan waar hij een betere indruk heeft achtergelaten de eerste seizoenshelft.
Dan kan Kemper links centraal blijven staan waar hij een betere indruk heeft achtergelaten de eerste seizoenshelft.
0
|
Vrijdag 1 januari 2021 om 17:31 uur |
Sprinkhaan070
daveadodh schreef:
Mag ik vragen waarom Goossens? Heeft een aardige pass maar dat is ook alles. Corners gaan niet meer zo goed, vrije trappen ook niet. Kan het tempo niet aan. Verdedigt niet. Mijn inziens heb je er niks meer aan helaas
Mag ik vragen waarom Goossens? Heeft een aardige pass maar dat is ook alles. Corners gaan niet meer zo goed, vrije trappen ook niet. Kan het tempo niet aan. Verdedigt niet. Mijn inziens heb je er niks meer aan helaas
Hier heb je gelijk in. Wel vond ik hem onder Pardew echt 150% geven voor de club. Wat bleef die jongen gaan samen met Meijers. Dat word ook wel vaak snel vergeten door mensen.
0
|
Donderdag 31 december 2020 om 19:40 uur |
Advertentie
Edwin Post
Het is zeker een pijnlijk interview maar dan wel in de zin van de grote puinhoop die Hamdi zijn voorgangers en UVS (met name UVS en Manders versus van As)de afgelopen 5 jaar ervan hebben gemaakt. Hamdi werkt dag en nacht samen met Jol om weer een beetje structuur in de club te krijgen. Ik heb verschillende grote reorganisaties meegemaakt bij mijn eigen werkgever en daar zagen de directeuren er ook net zo moe uit na een jaar. Daarom krijg je nu ook steeds meer respect voor Hamdi en Jol en mogen zij ook fouten maken net als iedereen en verder heb ik al genoeg gezegd over UVS en hun (wan) betalingen en loze beloftes. Nu geven ze wat geld zodat zij de redder lijken maar we weten allemaal hoe het werkelijk in elkaar zit.
0
|
Donderdag 31 december 2020 om 15:20 uur |
Aad
purnie&pino schreef:
Een goede linksback en el khayati en je blijft er in
Een goede linksback en el khayati en je blijft er in
El Khayati gaat niet samen met Kishna en Vejinovic. Die gaan elkaar in de weg lopen.
Laten ze dat geld maar besteden aan Nick Doodeman 24 jaar, rechtsbuiten bij Volendam. Dit seizoen al 8 doelpunten en 10 assists. Nog een half jaar daar onder contract maar heeft al gezegd niet bij te tekenen. Bij ESPN/Fox wordt hem een grootse toekomst voorspeld. Dat zegt natuurlijk niet alles maar een echte ouderwetse rechtsbuiten met een goede voorzet zou bij ons niet misstaan.
Laten ze dat geld maar besteden aan Nick Doodeman 24 jaar, rechtsbuiten bij Volendam. Dit seizoen al 8 doelpunten en 10 assists. Nog een half jaar daar onder contract maar heeft al gezegd niet bij te tekenen. Bij ESPN/Fox wordt hem een grootse toekomst voorspeld. Dat zegt natuurlijk niet alles maar een echte ouderwetse rechtsbuiten met een goede voorzet zou bij ons niet misstaan.
0
|
Donderdag 31 december 2020 om 14:51 uur |
Heino
Smerig Mannetje schreef:
Ik zie een stukkie over Michel Adam op VI pro. Is er iemand die dat wil delen?
Ik zie een stukkie over Michel Adam op VI pro. Is er iemand die dat wil delen?
Nog altijd nietsontziende Adam fileert: van `poepdoos` Bergkamp tot nieuwe zeurgeneratie
In Balverliefd aandacht voor de gang van zaken achter de schermen van het voetbal en opvallende gebeurtenissen aan de rand van het veld. Deze week over Michel Adam (52), die op de drempel van Oud en Nieuw nog wel verbaal vuurwerk levert.
Michel Adam praat zoals hij vroeger verdedigde: subtiel is niet de eerste typering die zich opdringt. 2020? ‘Pleurisjaar!’ Bijna alles wat voor de Hagenaar mis kon gaan, gíng het afgelopen jaar mis. Zijn vuurwerkhandel werd lamgelegd door de overheid. Zijn wasserette raakte de ene na de andere klant kwijt. ‘Ik heb 54 horecazaken, waarvan er 45 op z’n kut leggen’, drukt Adam het in particulier vakjargon uit. Onlangs moest hij zijn schizofrene winkeltje aan de Maartensdijklaan zelfs helemaal op slot gooien. Weg inkomsten, weg sociale contacten met de buurt.
Die eerste lockdown, in het voorjaar, trad hij nog met Haagse bluf tegemoet. Niks kniezen tussen de vuurpijlen en wasmiddelen. Adam trok de deur van zijn zaak in volksbuurt Morgenstond achter zich dicht en ging lekker op de camping zitten. ‘Ik dacht bij m’n eigen: Ik heb me jarenlang de pestpokken gewerkt, een paar maandjes vakantie kan er wel vanaf. In Breda heb ik een chalet op een lap grond van driehonderd vierkante meter. Ik kèn er lekker in mijn blote lul rondlopen, niemand die me ziet. Heerlijk.’
Dat was toen. De recentste lading coronamaatregelen bracht ook Adam flink aan het zweten. Noodgedwongen zit de voormalige verdediger al te knagen aan zijn pensioentje. ‘Het begint stilaan penibel te worden. Hopelijk blijft de zaak overend.’ Normaal heeft hij in elk geval nog afleiding van ADO Den Haag. Maar ook zijn oude club bezorgt hem alleen nog kopzorgen. ‘Allemaal slappe hap’, zegt Adam, terwijl hij voor Adam’s Vuurwerk een stevige haal neemt van zijn filtersigaret. Naar binnen. De eigenaar trekt twee klapstoeltjes tevoorschijn en smijt ze elk een andere kant op. ‘Zo, anderhalve meter. Mot je koffie?’
In de winkelschappen liggen nog wat laatste restjes vuurwerk, uit de dan nog niet verboden categorie-1. Adam kijkt er meewarig naar. ‘Kinderspul’, zegt-ie. De ophef over vuurwerk vindt hij te gek voor woorden. Geen verrassend standpunt, voor een verkoper. Maar hij zegt het ook als liefhebber. ‘Joh, vuurwerk was voor mij zakelijk gezien een kersje op de taart, meer niet. Ik vind het gewoon mooi spul. Vroegâh al. Mijn eigen voorraadje bewaarde ik onder mijn bed. Ik trok het wel vijfhonderdduizend keer tevoorschijn om ernaar te kijken. En dan gingen we met Oud op Nieuw met de hele familie naar oma. Eerst samen eten en dan naar buiten, vuurwerk afsteken. Supermooi.’
© Pro Shots/Toon Dompeling
Als vuurwerkhandelaar begon hij in het illegale circuit. Als jonge profvoetballer van wat toen nog FC Den Haag heette, was hij er aan het einde van het jaar al druk mee. ‘Ik hield er niks aan over. Van het geld dat ik verdiende, kocht ik zelf ook weer vuurwerk.’ Adam schatte in dat trainer Co Adriaanse het niet zou toejuichen als hij zijn spul in de kleedkamer zou verkopen, dus hield hij zijn handel gescheiden van het voetbal. Wat niet wil zeggen dat hij nooit eens wat vuurwerk meenam in zijn sporttas.
‘Ik herinner me nog dat ik een keer een lawinepijl heb afgestoken tijdens een wedstrijd. Excelsior-uit was dat.’ Eh? ‘Ik was gewisseld, had me gedoucht en ging naar mijn auto. Had ik een lawinepijl in liggen. Die stak ik gewoon af achter het stadion.’ Natuurlijk, welke prof heeft dat níét ooit gedaan? ‘Die pijl knalde recht boven dat Woudestein mooi uit mekaar, terwijl de wedstrijd nog bezig was. Volgens mij heeft niemand ooit geweten dat ik dat ding had afgestoken. Heb je nog nieuws ook.’ Geen teamgenoot van vroeger zal heel verbaasd zijn. ‘Ik heb ook eens een wc-pot opgeblazen op het trainingscomplex. Gooide ik er een nitraat in, die dingen waren toen net in. Bleef niks over van die pot. De stront zat tegen het plafond.’
Ontploffing
Bijna was Adam verantwoordelijk geweest voor een ontploffing met grotere gevolgen. In de zomer van 1991 was FC Den Haag uitgenodigd voor een vriendschappelijk toernooi in Shanghai. De trip duurde twee weken. Na terugkeer in Nederland liet Adriaanse de Haagsche Courant weten dat het een in alle opzichten leerzaam avontuur was. ‘Als we niet moesten spelen of trainen, gingen we op stap’, zei de destijds 44-jarige oefenmeester. ‘Naar tempels, naar andere prachtige gebouwen of naar het circus. En allemaal keurig in het pak. Ik vind dat dat ook zo hoort. Een Ierse ploeg is niet verder gekomen dan de bar in het hotel. Zoiets hoort niet, vind ik.’
Adam zal de reis nooit vergeten. Gave tempels, zegt-ie. En: overal wáánzinnig vuurwerk te koop voor wènag! Hij propte zijn koffer vol met Chinees knaltuig. ‘Dat kreeg je toen nog mee het vliegtuig in. Je had nog niet al die scanners en toestanden. “Ben jij wel goed bij je hoofd?”, vroegen mensen me toen ze hoorden wat ik had meegenomen. “Wat denk je met die luchtdruk? Die hele boel had daarboven wel uit mekaar kunnen knallen!” Had ik helemaal niet bij nagedacht, joh…’
Het is een klein wonder dat hij met zijn vroegere escapades op vuurwerkgebied geen slachtoffers heeft gemaakt. Wel had hij ooit een ongelukje met een ondeugdelijke mortierbom, die pal voor zijn huis ontplofte. In de omtrek zaten er geen ruiten meer in de kozijnen en zijn dochter, die door de klap achterover werd geblazen, had een vuurwerkfobie voor het leven. Het ongeluk was voor Adam het sein te kappen met illegaal spul. Hij was er eerder al herhaaldelijk voor gearresteerd. ‘Ik heb vier keer vastgezeten vanwege vuurwerkhandel. Telkens een dag of vier. Eén keer wilden ze me langer opsluiten. Stonden ze bij me thuis op de deur te bonzen, terwijl ik lag te slapen. Mijn vrouw zag op de camera dat ze met tien man waren. Ze moest eerst de hond nog wegzetten. Maar hup, daar vielen ze al binnen.’
Handboeien
Die dag, een jaar of vijftien geleden, werd de oud-profvoetballer in handboeien afgevoerd. ‘Ze hadden zelfs de straat afgezet. Ik had toch geen moord gepleegd? Rot op. Wat een gedoe voor een beetje vuurwerk.’ Mogelijk zijn er mensen die een strengere definitie van ‘een beetje’ hanteren. ‘Naja, in een pakhuis in Voorschoten had ik 3.500 kilo vuurwerk opgeslagen. Spanje, België, het kwam overal vandaan.’
Indertijd werkte Adam als postbode. Na zijn arrestatie belde zijn vrouw de PTT om hem ziek te melden, zoals eerder afgesproken. Maar het duurde niet lang of er circuleerden berichten over een Hagenaar die was opgepakt op verdenking van illegale vuurwerkhandel. De naam van de verdachte werd niet vermeld, wel de straat waarin hij woonde. Genoeg informatie om de argwaan van zijn baas te wekken. ‘Tijdens mijn verhoren mocht ik één telefoontje plegen. Heb ik naar het werk gebeld, met een zielig stemmetje. “Oh, oh, ik ben zo ziek”. De baas trapte erin.’ Na vijf dagen kwam Adam weer vrij. ‘Met dank aan mijn advocaat. De politie had mijn vuurwerk meteen laten vernietigen. Daardoor konden ze niet meer bewijzen dat het spul illegaal was.’
Hij voorspelt dat veel mensen de komende jaarwisseling hun toevlucht zullen zoeken tot clandestien knaltuig, maar bij hem hebben ze het niet kunnen kopen. ‘Ze komen hier nog zo vaak controleren, dan kijken ze zelfs in mijn wasmachine. Op de lantaarnpaal voor de winkel hangt een camera. Ik heb mijn reputatie tegen. Maar ik ben er ook echt klaar mee. Vroegâh, toen ik in het illegale zat, had je Cobra’s, Widowmakers en Vlinders. Dat was gewoon mooi spul. Ik hou van sierwerk. Ook van knallen, maar dan wel: in de lucht. Tegenwoordig strooien ze gewoon met bommen. Dat heeft niks met vuurwerk te maken, maar onze branche wordt er wel op afgerekend. Alles wordt maar op één hoop gegooid. Zeker door die doppuhdoktâh (oogarts Tjeerd de Faber, red.), die op tv maar blijft vertellen hoe gevaarlijk legaal vuurwerk is. Vreselijk, die vogel.’
Cultheld
Met de ogen dicht is hij een vergeten typetje van Kees van Kooten. Met de ogen open ook. Haagser dan Michel Adam zijn ze haast niet te vinden. Zijn leven heeft zich altijd afgespeeld in de arbeidersbuurten rondom wat eens het Zuiderparkstadion was, het volkstheater waarin hij tot cultheld uitgroeide. Zoals veel in zijn leven ging ook zijn gang naar het profvoetbal niet volgens de gebaande paden. Lang voetbalde hij alleen ‘op de camping’. Pas op zijn twaalfde werd hij lid van VV Laakkwartier, de club uit zijn gelijknamige geboortewijk. Hij werd gescout door amateurclub ADO. ‘Een ongezellige pleurisvereniging’, aldus Adam. Tot zijn grote opluchting kon hij na een jaar alweer hogerop, naar FC Den Haag. ‘Ik was zo blij als een hond met zeven lullen.’
Hij belandde in het hoogste jeugdelftal als rappe rechtsbuiten. Toen de trainer op een toernooi in Hongarije om een voorstopper verlegen zat, hoorde Adam zichzelf ineens naar voren schuiven. ‘Werd ik speler van het toernooi’, grijnst hij. Op zijn zeventiende debuteerde hij als verdediger in de Eredivisie. Adam zette zijn eerste stappen in het betaalde voetbal aan de zijde van routinier Martin Jol. ‘Een geweldige voetballer, ik kon zoveel van hem leren. Martin en ik sliepen bij elkaar op de kamer. Ik zal het niet gauw vergeten, want Martin had claustrofobie. Schijten deed-ie met de deur open. Echt waar. Zolang je niet spettert, vind ik het prima, zei ik altijd.’
Hoewel Adam relatief laat op serieus niveau was gaan voetballen, haalde hij Jong Oranje en was hij nog voor zijn twintigste een vaste waarde bij FC Den Haag. Naar eigen zeggen vooral op karaktâh. Daarmee was hij eind jaren tachtig, begin jaren negentig geen uitzondering in de Hofstad. De Haagse ploeg, destijds getraind door Co Adriaanse, dreef op vechtlust. Het Nederlandse antwoord op Wimbledon FC keek niet op een rotschopje meer of minder. Een bezoek aan het Zuiderpark was voor tegenstanders net zo’n vrolijk vooruitzicht als een wortelkanaalbehandeling.
‘Voor ons was het zo’n heerlijk stadion om in te spelen. Al die ploegen kwamen met poep in de broek naar Den Haag. We maakten er altijd een feestje van. Onze spelerstunnel had plastic ramen. Daar gaven we voor de wedstrijd een paar flinke klappen op. Dan begonnen ze naast ons, tegen wie we ook speelden, nog harder te trillen. Stonden we al met 1-0 voor. Ons shirt was ook zo goed: felgeel en felgroen, zoals het hoort. Met strépies. Het mooiste tenue ooit.’
Onder Adriaanse moest Martin Jol plaatsmaken voor Marco Gentile, met wie Adam al snel ook buiten het veld een twee-eenheid vormde. ‘We gingen veel op stap samen. Meestal naar discotheek De Marathon. Zelf ging ik graag nog door naar The Crusader. Dat was een hoerenbar, boven De Marathon. Een soort FC Den Haag-clubhuis. Ik zat er vaak aan de bar tussen de supporters. Ook de dag voor een wedstrijd wilde het nog weleens laat worden, uurtje of vier. Assistent-trainer Mark Wotte maakte op zijn fiets altijd een controlerondje langs de kroegen. Hij ging alle kaktenten af, maar bij The Crusader durfde hij niet naar binnen. Dus ik kon doen en laten wat ik wilde. Maar ik dronk mezelf nooit lam. De volgende dag stond ik er altijd.’
Adam en Gentile vormden het jongste centrale verdedigingsduo van de Eredivisie. Ongetwijfeld ook het hardste. ‘Meteen na de aftrap pakten we die spitsen even aan. Zo, zeiden we dan, dit krijg je anderhalf uur. Waren ze gelijk bang. Tegenwoordig zie je ze allemaal op vijf meter afstand verdedigen. Wij waren van het kort dekken. Co zei altijd: “De aanvaller moet je lul voelen”.`
`René Eijkelkamp was de beste tegen wie ik heb gespeeld. Haast niet te verdedigen. Groot, sterk aan de bal en voor je het wist, had je een elleboog op je strot. Henny Meijer douwde altijd zijn reet erin. Een van mijn eerste wedstrijden was hij mijn tegenstander. “Ken je ’m aan?”, had Co gevraagd. Tuurlijk, zei ik. Die wedstrijd begon, Meijer douwde zijn dikke hol erin en scoorde. Werd ik meteen gewisseld. Ook dat was Co… Maar veel goeie spitsen hadden het zwaar tegen ons. We deden alles om ze uit de wedstrijd te halen. Effies in de billetjes knijpen. Of in de balletjes. Op de tenen staan. Knietje in de rug porren. Tikkies geven, schoppen, ouwehoeren. Marco en ik wisselden het af. Als de een net een waarschuwing had gekregen, nam de ander het even over.’
Adam verhield zich tot het voetbal als een sloophamer tot een Stradivarius, maar van schaamte is ook met terugwerkende kracht geen sprake. Van ideale schoonzonen liggen spitsen niet wakker, weet hij. Van hem lagen ze dat wel.
‘Dennis Bergkamp, ook zo’n poepdoos. Vond het ellendig om tegen ons te spelen. Net als Romário. Die liep altijd maar te klagen en werd standaard gewisseld tegen ons.’ Dat laatste gebeurde in elk geval op de dag in 1990 dat de PSV-spits dacht te scoren tegen FC Den Haag, maar buiten Gentile had gerekend. De stopper kwam zijwaarts invliegen, de Braziliaan brak een kuitbeen. ‘Dat deed Marco natuurlijk niet expres. Was lullig, maar ja. De keer erop dat we bij PSV speelden, gingen ze hem met 25 duizend man uitfluiten. Marco wist zich er geen raad mee. Gek, ik had zó’n lul gekregen’, bluft Adam, met zijn handen een tamelijk optimistisch formaat aanduidend. ‘En ik had mijn broek laten zakken ook nog.’
Bijgoochem
In het VAR-tijdperk had Adam het vermoedelijk niet lang volgehouden. ‘Schei toch uit. Je kèn nou niks meer, zeggen ze. Je kèn zat. Gewoon voor die bal gaan en dan in je sliding net even de enkeltjes meenemen. En trouwens: ik heb nooit een rooie kaart gehad, hè? Dat je het weet. Ja, toen ik weer bij de amateurs ging voetballen. Meteen in mijn eerste wedstrijd. Die scheids wilde even leuk doen, zo’n bijgoochem. Was gewoon een tackeltje, niks mis mee. “Doorgebroken speler”, zei-ie. Joh, pleurt op.’
Eerlijk is eerlijk: Adam was meer dan een schopper, zoals het FC Den Haag van dertig jaar geleden meer was dan een schopploeg. Tegenstanders hadden lang geen antwoord op het befaamde kerstboomsysteem van Adriaanse, wiens spelers onvermoeibaar bleven jagen. Adam hoort vandaag de dag nog weleens warrumwateruitvindâhs interessant doen over pressievoetbal, alsof het een moderne vondst is. ‘Tyf op, dat deden wij dertig jaar geleden al! Doordekken, tegenstanders vastzetten. Ook gewoon tegen Ajax. Je moest er superfit voor zijn. Co liet ons heel veel lopen. Rondjes Zuiderpark. Zat hij op de fiets met een metertje, en zei hij: “Oké jongens, acht kilometer per uur. En nu negen per uur. En nu tien”. Als we hadden verloren, nam Co ons altijd mee naar het strand. Moesten we van het Atlantic Hotel rennen naar de muur, tien kilometer door dat mulle zand. Redde je het niet binnen een uur, dan moest je de volgende dag terug. Tegenwoordig zijn al die voetballers zogenaamd oververmoeid. Zeurden wij niet over. Co beulde ons af, maar zo konden we wel al die ploegen gek maken. Hij is de beste trainer die ik heb gehad.’
Adam wipt op zijn stoeltje van enthousiasme, zijn matje vrolijk meewiebelend op zijn schouderbladen. Ooit bood assistent Wotte hem vijfduizend gulden als hij de schaar zou zetten in zijn klassiek Haagse kapsel. Geen denken aan, zei Adam. ‘Nog voor geen miljoen.’ Een jaar of dertig later draagt hij zijn nekzwabber nog steeds met trots. De mode kan dan veranderd zijn, maar daar heeft hij toch zeker geen boodschap aan?
Koppend in De Kuip op 25 november 1990, waar FC Den Haag verrassend met 0-2 won.
Koppend in De Kuip op 25 november 1990, waar FC Den Haag verrassend met 0-2 won.
Voetbalhumor
Elke kapper met een Panini-album zal tijdens de gloriejaren van Adam watertandend de pagina’s met spelersportretjes van FC Den Haag hebben bekeken. Tussen de struikgewassen was het af toe goed zoeken naar gelaatstrekken. ‘Tegenwoordig zijn het allemaal modepoppies, met hun haartjes in de lak. Ons interesseerde het niks. Wij hadden allemaal lang haar. Alleen Harry van der Laan had een bolhoed. Die föhnde zijn haartjes altijd na de wedstrijd. Harry Pruik, noemden we hem.’
In de kleedkamer werd wat af gelachen. De gehanteerde voetbalhumor was van het ambachtelijke soort. ‘Bij elkaar in de tas schijten en zo. Toen Co wegging, douwden we een kabeljauw in de zijkant van zijn tas. Dat ding ging stinken, joh! We hadden een wereldploeg, met bijna allemaal Haagse jongens. Altijd gein. Maar als de training begon, dan vlogen we er vol in. Op donderdagen speelden we partijtjes scherp, vier-tegen-vier. Vond ik altijd de leukste training. Dan schopten we elkaar in mekaar. Maar er werd nooit gezeken.’
Als zo’n sessie weer eens uit de hand was gelopen, kon het zijn dat de supporters van FC Den Haag hun geliefde verdediger de volgende dag een beetje mank zijn route zagen lopen. Adam combineerde zijn voetballoopbaan namelijk met een voltijdsbaan als postbode. Zweten voor je centen. Die instelling kreeg hij mee van zijn ouders, beiden werkzaam als schoonmaker. Zijn vader had er ook een baan als PTT-medewerker bij. ‘Als ik iets wilde, moest ik ervoor werken. Zo leer ik het mijn twee dochters ook.’ Hij knijpt zijn ogen dicht tot vrolijke streepjes. ‘Het komt er niet altijd uit, maar dat is wat anders.’
Als enige semiprof van FC Den Haag in de Eredivisie begonnen zijn werkdagen om zes uur. ‘Eerst post sorteren, daarna bezorgen. Onderweg kreeg ik op mijn flikker als we hadden verloren, maar dat kon ik wel hebben. Ik was altijd onder de supporters. Mijn vrouw en ik woonden in de Spoorwijk, daar kwamen de grootste ratten vandaan. Die zaten gewoon bij ons te barbecueën . En ’s zondags stonden ze weer te schelden op de tribune.’
Na tien seizoenen en ruim tweehonderd officiële wedstrijden werd Adam het profvoetbal uitgewerkt door een verdediger van De Graafschap die er dezelfde ethiek op nahield als hijzelf. ‘Hans Kraay junior, die was net zo gek als ik. Hij maakte een sliding, ik voelde meteen dat er iets niet goed was. In de rust liet ik me intapen, maar ik bleef moeilijk lopen.’
Niet zo gek, want Adam had de kop van zijn kuitbeen gebroken. Het duurde jaren voordat de juiste diagnose werd gesteld. De Hagenaar onderging liefst acht operaties, werd slachtoffer van medische fouten en dreigde op enig moment zelfs zijn rechterbeen te verliezen. Die ellende bleef hem bespaard. Hij knapte genoeg op om nog op respectabel amateurniveau te kunnen voetballen. Bij VV WIK, in het Zuiderpark. ‘Met mijn vrouw had ik een eigen elftalletje samengesteld, van vrienden en bekenden. Die jongens waren allemaal ratjes, maar ze hadden respect voor ons. Als speler/trainer hamerde ik op dezelfde dingen als Co vroeger. Doordekken! Het ging geweldig, we werden vier keer kampioen. In de zaal haalden we de Topklasse. We regelden alles voor die gasten. Kostuums, trainingskampie. In de winter gingen we zelfs naar Spanje. Gelachen, niet normaal. Bij FC Den Haag had je vroeger altijd toch nog wel groepjes, maar wij gingen letterlijk met het hele team op stap. Samen naar de sekstent. Ook mijn vrouw ging gewoon mee naar binnen bij de hoerentent. Samen uit, samen thuis. Heerlijk, man.’
Pas een half jaar geleden kapte Adam, die tot zijn laatste dag als voetballer nooit te beroerd was in geval van grote of iets minder grote nood de zaag te hanteren. ‘Op mijn 52ste stond ik tegenover jongetjes van achttien, ik kreeg het niet meer belopen.’
Slappe hap
Als hij ADO Den Haag nu bezig ziet, begint het soms nog te jeuken. ‘Het is allemaal slappe hap, verschrikkelijk gewoon. Ik volg het op FOX, maar na de eerste helft tyf ik meestal die tv uit. Die passie die wij vroeger hadden, zie je toch niet meer? Die bal moet je opvreten! Ik heb maling aan die rechtsback die van de amateurs komt (Milan van Ewijk, red.), maar dat is nog een van de beteren. Die wíl in ieder geval nog. De keeper vind ik goed, Pinas is oké en Kramer blijft een rare vogel, maar die kèn het vuurtje tenminste nog een beetje aanstoken. En voor al die andere spelers haalt mijn vrouw nog betere binnen. Zo’n Peet Beijen… Daar wordt toch geen spits bang van?!’
Het liefst had hij zijn oud-ploeggenoot Martin Jol, nu technische baas bij ADO, in de dug-out gezien. ‘Maar hij heeft te veel last van zijn hart. Die Ruud Brood, ik weet het niet. Het voetbal is iets beter. Maar zodra ze onder druk komen te staan, schijten ze weer zeven kleuren stront. Martin moet gewoon eens heel goed gaan rondkijken op de amateurvelden in de regio. Daar lopen genoeg goede spelers rond, ik zweer het je. Jongens die wél alles willen geven voor ADO. Er moeten veel meer Hagenaars in die ploeg, net als vroeger. Iemand uit deze regio heeft een heel andere mentaliteit dan iemand uit Limburg of weet ik veel waar. Wij zijn veel brutaler. Kappen dus met al die jongens die van ver komen. Vorig seizoen was helemaal gekkigheid, met die Pardew. Moesten ze allemaal Engels lullen. Zelfs Dick Heesen! Je bent een Nederlandse club, praat dan ook Nederlands. Ik vond het zo’n bullshit.’
Hij verlangt niet terug naar Tom Beugelsdijk en Lex Immers, Haagse clubjongens die afgelopen zomer moesten wijken bij ADO. ‘Die verdienden een blóédgeld en zo goed waren ze ook niet meer. En clubliefde?’ Hij maakt een wegwerpgebaar. ‘Die Beugelsdijk ging naar Duitsland en kwam op hangende pootjes terug. Ik had hem niet meer gepakt. Weg is weg. Clubliefde bestaat niet meer, joh. Alles draait om de knaken.’
Adam speelde nooit voor een andere profclub, al scheelde het weinig. Hij ging eind jaren negentig op stage bij Wigan Athletic. ‘Mooie club hoor, oh-oh. Ik had meegedaan in een oefenwedstrijd tegen Newcastle United. Kon voor drie jaar tekenen, maar moest dan wel binnen een week terug in Engeland zijn. Ik zou 350 duizend pond gaan verdienen. Maar ja, ik kende daar niemand. En ik had een hond, daar zaten zoveel verschillende rassen in. Pitbull, Argentijnse dog; daarmee kwam ik heel Engeland niet in. Mijn vrouw had in een hotel gezeten met alle spelersvrouwen. Allemaal in een dustertje, de nageltjes gelakt. Vond zij überhaupt al niks. Iedereen die naar het buitenland gaat, is van zijn wijf af, of heeft een ander. Dus zij was ook niet heel enthousiast. Zijn we lekker in Den Haag gebleven. In Nederland wilde Roda me hebben, maar daar kon ik ze niet verstaan. Die interesse heb ik nog wel op een slinkse manier gebruikt om een beter contract te krijgen. Feyenoord was ook serieus, ging het gerucht. Als, als... Als mijn zuster kloten had, was het mijn broer geweest. Ik lig niet wakker van als. Bij FC Den Haag heb ik alles meegemaakt. Gepromoveerd, gedegradeerd, gepromoveerd, gedegradeerd. Geweldige ploeg, zoveel gelachen. Een schitterende tijd.’
Beter dan nu. Adam staat op. Hij moet een peuk. Het nieuwe jaar kan hem niet snel genoeg beginnen. Hij wenst – lees: eist – een ADO waarvan tegenstanders weer bang worden, een beetje meer respect voor vuurwerk en, dat voorop: ‘Dat die klotecorona optyft!’ Ja, dan wordt alles weer een beetje zoals vroegâh.
In Balverliefd aandacht voor de gang van zaken achter de schermen van het voetbal en opvallende gebeurtenissen aan de rand van het veld. Deze week over Michel Adam (52), die op de drempel van Oud en Nieuw nog wel verbaal vuurwerk levert.
Michel Adam praat zoals hij vroeger verdedigde: subtiel is niet de eerste typering die zich opdringt. 2020? ‘Pleurisjaar!’ Bijna alles wat voor de Hagenaar mis kon gaan, gíng het afgelopen jaar mis. Zijn vuurwerkhandel werd lamgelegd door de overheid. Zijn wasserette raakte de ene na de andere klant kwijt. ‘Ik heb 54 horecazaken, waarvan er 45 op z’n kut leggen’, drukt Adam het in particulier vakjargon uit. Onlangs moest hij zijn schizofrene winkeltje aan de Maartensdijklaan zelfs helemaal op slot gooien. Weg inkomsten, weg sociale contacten met de buurt.
Die eerste lockdown, in het voorjaar, trad hij nog met Haagse bluf tegemoet. Niks kniezen tussen de vuurpijlen en wasmiddelen. Adam trok de deur van zijn zaak in volksbuurt Morgenstond achter zich dicht en ging lekker op de camping zitten. ‘Ik dacht bij m’n eigen: Ik heb me jarenlang de pestpokken gewerkt, een paar maandjes vakantie kan er wel vanaf. In Breda heb ik een chalet op een lap grond van driehonderd vierkante meter. Ik kèn er lekker in mijn blote lul rondlopen, niemand die me ziet. Heerlijk.’
Dat was toen. De recentste lading coronamaatregelen bracht ook Adam flink aan het zweten. Noodgedwongen zit de voormalige verdediger al te knagen aan zijn pensioentje. ‘Het begint stilaan penibel te worden. Hopelijk blijft de zaak overend.’ Normaal heeft hij in elk geval nog afleiding van ADO Den Haag. Maar ook zijn oude club bezorgt hem alleen nog kopzorgen. ‘Allemaal slappe hap’, zegt Adam, terwijl hij voor Adam’s Vuurwerk een stevige haal neemt van zijn filtersigaret. Naar binnen. De eigenaar trekt twee klapstoeltjes tevoorschijn en smijt ze elk een andere kant op. ‘Zo, anderhalve meter. Mot je koffie?’
In de winkelschappen liggen nog wat laatste restjes vuurwerk, uit de dan nog niet verboden categorie-1. Adam kijkt er meewarig naar. ‘Kinderspul’, zegt-ie. De ophef over vuurwerk vindt hij te gek voor woorden. Geen verrassend standpunt, voor een verkoper. Maar hij zegt het ook als liefhebber. ‘Joh, vuurwerk was voor mij zakelijk gezien een kersje op de taart, meer niet. Ik vind het gewoon mooi spul. Vroegâh al. Mijn eigen voorraadje bewaarde ik onder mijn bed. Ik trok het wel vijfhonderdduizend keer tevoorschijn om ernaar te kijken. En dan gingen we met Oud op Nieuw met de hele familie naar oma. Eerst samen eten en dan naar buiten, vuurwerk afsteken. Supermooi.’
© Pro Shots/Toon Dompeling
Als vuurwerkhandelaar begon hij in het illegale circuit. Als jonge profvoetballer van wat toen nog FC Den Haag heette, was hij er aan het einde van het jaar al druk mee. ‘Ik hield er niks aan over. Van het geld dat ik verdiende, kocht ik zelf ook weer vuurwerk.’ Adam schatte in dat trainer Co Adriaanse het niet zou toejuichen als hij zijn spul in de kleedkamer zou verkopen, dus hield hij zijn handel gescheiden van het voetbal. Wat niet wil zeggen dat hij nooit eens wat vuurwerk meenam in zijn sporttas.
‘Ik herinner me nog dat ik een keer een lawinepijl heb afgestoken tijdens een wedstrijd. Excelsior-uit was dat.’ Eh? ‘Ik was gewisseld, had me gedoucht en ging naar mijn auto. Had ik een lawinepijl in liggen. Die stak ik gewoon af achter het stadion.’ Natuurlijk, welke prof heeft dat níét ooit gedaan? ‘Die pijl knalde recht boven dat Woudestein mooi uit mekaar, terwijl de wedstrijd nog bezig was. Volgens mij heeft niemand ooit geweten dat ik dat ding had afgestoken. Heb je nog nieuws ook.’ Geen teamgenoot van vroeger zal heel verbaasd zijn. ‘Ik heb ook eens een wc-pot opgeblazen op het trainingscomplex. Gooide ik er een nitraat in, die dingen waren toen net in. Bleef niks over van die pot. De stront zat tegen het plafond.’
Ontploffing
Bijna was Adam verantwoordelijk geweest voor een ontploffing met grotere gevolgen. In de zomer van 1991 was FC Den Haag uitgenodigd voor een vriendschappelijk toernooi in Shanghai. De trip duurde twee weken. Na terugkeer in Nederland liet Adriaanse de Haagsche Courant weten dat het een in alle opzichten leerzaam avontuur was. ‘Als we niet moesten spelen of trainen, gingen we op stap’, zei de destijds 44-jarige oefenmeester. ‘Naar tempels, naar andere prachtige gebouwen of naar het circus. En allemaal keurig in het pak. Ik vind dat dat ook zo hoort. Een Ierse ploeg is niet verder gekomen dan de bar in het hotel. Zoiets hoort niet, vind ik.’
Adam zal de reis nooit vergeten. Gave tempels, zegt-ie. En: overal wáánzinnig vuurwerk te koop voor wènag! Hij propte zijn koffer vol met Chinees knaltuig. ‘Dat kreeg je toen nog mee het vliegtuig in. Je had nog niet al die scanners en toestanden. “Ben jij wel goed bij je hoofd?”, vroegen mensen me toen ze hoorden wat ik had meegenomen. “Wat denk je met die luchtdruk? Die hele boel had daarboven wel uit mekaar kunnen knallen!” Had ik helemaal niet bij nagedacht, joh…’
Het is een klein wonder dat hij met zijn vroegere escapades op vuurwerkgebied geen slachtoffers heeft gemaakt. Wel had hij ooit een ongelukje met een ondeugdelijke mortierbom, die pal voor zijn huis ontplofte. In de omtrek zaten er geen ruiten meer in de kozijnen en zijn dochter, die door de klap achterover werd geblazen, had een vuurwerkfobie voor het leven. Het ongeluk was voor Adam het sein te kappen met illegaal spul. Hij was er eerder al herhaaldelijk voor gearresteerd. ‘Ik heb vier keer vastgezeten vanwege vuurwerkhandel. Telkens een dag of vier. Eén keer wilden ze me langer opsluiten. Stonden ze bij me thuis op de deur te bonzen, terwijl ik lag te slapen. Mijn vrouw zag op de camera dat ze met tien man waren. Ze moest eerst de hond nog wegzetten. Maar hup, daar vielen ze al binnen.’
Handboeien
Die dag, een jaar of vijftien geleden, werd de oud-profvoetballer in handboeien afgevoerd. ‘Ze hadden zelfs de straat afgezet. Ik had toch geen moord gepleegd? Rot op. Wat een gedoe voor een beetje vuurwerk.’ Mogelijk zijn er mensen die een strengere definitie van ‘een beetje’ hanteren. ‘Naja, in een pakhuis in Voorschoten had ik 3.500 kilo vuurwerk opgeslagen. Spanje, België, het kwam overal vandaan.’
Indertijd werkte Adam als postbode. Na zijn arrestatie belde zijn vrouw de PTT om hem ziek te melden, zoals eerder afgesproken. Maar het duurde niet lang of er circuleerden berichten over een Hagenaar die was opgepakt op verdenking van illegale vuurwerkhandel. De naam van de verdachte werd niet vermeld, wel de straat waarin hij woonde. Genoeg informatie om de argwaan van zijn baas te wekken. ‘Tijdens mijn verhoren mocht ik één telefoontje plegen. Heb ik naar het werk gebeld, met een zielig stemmetje. “Oh, oh, ik ben zo ziek”. De baas trapte erin.’ Na vijf dagen kwam Adam weer vrij. ‘Met dank aan mijn advocaat. De politie had mijn vuurwerk meteen laten vernietigen. Daardoor konden ze niet meer bewijzen dat het spul illegaal was.’
Hij voorspelt dat veel mensen de komende jaarwisseling hun toevlucht zullen zoeken tot clandestien knaltuig, maar bij hem hebben ze het niet kunnen kopen. ‘Ze komen hier nog zo vaak controleren, dan kijken ze zelfs in mijn wasmachine. Op de lantaarnpaal voor de winkel hangt een camera. Ik heb mijn reputatie tegen. Maar ik ben er ook echt klaar mee. Vroegâh, toen ik in het illegale zat, had je Cobra’s, Widowmakers en Vlinders. Dat was gewoon mooi spul. Ik hou van sierwerk. Ook van knallen, maar dan wel: in de lucht. Tegenwoordig strooien ze gewoon met bommen. Dat heeft niks met vuurwerk te maken, maar onze branche wordt er wel op afgerekend. Alles wordt maar op één hoop gegooid. Zeker door die doppuhdoktâh (oogarts Tjeerd de Faber, red.), die op tv maar blijft vertellen hoe gevaarlijk legaal vuurwerk is. Vreselijk, die vogel.’
Cultheld
Met de ogen dicht is hij een vergeten typetje van Kees van Kooten. Met de ogen open ook. Haagser dan Michel Adam zijn ze haast niet te vinden. Zijn leven heeft zich altijd afgespeeld in de arbeidersbuurten rondom wat eens het Zuiderparkstadion was, het volkstheater waarin hij tot cultheld uitgroeide. Zoals veel in zijn leven ging ook zijn gang naar het profvoetbal niet volgens de gebaande paden. Lang voetbalde hij alleen ‘op de camping’. Pas op zijn twaalfde werd hij lid van VV Laakkwartier, de club uit zijn gelijknamige geboortewijk. Hij werd gescout door amateurclub ADO. ‘Een ongezellige pleurisvereniging’, aldus Adam. Tot zijn grote opluchting kon hij na een jaar alweer hogerop, naar FC Den Haag. ‘Ik was zo blij als een hond met zeven lullen.’
Hij belandde in het hoogste jeugdelftal als rappe rechtsbuiten. Toen de trainer op een toernooi in Hongarije om een voorstopper verlegen zat, hoorde Adam zichzelf ineens naar voren schuiven. ‘Werd ik speler van het toernooi’, grijnst hij. Op zijn zeventiende debuteerde hij als verdediger in de Eredivisie. Adam zette zijn eerste stappen in het betaalde voetbal aan de zijde van routinier Martin Jol. ‘Een geweldige voetballer, ik kon zoveel van hem leren. Martin en ik sliepen bij elkaar op de kamer. Ik zal het niet gauw vergeten, want Martin had claustrofobie. Schijten deed-ie met de deur open. Echt waar. Zolang je niet spettert, vind ik het prima, zei ik altijd.’
Hoewel Adam relatief laat op serieus niveau was gaan voetballen, haalde hij Jong Oranje en was hij nog voor zijn twintigste een vaste waarde bij FC Den Haag. Naar eigen zeggen vooral op karaktâh. Daarmee was hij eind jaren tachtig, begin jaren negentig geen uitzondering in de Hofstad. De Haagse ploeg, destijds getraind door Co Adriaanse, dreef op vechtlust. Het Nederlandse antwoord op Wimbledon FC keek niet op een rotschopje meer of minder. Een bezoek aan het Zuiderpark was voor tegenstanders net zo’n vrolijk vooruitzicht als een wortelkanaalbehandeling.
‘Voor ons was het zo’n heerlijk stadion om in te spelen. Al die ploegen kwamen met poep in de broek naar Den Haag. We maakten er altijd een feestje van. Onze spelerstunnel had plastic ramen. Daar gaven we voor de wedstrijd een paar flinke klappen op. Dan begonnen ze naast ons, tegen wie we ook speelden, nog harder te trillen. Stonden we al met 1-0 voor. Ons shirt was ook zo goed: felgeel en felgroen, zoals het hoort. Met strépies. Het mooiste tenue ooit.’
Onder Adriaanse moest Martin Jol plaatsmaken voor Marco Gentile, met wie Adam al snel ook buiten het veld een twee-eenheid vormde. ‘We gingen veel op stap samen. Meestal naar discotheek De Marathon. Zelf ging ik graag nog door naar The Crusader. Dat was een hoerenbar, boven De Marathon. Een soort FC Den Haag-clubhuis. Ik zat er vaak aan de bar tussen de supporters. Ook de dag voor een wedstrijd wilde het nog weleens laat worden, uurtje of vier. Assistent-trainer Mark Wotte maakte op zijn fiets altijd een controlerondje langs de kroegen. Hij ging alle kaktenten af, maar bij The Crusader durfde hij niet naar binnen. Dus ik kon doen en laten wat ik wilde. Maar ik dronk mezelf nooit lam. De volgende dag stond ik er altijd.’
Adam en Gentile vormden het jongste centrale verdedigingsduo van de Eredivisie. Ongetwijfeld ook het hardste. ‘Meteen na de aftrap pakten we die spitsen even aan. Zo, zeiden we dan, dit krijg je anderhalf uur. Waren ze gelijk bang. Tegenwoordig zie je ze allemaal op vijf meter afstand verdedigen. Wij waren van het kort dekken. Co zei altijd: “De aanvaller moet je lul voelen”.`
`René Eijkelkamp was de beste tegen wie ik heb gespeeld. Haast niet te verdedigen. Groot, sterk aan de bal en voor je het wist, had je een elleboog op je strot. Henny Meijer douwde altijd zijn reet erin. Een van mijn eerste wedstrijden was hij mijn tegenstander. “Ken je ’m aan?”, had Co gevraagd. Tuurlijk, zei ik. Die wedstrijd begon, Meijer douwde zijn dikke hol erin en scoorde. Werd ik meteen gewisseld. Ook dat was Co… Maar veel goeie spitsen hadden het zwaar tegen ons. We deden alles om ze uit de wedstrijd te halen. Effies in de billetjes knijpen. Of in de balletjes. Op de tenen staan. Knietje in de rug porren. Tikkies geven, schoppen, ouwehoeren. Marco en ik wisselden het af. Als de een net een waarschuwing had gekregen, nam de ander het even over.’
Adam verhield zich tot het voetbal als een sloophamer tot een Stradivarius, maar van schaamte is ook met terugwerkende kracht geen sprake. Van ideale schoonzonen liggen spitsen niet wakker, weet hij. Van hem lagen ze dat wel.
‘Dennis Bergkamp, ook zo’n poepdoos. Vond het ellendig om tegen ons te spelen. Net als Romário. Die liep altijd maar te klagen en werd standaard gewisseld tegen ons.’ Dat laatste gebeurde in elk geval op de dag in 1990 dat de PSV-spits dacht te scoren tegen FC Den Haag, maar buiten Gentile had gerekend. De stopper kwam zijwaarts invliegen, de Braziliaan brak een kuitbeen. ‘Dat deed Marco natuurlijk niet expres. Was lullig, maar ja. De keer erop dat we bij PSV speelden, gingen ze hem met 25 duizend man uitfluiten. Marco wist zich er geen raad mee. Gek, ik had zó’n lul gekregen’, bluft Adam, met zijn handen een tamelijk optimistisch formaat aanduidend. ‘En ik had mijn broek laten zakken ook nog.’
Bijgoochem
In het VAR-tijdperk had Adam het vermoedelijk niet lang volgehouden. ‘Schei toch uit. Je kèn nou niks meer, zeggen ze. Je kèn zat. Gewoon voor die bal gaan en dan in je sliding net even de enkeltjes meenemen. En trouwens: ik heb nooit een rooie kaart gehad, hè? Dat je het weet. Ja, toen ik weer bij de amateurs ging voetballen. Meteen in mijn eerste wedstrijd. Die scheids wilde even leuk doen, zo’n bijgoochem. Was gewoon een tackeltje, niks mis mee. “Doorgebroken speler”, zei-ie. Joh, pleurt op.’
Eerlijk is eerlijk: Adam was meer dan een schopper, zoals het FC Den Haag van dertig jaar geleden meer was dan een schopploeg. Tegenstanders hadden lang geen antwoord op het befaamde kerstboomsysteem van Adriaanse, wiens spelers onvermoeibaar bleven jagen. Adam hoort vandaag de dag nog weleens warrumwateruitvindâhs interessant doen over pressievoetbal, alsof het een moderne vondst is. ‘Tyf op, dat deden wij dertig jaar geleden al! Doordekken, tegenstanders vastzetten. Ook gewoon tegen Ajax. Je moest er superfit voor zijn. Co liet ons heel veel lopen. Rondjes Zuiderpark. Zat hij op de fiets met een metertje, en zei hij: “Oké jongens, acht kilometer per uur. En nu negen per uur. En nu tien”. Als we hadden verloren, nam Co ons altijd mee naar het strand. Moesten we van het Atlantic Hotel rennen naar de muur, tien kilometer door dat mulle zand. Redde je het niet binnen een uur, dan moest je de volgende dag terug. Tegenwoordig zijn al die voetballers zogenaamd oververmoeid. Zeurden wij niet over. Co beulde ons af, maar zo konden we wel al die ploegen gek maken. Hij is de beste trainer die ik heb gehad.’
Adam wipt op zijn stoeltje van enthousiasme, zijn matje vrolijk meewiebelend op zijn schouderbladen. Ooit bood assistent Wotte hem vijfduizend gulden als hij de schaar zou zetten in zijn klassiek Haagse kapsel. Geen denken aan, zei Adam. ‘Nog voor geen miljoen.’ Een jaar of dertig later draagt hij zijn nekzwabber nog steeds met trots. De mode kan dan veranderd zijn, maar daar heeft hij toch zeker geen boodschap aan?
Koppend in De Kuip op 25 november 1990, waar FC Den Haag verrassend met 0-2 won.
Koppend in De Kuip op 25 november 1990, waar FC Den Haag verrassend met 0-2 won.
Voetbalhumor
Elke kapper met een Panini-album zal tijdens de gloriejaren van Adam watertandend de pagina’s met spelersportretjes van FC Den Haag hebben bekeken. Tussen de struikgewassen was het af toe goed zoeken naar gelaatstrekken. ‘Tegenwoordig zijn het allemaal modepoppies, met hun haartjes in de lak. Ons interesseerde het niks. Wij hadden allemaal lang haar. Alleen Harry van der Laan had een bolhoed. Die föhnde zijn haartjes altijd na de wedstrijd. Harry Pruik, noemden we hem.’
In de kleedkamer werd wat af gelachen. De gehanteerde voetbalhumor was van het ambachtelijke soort. ‘Bij elkaar in de tas schijten en zo. Toen Co wegging, douwden we een kabeljauw in de zijkant van zijn tas. Dat ding ging stinken, joh! We hadden een wereldploeg, met bijna allemaal Haagse jongens. Altijd gein. Maar als de training begon, dan vlogen we er vol in. Op donderdagen speelden we partijtjes scherp, vier-tegen-vier. Vond ik altijd de leukste training. Dan schopten we elkaar in mekaar. Maar er werd nooit gezeken.’
Als zo’n sessie weer eens uit de hand was gelopen, kon het zijn dat de supporters van FC Den Haag hun geliefde verdediger de volgende dag een beetje mank zijn route zagen lopen. Adam combineerde zijn voetballoopbaan namelijk met een voltijdsbaan als postbode. Zweten voor je centen. Die instelling kreeg hij mee van zijn ouders, beiden werkzaam als schoonmaker. Zijn vader had er ook een baan als PTT-medewerker bij. ‘Als ik iets wilde, moest ik ervoor werken. Zo leer ik het mijn twee dochters ook.’ Hij knijpt zijn ogen dicht tot vrolijke streepjes. ‘Het komt er niet altijd uit, maar dat is wat anders.’
Als enige semiprof van FC Den Haag in de Eredivisie begonnen zijn werkdagen om zes uur. ‘Eerst post sorteren, daarna bezorgen. Onderweg kreeg ik op mijn flikker als we hadden verloren, maar dat kon ik wel hebben. Ik was altijd onder de supporters. Mijn vrouw en ik woonden in de Spoorwijk, daar kwamen de grootste ratten vandaan. Die zaten gewoon bij ons te barbecueën . En ’s zondags stonden ze weer te schelden op de tribune.’
Na tien seizoenen en ruim tweehonderd officiële wedstrijden werd Adam het profvoetbal uitgewerkt door een verdediger van De Graafschap die er dezelfde ethiek op nahield als hijzelf. ‘Hans Kraay junior, die was net zo gek als ik. Hij maakte een sliding, ik voelde meteen dat er iets niet goed was. In de rust liet ik me intapen, maar ik bleef moeilijk lopen.’
Niet zo gek, want Adam had de kop van zijn kuitbeen gebroken. Het duurde jaren voordat de juiste diagnose werd gesteld. De Hagenaar onderging liefst acht operaties, werd slachtoffer van medische fouten en dreigde op enig moment zelfs zijn rechterbeen te verliezen. Die ellende bleef hem bespaard. Hij knapte genoeg op om nog op respectabel amateurniveau te kunnen voetballen. Bij VV WIK, in het Zuiderpark. ‘Met mijn vrouw had ik een eigen elftalletje samengesteld, van vrienden en bekenden. Die jongens waren allemaal ratjes, maar ze hadden respect voor ons. Als speler/trainer hamerde ik op dezelfde dingen als Co vroeger. Doordekken! Het ging geweldig, we werden vier keer kampioen. In de zaal haalden we de Topklasse. We regelden alles voor die gasten. Kostuums, trainingskampie. In de winter gingen we zelfs naar Spanje. Gelachen, niet normaal. Bij FC Den Haag had je vroeger altijd toch nog wel groepjes, maar wij gingen letterlijk met het hele team op stap. Samen naar de sekstent. Ook mijn vrouw ging gewoon mee naar binnen bij de hoerentent. Samen uit, samen thuis. Heerlijk, man.’
Pas een half jaar geleden kapte Adam, die tot zijn laatste dag als voetballer nooit te beroerd was in geval van grote of iets minder grote nood de zaag te hanteren. ‘Op mijn 52ste stond ik tegenover jongetjes van achttien, ik kreeg het niet meer belopen.’
Slappe hap
Als hij ADO Den Haag nu bezig ziet, begint het soms nog te jeuken. ‘Het is allemaal slappe hap, verschrikkelijk gewoon. Ik volg het op FOX, maar na de eerste helft tyf ik meestal die tv uit. Die passie die wij vroeger hadden, zie je toch niet meer? Die bal moet je opvreten! Ik heb maling aan die rechtsback die van de amateurs komt (Milan van Ewijk, red.), maar dat is nog een van de beteren. Die wíl in ieder geval nog. De keeper vind ik goed, Pinas is oké en Kramer blijft een rare vogel, maar die kèn het vuurtje tenminste nog een beetje aanstoken. En voor al die andere spelers haalt mijn vrouw nog betere binnen. Zo’n Peet Beijen… Daar wordt toch geen spits bang van?!’
Het liefst had hij zijn oud-ploeggenoot Martin Jol, nu technische baas bij ADO, in de dug-out gezien. ‘Maar hij heeft te veel last van zijn hart. Die Ruud Brood, ik weet het niet. Het voetbal is iets beter. Maar zodra ze onder druk komen te staan, schijten ze weer zeven kleuren stront. Martin moet gewoon eens heel goed gaan rondkijken op de amateurvelden in de regio. Daar lopen genoeg goede spelers rond, ik zweer het je. Jongens die wél alles willen geven voor ADO. Er moeten veel meer Hagenaars in die ploeg, net als vroeger. Iemand uit deze regio heeft een heel andere mentaliteit dan iemand uit Limburg of weet ik veel waar. Wij zijn veel brutaler. Kappen dus met al die jongens die van ver komen. Vorig seizoen was helemaal gekkigheid, met die Pardew. Moesten ze allemaal Engels lullen. Zelfs Dick Heesen! Je bent een Nederlandse club, praat dan ook Nederlands. Ik vond het zo’n bullshit.’
Hij verlangt niet terug naar Tom Beugelsdijk en Lex Immers, Haagse clubjongens die afgelopen zomer moesten wijken bij ADO. ‘Die verdienden een blóédgeld en zo goed waren ze ook niet meer. En clubliefde?’ Hij maakt een wegwerpgebaar. ‘Die Beugelsdijk ging naar Duitsland en kwam op hangende pootjes terug. Ik had hem niet meer gepakt. Weg is weg. Clubliefde bestaat niet meer, joh. Alles draait om de knaken.’
Adam speelde nooit voor een andere profclub, al scheelde het weinig. Hij ging eind jaren negentig op stage bij Wigan Athletic. ‘Mooie club hoor, oh-oh. Ik had meegedaan in een oefenwedstrijd tegen Newcastle United. Kon voor drie jaar tekenen, maar moest dan wel binnen een week terug in Engeland zijn. Ik zou 350 duizend pond gaan verdienen. Maar ja, ik kende daar niemand. En ik had een hond, daar zaten zoveel verschillende rassen in. Pitbull, Argentijnse dog; daarmee kwam ik heel Engeland niet in. Mijn vrouw had in een hotel gezeten met alle spelersvrouwen. Allemaal in een dustertje, de nageltjes gelakt. Vond zij überhaupt al niks. Iedereen die naar het buitenland gaat, is van zijn wijf af, of heeft een ander. Dus zij was ook niet heel enthousiast. Zijn we lekker in Den Haag gebleven. In Nederland wilde Roda me hebben, maar daar kon ik ze niet verstaan. Die interesse heb ik nog wel op een slinkse manier gebruikt om een beter contract te krijgen. Feyenoord was ook serieus, ging het gerucht. Als, als... Als mijn zuster kloten had, was het mijn broer geweest. Ik lig niet wakker van als. Bij FC Den Haag heb ik alles meegemaakt. Gepromoveerd, gedegradeerd, gepromoveerd, gedegradeerd. Geweldige ploeg, zoveel gelachen. Een schitterende tijd.’
Beter dan nu. Adam staat op. Hij moet een peuk. Het nieuwe jaar kan hem niet snel genoeg beginnen. Hij wenst – lees: eist – een ADO waarvan tegenstanders weer bang worden, een beetje meer respect voor vuurwerk en, dat voorop: ‘Dat die klotecorona optyft!’ Ja, dan wordt alles weer een beetje zoals vroegâh.
0
|
Donderdag 31 december 2020 om 09:14 uur |
Heino
BLEISWIJK-1 schreef:
Wie kan dit PRO artikel plaatsen?
https://www.vi.nl/pro/overig/de-keuze-van-daryl-janmaat-nummer-53-is-weer-thuis
Wie kan dit PRO artikel plaatsen?
https://www.vi.nl/pro/overig/de-keuze-van-daryl-janmaat-nummer-53-is-weer-thuis
De keuze van Daryl Janmaat: nummer 53 is weer thuis
Onder toeziend oog van zijn vrouw en twee van zijn kinderen zette Daryl Janmaat zijn krabbel onder een contract dat hem voor 2,5 jaar bindt aan ADO Den Haag. `Weer thuis`, bevestigde de 34-voudig Oranje-international. `Zijn Haagse hart heeft gesproken`, noemde algemeen directeur Mohammed Hamdi het. Hoofd van het technisch hart Martin Jol vatte de stunt met het aantrekken van Janmaat misschien wel het beste samen. `Ik durfde het hem bijna niet te vragen.`
Hamdi en Jol glommen van trots. In een sportief moeilijke situatie is ieder lichtpunt hoopgevend. De boei op de woeste zee die gegrepen moet worden. Zeker nu duidelijk is dat de zomerse rits aankopen meer twijfels dan complimenten voor het technisch hart hebben opgeleverd. De filosofie is bekend, de visie is te begrijpen, de resultaten voor nu laten te wensen over. Het aantrekken van een speler van het niveau van Daryl Janmaat wakkert de hoop op een goede afloop aan. Hamdi weet dat als geen ander en koos zijn woorden bewust. `Dit is een heuglijk moment voor iedereen die de club een warm hart toedraagt. Daryl is een jongen van de club, welkom thuis. Dat hij in de fase van zijn leven waarin hij nu zit, besluit om terug te keren is speciaal. Dat hij ons wil helpen in de strijd om lijfsbehoud maakt ons trots, we zijn erg verheugd. Iedereen kent onze financieel lastige situatie, Daryl kiest niet voor het geld, maar met zijn Haagse hart. Dat geeft een fantastisch gevoel.`
Woorden die passen bij een presentatie en die tegelijk een bepaalde druk bij de hoofdrolspeler in kwestie leggen. Jol gaf daar uiteraard zijn persoonlijke touch bij. Als Jol vertelt is luisteren geen straf. `Ik ben ook ooit teruggegaan naar Den Haag. Ik zat juichend in mijn auto toen ik voor het eerst weer naar het Zuiderpark reed. Het gevoel van weer thuis te komen, dat heeft hij nu ook. Scheveningen is heerlijk. Als je in Newcastle hebt gezeten, weet je Den Haag en Scheveningen te waarderen. Het strand, de bossen, de stad. Tegen buitenlandse spelers schep ik op over Scheveningen, dat hoef ik tegen Daryl niet te doen. Hij weet dat.`
Jol kan zo aan de slag als pr-manager voor zijn stad. Hij lichtte de transfer ook toe vanuit technisch oogpunt. `Daryl is op heel jonge leeftijd weggegaan bij ADO. Ik heb hem genoemd als onderdeel van ons plan, maar het leek niet realiseerbaar. Het was een brug te ver. Ik herinner me dat ik hem vorig jaar in zijn autootje bij ons in de buurt zag rijden. Hield ik hem aan om het te proberen. Daarna heb ik hem nog een paar keer gesproken. Hij woont bij me in de buurt. Schier onmogelijk voor ons leek het. Toen kwam hij trainen. Ik vroeg me af of hij het leuk vond, maar durfde haast niet te vragen of hij hier wilde komen spelen. Nu is het zo ver, maar ik had echt nooit gedacht dat het zou lukken. Het zat in ons hoofd. Een speler als hij naast de jonge jongens. Ik noem het de tweede fase na het aantrekken van al die jonge gasten. Die tweede fase hebben we nog niet kunnen invullen. Daryl is de eerste aanzet om het toch voor elkaar te krijgen.`
Janmaat trainde al enige tijd mee met de Haagse selectie. Zonder verwachtingen werd daar bij gezegd. ADO Den Haag hoopte wel, maar het vastleggen van de ex-speler van SC Heerenveen, Feyenoord, Newcastle United, Watford en het Nederlands elftal leek een illusie. Janmaat had simpelweg nog geen idee waar zijn toekomst lag. Hij had zijn contract bij Watford laten ontbinden en was vrij man. Het maalde in het hoofd van de rechtervleugelverdediger, maar eigenlijk was er voorlopig maar één ding dat hem werkelijk interesseerde: fit worden.
Fit te worden na een waar kwakkeljaar. Een bacteriële infectie in de knie kostte hem uiteindelijk meer dan een jaar. Zijn laatste wedstrijd dateert van 8 november 2019, het was op een druilerige vrijdagse herfstavond in Norwich en Janmaat won met Watford met 0-2. Daarna kwam de ellende. `Ik was wel eens geblesseerd geweest, maar een jaar niet voetballen had ik nog nooit meegemaakt. Frustrerend was het. Het ging allemaal zo plotseling ook. In één keer werd de knie dik. Bleek het een bacterie in de knie te zijn. Ik ben geopereerd en ben gaan herstellen. Het heeft zeker wel iets met me gedaan.`
Zo veel dat hij op 31-jarige leeftijd besloot definitief terug te keren naar Nederland. De uitleg is begrijpelijk en geeft een inkijkje in de gedachten van een prof die een fraaie loopbaan van twaalf jaar plotseling zag eindigen. `Ik ben nu een tijd in Nederland, de kinderen gaan hier naar school. Het is een bewuste keuze. We hebben het er thuis over gehad. Ik kan niet precies zeggen wanneer ik het besloten heb, we hebben veel gesproken thuis. Er waren nog aanbiedingen uit het buitenland. Sportief en financieel zaten daar zeker interessante opties tussen, maar als gezin wilden we graag terug. Nadat ik de knoop had doorgehakt zijn we in gesprek geraakt. Ik ben gretig, ik kom niet om af te bouwen. Ik heb dezelfde drive nog altijd. Als ik misschien vrijgezel was geweest dan had ik nog een buitenlands avontuur kunnen ondernemen, maar ik heb met mijn gezin te maken. Het is mijn keuze en het voelt goed. Zonder die blessure had het misschien niet zo gelopen, zo eerlijk ben ik wel. Ik wil laten zien dat ik terug ben, daar geeft ADO Den Haag mij de kans voor. Ik wil mijn steentje bijdragen.`
Janmaat heeft de spelersgroep de voorbije weken al leren kennen in de periode dat hij meetrainde. `Het is een hele jonge groep. Er zit echt wel kwaliteit in, misschien is er nog wat versterking wenselijk. Ervaring en sturing is wellicht nog nodig. Misschien denken andere spelers ook zo als ik nu heb gedaan. Als mijn keuze een aanzet geeft tot meer zou dat mooi zijn.` De eerste wedstrijd na de winterstop, uit bij RKC Waalwijk, hoopt Janmaat in het veld te staan. `Ik ben goed fit, ik train al een tijdje mee. Wedstrijdfit raak je door wedstrijden te spelen, dat is nu eenmaal zo. Ik heb vrij snel al alles mee kunnen doen met de groep, af en toe een training overslaan en in plaats een krachttraining doen deed ik al.`
Het shirt met rugnummer 53 behoort in ieder geval weer toe aan Janmaat. `Het is het rugnummer waarmee ik debuteerde bij ADO Den Haag. Ik heb veel met rugnummer twee gespeeld, dat was bezet en ik eis dat dan niet op. Terug met 53 is mooi toch? Ik heb me altijd verbonden gevoeld met ADO Den Haag. Het is de club waar ik debuteerde, die houd je altijd in de gaten. Soms is dat lastig als je met je eigen carrière bezig bent, maar je kijkt toch altijd even.`
Voor trainer Ruud Brood is de komst van Janmaat zeer welkom. Als rechtsback of als rechter centrale verdediger in een driemansdefensie lijkt de meest logische invulling. Aangezien rechtsachter Milan van Ewijk zeker niet de minste schakel in het elftal is en het centrum van de verdediging wel gestut dient te worden is dat misschien wel de oplossing. Een na een jaar weer fitte Janmaat over de rechterflank laten razen is wellicht wat te veel van het goede. Met Janmaat, de hopelijk ook aansluitende Gianni Zuiverloon en de van een blessure terugkerende Peet Bijen staat er dan plotseling een ervaren blok. Ook Shaquille Pinas (die ook voor het centrum kan spelen), linkspoot Boy Kemper en de wat tegenvallende Italiaan Dario Del Fabro zijn daar opties.
Kort door de bocht is de zucht naar routine overigens merkwaardig. De gedachte om waarde te creëren met het aantrekken van jonge spelers is een loffelijk streven, maar bleek in de praktijk een nog wildere en onbezonnen gok dan een avondje in een casino vertoeven. Geen enkele garantie op punten en zeker het spelen van overlevingsvoetbal in de onderste regionen van de Eredivisie is nu niet direct een discipline waarin jonge (al dan niet talentvolle) spelers uitblinken. Het was te voorzien dat het zo zou gaan, nu ervaren spelers halen lijkt de enige kans om een realistische poging te doen om degradatie te ontlopen. Jol en het technisch hart onderkennen het, trainer Ruud Brood heeft het mogen ervaren en intern aangegeven en zelfs de spelers op het veld beseffen het.
Met John Goossens, Robert Zwinkels en Michiel Kramer waren er drie ervaren (goedbetaalde) krachten over. De rest is van de salarislijst geschrapt. Tom Beugelsdijk, Lex Immers, Aaron Meijers, Dion Malone, Erik Falkenburg, Danny Bakker, allemaal vertrouwde Haagse gezichten maar nu elders actief. Een enkeling had zeker niet misstaan in het huidige naar houvast smachtende elftal.
Goossens heeft de capaciteiten een voorname rol te kunnen vervullen, misschien dat Brood die optie toch eens moet overwegen. Zwinkels is een betrouwbare reservegoalie mocht Luuk Koopmans iets overkomen en Michiel Kramer is Michiel Kramer. Eigenzinnig en nuttig. Pikt zijn goaltjes mee, schijnt goed in de groep te liggen, maar een actievere spits is welkom. Het laten gaan van de routiniers was een doel op zich. De duurbetaalde krachten leverden in verhouding weinig waar voor hun geld.
Ruimte maken was het devies, ruimte die het aantrekken van nieuwe spelers met enige jaren op de teller nu mogelijk maakt. De noodzaak is er, de vragen blijven. Gianni Zuiverloon is al enige tijd geleden vastgelegd, maar heeft nog altijd zijn eerste minuten niet kunnen maken omdat hij nog niet fit genoeg was, Janmaat heeft een jaar geen wedstrijd gespeeld en de beoogde volgende versterking Marko Vejinovic is al een half jaar clubloos na een Pools avontuur. Wel namen en zeker spelers die in goeden doen ADO Den Haag verder kunnen helpen, maar zeker geen zekerheidjes gezien hun recente verleden.
© Pro Shots
Positief is zeker dat de spelers zich in zullen zetten voor de Haagse club. Ze hebben gezien de huidige financiële mogelijkheden ingeleverd om in Den Haag te kunnen spelen. Wat dat betreft is ook de mogelijke komst van Vejinovic opvallend. Een speler die al eerder besproken werd in het technisch hart, waar ook contact mee gezocht werd, maar die hogere financiële eisen leek te hebben. Vejinovic trainde een maand mee bij FC Volendam en maakte daar een fitte indruk, wellicht dat de tijd in dit geval in het voordeel werkt van ADO Den Haag. De middenvelder kan niet veel langer wachten wil hij dit seizoen nog in actie komen. De Vejinovic die we kennen in Nederland kan zeker van waarde zijn voor ADO. Met de nadruk op kan. Een garantie is er nooit. Brood noemde onlangs twee of drie gerichte versterkingen als wens voor de winterse transferperiode. Na Janmaat en Vejinovic zou een scorende aanvaller de derde troef moeten zijn wil ADO Den Haag de missie lijfsbehoud te realiseren nog duidelijker onderstrepen.
Nog nooit Eredivisie met ADO Den Haag
De term `terug naar huis` viel regelmatig bij de presentatie van Daryl Janmaat bij ADO Den Haag. Janmaat is weliswaar geboren om de hoek in Leidschendam, maar via de amateurs van Tonegido en de jeugdopleiding van Feyenoord belandde Janmaat pas in 2007 – als achttienjarige – bij ADO Den Haag. Precies één seizoen en 25 duels (met twee goals) later vertrok de revelatie van het seizoennaar SC Heerenveen. De onbevangen rechtsachter maakte in de Eerste Divisie een frisse indruk in een matig presterend elftal. Opstomen op de rechterflank en verdedigend zijn mannetje staan deed hij alsof hij dat al jaren deed. Dat hier een potentiële international zich presenteerde was wel duidelijk. Zijn laatste wedstrijd voor ADO Den Haag speelde Janmaat tegen RKC Waalwijk, de zeer waarschijnlijke tegenstander als hij na de ultrakorte winterstop zijn rentree maakt in het Haagse shirt. Janmaat promoveerde in mei 2008 met de nummer zes van de reguliere competitie in de Eerste Divisie naar de Eredivisie. Het niveau waar hij nu als 31-jarige voor het eerst als speler van ADO Den Haag gaat spelen dus.
Debuutwedstrijd Janmaat bij ADO Den Haag
5 oktober 2007, ADO Den Haag-FC Zwolle 3-1
Scoreverloop: 37. Teixeira 1-0, 54. Meric 2-0, 75. Meric 3-0, 86. Tozé 3-1; scheidsrechter: Van Meenen.
ADO Den Haag: Postma; El Moussaoui, Stoffels, Teixeira, Rankovic; Schwiebbe, Victoria (7. Janmaat), Meric (81. Knijnenburg), Immers; W. Verhoek, Fernandez (46. Hoogendorp); trainer Wiljan Vloet
FC Zwolle: Boer; Moisander, Reijnen, Derlagen, Van der Wal; Van der Haar (69. De Bruijn), Jongsma, Holla; Boerrigter, Oravainen (56. E. Bakker), Tozé; trainer Jan Everse
Onder toeziend oog van zijn vrouw en twee van zijn kinderen zette Daryl Janmaat zijn krabbel onder een contract dat hem voor 2,5 jaar bindt aan ADO Den Haag. `Weer thuis`, bevestigde de 34-voudig Oranje-international. `Zijn Haagse hart heeft gesproken`, noemde algemeen directeur Mohammed Hamdi het. Hoofd van het technisch hart Martin Jol vatte de stunt met het aantrekken van Janmaat misschien wel het beste samen. `Ik durfde het hem bijna niet te vragen.`
Hamdi en Jol glommen van trots. In een sportief moeilijke situatie is ieder lichtpunt hoopgevend. De boei op de woeste zee die gegrepen moet worden. Zeker nu duidelijk is dat de zomerse rits aankopen meer twijfels dan complimenten voor het technisch hart hebben opgeleverd. De filosofie is bekend, de visie is te begrijpen, de resultaten voor nu laten te wensen over. Het aantrekken van een speler van het niveau van Daryl Janmaat wakkert de hoop op een goede afloop aan. Hamdi weet dat als geen ander en koos zijn woorden bewust. `Dit is een heuglijk moment voor iedereen die de club een warm hart toedraagt. Daryl is een jongen van de club, welkom thuis. Dat hij in de fase van zijn leven waarin hij nu zit, besluit om terug te keren is speciaal. Dat hij ons wil helpen in de strijd om lijfsbehoud maakt ons trots, we zijn erg verheugd. Iedereen kent onze financieel lastige situatie, Daryl kiest niet voor het geld, maar met zijn Haagse hart. Dat geeft een fantastisch gevoel.`
Woorden die passen bij een presentatie en die tegelijk een bepaalde druk bij de hoofdrolspeler in kwestie leggen. Jol gaf daar uiteraard zijn persoonlijke touch bij. Als Jol vertelt is luisteren geen straf. `Ik ben ook ooit teruggegaan naar Den Haag. Ik zat juichend in mijn auto toen ik voor het eerst weer naar het Zuiderpark reed. Het gevoel van weer thuis te komen, dat heeft hij nu ook. Scheveningen is heerlijk. Als je in Newcastle hebt gezeten, weet je Den Haag en Scheveningen te waarderen. Het strand, de bossen, de stad. Tegen buitenlandse spelers schep ik op over Scheveningen, dat hoef ik tegen Daryl niet te doen. Hij weet dat.`
Jol kan zo aan de slag als pr-manager voor zijn stad. Hij lichtte de transfer ook toe vanuit technisch oogpunt. `Daryl is op heel jonge leeftijd weggegaan bij ADO. Ik heb hem genoemd als onderdeel van ons plan, maar het leek niet realiseerbaar. Het was een brug te ver. Ik herinner me dat ik hem vorig jaar in zijn autootje bij ons in de buurt zag rijden. Hield ik hem aan om het te proberen. Daarna heb ik hem nog een paar keer gesproken. Hij woont bij me in de buurt. Schier onmogelijk voor ons leek het. Toen kwam hij trainen. Ik vroeg me af of hij het leuk vond, maar durfde haast niet te vragen of hij hier wilde komen spelen. Nu is het zo ver, maar ik had echt nooit gedacht dat het zou lukken. Het zat in ons hoofd. Een speler als hij naast de jonge jongens. Ik noem het de tweede fase na het aantrekken van al die jonge gasten. Die tweede fase hebben we nog niet kunnen invullen. Daryl is de eerste aanzet om het toch voor elkaar te krijgen.`
Janmaat trainde al enige tijd mee met de Haagse selectie. Zonder verwachtingen werd daar bij gezegd. ADO Den Haag hoopte wel, maar het vastleggen van de ex-speler van SC Heerenveen, Feyenoord, Newcastle United, Watford en het Nederlands elftal leek een illusie. Janmaat had simpelweg nog geen idee waar zijn toekomst lag. Hij had zijn contract bij Watford laten ontbinden en was vrij man. Het maalde in het hoofd van de rechtervleugelverdediger, maar eigenlijk was er voorlopig maar één ding dat hem werkelijk interesseerde: fit worden.
Fit te worden na een waar kwakkeljaar. Een bacteriële infectie in de knie kostte hem uiteindelijk meer dan een jaar. Zijn laatste wedstrijd dateert van 8 november 2019, het was op een druilerige vrijdagse herfstavond in Norwich en Janmaat won met Watford met 0-2. Daarna kwam de ellende. `Ik was wel eens geblesseerd geweest, maar een jaar niet voetballen had ik nog nooit meegemaakt. Frustrerend was het. Het ging allemaal zo plotseling ook. In één keer werd de knie dik. Bleek het een bacterie in de knie te zijn. Ik ben geopereerd en ben gaan herstellen. Het heeft zeker wel iets met me gedaan.`
Zo veel dat hij op 31-jarige leeftijd besloot definitief terug te keren naar Nederland. De uitleg is begrijpelijk en geeft een inkijkje in de gedachten van een prof die een fraaie loopbaan van twaalf jaar plotseling zag eindigen. `Ik ben nu een tijd in Nederland, de kinderen gaan hier naar school. Het is een bewuste keuze. We hebben het er thuis over gehad. Ik kan niet precies zeggen wanneer ik het besloten heb, we hebben veel gesproken thuis. Er waren nog aanbiedingen uit het buitenland. Sportief en financieel zaten daar zeker interessante opties tussen, maar als gezin wilden we graag terug. Nadat ik de knoop had doorgehakt zijn we in gesprek geraakt. Ik ben gretig, ik kom niet om af te bouwen. Ik heb dezelfde drive nog altijd. Als ik misschien vrijgezel was geweest dan had ik nog een buitenlands avontuur kunnen ondernemen, maar ik heb met mijn gezin te maken. Het is mijn keuze en het voelt goed. Zonder die blessure had het misschien niet zo gelopen, zo eerlijk ben ik wel. Ik wil laten zien dat ik terug ben, daar geeft ADO Den Haag mij de kans voor. Ik wil mijn steentje bijdragen.`
Janmaat heeft de spelersgroep de voorbije weken al leren kennen in de periode dat hij meetrainde. `Het is een hele jonge groep. Er zit echt wel kwaliteit in, misschien is er nog wat versterking wenselijk. Ervaring en sturing is wellicht nog nodig. Misschien denken andere spelers ook zo als ik nu heb gedaan. Als mijn keuze een aanzet geeft tot meer zou dat mooi zijn.` De eerste wedstrijd na de winterstop, uit bij RKC Waalwijk, hoopt Janmaat in het veld te staan. `Ik ben goed fit, ik train al een tijdje mee. Wedstrijdfit raak je door wedstrijden te spelen, dat is nu eenmaal zo. Ik heb vrij snel al alles mee kunnen doen met de groep, af en toe een training overslaan en in plaats een krachttraining doen deed ik al.`
Het shirt met rugnummer 53 behoort in ieder geval weer toe aan Janmaat. `Het is het rugnummer waarmee ik debuteerde bij ADO Den Haag. Ik heb veel met rugnummer twee gespeeld, dat was bezet en ik eis dat dan niet op. Terug met 53 is mooi toch? Ik heb me altijd verbonden gevoeld met ADO Den Haag. Het is de club waar ik debuteerde, die houd je altijd in de gaten. Soms is dat lastig als je met je eigen carrière bezig bent, maar je kijkt toch altijd even.`
Voor trainer Ruud Brood is de komst van Janmaat zeer welkom. Als rechtsback of als rechter centrale verdediger in een driemansdefensie lijkt de meest logische invulling. Aangezien rechtsachter Milan van Ewijk zeker niet de minste schakel in het elftal is en het centrum van de verdediging wel gestut dient te worden is dat misschien wel de oplossing. Een na een jaar weer fitte Janmaat over de rechterflank laten razen is wellicht wat te veel van het goede. Met Janmaat, de hopelijk ook aansluitende Gianni Zuiverloon en de van een blessure terugkerende Peet Bijen staat er dan plotseling een ervaren blok. Ook Shaquille Pinas (die ook voor het centrum kan spelen), linkspoot Boy Kemper en de wat tegenvallende Italiaan Dario Del Fabro zijn daar opties.
Kort door de bocht is de zucht naar routine overigens merkwaardig. De gedachte om waarde te creëren met het aantrekken van jonge spelers is een loffelijk streven, maar bleek in de praktijk een nog wildere en onbezonnen gok dan een avondje in een casino vertoeven. Geen enkele garantie op punten en zeker het spelen van overlevingsvoetbal in de onderste regionen van de Eredivisie is nu niet direct een discipline waarin jonge (al dan niet talentvolle) spelers uitblinken. Het was te voorzien dat het zo zou gaan, nu ervaren spelers halen lijkt de enige kans om een realistische poging te doen om degradatie te ontlopen. Jol en het technisch hart onderkennen het, trainer Ruud Brood heeft het mogen ervaren en intern aangegeven en zelfs de spelers op het veld beseffen het.
Met John Goossens, Robert Zwinkels en Michiel Kramer waren er drie ervaren (goedbetaalde) krachten over. De rest is van de salarislijst geschrapt. Tom Beugelsdijk, Lex Immers, Aaron Meijers, Dion Malone, Erik Falkenburg, Danny Bakker, allemaal vertrouwde Haagse gezichten maar nu elders actief. Een enkeling had zeker niet misstaan in het huidige naar houvast smachtende elftal.
Goossens heeft de capaciteiten een voorname rol te kunnen vervullen, misschien dat Brood die optie toch eens moet overwegen. Zwinkels is een betrouwbare reservegoalie mocht Luuk Koopmans iets overkomen en Michiel Kramer is Michiel Kramer. Eigenzinnig en nuttig. Pikt zijn goaltjes mee, schijnt goed in de groep te liggen, maar een actievere spits is welkom. Het laten gaan van de routiniers was een doel op zich. De duurbetaalde krachten leverden in verhouding weinig waar voor hun geld.
Ruimte maken was het devies, ruimte die het aantrekken van nieuwe spelers met enige jaren op de teller nu mogelijk maakt. De noodzaak is er, de vragen blijven. Gianni Zuiverloon is al enige tijd geleden vastgelegd, maar heeft nog altijd zijn eerste minuten niet kunnen maken omdat hij nog niet fit genoeg was, Janmaat heeft een jaar geen wedstrijd gespeeld en de beoogde volgende versterking Marko Vejinovic is al een half jaar clubloos na een Pools avontuur. Wel namen en zeker spelers die in goeden doen ADO Den Haag verder kunnen helpen, maar zeker geen zekerheidjes gezien hun recente verleden.
© Pro Shots
Positief is zeker dat de spelers zich in zullen zetten voor de Haagse club. Ze hebben gezien de huidige financiële mogelijkheden ingeleverd om in Den Haag te kunnen spelen. Wat dat betreft is ook de mogelijke komst van Vejinovic opvallend. Een speler die al eerder besproken werd in het technisch hart, waar ook contact mee gezocht werd, maar die hogere financiële eisen leek te hebben. Vejinovic trainde een maand mee bij FC Volendam en maakte daar een fitte indruk, wellicht dat de tijd in dit geval in het voordeel werkt van ADO Den Haag. De middenvelder kan niet veel langer wachten wil hij dit seizoen nog in actie komen. De Vejinovic die we kennen in Nederland kan zeker van waarde zijn voor ADO. Met de nadruk op kan. Een garantie is er nooit. Brood noemde onlangs twee of drie gerichte versterkingen als wens voor de winterse transferperiode. Na Janmaat en Vejinovic zou een scorende aanvaller de derde troef moeten zijn wil ADO Den Haag de missie lijfsbehoud te realiseren nog duidelijker onderstrepen.
Nog nooit Eredivisie met ADO Den Haag
De term `terug naar huis` viel regelmatig bij de presentatie van Daryl Janmaat bij ADO Den Haag. Janmaat is weliswaar geboren om de hoek in Leidschendam, maar via de amateurs van Tonegido en de jeugdopleiding van Feyenoord belandde Janmaat pas in 2007 – als achttienjarige – bij ADO Den Haag. Precies één seizoen en 25 duels (met twee goals) later vertrok de revelatie van het seizoennaar SC Heerenveen. De onbevangen rechtsachter maakte in de Eerste Divisie een frisse indruk in een matig presterend elftal. Opstomen op de rechterflank en verdedigend zijn mannetje staan deed hij alsof hij dat al jaren deed. Dat hier een potentiële international zich presenteerde was wel duidelijk. Zijn laatste wedstrijd voor ADO Den Haag speelde Janmaat tegen RKC Waalwijk, de zeer waarschijnlijke tegenstander als hij na de ultrakorte winterstop zijn rentree maakt in het Haagse shirt. Janmaat promoveerde in mei 2008 met de nummer zes van de reguliere competitie in de Eerste Divisie naar de Eredivisie. Het niveau waar hij nu als 31-jarige voor het eerst als speler van ADO Den Haag gaat spelen dus.
Debuutwedstrijd Janmaat bij ADO Den Haag
5 oktober 2007, ADO Den Haag-FC Zwolle 3-1
Scoreverloop: 37. Teixeira 1-0, 54. Meric 2-0, 75. Meric 3-0, 86. Tozé 3-1; scheidsrechter: Van Meenen.
ADO Den Haag: Postma; El Moussaoui, Stoffels, Teixeira, Rankovic; Schwiebbe, Victoria (7. Janmaat), Meric (81. Knijnenburg), Immers; W. Verhoek, Fernandez (46. Hoogendorp); trainer Wiljan Vloet
FC Zwolle: Boer; Moisander, Reijnen, Derlagen, Van der Wal; Van der Haar (69. De Bruijn), Jongsma, Holla; Boerrigter, Oravainen (56. E. Bakker), Tozé; trainer Jan Everse
0
|
Donderdag 31 december 2020 om 00:32 uur |
morley
BLEISWIJK-1 schreef:
Wat v. Ewijk betreft kan je best gelijk hebben. Maar zal v. Ewijk het geduld hebben om achter Janmaat de bank warm te houden?
Wat v. Ewijk betreft kan je best gelijk hebben. Maar zal v. Ewijk het geduld hebben om achter Janmaat de bank warm te houden?
Dit seizoen even een pas op de plaats maken maar toch wel veel leren met een ex international als mentor. Vanaf volgend seizoen weer basis als rechtsback en Janmaat en Bijen dan samen centraal achterin. Zoiets moet toch best acceptabel zijn voor zo`n jongen?
0
|
Woensdag 30 december 2020 om 20:42 uur |
Nu online
M1905, Langebach2 en 109 gasten.
Zoek in shoutbox
Spelersklassement
Laatste wedstrijd
Volgende wedstrijd
Advertentie
Keuken Kampioen Divisie
1 | Helmond Sp. | 12 | - | 27 |
2 | Graafschap | 13 | - | 25 |
3 | Den Bosch + | 12 | - | 24 |
4 | Excelsior | 12 | - | 23 |
5 | FC Volendam | 12 | - | 22 |
6 | FC Dordrecht | 13 | - | 22 |
7 | SC Cambuur | 13 | - | 19 |
8 | FC Emmen | 12 | - | 18 |
9 | Telstar | 12 | - | 18 |
10 | ADO Den Haag | 13 | - | 18 |
11 | Roda JC | 12 | - | 16 |
12 | FC Eindhoven | 13 | - | 15 |
13 | Jong PSV | 12 | - | 14 |
14 | Jong AZ | 13 | - | 14 |
15 | TOP Oss | 12 | - | 12 |
16 | Jong Ajax | 13 | - | 12 |
17 | MVV Maastr. | 12 | - | 11 |
18 | VVV-Venlo | 13 | - | 11 |
19 | Vitesse -6 | 12 | - | 5 |
20 | Jong Utrecht | 12 | - | 5 |