Heino
Smerig Mannetje schreef:
Ik zie een stukkie over Michel Adam op VI pro. Is er iemand die dat wil delen?
Ik zie een stukkie over Michel Adam op VI pro. Is er iemand die dat wil delen?
Nog altijd nietsontziende Adam fileert: van `poepdoos` Bergkamp tot nieuwe zeurgeneratie
In Balverliefd aandacht voor de gang van zaken achter de schermen van het voetbal en opvallende gebeurtenissen aan de rand van het veld. Deze week over Michel Adam (52), die op de drempel van Oud en Nieuw nog wel verbaal vuurwerk levert.
Michel Adam praat zoals hij vroeger verdedigde: subtiel is niet de eerste typering die zich opdringt. 2020? ‘Pleurisjaar!’ Bijna alles wat voor de Hagenaar mis kon gaan, gíng het afgelopen jaar mis. Zijn vuurwerkhandel werd lamgelegd door de overheid. Zijn wasserette raakte de ene na de andere klant kwijt. ‘Ik heb 54 horecazaken, waarvan er 45 op z’n kut leggen’, drukt Adam het in particulier vakjargon uit. Onlangs moest hij zijn schizofrene winkeltje aan de Maartensdijklaan zelfs helemaal op slot gooien. Weg inkomsten, weg sociale contacten met de buurt.
Die eerste lockdown, in het voorjaar, trad hij nog met Haagse bluf tegemoet. Niks kniezen tussen de vuurpijlen en wasmiddelen. Adam trok de deur van zijn zaak in volksbuurt Morgenstond achter zich dicht en ging lekker op de camping zitten. ‘Ik dacht bij m’n eigen: Ik heb me jarenlang de pestpokken gewerkt, een paar maandjes vakantie kan er wel vanaf. In Breda heb ik een chalet op een lap grond van driehonderd vierkante meter. Ik kèn er lekker in mijn blote lul rondlopen, niemand die me ziet. Heerlijk.’
Dat was toen. De recentste lading coronamaatregelen bracht ook Adam flink aan het zweten. Noodgedwongen zit de voormalige verdediger al te knagen aan zijn pensioentje. ‘Het begint stilaan penibel te worden. Hopelijk blijft de zaak overend.’ Normaal heeft hij in elk geval nog afleiding van ADO Den Haag. Maar ook zijn oude club bezorgt hem alleen nog kopzorgen. ‘Allemaal slappe hap’, zegt Adam, terwijl hij voor Adam’s Vuurwerk een stevige haal neemt van zijn filtersigaret. Naar binnen. De eigenaar trekt twee klapstoeltjes tevoorschijn en smijt ze elk een andere kant op. ‘Zo, anderhalve meter. Mot je koffie?’
In de winkelschappen liggen nog wat laatste restjes vuurwerk, uit de dan nog niet verboden categorie-1. Adam kijkt er meewarig naar. ‘Kinderspul’, zegt-ie. De ophef over vuurwerk vindt hij te gek voor woorden. Geen verrassend standpunt, voor een verkoper. Maar hij zegt het ook als liefhebber. ‘Joh, vuurwerk was voor mij zakelijk gezien een kersje op de taart, meer niet. Ik vind het gewoon mooi spul. Vroegâh al. Mijn eigen voorraadje bewaarde ik onder mijn bed. Ik trok het wel vijfhonderdduizend keer tevoorschijn om ernaar te kijken. En dan gingen we met Oud op Nieuw met de hele familie naar oma. Eerst samen eten en dan naar buiten, vuurwerk afsteken. Supermooi.’
© Pro Shots/Toon Dompeling
Als vuurwerkhandelaar begon hij in het illegale circuit. Als jonge profvoetballer van wat toen nog FC Den Haag heette, was hij er aan het einde van het jaar al druk mee. ‘Ik hield er niks aan over. Van het geld dat ik verdiende, kocht ik zelf ook weer vuurwerk.’ Adam schatte in dat trainer Co Adriaanse het niet zou toejuichen als hij zijn spul in de kleedkamer zou verkopen, dus hield hij zijn handel gescheiden van het voetbal. Wat niet wil zeggen dat hij nooit eens wat vuurwerk meenam in zijn sporttas.
‘Ik herinner me nog dat ik een keer een lawinepijl heb afgestoken tijdens een wedstrijd. Excelsior-uit was dat.’ Eh? ‘Ik was gewisseld, had me gedoucht en ging naar mijn auto. Had ik een lawinepijl in liggen. Die stak ik gewoon af achter het stadion.’ Natuurlijk, welke prof heeft dat níét ooit gedaan? ‘Die pijl knalde recht boven dat Woudestein mooi uit mekaar, terwijl de wedstrijd nog bezig was. Volgens mij heeft niemand ooit geweten dat ik dat ding had afgestoken. Heb je nog nieuws ook.’ Geen teamgenoot van vroeger zal heel verbaasd zijn. ‘Ik heb ook eens een wc-pot opgeblazen op het trainingscomplex. Gooide ik er een nitraat in, die dingen waren toen net in. Bleef niks over van die pot. De stront zat tegen het plafond.’
Ontploffing
Bijna was Adam verantwoordelijk geweest voor een ontploffing met grotere gevolgen. In de zomer van 1991 was FC Den Haag uitgenodigd voor een vriendschappelijk toernooi in Shanghai. De trip duurde twee weken. Na terugkeer in Nederland liet Adriaanse de Haagsche Courant weten dat het een in alle opzichten leerzaam avontuur was. ‘Als we niet moesten spelen of trainen, gingen we op stap’, zei de destijds 44-jarige oefenmeester. ‘Naar tempels, naar andere prachtige gebouwen of naar het circus. En allemaal keurig in het pak. Ik vind dat dat ook zo hoort. Een Ierse ploeg is niet verder gekomen dan de bar in het hotel. Zoiets hoort niet, vind ik.’
Adam zal de reis nooit vergeten. Gave tempels, zegt-ie. En: overal wáánzinnig vuurwerk te koop voor wènag! Hij propte zijn koffer vol met Chinees knaltuig. ‘Dat kreeg je toen nog mee het vliegtuig in. Je had nog niet al die scanners en toestanden. “Ben jij wel goed bij je hoofd?”, vroegen mensen me toen ze hoorden wat ik had meegenomen. “Wat denk je met die luchtdruk? Die hele boel had daarboven wel uit mekaar kunnen knallen!” Had ik helemaal niet bij nagedacht, joh…’
Het is een klein wonder dat hij met zijn vroegere escapades op vuurwerkgebied geen slachtoffers heeft gemaakt. Wel had hij ooit een ongelukje met een ondeugdelijke mortierbom, die pal voor zijn huis ontplofte. In de omtrek zaten er geen ruiten meer in de kozijnen en zijn dochter, die door de klap achterover werd geblazen, had een vuurwerkfobie voor het leven. Het ongeluk was voor Adam het sein te kappen met illegaal spul. Hij was er eerder al herhaaldelijk voor gearresteerd. ‘Ik heb vier keer vastgezeten vanwege vuurwerkhandel. Telkens een dag of vier. Eén keer wilden ze me langer opsluiten. Stonden ze bij me thuis op de deur te bonzen, terwijl ik lag te slapen. Mijn vrouw zag op de camera dat ze met tien man waren. Ze moest eerst de hond nog wegzetten. Maar hup, daar vielen ze al binnen.’
Handboeien
Die dag, een jaar of vijftien geleden, werd de oud-profvoetballer in handboeien afgevoerd. ‘Ze hadden zelfs de straat afgezet. Ik had toch geen moord gepleegd? Rot op. Wat een gedoe voor een beetje vuurwerk.’ Mogelijk zijn er mensen die een strengere definitie van ‘een beetje’ hanteren. ‘Naja, in een pakhuis in Voorschoten had ik 3.500 kilo vuurwerk opgeslagen. Spanje, België, het kwam overal vandaan.’
Indertijd werkte Adam als postbode. Na zijn arrestatie belde zijn vrouw de PTT om hem ziek te melden, zoals eerder afgesproken. Maar het duurde niet lang of er circuleerden berichten over een Hagenaar die was opgepakt op verdenking van illegale vuurwerkhandel. De naam van de verdachte werd niet vermeld, wel de straat waarin hij woonde. Genoeg informatie om de argwaan van zijn baas te wekken. ‘Tijdens mijn verhoren mocht ik één telefoontje plegen. Heb ik naar het werk gebeld, met een zielig stemmetje. “Oh, oh, ik ben zo ziek”. De baas trapte erin.’ Na vijf dagen kwam Adam weer vrij. ‘Met dank aan mijn advocaat. De politie had mijn vuurwerk meteen laten vernietigen. Daardoor konden ze niet meer bewijzen dat het spul illegaal was.’
Hij voorspelt dat veel mensen de komende jaarwisseling hun toevlucht zullen zoeken tot clandestien knaltuig, maar bij hem hebben ze het niet kunnen kopen. ‘Ze komen hier nog zo vaak controleren, dan kijken ze zelfs in mijn wasmachine. Op de lantaarnpaal voor de winkel hangt een camera. Ik heb mijn reputatie tegen. Maar ik ben er ook echt klaar mee. Vroegâh, toen ik in het illegale zat, had je Cobra’s, Widowmakers en Vlinders. Dat was gewoon mooi spul. Ik hou van sierwerk. Ook van knallen, maar dan wel: in de lucht. Tegenwoordig strooien ze gewoon met bommen. Dat heeft niks met vuurwerk te maken, maar onze branche wordt er wel op afgerekend. Alles wordt maar op één hoop gegooid. Zeker door die doppuhdoktâh (oogarts Tjeerd de Faber, red.), die op tv maar blijft vertellen hoe gevaarlijk legaal vuurwerk is. Vreselijk, die vogel.’
Cultheld
Met de ogen dicht is hij een vergeten typetje van Kees van Kooten. Met de ogen open ook. Haagser dan Michel Adam zijn ze haast niet te vinden. Zijn leven heeft zich altijd afgespeeld in de arbeidersbuurten rondom wat eens het Zuiderparkstadion was, het volkstheater waarin hij tot cultheld uitgroeide. Zoals veel in zijn leven ging ook zijn gang naar het profvoetbal niet volgens de gebaande paden. Lang voetbalde hij alleen ‘op de camping’. Pas op zijn twaalfde werd hij lid van VV Laakkwartier, de club uit zijn gelijknamige geboortewijk. Hij werd gescout door amateurclub ADO. ‘Een ongezellige pleurisvereniging’, aldus Adam. Tot zijn grote opluchting kon hij na een jaar alweer hogerop, naar FC Den Haag. ‘Ik was zo blij als een hond met zeven lullen.’
Hij belandde in het hoogste jeugdelftal als rappe rechtsbuiten. Toen de trainer op een toernooi in Hongarije om een voorstopper verlegen zat, hoorde Adam zichzelf ineens naar voren schuiven. ‘Werd ik speler van het toernooi’, grijnst hij. Op zijn zeventiende debuteerde hij als verdediger in de Eredivisie. Adam zette zijn eerste stappen in het betaalde voetbal aan de zijde van routinier Martin Jol. ‘Een geweldige voetballer, ik kon zoveel van hem leren. Martin en ik sliepen bij elkaar op de kamer. Ik zal het niet gauw vergeten, want Martin had claustrofobie. Schijten deed-ie met de deur open. Echt waar. Zolang je niet spettert, vind ik het prima, zei ik altijd.’
Hoewel Adam relatief laat op serieus niveau was gaan voetballen, haalde hij Jong Oranje en was hij nog voor zijn twintigste een vaste waarde bij FC Den Haag. Naar eigen zeggen vooral op karaktâh. Daarmee was hij eind jaren tachtig, begin jaren negentig geen uitzondering in de Hofstad. De Haagse ploeg, destijds getraind door Co Adriaanse, dreef op vechtlust. Het Nederlandse antwoord op Wimbledon FC keek niet op een rotschopje meer of minder. Een bezoek aan het Zuiderpark was voor tegenstanders net zo’n vrolijk vooruitzicht als een wortelkanaalbehandeling.
‘Voor ons was het zo’n heerlijk stadion om in te spelen. Al die ploegen kwamen met poep in de broek naar Den Haag. We maakten er altijd een feestje van. Onze spelerstunnel had plastic ramen. Daar gaven we voor de wedstrijd een paar flinke klappen op. Dan begonnen ze naast ons, tegen wie we ook speelden, nog harder te trillen. Stonden we al met 1-0 voor. Ons shirt was ook zo goed: felgeel en felgroen, zoals het hoort. Met strépies. Het mooiste tenue ooit.’
Onder Adriaanse moest Martin Jol plaatsmaken voor Marco Gentile, met wie Adam al snel ook buiten het veld een twee-eenheid vormde. ‘We gingen veel op stap samen. Meestal naar discotheek De Marathon. Zelf ging ik graag nog door naar The Crusader. Dat was een hoerenbar, boven De Marathon. Een soort FC Den Haag-clubhuis. Ik zat er vaak aan de bar tussen de supporters. Ook de dag voor een wedstrijd wilde het nog weleens laat worden, uurtje of vier. Assistent-trainer Mark Wotte maakte op zijn fiets altijd een controlerondje langs de kroegen. Hij ging alle kaktenten af, maar bij The Crusader durfde hij niet naar binnen. Dus ik kon doen en laten wat ik wilde. Maar ik dronk mezelf nooit lam. De volgende dag stond ik er altijd.’
Adam en Gentile vormden het jongste centrale verdedigingsduo van de Eredivisie. Ongetwijfeld ook het hardste. ‘Meteen na de aftrap pakten we die spitsen even aan. Zo, zeiden we dan, dit krijg je anderhalf uur. Waren ze gelijk bang. Tegenwoordig zie je ze allemaal op vijf meter afstand verdedigen. Wij waren van het kort dekken. Co zei altijd: “De aanvaller moet je lul voelen”.`
`René Eijkelkamp was de beste tegen wie ik heb gespeeld. Haast niet te verdedigen. Groot, sterk aan de bal en voor je het wist, had je een elleboog op je strot. Henny Meijer douwde altijd zijn reet erin. Een van mijn eerste wedstrijden was hij mijn tegenstander. “Ken je ’m aan?”, had Co gevraagd. Tuurlijk, zei ik. Die wedstrijd begon, Meijer douwde zijn dikke hol erin en scoorde. Werd ik meteen gewisseld. Ook dat was Co… Maar veel goeie spitsen hadden het zwaar tegen ons. We deden alles om ze uit de wedstrijd te halen. Effies in de billetjes knijpen. Of in de balletjes. Op de tenen staan. Knietje in de rug porren. Tikkies geven, schoppen, ouwehoeren. Marco en ik wisselden het af. Als de een net een waarschuwing had gekregen, nam de ander het even over.’
Adam verhield zich tot het voetbal als een sloophamer tot een Stradivarius, maar van schaamte is ook met terugwerkende kracht geen sprake. Van ideale schoonzonen liggen spitsen niet wakker, weet hij. Van hem lagen ze dat wel.
‘Dennis Bergkamp, ook zo’n poepdoos. Vond het ellendig om tegen ons te spelen. Net als Romário. Die liep altijd maar te klagen en werd standaard gewisseld tegen ons.’ Dat laatste gebeurde in elk geval op de dag in 1990 dat de PSV-spits dacht te scoren tegen FC Den Haag, maar buiten Gentile had gerekend. De stopper kwam zijwaarts invliegen, de Braziliaan brak een kuitbeen. ‘Dat deed Marco natuurlijk niet expres. Was lullig, maar ja. De keer erop dat we bij PSV speelden, gingen ze hem met 25 duizend man uitfluiten. Marco wist zich er geen raad mee. Gek, ik had zó’n lul gekregen’, bluft Adam, met zijn handen een tamelijk optimistisch formaat aanduidend. ‘En ik had mijn broek laten zakken ook nog.’
Bijgoochem
In het VAR-tijdperk had Adam het vermoedelijk niet lang volgehouden. ‘Schei toch uit. Je kèn nou niks meer, zeggen ze. Je kèn zat. Gewoon voor die bal gaan en dan in je sliding net even de enkeltjes meenemen. En trouwens: ik heb nooit een rooie kaart gehad, hè? Dat je het weet. Ja, toen ik weer bij de amateurs ging voetballen. Meteen in mijn eerste wedstrijd. Die scheids wilde even leuk doen, zo’n bijgoochem. Was gewoon een tackeltje, niks mis mee. “Doorgebroken speler”, zei-ie. Joh, pleurt op.’
Eerlijk is eerlijk: Adam was meer dan een schopper, zoals het FC Den Haag van dertig jaar geleden meer was dan een schopploeg. Tegenstanders hadden lang geen antwoord op het befaamde kerstboomsysteem van Adriaanse, wiens spelers onvermoeibaar bleven jagen. Adam hoort vandaag de dag nog weleens warrumwateruitvindâhs interessant doen over pressievoetbal, alsof het een moderne vondst is. ‘Tyf op, dat deden wij dertig jaar geleden al! Doordekken, tegenstanders vastzetten. Ook gewoon tegen Ajax. Je moest er superfit voor zijn. Co liet ons heel veel lopen. Rondjes Zuiderpark. Zat hij op de fiets met een metertje, en zei hij: “Oké jongens, acht kilometer per uur. En nu negen per uur. En nu tien”. Als we hadden verloren, nam Co ons altijd mee naar het strand. Moesten we van het Atlantic Hotel rennen naar de muur, tien kilometer door dat mulle zand. Redde je het niet binnen een uur, dan moest je de volgende dag terug. Tegenwoordig zijn al die voetballers zogenaamd oververmoeid. Zeurden wij niet over. Co beulde ons af, maar zo konden we wel al die ploegen gek maken. Hij is de beste trainer die ik heb gehad.’
Adam wipt op zijn stoeltje van enthousiasme, zijn matje vrolijk meewiebelend op zijn schouderbladen. Ooit bood assistent Wotte hem vijfduizend gulden als hij de schaar zou zetten in zijn klassiek Haagse kapsel. Geen denken aan, zei Adam. ‘Nog voor geen miljoen.’ Een jaar of dertig later draagt hij zijn nekzwabber nog steeds met trots. De mode kan dan veranderd zijn, maar daar heeft hij toch zeker geen boodschap aan?
Koppend in De Kuip op 25 november 1990, waar FC Den Haag verrassend met 0-2 won.
Koppend in De Kuip op 25 november 1990, waar FC Den Haag verrassend met 0-2 won.
Voetbalhumor
Elke kapper met een Panini-album zal tijdens de gloriejaren van Adam watertandend de pagina’s met spelersportretjes van FC Den Haag hebben bekeken. Tussen de struikgewassen was het af toe goed zoeken naar gelaatstrekken. ‘Tegenwoordig zijn het allemaal modepoppies, met hun haartjes in de lak. Ons interesseerde het niks. Wij hadden allemaal lang haar. Alleen Harry van der Laan had een bolhoed. Die föhnde zijn haartjes altijd na de wedstrijd. Harry Pruik, noemden we hem.’
In de kleedkamer werd wat af gelachen. De gehanteerde voetbalhumor was van het ambachtelijke soort. ‘Bij elkaar in de tas schijten en zo. Toen Co wegging, douwden we een kabeljauw in de zijkant van zijn tas. Dat ding ging stinken, joh! We hadden een wereldploeg, met bijna allemaal Haagse jongens. Altijd gein. Maar als de training begon, dan vlogen we er vol in. Op donderdagen speelden we partijtjes scherp, vier-tegen-vier. Vond ik altijd de leukste training. Dan schopten we elkaar in mekaar. Maar er werd nooit gezeken.’
Als zo’n sessie weer eens uit de hand was gelopen, kon het zijn dat de supporters van FC Den Haag hun geliefde verdediger de volgende dag een beetje mank zijn route zagen lopen. Adam combineerde zijn voetballoopbaan namelijk met een voltijdsbaan als postbode. Zweten voor je centen. Die instelling kreeg hij mee van zijn ouders, beiden werkzaam als schoonmaker. Zijn vader had er ook een baan als PTT-medewerker bij. ‘Als ik iets wilde, moest ik ervoor werken. Zo leer ik het mijn twee dochters ook.’ Hij knijpt zijn ogen dicht tot vrolijke streepjes. ‘Het komt er niet altijd uit, maar dat is wat anders.’
Als enige semiprof van FC Den Haag in de Eredivisie begonnen zijn werkdagen om zes uur. ‘Eerst post sorteren, daarna bezorgen. Onderweg kreeg ik op mijn flikker als we hadden verloren, maar dat kon ik wel hebben. Ik was altijd onder de supporters. Mijn vrouw en ik woonden in de Spoorwijk, daar kwamen de grootste ratten vandaan. Die zaten gewoon bij ons te barbecueën . En ’s zondags stonden ze weer te schelden op de tribune.’
Na tien seizoenen en ruim tweehonderd officiële wedstrijden werd Adam het profvoetbal uitgewerkt door een verdediger van De Graafschap die er dezelfde ethiek op nahield als hijzelf. ‘Hans Kraay junior, die was net zo gek als ik. Hij maakte een sliding, ik voelde meteen dat er iets niet goed was. In de rust liet ik me intapen, maar ik bleef moeilijk lopen.’
Niet zo gek, want Adam had de kop van zijn kuitbeen gebroken. Het duurde jaren voordat de juiste diagnose werd gesteld. De Hagenaar onderging liefst acht operaties, werd slachtoffer van medische fouten en dreigde op enig moment zelfs zijn rechterbeen te verliezen. Die ellende bleef hem bespaard. Hij knapte genoeg op om nog op respectabel amateurniveau te kunnen voetballen. Bij VV WIK, in het Zuiderpark. ‘Met mijn vrouw had ik een eigen elftalletje samengesteld, van vrienden en bekenden. Die jongens waren allemaal ratjes, maar ze hadden respect voor ons. Als speler/trainer hamerde ik op dezelfde dingen als Co vroeger. Doordekken! Het ging geweldig, we werden vier keer kampioen. In de zaal haalden we de Topklasse. We regelden alles voor die gasten. Kostuums, trainingskampie. In de winter gingen we zelfs naar Spanje. Gelachen, niet normaal. Bij FC Den Haag had je vroeger altijd toch nog wel groepjes, maar wij gingen letterlijk met het hele team op stap. Samen naar de sekstent. Ook mijn vrouw ging gewoon mee naar binnen bij de hoerentent. Samen uit, samen thuis. Heerlijk, man.’
Pas een half jaar geleden kapte Adam, die tot zijn laatste dag als voetballer nooit te beroerd was in geval van grote of iets minder grote nood de zaag te hanteren. ‘Op mijn 52ste stond ik tegenover jongetjes van achttien, ik kreeg het niet meer belopen.’
Slappe hap
Als hij ADO Den Haag nu bezig ziet, begint het soms nog te jeuken. ‘Het is allemaal slappe hap, verschrikkelijk gewoon. Ik volg het op FOX, maar na de eerste helft tyf ik meestal die tv uit. Die passie die wij vroeger hadden, zie je toch niet meer? Die bal moet je opvreten! Ik heb maling aan die rechtsback die van de amateurs komt (Milan van Ewijk, red.), maar dat is nog een van de beteren. Die wíl in ieder geval nog. De keeper vind ik goed, Pinas is oké en Kramer blijft een rare vogel, maar die kèn het vuurtje tenminste nog een beetje aanstoken. En voor al die andere spelers haalt mijn vrouw nog betere binnen. Zo’n Peet Beijen… Daar wordt toch geen spits bang van?!’
Het liefst had hij zijn oud-ploeggenoot Martin Jol, nu technische baas bij ADO, in de dug-out gezien. ‘Maar hij heeft te veel last van zijn hart. Die Ruud Brood, ik weet het niet. Het voetbal is iets beter. Maar zodra ze onder druk komen te staan, schijten ze weer zeven kleuren stront. Martin moet gewoon eens heel goed gaan rondkijken op de amateurvelden in de regio. Daar lopen genoeg goede spelers rond, ik zweer het je. Jongens die wél alles willen geven voor ADO. Er moeten veel meer Hagenaars in die ploeg, net als vroeger. Iemand uit deze regio heeft een heel andere mentaliteit dan iemand uit Limburg of weet ik veel waar. Wij zijn veel brutaler. Kappen dus met al die jongens die van ver komen. Vorig seizoen was helemaal gekkigheid, met die Pardew. Moesten ze allemaal Engels lullen. Zelfs Dick Heesen! Je bent een Nederlandse club, praat dan ook Nederlands. Ik vond het zo’n bullshit.’
Hij verlangt niet terug naar Tom Beugelsdijk en Lex Immers, Haagse clubjongens die afgelopen zomer moesten wijken bij ADO. ‘Die verdienden een blóédgeld en zo goed waren ze ook niet meer. En clubliefde?’ Hij maakt een wegwerpgebaar. ‘Die Beugelsdijk ging naar Duitsland en kwam op hangende pootjes terug. Ik had hem niet meer gepakt. Weg is weg. Clubliefde bestaat niet meer, joh. Alles draait om de knaken.’
Adam speelde nooit voor een andere profclub, al scheelde het weinig. Hij ging eind jaren negentig op stage bij Wigan Athletic. ‘Mooie club hoor, oh-oh. Ik had meegedaan in een oefenwedstrijd tegen Newcastle United. Kon voor drie jaar tekenen, maar moest dan wel binnen een week terug in Engeland zijn. Ik zou 350 duizend pond gaan verdienen. Maar ja, ik kende daar niemand. En ik had een hond, daar zaten zoveel verschillende rassen in. Pitbull, Argentijnse dog; daarmee kwam ik heel Engeland niet in. Mijn vrouw had in een hotel gezeten met alle spelersvrouwen. Allemaal in een dustertje, de nageltjes gelakt. Vond zij überhaupt al niks. Iedereen die naar het buitenland gaat, is van zijn wijf af, of heeft een ander. Dus zij was ook niet heel enthousiast. Zijn we lekker in Den Haag gebleven. In Nederland wilde Roda me hebben, maar daar kon ik ze niet verstaan. Die interesse heb ik nog wel op een slinkse manier gebruikt om een beter contract te krijgen. Feyenoord was ook serieus, ging het gerucht. Als, als... Als mijn zuster kloten had, was het mijn broer geweest. Ik lig niet wakker van als. Bij FC Den Haag heb ik alles meegemaakt. Gepromoveerd, gedegradeerd, gepromoveerd, gedegradeerd. Geweldige ploeg, zoveel gelachen. Een schitterende tijd.’
Beter dan nu. Adam staat op. Hij moet een peuk. Het nieuwe jaar kan hem niet snel genoeg beginnen. Hij wenst – lees: eist – een ADO waarvan tegenstanders weer bang worden, een beetje meer respect voor vuurwerk en, dat voorop: ‘Dat die klotecorona optyft!’ Ja, dan wordt alles weer een beetje zoals vroegâh.
In Balverliefd aandacht voor de gang van zaken achter de schermen van het voetbal en opvallende gebeurtenissen aan de rand van het veld. Deze week over Michel Adam (52), die op de drempel van Oud en Nieuw nog wel verbaal vuurwerk levert.
Michel Adam praat zoals hij vroeger verdedigde: subtiel is niet de eerste typering die zich opdringt. 2020? ‘Pleurisjaar!’ Bijna alles wat voor de Hagenaar mis kon gaan, gíng het afgelopen jaar mis. Zijn vuurwerkhandel werd lamgelegd door de overheid. Zijn wasserette raakte de ene na de andere klant kwijt. ‘Ik heb 54 horecazaken, waarvan er 45 op z’n kut leggen’, drukt Adam het in particulier vakjargon uit. Onlangs moest hij zijn schizofrene winkeltje aan de Maartensdijklaan zelfs helemaal op slot gooien. Weg inkomsten, weg sociale contacten met de buurt.
Die eerste lockdown, in het voorjaar, trad hij nog met Haagse bluf tegemoet. Niks kniezen tussen de vuurpijlen en wasmiddelen. Adam trok de deur van zijn zaak in volksbuurt Morgenstond achter zich dicht en ging lekker op de camping zitten. ‘Ik dacht bij m’n eigen: Ik heb me jarenlang de pestpokken gewerkt, een paar maandjes vakantie kan er wel vanaf. In Breda heb ik een chalet op een lap grond van driehonderd vierkante meter. Ik kèn er lekker in mijn blote lul rondlopen, niemand die me ziet. Heerlijk.’
Dat was toen. De recentste lading coronamaatregelen bracht ook Adam flink aan het zweten. Noodgedwongen zit de voormalige verdediger al te knagen aan zijn pensioentje. ‘Het begint stilaan penibel te worden. Hopelijk blijft de zaak overend.’ Normaal heeft hij in elk geval nog afleiding van ADO Den Haag. Maar ook zijn oude club bezorgt hem alleen nog kopzorgen. ‘Allemaal slappe hap’, zegt Adam, terwijl hij voor Adam’s Vuurwerk een stevige haal neemt van zijn filtersigaret. Naar binnen. De eigenaar trekt twee klapstoeltjes tevoorschijn en smijt ze elk een andere kant op. ‘Zo, anderhalve meter. Mot je koffie?’
In de winkelschappen liggen nog wat laatste restjes vuurwerk, uit de dan nog niet verboden categorie-1. Adam kijkt er meewarig naar. ‘Kinderspul’, zegt-ie. De ophef over vuurwerk vindt hij te gek voor woorden. Geen verrassend standpunt, voor een verkoper. Maar hij zegt het ook als liefhebber. ‘Joh, vuurwerk was voor mij zakelijk gezien een kersje op de taart, meer niet. Ik vind het gewoon mooi spul. Vroegâh al. Mijn eigen voorraadje bewaarde ik onder mijn bed. Ik trok het wel vijfhonderdduizend keer tevoorschijn om ernaar te kijken. En dan gingen we met Oud op Nieuw met de hele familie naar oma. Eerst samen eten en dan naar buiten, vuurwerk afsteken. Supermooi.’
© Pro Shots/Toon Dompeling
Als vuurwerkhandelaar begon hij in het illegale circuit. Als jonge profvoetballer van wat toen nog FC Den Haag heette, was hij er aan het einde van het jaar al druk mee. ‘Ik hield er niks aan over. Van het geld dat ik verdiende, kocht ik zelf ook weer vuurwerk.’ Adam schatte in dat trainer Co Adriaanse het niet zou toejuichen als hij zijn spul in de kleedkamer zou verkopen, dus hield hij zijn handel gescheiden van het voetbal. Wat niet wil zeggen dat hij nooit eens wat vuurwerk meenam in zijn sporttas.
‘Ik herinner me nog dat ik een keer een lawinepijl heb afgestoken tijdens een wedstrijd. Excelsior-uit was dat.’ Eh? ‘Ik was gewisseld, had me gedoucht en ging naar mijn auto. Had ik een lawinepijl in liggen. Die stak ik gewoon af achter het stadion.’ Natuurlijk, welke prof heeft dat níét ooit gedaan? ‘Die pijl knalde recht boven dat Woudestein mooi uit mekaar, terwijl de wedstrijd nog bezig was. Volgens mij heeft niemand ooit geweten dat ik dat ding had afgestoken. Heb je nog nieuws ook.’ Geen teamgenoot van vroeger zal heel verbaasd zijn. ‘Ik heb ook eens een wc-pot opgeblazen op het trainingscomplex. Gooide ik er een nitraat in, die dingen waren toen net in. Bleef niks over van die pot. De stront zat tegen het plafond.’
Ontploffing
Bijna was Adam verantwoordelijk geweest voor een ontploffing met grotere gevolgen. In de zomer van 1991 was FC Den Haag uitgenodigd voor een vriendschappelijk toernooi in Shanghai. De trip duurde twee weken. Na terugkeer in Nederland liet Adriaanse de Haagsche Courant weten dat het een in alle opzichten leerzaam avontuur was. ‘Als we niet moesten spelen of trainen, gingen we op stap’, zei de destijds 44-jarige oefenmeester. ‘Naar tempels, naar andere prachtige gebouwen of naar het circus. En allemaal keurig in het pak. Ik vind dat dat ook zo hoort. Een Ierse ploeg is niet verder gekomen dan de bar in het hotel. Zoiets hoort niet, vind ik.’
Adam zal de reis nooit vergeten. Gave tempels, zegt-ie. En: overal wáánzinnig vuurwerk te koop voor wènag! Hij propte zijn koffer vol met Chinees knaltuig. ‘Dat kreeg je toen nog mee het vliegtuig in. Je had nog niet al die scanners en toestanden. “Ben jij wel goed bij je hoofd?”, vroegen mensen me toen ze hoorden wat ik had meegenomen. “Wat denk je met die luchtdruk? Die hele boel had daarboven wel uit mekaar kunnen knallen!” Had ik helemaal niet bij nagedacht, joh…’
Het is een klein wonder dat hij met zijn vroegere escapades op vuurwerkgebied geen slachtoffers heeft gemaakt. Wel had hij ooit een ongelukje met een ondeugdelijke mortierbom, die pal voor zijn huis ontplofte. In de omtrek zaten er geen ruiten meer in de kozijnen en zijn dochter, die door de klap achterover werd geblazen, had een vuurwerkfobie voor het leven. Het ongeluk was voor Adam het sein te kappen met illegaal spul. Hij was er eerder al herhaaldelijk voor gearresteerd. ‘Ik heb vier keer vastgezeten vanwege vuurwerkhandel. Telkens een dag of vier. Eén keer wilden ze me langer opsluiten. Stonden ze bij me thuis op de deur te bonzen, terwijl ik lag te slapen. Mijn vrouw zag op de camera dat ze met tien man waren. Ze moest eerst de hond nog wegzetten. Maar hup, daar vielen ze al binnen.’
Handboeien
Die dag, een jaar of vijftien geleden, werd de oud-profvoetballer in handboeien afgevoerd. ‘Ze hadden zelfs de straat afgezet. Ik had toch geen moord gepleegd? Rot op. Wat een gedoe voor een beetje vuurwerk.’ Mogelijk zijn er mensen die een strengere definitie van ‘een beetje’ hanteren. ‘Naja, in een pakhuis in Voorschoten had ik 3.500 kilo vuurwerk opgeslagen. Spanje, België, het kwam overal vandaan.’
Indertijd werkte Adam als postbode. Na zijn arrestatie belde zijn vrouw de PTT om hem ziek te melden, zoals eerder afgesproken. Maar het duurde niet lang of er circuleerden berichten over een Hagenaar die was opgepakt op verdenking van illegale vuurwerkhandel. De naam van de verdachte werd niet vermeld, wel de straat waarin hij woonde. Genoeg informatie om de argwaan van zijn baas te wekken. ‘Tijdens mijn verhoren mocht ik één telefoontje plegen. Heb ik naar het werk gebeld, met een zielig stemmetje. “Oh, oh, ik ben zo ziek”. De baas trapte erin.’ Na vijf dagen kwam Adam weer vrij. ‘Met dank aan mijn advocaat. De politie had mijn vuurwerk meteen laten vernietigen. Daardoor konden ze niet meer bewijzen dat het spul illegaal was.’
Hij voorspelt dat veel mensen de komende jaarwisseling hun toevlucht zullen zoeken tot clandestien knaltuig, maar bij hem hebben ze het niet kunnen kopen. ‘Ze komen hier nog zo vaak controleren, dan kijken ze zelfs in mijn wasmachine. Op de lantaarnpaal voor de winkel hangt een camera. Ik heb mijn reputatie tegen. Maar ik ben er ook echt klaar mee. Vroegâh, toen ik in het illegale zat, had je Cobra’s, Widowmakers en Vlinders. Dat was gewoon mooi spul. Ik hou van sierwerk. Ook van knallen, maar dan wel: in de lucht. Tegenwoordig strooien ze gewoon met bommen. Dat heeft niks met vuurwerk te maken, maar onze branche wordt er wel op afgerekend. Alles wordt maar op één hoop gegooid. Zeker door die doppuhdoktâh (oogarts Tjeerd de Faber, red.), die op tv maar blijft vertellen hoe gevaarlijk legaal vuurwerk is. Vreselijk, die vogel.’
Cultheld
Met de ogen dicht is hij een vergeten typetje van Kees van Kooten. Met de ogen open ook. Haagser dan Michel Adam zijn ze haast niet te vinden. Zijn leven heeft zich altijd afgespeeld in de arbeidersbuurten rondom wat eens het Zuiderparkstadion was, het volkstheater waarin hij tot cultheld uitgroeide. Zoals veel in zijn leven ging ook zijn gang naar het profvoetbal niet volgens de gebaande paden. Lang voetbalde hij alleen ‘op de camping’. Pas op zijn twaalfde werd hij lid van VV Laakkwartier, de club uit zijn gelijknamige geboortewijk. Hij werd gescout door amateurclub ADO. ‘Een ongezellige pleurisvereniging’, aldus Adam. Tot zijn grote opluchting kon hij na een jaar alweer hogerop, naar FC Den Haag. ‘Ik was zo blij als een hond met zeven lullen.’
Hij belandde in het hoogste jeugdelftal als rappe rechtsbuiten. Toen de trainer op een toernooi in Hongarije om een voorstopper verlegen zat, hoorde Adam zichzelf ineens naar voren schuiven. ‘Werd ik speler van het toernooi’, grijnst hij. Op zijn zeventiende debuteerde hij als verdediger in de Eredivisie. Adam zette zijn eerste stappen in het betaalde voetbal aan de zijde van routinier Martin Jol. ‘Een geweldige voetballer, ik kon zoveel van hem leren. Martin en ik sliepen bij elkaar op de kamer. Ik zal het niet gauw vergeten, want Martin had claustrofobie. Schijten deed-ie met de deur open. Echt waar. Zolang je niet spettert, vind ik het prima, zei ik altijd.’
Hoewel Adam relatief laat op serieus niveau was gaan voetballen, haalde hij Jong Oranje en was hij nog voor zijn twintigste een vaste waarde bij FC Den Haag. Naar eigen zeggen vooral op karaktâh. Daarmee was hij eind jaren tachtig, begin jaren negentig geen uitzondering in de Hofstad. De Haagse ploeg, destijds getraind door Co Adriaanse, dreef op vechtlust. Het Nederlandse antwoord op Wimbledon FC keek niet op een rotschopje meer of minder. Een bezoek aan het Zuiderpark was voor tegenstanders net zo’n vrolijk vooruitzicht als een wortelkanaalbehandeling.
‘Voor ons was het zo’n heerlijk stadion om in te spelen. Al die ploegen kwamen met poep in de broek naar Den Haag. We maakten er altijd een feestje van. Onze spelerstunnel had plastic ramen. Daar gaven we voor de wedstrijd een paar flinke klappen op. Dan begonnen ze naast ons, tegen wie we ook speelden, nog harder te trillen. Stonden we al met 1-0 voor. Ons shirt was ook zo goed: felgeel en felgroen, zoals het hoort. Met strépies. Het mooiste tenue ooit.’
Onder Adriaanse moest Martin Jol plaatsmaken voor Marco Gentile, met wie Adam al snel ook buiten het veld een twee-eenheid vormde. ‘We gingen veel op stap samen. Meestal naar discotheek De Marathon. Zelf ging ik graag nog door naar The Crusader. Dat was een hoerenbar, boven De Marathon. Een soort FC Den Haag-clubhuis. Ik zat er vaak aan de bar tussen de supporters. Ook de dag voor een wedstrijd wilde het nog weleens laat worden, uurtje of vier. Assistent-trainer Mark Wotte maakte op zijn fiets altijd een controlerondje langs de kroegen. Hij ging alle kaktenten af, maar bij The Crusader durfde hij niet naar binnen. Dus ik kon doen en laten wat ik wilde. Maar ik dronk mezelf nooit lam. De volgende dag stond ik er altijd.’
Adam en Gentile vormden het jongste centrale verdedigingsduo van de Eredivisie. Ongetwijfeld ook het hardste. ‘Meteen na de aftrap pakten we die spitsen even aan. Zo, zeiden we dan, dit krijg je anderhalf uur. Waren ze gelijk bang. Tegenwoordig zie je ze allemaal op vijf meter afstand verdedigen. Wij waren van het kort dekken. Co zei altijd: “De aanvaller moet je lul voelen”.`
`René Eijkelkamp was de beste tegen wie ik heb gespeeld. Haast niet te verdedigen. Groot, sterk aan de bal en voor je het wist, had je een elleboog op je strot. Henny Meijer douwde altijd zijn reet erin. Een van mijn eerste wedstrijden was hij mijn tegenstander. “Ken je ’m aan?”, had Co gevraagd. Tuurlijk, zei ik. Die wedstrijd begon, Meijer douwde zijn dikke hol erin en scoorde. Werd ik meteen gewisseld. Ook dat was Co… Maar veel goeie spitsen hadden het zwaar tegen ons. We deden alles om ze uit de wedstrijd te halen. Effies in de billetjes knijpen. Of in de balletjes. Op de tenen staan. Knietje in de rug porren. Tikkies geven, schoppen, ouwehoeren. Marco en ik wisselden het af. Als de een net een waarschuwing had gekregen, nam de ander het even over.’
Adam verhield zich tot het voetbal als een sloophamer tot een Stradivarius, maar van schaamte is ook met terugwerkende kracht geen sprake. Van ideale schoonzonen liggen spitsen niet wakker, weet hij. Van hem lagen ze dat wel.
‘Dennis Bergkamp, ook zo’n poepdoos. Vond het ellendig om tegen ons te spelen. Net als Romário. Die liep altijd maar te klagen en werd standaard gewisseld tegen ons.’ Dat laatste gebeurde in elk geval op de dag in 1990 dat de PSV-spits dacht te scoren tegen FC Den Haag, maar buiten Gentile had gerekend. De stopper kwam zijwaarts invliegen, de Braziliaan brak een kuitbeen. ‘Dat deed Marco natuurlijk niet expres. Was lullig, maar ja. De keer erop dat we bij PSV speelden, gingen ze hem met 25 duizend man uitfluiten. Marco wist zich er geen raad mee. Gek, ik had zó’n lul gekregen’, bluft Adam, met zijn handen een tamelijk optimistisch formaat aanduidend. ‘En ik had mijn broek laten zakken ook nog.’
Bijgoochem
In het VAR-tijdperk had Adam het vermoedelijk niet lang volgehouden. ‘Schei toch uit. Je kèn nou niks meer, zeggen ze. Je kèn zat. Gewoon voor die bal gaan en dan in je sliding net even de enkeltjes meenemen. En trouwens: ik heb nooit een rooie kaart gehad, hè? Dat je het weet. Ja, toen ik weer bij de amateurs ging voetballen. Meteen in mijn eerste wedstrijd. Die scheids wilde even leuk doen, zo’n bijgoochem. Was gewoon een tackeltje, niks mis mee. “Doorgebroken speler”, zei-ie. Joh, pleurt op.’
Eerlijk is eerlijk: Adam was meer dan een schopper, zoals het FC Den Haag van dertig jaar geleden meer was dan een schopploeg. Tegenstanders hadden lang geen antwoord op het befaamde kerstboomsysteem van Adriaanse, wiens spelers onvermoeibaar bleven jagen. Adam hoort vandaag de dag nog weleens warrumwateruitvindâhs interessant doen over pressievoetbal, alsof het een moderne vondst is. ‘Tyf op, dat deden wij dertig jaar geleden al! Doordekken, tegenstanders vastzetten. Ook gewoon tegen Ajax. Je moest er superfit voor zijn. Co liet ons heel veel lopen. Rondjes Zuiderpark. Zat hij op de fiets met een metertje, en zei hij: “Oké jongens, acht kilometer per uur. En nu negen per uur. En nu tien”. Als we hadden verloren, nam Co ons altijd mee naar het strand. Moesten we van het Atlantic Hotel rennen naar de muur, tien kilometer door dat mulle zand. Redde je het niet binnen een uur, dan moest je de volgende dag terug. Tegenwoordig zijn al die voetballers zogenaamd oververmoeid. Zeurden wij niet over. Co beulde ons af, maar zo konden we wel al die ploegen gek maken. Hij is de beste trainer die ik heb gehad.’
Adam wipt op zijn stoeltje van enthousiasme, zijn matje vrolijk meewiebelend op zijn schouderbladen. Ooit bood assistent Wotte hem vijfduizend gulden als hij de schaar zou zetten in zijn klassiek Haagse kapsel. Geen denken aan, zei Adam. ‘Nog voor geen miljoen.’ Een jaar of dertig later draagt hij zijn nekzwabber nog steeds met trots. De mode kan dan veranderd zijn, maar daar heeft hij toch zeker geen boodschap aan?
Koppend in De Kuip op 25 november 1990, waar FC Den Haag verrassend met 0-2 won.
Koppend in De Kuip op 25 november 1990, waar FC Den Haag verrassend met 0-2 won.
Voetbalhumor
Elke kapper met een Panini-album zal tijdens de gloriejaren van Adam watertandend de pagina’s met spelersportretjes van FC Den Haag hebben bekeken. Tussen de struikgewassen was het af toe goed zoeken naar gelaatstrekken. ‘Tegenwoordig zijn het allemaal modepoppies, met hun haartjes in de lak. Ons interesseerde het niks. Wij hadden allemaal lang haar. Alleen Harry van der Laan had een bolhoed. Die föhnde zijn haartjes altijd na de wedstrijd. Harry Pruik, noemden we hem.’
In de kleedkamer werd wat af gelachen. De gehanteerde voetbalhumor was van het ambachtelijke soort. ‘Bij elkaar in de tas schijten en zo. Toen Co wegging, douwden we een kabeljauw in de zijkant van zijn tas. Dat ding ging stinken, joh! We hadden een wereldploeg, met bijna allemaal Haagse jongens. Altijd gein. Maar als de training begon, dan vlogen we er vol in. Op donderdagen speelden we partijtjes scherp, vier-tegen-vier. Vond ik altijd de leukste training. Dan schopten we elkaar in mekaar. Maar er werd nooit gezeken.’
Als zo’n sessie weer eens uit de hand was gelopen, kon het zijn dat de supporters van FC Den Haag hun geliefde verdediger de volgende dag een beetje mank zijn route zagen lopen. Adam combineerde zijn voetballoopbaan namelijk met een voltijdsbaan als postbode. Zweten voor je centen. Die instelling kreeg hij mee van zijn ouders, beiden werkzaam als schoonmaker. Zijn vader had er ook een baan als PTT-medewerker bij. ‘Als ik iets wilde, moest ik ervoor werken. Zo leer ik het mijn twee dochters ook.’ Hij knijpt zijn ogen dicht tot vrolijke streepjes. ‘Het komt er niet altijd uit, maar dat is wat anders.’
Als enige semiprof van FC Den Haag in de Eredivisie begonnen zijn werkdagen om zes uur. ‘Eerst post sorteren, daarna bezorgen. Onderweg kreeg ik op mijn flikker als we hadden verloren, maar dat kon ik wel hebben. Ik was altijd onder de supporters. Mijn vrouw en ik woonden in de Spoorwijk, daar kwamen de grootste ratten vandaan. Die zaten gewoon bij ons te barbecueën . En ’s zondags stonden ze weer te schelden op de tribune.’
Na tien seizoenen en ruim tweehonderd officiële wedstrijden werd Adam het profvoetbal uitgewerkt door een verdediger van De Graafschap die er dezelfde ethiek op nahield als hijzelf. ‘Hans Kraay junior, die was net zo gek als ik. Hij maakte een sliding, ik voelde meteen dat er iets niet goed was. In de rust liet ik me intapen, maar ik bleef moeilijk lopen.’
Niet zo gek, want Adam had de kop van zijn kuitbeen gebroken. Het duurde jaren voordat de juiste diagnose werd gesteld. De Hagenaar onderging liefst acht operaties, werd slachtoffer van medische fouten en dreigde op enig moment zelfs zijn rechterbeen te verliezen. Die ellende bleef hem bespaard. Hij knapte genoeg op om nog op respectabel amateurniveau te kunnen voetballen. Bij VV WIK, in het Zuiderpark. ‘Met mijn vrouw had ik een eigen elftalletje samengesteld, van vrienden en bekenden. Die jongens waren allemaal ratjes, maar ze hadden respect voor ons. Als speler/trainer hamerde ik op dezelfde dingen als Co vroeger. Doordekken! Het ging geweldig, we werden vier keer kampioen. In de zaal haalden we de Topklasse. We regelden alles voor die gasten. Kostuums, trainingskampie. In de winter gingen we zelfs naar Spanje. Gelachen, niet normaal. Bij FC Den Haag had je vroeger altijd toch nog wel groepjes, maar wij gingen letterlijk met het hele team op stap. Samen naar de sekstent. Ook mijn vrouw ging gewoon mee naar binnen bij de hoerentent. Samen uit, samen thuis. Heerlijk, man.’
Pas een half jaar geleden kapte Adam, die tot zijn laatste dag als voetballer nooit te beroerd was in geval van grote of iets minder grote nood de zaag te hanteren. ‘Op mijn 52ste stond ik tegenover jongetjes van achttien, ik kreeg het niet meer belopen.’
Slappe hap
Als hij ADO Den Haag nu bezig ziet, begint het soms nog te jeuken. ‘Het is allemaal slappe hap, verschrikkelijk gewoon. Ik volg het op FOX, maar na de eerste helft tyf ik meestal die tv uit. Die passie die wij vroeger hadden, zie je toch niet meer? Die bal moet je opvreten! Ik heb maling aan die rechtsback die van de amateurs komt (Milan van Ewijk, red.), maar dat is nog een van de beteren. Die wíl in ieder geval nog. De keeper vind ik goed, Pinas is oké en Kramer blijft een rare vogel, maar die kèn het vuurtje tenminste nog een beetje aanstoken. En voor al die andere spelers haalt mijn vrouw nog betere binnen. Zo’n Peet Beijen… Daar wordt toch geen spits bang van?!’
Het liefst had hij zijn oud-ploeggenoot Martin Jol, nu technische baas bij ADO, in de dug-out gezien. ‘Maar hij heeft te veel last van zijn hart. Die Ruud Brood, ik weet het niet. Het voetbal is iets beter. Maar zodra ze onder druk komen te staan, schijten ze weer zeven kleuren stront. Martin moet gewoon eens heel goed gaan rondkijken op de amateurvelden in de regio. Daar lopen genoeg goede spelers rond, ik zweer het je. Jongens die wél alles willen geven voor ADO. Er moeten veel meer Hagenaars in die ploeg, net als vroeger. Iemand uit deze regio heeft een heel andere mentaliteit dan iemand uit Limburg of weet ik veel waar. Wij zijn veel brutaler. Kappen dus met al die jongens die van ver komen. Vorig seizoen was helemaal gekkigheid, met die Pardew. Moesten ze allemaal Engels lullen. Zelfs Dick Heesen! Je bent een Nederlandse club, praat dan ook Nederlands. Ik vond het zo’n bullshit.’
Hij verlangt niet terug naar Tom Beugelsdijk en Lex Immers, Haagse clubjongens die afgelopen zomer moesten wijken bij ADO. ‘Die verdienden een blóédgeld en zo goed waren ze ook niet meer. En clubliefde?’ Hij maakt een wegwerpgebaar. ‘Die Beugelsdijk ging naar Duitsland en kwam op hangende pootjes terug. Ik had hem niet meer gepakt. Weg is weg. Clubliefde bestaat niet meer, joh. Alles draait om de knaken.’
Adam speelde nooit voor een andere profclub, al scheelde het weinig. Hij ging eind jaren negentig op stage bij Wigan Athletic. ‘Mooie club hoor, oh-oh. Ik had meegedaan in een oefenwedstrijd tegen Newcastle United. Kon voor drie jaar tekenen, maar moest dan wel binnen een week terug in Engeland zijn. Ik zou 350 duizend pond gaan verdienen. Maar ja, ik kende daar niemand. En ik had een hond, daar zaten zoveel verschillende rassen in. Pitbull, Argentijnse dog; daarmee kwam ik heel Engeland niet in. Mijn vrouw had in een hotel gezeten met alle spelersvrouwen. Allemaal in een dustertje, de nageltjes gelakt. Vond zij überhaupt al niks. Iedereen die naar het buitenland gaat, is van zijn wijf af, of heeft een ander. Dus zij was ook niet heel enthousiast. Zijn we lekker in Den Haag gebleven. In Nederland wilde Roda me hebben, maar daar kon ik ze niet verstaan. Die interesse heb ik nog wel op een slinkse manier gebruikt om een beter contract te krijgen. Feyenoord was ook serieus, ging het gerucht. Als, als... Als mijn zuster kloten had, was het mijn broer geweest. Ik lig niet wakker van als. Bij FC Den Haag heb ik alles meegemaakt. Gepromoveerd, gedegradeerd, gepromoveerd, gedegradeerd. Geweldige ploeg, zoveel gelachen. Een schitterende tijd.’
Beter dan nu. Adam staat op. Hij moet een peuk. Het nieuwe jaar kan hem niet snel genoeg beginnen. Hij wenst – lees: eist – een ADO waarvan tegenstanders weer bang worden, een beetje meer respect voor vuurwerk en, dat voorop: ‘Dat die klotecorona optyft!’ Ja, dan wordt alles weer een beetje zoals vroegâh.
0
|
Donderdag 31 december 2020 om 09:14 uur |
Wahter
Hagenees1972 schreef:
Mijn hart is groen-geel, ben er zoals velen al sinds jong mee besmet.
Verleden is verleden maar herinneringen die blijven.
Als je door de emotie heen kijkt zie je dat het huidige beleid de enige weg is.
Heel veel luchtfietsers hebben onze club te lang bestuurd.
Ik hoop weer op een DenHaag waar we trots op kunnen zijn.
Het belang van de huidige koers is daarom veel groter dan “degradatie of promotie”
Mijn hart is groen-geel, ben er zoals velen al sinds jong mee besmet.
Verleden is verleden maar herinneringen die blijven.
Als je door de emotie heen kijkt zie je dat het huidige beleid de enige weg is.
Heel veel luchtfietsers hebben onze club te lang bestuurd.
Ik hoop weer op een DenHaag waar we trots op kunnen zijn.
Het belang van de huidige koers is daarom veel groter dan “degradatie of promotie”
Dit is een shout waar ik me volledig in kan vinden en heb hetzelfde gevoel.
Vanaf mijn 8e bij ADO mogen voetballen en Aadsje, Lexie, Henkie van Leeuwen, Advocaat, Oeki, Tempelaar, Roger Albertsen, Koorevaar, Nicky Morgan (geweldenaar in mijn beleving) maar ook Karel Bouwens, Remco Boere, Martin Jol om er maar een paar te noemen, zien voetballen.
De vele luchtfietsers heb ik soms stomverbaast zien langskomen met de meest zwakzinnige beslissingen. Overbodige en uitgerangeerde voetballers konden bij ADO nog lekker hun carriere verlengen. Jeugdopleiding is al jaren een noodzakelijk kwaad geweest en in de ogen van de verantwoordelijken totaal niet belangrijk. Nee heel geforceerd op korte termijn overleven.
En bijna elk jaar kwamen er weer lijken uit de kast bij deze luchtfietsers.
Ik heb me al neergelegt bij een degradatie dit jaar. Dat is niet negatief bedoeld maar mijn gevoel zegt dat dit het beste is.
Laten deze jonge gasten maar spelen en kap met huurspelers die helemaal niets toevoegen. Dat vind ik nu wel een kritiekpunt.
Dat ADO opnieuw een lange tijd achterop raakt, lopende tekorten, Corona, missen gelden uit nieuwe contracten sponsorpot eredivisie nemen we maar weer voor lief. We of ik ben gewend dat we de boot missen.
Hoop dat Martin Jol de ingezette koers blijft volhouden en na degradatie nog meer gaat inzetten op een 1e en 2e selectie dat bulkt van jonge talenten.
Come on the Haque.
Vanaf mijn 8e bij ADO mogen voetballen en Aadsje, Lexie, Henkie van Leeuwen, Advocaat, Oeki, Tempelaar, Roger Albertsen, Koorevaar, Nicky Morgan (geweldenaar in mijn beleving) maar ook Karel Bouwens, Remco Boere, Martin Jol om er maar een paar te noemen, zien voetballen.
De vele luchtfietsers heb ik soms stomverbaast zien langskomen met de meest zwakzinnige beslissingen. Overbodige en uitgerangeerde voetballers konden bij ADO nog lekker hun carriere verlengen. Jeugdopleiding is al jaren een noodzakelijk kwaad geweest en in de ogen van de verantwoordelijken totaal niet belangrijk. Nee heel geforceerd op korte termijn overleven.
En bijna elk jaar kwamen er weer lijken uit de kast bij deze luchtfietsers.
Ik heb me al neergelegt bij een degradatie dit jaar. Dat is niet negatief bedoeld maar mijn gevoel zegt dat dit het beste is.
Laten deze jonge gasten maar spelen en kap met huurspelers die helemaal niets toevoegen. Dat vind ik nu wel een kritiekpunt.
Dat ADO opnieuw een lange tijd achterop raakt, lopende tekorten, Corona, missen gelden uit nieuwe contracten sponsorpot eredivisie nemen we maar weer voor lief. We of ik ben gewend dat we de boot missen.
Hoop dat Martin Jol de ingezette koers blijft volhouden en na degradatie nog meer gaat inzetten op een 1e en 2e selectie dat bulkt van jonge talenten.
Come on the Haque.
0
|
Maandag 28 december 2020 om 11:26 uur |
gillah
BLEISWIJK-1 schreef:
Ik vond het eerste gedeelte grappig. Want zo was het.
Maar het tweede gedeelte. Elke trainer zegt zulke dingen. Advocaat zegt gewoon, Jorgensen speelt omdat de rest nog slechter is. En zo zijn er nog zat voorbeelden.
Ik vond het eerste gedeelte grappig. Want zo was het.
Maar het tweede gedeelte. Elke trainer zegt zulke dingen. Advocaat zegt gewoon, Jorgensen speelt omdat de rest nog slechter is. En zo zijn er nog zat voorbeelden.
Maar Advocaat heeft het dan over een speler die matig presteert binnen zijn tactiek.
Brood waarschuwt kennelijk voor aanvang van de wedstrijd voor een bepaald gevaar, maar vervolgens maakt hij tactische keuzes die juist dat gevaar groter maken.
Brood waarschuwt kennelijk voor aanvang van de wedstrijd voor een bepaald gevaar, maar vervolgens maakt hij tactische keuzes die juist dat gevaar groter maken.
0
|
Donderdag 24 december 2020 om 09:37 uur |
BLEISWIJK-1
gillah schreef:
Opstelling na de wissel van Kees de Boer:
Koopmans
van Ewijk - Del Fabro - Kemper - Faye
Pascu
Bilal - Besuijen - Bourard - Kishna
Kramer
Dan heb je wel lef als trainer als je dan een individuele speler het verlies gaat aanrekenen. Je kan wel heel stoer gaan zeggen dat je voor de wedstrijd hebt gewaarschuwd voor buitenspelers die naar binnen komen en een voorzet geven, maar als je dan vervolgens zelf als trainer een oceaan aan ruimte voor de buitenspelers van de tegenstander creëert door geen middenvelders op te stellen die ze kunnen opvangen, heb je het vooral zelf tactisch niet begrepen.
Opstelling na de wissel van Kees de Boer:
Koopmans
van Ewijk - Del Fabro - Kemper - Faye
Pascu
Bilal - Besuijen - Bourard - Kishna
Kramer
Dan heb je wel lef als trainer als je dan een individuele speler het verlies gaat aanrekenen. Je kan wel heel stoer gaan zeggen dat je voor de wedstrijd hebt gewaarschuwd voor buitenspelers die naar binnen komen en een voorzet geven, maar als je dan vervolgens zelf als trainer een oceaan aan ruimte voor de buitenspelers van de tegenstander creëert door geen middenvelders op te stellen die ze kunnen opvangen, heb je het vooral zelf tactisch niet begrepen.
Ik vond het eerste gedeelte grappig. Want zo was het.
Maar het tweede gedeelte. Elke trainer zegt zulke dingen. Advocaat zegt gewoon, Jorgensen speelt omdat de rest nog slechter is. En zo zijn er nog zat voorbeelden.
Maar het tweede gedeelte. Elke trainer zegt zulke dingen. Advocaat zegt gewoon, Jorgensen speelt omdat de rest nog slechter is. En zo zijn er nog zat voorbeelden.
0
|
Donderdag 24 december 2020 om 09:32 uur |
FFL
gillah schreef:
Ik heb respect voor de carrière van Jol, wat hij voor de club betekent en ik geloof oprecht dat hij er alles aan doet om er iets moois van te maken.
Maar... Ik denk echt dat het een valkuil voor Jol is dat hij weinig kritische stemmen om zich heen verzameld. Hij moet tegenwicht krijgen.
Nu de competitie op 1/3 is kan je best al een inschatting maken van de sterkte van de selecties. En dan moet je concluderen dat wij een van de zwakste selecties hebben. Terwijl we nog steeds een (veel) hoger spelersbudget hebben dan VVV, RKC, Emmen, Fortuna en Sparta, vergelijkbaar met dat van PEC, Heracles en Willem II. Dan is wat wij nu zien onder de maat, onvoldoende.
Ik heb respect voor de carrière van Jol, wat hij voor de club betekent en ik geloof oprecht dat hij er alles aan doet om er iets moois van te maken.
Maar... Ik denk echt dat het een valkuil voor Jol is dat hij weinig kritische stemmen om zich heen verzameld. Hij moet tegenwicht krijgen.
Nu de competitie op 1/3 is kan je best al een inschatting maken van de sterkte van de selecties. En dan moet je concluderen dat wij een van de zwakste selecties hebben. Terwijl we nog steeds een (veel) hoger spelersbudget hebben dan VVV, RKC, Emmen, Fortuna en Sparta, vergelijkbaar met dat van PEC, Heracles en Willem II. Dan is wat wij nu zien onder de maat, onvoldoende.
Hoorde dat de kans bestaat dat advocaat het seizoen niet afmaakt bij Feijenoord. Jol wil hem er wel bij hebben volgens mij
0
|
Zondag 13 december 2020 om 20:28 uur |
den haag
Premium artikel in het AD.
Jol over ontslag Rankovic: `Niemand hoeft naar mij te luisteren, maar het kan af en toe wel slim zijn’
INTERVIEWMartin Jol werd in december 2019 technisch adviseur bij ADO Den Haag. De oud-speler wilde helpen en zijn club een Haagser gezicht geven. Een roerig jaar met twee voortijdig vertrokken trainers en veel kritiek op het spelersbeleid later, blijft hij standvastig. ,,Ik heb nu meer stress dan ik ooit heb gehad als trainer.’’
Als Martin Jol (64) over ‘zijn club’ praat, heeft hij het vaak over FC Den Haag, zoals ADO Den Haag vanaf de fusie tussen ADO en Holland Sport in 1971 tot 1996 heette. En dat is niet zo gek. Bedenk een hoogtepunt uit de tijd dat de club die naam droeg en de kans is groot dat het huidige hoofd van het Haagse technisch hart erbij was.
ADO kan nu niet anders spelen dan op deze manier: ‘We moeten nog een hoop leren’
,,Dat FC Den Haag, daar heb ik zo’n goed sterk gevoel bij’’, zegt hij. ,,Dat geel-groen. Ik zou zo graag willen dat meer mensen zich net zo tot de club aangetrokken voelen als ik.”
Jol begon er zijn carrière, stond in het basiselftal dat in 1975 de ten koste van FC Twente de bekerfinale won. Hij deed mee toen FC Den Haag de kwartfinale van de Europa Cup II haalde. En hij sloot er zijn voetballoopbaan af. De drievoudig international speelde in 1985-1986 ook een cruciale rol in één van de meest memorabele seizoenen uit de clubgeschiedenis, toen de FC ongeslagen kampioen van de eerste divisie werd.
Deze club heeft nooit een cultuur gehad waarin de ‘eigen mensen’ echt werden gekoesterd. Er zijn hier vrijwel altijd buitenstaanders aan de leiding geweest.
Jol in 1985 in zijn laatste periode als speler in Den Haag, met woeste baard in een wedstrijd tegen Willem II. © AD/HC
In de Ernst Happel Lounge van het Cars Jeans Stadion hangt een foto van hem uit die periode, duidelijk herkenbaar vanwege de robuuste baard die hij op dat moment had. Hij is er trots op.
Maar zo belangrijk voor het huidige ADO Den Haag als hij toen was, werd hij lange tijd niet meer. En dat is in zekere zin best vreemd. Want de carrière van de voetballer Martin Jol was mooi, zijn status als trainer werd nog veel groter.
Met Roda JC won hij de KNVB-beker, de eerste prijs in de Limburgse clubgeschiedenis. Het piepkleine RKC bracht hij naar de top 6. Jol boekte successen bij Tottenham Hotspur, HSV, Ajax en Fulham, maar hoofdtrainer van ADO Den Haag werd hij nooit. Toen hij eind 2015 toetrad tot de raad van commissarissen in Den Haag (hij zat tot juni 2017 in het toezichthoudende orgaan van de club), was hij tegelijkertijd nog eventjes trainer van het Egyptische Al-Ahly, maar aan de slag gaan bij ADO was geen serieuze optie.
Je moet na jouw tijd bij Fulham toch gevraagd zijn om trainer van ADO Den Haag te worden?
,,Ja. Soms alleen maar voor de vorm, moet ik eerlijk zeggen. Maar het is er nooit van gekomen.”
Baal je daar achteraf nog van?
,,Nee, joh. Ik ben zo verschrikkelijk Den Haag-gekleurd. Ik heb er zestien jaar gewerkt. Ik ben één van de weinigen die de club in al zijn facetten heeft meegemaakt. Als ADO, als FC Den Haag, als ADO Den Haag. Maar deze club heeft nooit een cultuur gehad waarin de ‘eigen mensen’ echt werden gekoesterd. Er zijn hier vrijwel altijd buitenstaanders aan de leiding geweest.
,,Wat het ook is, Aad de Mos zei dat laatst treffend: je moet bij elke club waar je zit op een gegeven moment weg. Maar als die club je familie is, dan zit je toch jarenlang heel gek te kijken als je er bent weggestuurd. Dan is het een voordeel als je er niet werkt, want dan kan je niet uit je eigen familie worden gejaagd. Maar dat is niet de reden waarom ik hier nooit trainer ben geworden, hoor.’’
Lichamelijke klachten waren dat de laatste jaren wel. ,,Ik heb, zoals ze dat in Engeland zeggen, een minor heart attack gehad. Een blokkade van de circumflex. Dat heb ik als een teken van boven gezien. Dat ik het rustiger aan moest doen.”
Maar dat heeft Jol niet lang volgehouden. Inmiddels speelt hij alsnog een cruciale rol bij ADO Den Haag. Niet als trainer, maar als hoofd van het technische hart. Hij heeft de belangrijkste stem in de samenstelling van de selectie, maar probeert ook zijn kennis te gebruiken voor het hervormen van de Haagse jeugdopleiding. ,,Ik heb nu meer stress dan ik ooit heb gehad als trainer’’, vertelt hij. ,,En dan heb ik het over het meeleven tijdens de wedstrijden. Als we niet winnen, ben ik niet te genieten.”
Jol bekleedt zijn nieuwe functie sinds afgelopen lente. Maar algemeen directeur Mohammed Hamdi haalde hem in december 2019 al binnen als adviseur. ADO Den Haag stond op dat moment voorlaatste in de eredivisie en ging Alan Pardew aanstellen als de nieuwe hoofdtrainer, als opvolger van Alfons Groenendijk. In die fase vertrokken ook veel directieleden en managers bij de club. Het jaar 2020 zou niet bepaald rustig worden, dat was toen al duidelijk.
Waarom ben je er weer ingestapt?
,,Ik vond het vervelend dat de club in een slechte situatie zat. En Mo zat hier. Ik kende hem. Toen ik zag dat hij hier algemeen directeur was geworden, kreeg ik nóg meer interesse in hem en de club. Hij is een man die twaalf tot veertien uur per dag werkt. Dat vond ik heel positief. Het is een jonge gozer die de club erbovenop wil helpen. Bij zijn voorgangers dacht ik steeds dat het niet zou gaan lukken. Maar bij Mo zie ik dat het hem écht iets doet. Hij is misschien niet op het beste moment ingestapt, maar zeer ambitieus.”
Jol wilde helpen. En hij probeerde aanvankelijk Tscheu La Ling met zich mee te krijgen. Ling had als eigenaar van het Slowaakse AS Trencín bewezen een club met gericht beleid omhoog te kunnen stuwen. Hij heeft volgens generatiegenoot Jol een blauwdruk voor hoe de topsportcultuur binnen een club moet zijn. ,,Hij heeft een concept dat werkt. Maar Tscheu La vroeg zich af waar ik aan begon. ‘Je trekt aan drie dode paarden’, zei hij. Maar ik weet dat hij ook een hart voor de club heeft.
,,Het is toch onze club? Er is hier niet vaak iemand geweest die hele dagen werkt en daar niets voor hoeft te hebben. Kijk, RKC en Tottenham Hotspur zitten in mijn hart, maar deze club zit in mijn ziel, hier ben ik opgegroeid. Daarom doe ik het.”
Zijn poging om Ling erbij te betrekken, was ook zijn eerste actie richting de cultuuromslag die hij graag ziet plaatsvinden. Jol wil dat het Haagse gezicht zichtbaarder wordt binnen ADO, hij heeft het vanaf zijn eerste dag als hoofd van het technische hart benadrukt. En dat Haagse gezicht moet er eerst in de organisatie komen.
Wat hoop je hier nou te bereiken?
,,Ik wil gewoon dat die Haagse gezelligheid en topsportcultuur er is. Ik zou willen dat het een Haagse club is, met Haagse mensen bovenin. Oud-spelers, zoals Tscheu La, Harry van der Laan, Lex Schoenmaker, Aad Kila, Dick Advocaat, Piet de Zoete, enzovoort. Dat soort gasten heb je nodig. Geen dwarsliggers, maar clubmensen met een goede mening. Op dit moment moeten we uiteraard al blij zijn als ADO in de eredivisie blijft. Dat is eigenlijk belachelijk, maar wel de realiteit. Het is nog steeds een grote club, al zou je dat op dit moment niet zeggen. Ik heb in mijn hoofd dat we op termijn, net als FC Utrecht, structureel een subtopper kunnen worden.’’
Wat moet er tegenover staan, wil je hier je energie in blijven steken?
,,Dat de jeugdopleiding zich ontwikkelt, bijvoorbeeld. Want dat vind ik het leukste. Dan ben je, zonder al te veel druk, bezig met de middellange termijn. We hebben het daar al helemaal veranderd. Er lopen goede spelers rond. Ik zou er zo een aantal kunnen opnoemen, bijvoorbeeld jongens die we kortgeleden hebben vastgelegd, die het eerste kunnen halen.’’
Wie?
,,Als het goed is, kun je dat de komende seizoenen zelf gaan zien. Ik zou trots zijn als we op een gegeven moment een speler voor een paar miljoen verkopen nadat hij hier op jonge leeftijd is gekomen en langzaam is gebracht. Als we dat bereiken, zijn we op de goede weg.”
Als een club je familie is, is het een voordeel als je er niet werkt, want dan kan je niet uit je eigen familie worden gejaagd.
Maar het herinrichten van de jeugdopleiding is één, Jol moest afgelopen zomer ook een metamorfose in gang zetten bij het eerste elftal. ,,We zijn begonnen met het aantrekken van jonge spelers. De bedoeling was om de selectie daarna aan de bovenkant te versterken. Het gros van de oudere spelers vervangen en een goede, ervaren as creëren. Dat is niet helemaal gelukt, maar we zijn er nog steeds mee bezig.’’
De belangrijkste reden daarvoor is de financiële situatie in Den Haag. ADO staat er slecht voor en moet saneren. Het overbrengen van zijn liefde voor de stad Den Haag was vaak Jols belangrijkste betaalmiddel bij zijn zoektocht naar nieuwe spelers. ,,Den Haag, met het strand en het groen op twee kilometer van elkaar, is één van de allermooiste steden van Europa’’, vertelt hij. ,,Toen we in onderhandeling waren met David Philipp ben ik met hem door de stad gaan rijden, over de boulevard. Het was goed weer en ik dacht: nu moet hij wel komen. Want het is geen vanzelfsprekendheid dat iedereen maar even naar ADO Den Haag komt, hè? Wij kunnen niet zo makkelijk een speler halen.’’
Toch trok ADO achttien spelers aan voor de hoofdmacht. Bovendien werd er een heel nieuw tweede team geformeerd en een groot aantal jeugdspelers naar Den Haag gehaald.
Was een tussenoplossing niet beter geweest? Een paar directe versterkingen in plaats van achttien nieuwe spelers?
,,Nee, dat zeggen zo veel mensen. Maar dat kon op een gegeven moment niet meer. We zaten al aan het maximum van ons salarishuis. We hadden het van tevoren helemaal uitgestippeld, maar we moeten handelen naar de financiële situatie. Er is al eerder geprobeerd om de selectie te transformeren en wij pakken nu door. In het belang van de club. We proberen onze nek uit te steken.’’
ADO begon niet goed aan de competitie. De club staat voorlaatste, net als een jaar geleden, toen Jol zijn missie begon. Het leverde het hoofd van het technische hart al veel kritiek op. De selectie die hij met de club heeft samengesteld, is volgens velen niet goed genoeg voor de eredivisie.
Daarnaast speelde hij een rol in het snelle ontslag van Aleksandar Rankovic, de trainer die niet naar Jol geluisterd zou hebben. ,,Niemand hoeft naar mij te luisteren’’, countert de technisch adviseur. ,,Maar het kan slim zijn om het af en toe te doen.’’
En kritiek? Die kan Jol wel hebben. ,,Iedereen roept maar dat het hier niet goed gaat. Maar dat weten wij ook wel. Het voetbal is nog niet zo heel goed, we zijn verjongd. Wij hebben de handschoen opgepakt om er weer wat moois van te maken. We willen dat iedereen trots is op het geel-groene shirt. We hebben er vertrouwen in dat het gaat lukken en het liefst met Haagse jongens in de organisatie. Ik heb in elk geval mijn verantwoordelijkheid genomen en ik kan er ook niet mee stoppen. Soms lig ik er wakker van, maar ik ga door. Deze club moet overeind komen en weer omhoog.’’
Jol over ontslag Rankovic: `Niemand hoeft naar mij te luisteren, maar het kan af en toe wel slim zijn’
INTERVIEWMartin Jol werd in december 2019 technisch adviseur bij ADO Den Haag. De oud-speler wilde helpen en zijn club een Haagser gezicht geven. Een roerig jaar met twee voortijdig vertrokken trainers en veel kritiek op het spelersbeleid later, blijft hij standvastig. ,,Ik heb nu meer stress dan ik ooit heb gehad als trainer.’’
Als Martin Jol (64) over ‘zijn club’ praat, heeft hij het vaak over FC Den Haag, zoals ADO Den Haag vanaf de fusie tussen ADO en Holland Sport in 1971 tot 1996 heette. En dat is niet zo gek. Bedenk een hoogtepunt uit de tijd dat de club die naam droeg en de kans is groot dat het huidige hoofd van het Haagse technisch hart erbij was.
ADO kan nu niet anders spelen dan op deze manier: ‘We moeten nog een hoop leren’
,,Dat FC Den Haag, daar heb ik zo’n goed sterk gevoel bij’’, zegt hij. ,,Dat geel-groen. Ik zou zo graag willen dat meer mensen zich net zo tot de club aangetrokken voelen als ik.”
Jol begon er zijn carrière, stond in het basiselftal dat in 1975 de ten koste van FC Twente de bekerfinale won. Hij deed mee toen FC Den Haag de kwartfinale van de Europa Cup II haalde. En hij sloot er zijn voetballoopbaan af. De drievoudig international speelde in 1985-1986 ook een cruciale rol in één van de meest memorabele seizoenen uit de clubgeschiedenis, toen de FC ongeslagen kampioen van de eerste divisie werd.
Deze club heeft nooit een cultuur gehad waarin de ‘eigen mensen’ echt werden gekoesterd. Er zijn hier vrijwel altijd buitenstaanders aan de leiding geweest.
Jol in 1985 in zijn laatste periode als speler in Den Haag, met woeste baard in een wedstrijd tegen Willem II. © AD/HC
In de Ernst Happel Lounge van het Cars Jeans Stadion hangt een foto van hem uit die periode, duidelijk herkenbaar vanwege de robuuste baard die hij op dat moment had. Hij is er trots op.
Maar zo belangrijk voor het huidige ADO Den Haag als hij toen was, werd hij lange tijd niet meer. En dat is in zekere zin best vreemd. Want de carrière van de voetballer Martin Jol was mooi, zijn status als trainer werd nog veel groter.
Met Roda JC won hij de KNVB-beker, de eerste prijs in de Limburgse clubgeschiedenis. Het piepkleine RKC bracht hij naar de top 6. Jol boekte successen bij Tottenham Hotspur, HSV, Ajax en Fulham, maar hoofdtrainer van ADO Den Haag werd hij nooit. Toen hij eind 2015 toetrad tot de raad van commissarissen in Den Haag (hij zat tot juni 2017 in het toezichthoudende orgaan van de club), was hij tegelijkertijd nog eventjes trainer van het Egyptische Al-Ahly, maar aan de slag gaan bij ADO was geen serieuze optie.
Je moet na jouw tijd bij Fulham toch gevraagd zijn om trainer van ADO Den Haag te worden?
,,Ja. Soms alleen maar voor de vorm, moet ik eerlijk zeggen. Maar het is er nooit van gekomen.”
Baal je daar achteraf nog van?
,,Nee, joh. Ik ben zo verschrikkelijk Den Haag-gekleurd. Ik heb er zestien jaar gewerkt. Ik ben één van de weinigen die de club in al zijn facetten heeft meegemaakt. Als ADO, als FC Den Haag, als ADO Den Haag. Maar deze club heeft nooit een cultuur gehad waarin de ‘eigen mensen’ echt werden gekoesterd. Er zijn hier vrijwel altijd buitenstaanders aan de leiding geweest.
,,Wat het ook is, Aad de Mos zei dat laatst treffend: je moet bij elke club waar je zit op een gegeven moment weg. Maar als die club je familie is, dan zit je toch jarenlang heel gek te kijken als je er bent weggestuurd. Dan is het een voordeel als je er niet werkt, want dan kan je niet uit je eigen familie worden gejaagd. Maar dat is niet de reden waarom ik hier nooit trainer ben geworden, hoor.’’
Lichamelijke klachten waren dat de laatste jaren wel. ,,Ik heb, zoals ze dat in Engeland zeggen, een minor heart attack gehad. Een blokkade van de circumflex. Dat heb ik als een teken van boven gezien. Dat ik het rustiger aan moest doen.”
Maar dat heeft Jol niet lang volgehouden. Inmiddels speelt hij alsnog een cruciale rol bij ADO Den Haag. Niet als trainer, maar als hoofd van het technische hart. Hij heeft de belangrijkste stem in de samenstelling van de selectie, maar probeert ook zijn kennis te gebruiken voor het hervormen van de Haagse jeugdopleiding. ,,Ik heb nu meer stress dan ik ooit heb gehad als trainer’’, vertelt hij. ,,En dan heb ik het over het meeleven tijdens de wedstrijden. Als we niet winnen, ben ik niet te genieten.”
Jol bekleedt zijn nieuwe functie sinds afgelopen lente. Maar algemeen directeur Mohammed Hamdi haalde hem in december 2019 al binnen als adviseur. ADO Den Haag stond op dat moment voorlaatste in de eredivisie en ging Alan Pardew aanstellen als de nieuwe hoofdtrainer, als opvolger van Alfons Groenendijk. In die fase vertrokken ook veel directieleden en managers bij de club. Het jaar 2020 zou niet bepaald rustig worden, dat was toen al duidelijk.
Waarom ben je er weer ingestapt?
,,Ik vond het vervelend dat de club in een slechte situatie zat. En Mo zat hier. Ik kende hem. Toen ik zag dat hij hier algemeen directeur was geworden, kreeg ik nóg meer interesse in hem en de club. Hij is een man die twaalf tot veertien uur per dag werkt. Dat vond ik heel positief. Het is een jonge gozer die de club erbovenop wil helpen. Bij zijn voorgangers dacht ik steeds dat het niet zou gaan lukken. Maar bij Mo zie ik dat het hem écht iets doet. Hij is misschien niet op het beste moment ingestapt, maar zeer ambitieus.”
Jol wilde helpen. En hij probeerde aanvankelijk Tscheu La Ling met zich mee te krijgen. Ling had als eigenaar van het Slowaakse AS Trencín bewezen een club met gericht beleid omhoog te kunnen stuwen. Hij heeft volgens generatiegenoot Jol een blauwdruk voor hoe de topsportcultuur binnen een club moet zijn. ,,Hij heeft een concept dat werkt. Maar Tscheu La vroeg zich af waar ik aan begon. ‘Je trekt aan drie dode paarden’, zei hij. Maar ik weet dat hij ook een hart voor de club heeft.
,,Het is toch onze club? Er is hier niet vaak iemand geweest die hele dagen werkt en daar niets voor hoeft te hebben. Kijk, RKC en Tottenham Hotspur zitten in mijn hart, maar deze club zit in mijn ziel, hier ben ik opgegroeid. Daarom doe ik het.”
Zijn poging om Ling erbij te betrekken, was ook zijn eerste actie richting de cultuuromslag die hij graag ziet plaatsvinden. Jol wil dat het Haagse gezicht zichtbaarder wordt binnen ADO, hij heeft het vanaf zijn eerste dag als hoofd van het technische hart benadrukt. En dat Haagse gezicht moet er eerst in de organisatie komen.
Wat hoop je hier nou te bereiken?
,,Ik wil gewoon dat die Haagse gezelligheid en topsportcultuur er is. Ik zou willen dat het een Haagse club is, met Haagse mensen bovenin. Oud-spelers, zoals Tscheu La, Harry van der Laan, Lex Schoenmaker, Aad Kila, Dick Advocaat, Piet de Zoete, enzovoort. Dat soort gasten heb je nodig. Geen dwarsliggers, maar clubmensen met een goede mening. Op dit moment moeten we uiteraard al blij zijn als ADO in de eredivisie blijft. Dat is eigenlijk belachelijk, maar wel de realiteit. Het is nog steeds een grote club, al zou je dat op dit moment niet zeggen. Ik heb in mijn hoofd dat we op termijn, net als FC Utrecht, structureel een subtopper kunnen worden.’’
Wat moet er tegenover staan, wil je hier je energie in blijven steken?
,,Dat de jeugdopleiding zich ontwikkelt, bijvoorbeeld. Want dat vind ik het leukste. Dan ben je, zonder al te veel druk, bezig met de middellange termijn. We hebben het daar al helemaal veranderd. Er lopen goede spelers rond. Ik zou er zo een aantal kunnen opnoemen, bijvoorbeeld jongens die we kortgeleden hebben vastgelegd, die het eerste kunnen halen.’’
Wie?
,,Als het goed is, kun je dat de komende seizoenen zelf gaan zien. Ik zou trots zijn als we op een gegeven moment een speler voor een paar miljoen verkopen nadat hij hier op jonge leeftijd is gekomen en langzaam is gebracht. Als we dat bereiken, zijn we op de goede weg.”
Als een club je familie is, is het een voordeel als je er niet werkt, want dan kan je niet uit je eigen familie worden gejaagd.
Maar het herinrichten van de jeugdopleiding is één, Jol moest afgelopen zomer ook een metamorfose in gang zetten bij het eerste elftal. ,,We zijn begonnen met het aantrekken van jonge spelers. De bedoeling was om de selectie daarna aan de bovenkant te versterken. Het gros van de oudere spelers vervangen en een goede, ervaren as creëren. Dat is niet helemaal gelukt, maar we zijn er nog steeds mee bezig.’’
De belangrijkste reden daarvoor is de financiële situatie in Den Haag. ADO staat er slecht voor en moet saneren. Het overbrengen van zijn liefde voor de stad Den Haag was vaak Jols belangrijkste betaalmiddel bij zijn zoektocht naar nieuwe spelers. ,,Den Haag, met het strand en het groen op twee kilometer van elkaar, is één van de allermooiste steden van Europa’’, vertelt hij. ,,Toen we in onderhandeling waren met David Philipp ben ik met hem door de stad gaan rijden, over de boulevard. Het was goed weer en ik dacht: nu moet hij wel komen. Want het is geen vanzelfsprekendheid dat iedereen maar even naar ADO Den Haag komt, hè? Wij kunnen niet zo makkelijk een speler halen.’’
Toch trok ADO achttien spelers aan voor de hoofdmacht. Bovendien werd er een heel nieuw tweede team geformeerd en een groot aantal jeugdspelers naar Den Haag gehaald.
Was een tussenoplossing niet beter geweest? Een paar directe versterkingen in plaats van achttien nieuwe spelers?
,,Nee, dat zeggen zo veel mensen. Maar dat kon op een gegeven moment niet meer. We zaten al aan het maximum van ons salarishuis. We hadden het van tevoren helemaal uitgestippeld, maar we moeten handelen naar de financiële situatie. Er is al eerder geprobeerd om de selectie te transformeren en wij pakken nu door. In het belang van de club. We proberen onze nek uit te steken.’’
ADO begon niet goed aan de competitie. De club staat voorlaatste, net als een jaar geleden, toen Jol zijn missie begon. Het leverde het hoofd van het technische hart al veel kritiek op. De selectie die hij met de club heeft samengesteld, is volgens velen niet goed genoeg voor de eredivisie.
Daarnaast speelde hij een rol in het snelle ontslag van Aleksandar Rankovic, de trainer die niet naar Jol geluisterd zou hebben. ,,Niemand hoeft naar mij te luisteren’’, countert de technisch adviseur. ,,Maar het kan slim zijn om het af en toe te doen.’’
En kritiek? Die kan Jol wel hebben. ,,Iedereen roept maar dat het hier niet goed gaat. Maar dat weten wij ook wel. Het voetbal is nog niet zo heel goed, we zijn verjongd. Wij hebben de handschoen opgepakt om er weer wat moois van te maken. We willen dat iedereen trots is op het geel-groene shirt. We hebben er vertrouwen in dat het gaat lukken en het liefst met Haagse jongens in de organisatie. Ik heb in elk geval mijn verantwoordelijkheid genomen en ik kan er ook niet mee stoppen. Soms lig ik er wakker van, maar ik ga door. Deze club moet overeind komen en weer omhoog.’’
0
|
Zaterdag 12 december 2020 om 11:53 uur |
Advertentie
Club Achter de Duinen
Nieuwsbericht op Club Achter de Duinen:
Advocaat nu `echt`: ik stop als clubtrainer
Dick Advocaat heeft maar vast duidelijkheid gegeven.
Lees het nieuwsbericht
Advocaat nu `echt`: ik stop als clubtrainer
Dick Advocaat heeft maar vast duidelijkheid gegeven.
Lees het nieuwsbericht
0
|
Dinsdag 1 december 2020 om 18:26 uur |
BLEISWIJK-1
Bleek schreef:
Ik ben juist wel fan van Hamdi en Jol..
Uiteraard puur op gevoel want niemand hier weet precies hoe het zit. (Met uitzondering van Aad natuurlijk want die heeft overal verstand van)
Maar als je alle speler die de afgelopen 15 maanden zijn aangetrokken op een rijtje zet kan je er onmogelijk vrolijk van worden..
Ik ben juist wel fan van Hamdi en Jol..
Uiteraard puur op gevoel want niemand hier weet precies hoe het zit. (Met uitzondering van Aad natuurlijk want die heeft overal verstand van)
Maar als je alle speler die de afgelopen 15 maanden zijn aangetrokken op een rijtje zet kan je er onmogelijk vrolijk van worden..
Tuurlijk is het veel. Maar het komt ook voort uit het feit dat we te lang doorgegaan zijn met te oude versleten voetballers. Niet de schuld van Hamdi. Vervolgens probeer je in crisis tijd wat recht te zetten. En dat misslukt. Dat kan. Zelfs Rijkaard en Advocaat degradeerde met Sparta. Die hebben toch ook verstand van voetbal.
Vervolgens komt Jol naar voren. En dan snap je toch wel dat hij zijn oren hiernaar laat hangen. Maar het is en was gewoon een noodgreep. Een bezuinigingsronde. Tuurlijk hadden Jol en Hamdi betere talentvolle spelers willen halen. Maar er is geen geld.
De visie voor de lange termijn is gewoon goed. Zelfs al zou je degraderen.
Vervolgens komt Jol naar voren. En dan snap je toch wel dat hij zijn oren hiernaar laat hangen. Maar het is en was gewoon een noodgreep. Een bezuinigingsronde. Tuurlijk hadden Jol en Hamdi betere talentvolle spelers willen halen. Maar er is geen geld.
De visie voor de lange termijn is gewoon goed. Zelfs al zou je degraderen.
0
|
Maandag 23 november 2020 om 21:18 uur |
grijze gek
slash070 schreef:
Geen idee, duel was achter gesloten deuren. Ik hoorde wel dat ADO zonder Pinas en Faye heeft gespeeld, en karelis maar 10 minuten.
Geen idee, duel was achter gesloten deuren. Ik hoorde wel dat ADO zonder Pinas en Faye heeft gespeeld, en karelis maar 10 minuten.
Trainer Dick Advocaat liet wel spelers als João Teixeira, Jens Toornstra, Nick Marsman en Luciano Narsingh opdraven. De ploeg werd aangevuld door veel spelers van het elftal onder 21 jaar.
0
|
Donderdag 12 november 2020 om 18:48 uur |
ghostdrift
Nu online
Langebach2, wiegah070 en 117 gasten.
Zoek in shoutbox
Spelersklassement
Laatste wedstrijd
Volgende wedstrijd
Advertentie
Keuken Kampioen Divisie
1 | Helmond Sp. | 12 | - | 27 |
2 | Graafschap | 13 | - | 25 |
3 | Den Bosch + | 12 | - | 24 |
4 | Excelsior | 12 | - | 23 |
5 | FC Volendam | 12 | - | 22 |
6 | FC Dordrecht | 13 | - | 22 |
7 | SC Cambuur | 13 | - | 19 |
8 | FC Emmen | 12 | - | 18 |
9 | Telstar | 12 | - | 18 |
10 | ADO Den Haag | 13 | - | 18 |
11 | Roda JC | 12 | - | 16 |
12 | FC Eindhoven | 13 | - | 15 |
13 | Jong PSV | 12 | - | 14 |
14 | Jong AZ | 13 | - | 14 |
15 | TOP Oss | 12 | - | 12 |
16 | Jong Ajax | 13 | - | 12 |
17 | MVV Maastr. | 12 | - | 11 |
18 | VVV-Venlo | 13 | - | 11 |
19 | Vitesse -6 | 12 | - | 5 |
20 | Jong Utrecht | 12 | - | 5 |